gepubliceerd op 28 december 2021
Wet houdende instemming met de volgende internationale Akten: 1° Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004; 2° Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004 (2)
18 JUNI 2014. - Wet houdende instemming met de volgende internationale Akten: 1° Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004; 2° Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004 (1) (2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3.Het Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004, zal volkomen gevolg hebben Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 18 juni 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Energie, M. WATHELET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Parlementaire referenties. Senaat (www.senate.be): Stukken: 5-2759 Handelingen van de Senaat: 03/04/2014 Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 53-3539 Integraal verslag: 23/04/2014. (2) Gebonden Staten. PROTOCOL houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982 DE REGERINGEN van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Finland, de Franse Republiek, de Helleense Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Republiek Slovenië, het Koninkrijk Zweden, de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Turkije;
OVERWEGENDE dat het wenselijk is het Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, gesloten te Parijs op 29 juli 1960 binnen het kader van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking, thans de Organisatie voor economische Samenwerking en Ontwikkeling, zoals gewijzigd bij het op 28 januari 1964 te Parijs ondertekende Aanvullend Protocol en bij het op 16 november 1982 te Parijs ondertekende Protocol te wijzigen, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN : I. Het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, wordt als volgt gewijzigd : A. - De subleden (i) en (ii) van lid (a) van artikel 1 worden vervangen door de volgende tekst : i) « kernongeval » : een kernschade brengend feit of een reeks van zulke feiten met dezelfde oorzaak. ii) « kerninstallatie » : reactoren met uitzondering van die welke deel uitmaken van een vervoermiddel; fabrieken voor de vervaardiging of behandeling van nucleaire stoffen; fabrieken voor de scheiding van isotopen van splijtstoffen; fabrieken voor het opwerken van bestraalde splijtstoffen; inrichtingen voor de opslag van nucleaire stoffen met uitzondering van de opslag welke verband houdt met het vervoer van die stoffen; installaties voor de verwijdering van nucleaire stoffen; alle reactoren, fabrieken, inrichtingen of installaties die buiten gebruik worden gesteld; en andere door de Bestuurscommissie van het OESO-Agentschap voor Kernenergie (hierna te noemen de « Bestuurscommissie ») aan te wijzen installaties waarin zich splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen bevinden; iedere Verdragsluitende Partij kan besluiten dat twee of meer kerninstallaties die dezelfde exploitant hebben en die zich bevinden op hetzelfde terrein, samen met iedere andere opstal op dat terrein waar zich splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen bevinden als één enkele kerninstallatie zullen worden beschouwd.
B. - De volgende vier nieuwe subleden (vii), (viii), (ix) en (x) worden ingevoegd in lid (a) van artikel 1 : vii) « kernschade » : 1. overlijden of persoonlijk letsel;2. verlies of beschadiging van zaken; en elk van de volgende elementen in de mate vastgesteld door het recht van de bevoegde rechter : 3. economisch nadeel voortvloeiend uit overlijden, persoonlijk letsel, verlies of beschadiging bedoeld in de subleden 1 of 2 hierboven, voorzover niet inbegrepen in die subleden, geleden door een persoon die bevoegd is tot het instellen van een vordering naar aanleiding van een dergelijk geval van overlijden, persoonlijk letsel, verlies of beschadiging;4. de kosten van maatregelen tot herstel van een aangetast milieu, tenzij de aantasting onbetekenend is, indien dergelijke maatregelen daadwerkelijk worden genomen of zullen worden genomen, voor zover niet inbegrepen in sublid 2 hierboven;5. inkomensderving voortvloeiend uit een rechtstreeks economisch belang in het gebruik of het genot van het milieu, geleden als gevolg van een aanmerkelijke aantasting van dat milieu, voor zover niet inbegrepen in sublid 2 hierboven;6. de kosten van preventieve maatregelen, en de door deze maatregelen veroorzaakte verdere gevallen van overlijden, persoonlijk letsel, verlies of beschadiging, in het geval van subleden 1 tot en met 5 hierboven, voor zover het overlijden, persoonlijk letsel, verlies of de beschadiging veroorzaakt wordt door of voortvloeit uit ioniserende straling uit een stralingsbron binnen een kerninstallatie, of afkomstig is uit splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen in, of van nucleaire stoffen die afkomstig zijn uit, hun oorsprong hebben in, of worden gezonden naar een kerninstallatie, ongeacht of dit wordt veroorzaakt door de radioactieve eigenschappen van dit materiaal, of door een combinatie van radioactieve eigenschappen met toxische, explosieve of andere gevaarlijke eigenschappen van dit materiaal. viii) « herstelmaatregelen » : alle redelijke maatregelen die zijn goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten van de Staat waar de maatregelen zijn genomen, die gericht zijn op het herstel of de wederopbouw van beschadigde of vernietigde onderdelen van het milieu, of, waar redelijk, op het in het milieu brengen van equivalenten van deze onderdelen. In de wetgeving van de Staat waar de kernschade wordt geleden wordt vastgelegd wie bevoegd is tot het nemen van dergelijke maatregelen. ix) « preventieve maatregelen » : alle redelijke door iemand genomen maatregelen nadat zich een kernongeval of een gebeurtenis waardoor een ernstige en naderende dreiging van kernschade wordt veroorzaakt, heeft voorgedaan, ter voorkoming of minimalisering van kernschade als bedoeld in de subleden (a)(vii) 1 tot en met 5, onder voorbehoud van goedkeuring door de bevoegde autoriteiten indien deze vereist is volgens het recht van de Staat waar de maatregelen zijn genomen. x) « redelijke maatregelen » : maatregelen die ingevolge het recht van de bevoegde rechter worden geacht passend en proportioneel te zijn, met inachtneming van alle omstandigheden, bijvoorbeeld : 1.de aard en omvang van de geleden kernschade of, in geval van preventieve maatregelen, de aard en omvang van het risico van dergelijke schade; 2. de mate waarin deze maatregelen, op het tijdstip dat zij worden genomen, waarschijnlijk effectief zijn;en 3. relevante wetenschappelijke en technische expertise. C. - Artikel 2 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Dit Verdrag is van toepassing op kernschade geleden op het grondgebied van of binnen maritieme zones ingesteld in overeenstemming met het internationale recht van, of, behoudens op het grondgebied van een niet-Verdragsluitende Staat die niet vermeld is onder (ii) tot en met (iv) van dit lid, aan boord van een schip of luchtvaartuig dat is geregistreerd in : i) een Verdragsluitende Partij; ii) een niet-Verdragsluitende Staat die, ten tijde van het kernongeval, Partij is bij het Verdrag van Wenen van 21 mei 1963 inzake wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade, en elke wijziging daarvan die voor die Partij van kracht is, en bij het Gezamenlijk Protocol van 21 september 1988 met betrekking tot de toepassing van het Verdrag van Wenen en het Verdrag van Parijs, mits evenwel de Partij bij het Verdrag van Parijs op wier grondgebied de installatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, Partij is bij dat Gezamenlijk Protocol; iii) een niet-Verdragsluitende Staat die, ten tijde van het kernongeval, geen kerninstallatie op zijn grondgebied of binnen door hem in overeenstemming met het internationale recht ingestelde maritieme zones heeft; of iv) elke andere niet-Verdragsluitende Staat waar, ten tijde van het kernongeval, wetgeving inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade van kracht is die equivalente wederkerige uitkeringen biedt, en die gebaseerd is op beginselen die identiek zijn aan die van dit Verdrag, met inbegrip van onder andere aansprakelijkheid zonder schuld van de aansprakelijke exploitant, exclusieve aansprakelijkheid van de exploitant of een bepaling van dezelfde strekking, exclusieve bevoegdheid van de bevoegde rechter, gelijke behandeling van alle slachtoffers van een kernongeval, erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen, vrije overmaking van vergoeding, interesten en kosten. b) Niets in dit artikel belet een Verdragsluitende Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen ingevolge haar wetgeving te voorzien in een grotere reikwijdte van de toepassing van dit Verdrag. D. - Artikel 3 wordt vervangen door de volgende tekst : a) De exploitant van een kerninstallatie is, overeenkomstig dit Verdrag, aansprakelijk voor kernschade anders dan : i) schade aan de kerninstallatie zelf en aan andere kerninstallaties, met inbegrip van kerninstallaties in aanbouw, die zich bevinden op het terrein waar die installatie is gelegen;en ii) schade aan zaken die zich bevinden op dat terrein en die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt in verband met één van die installaties, indien wordt bewezen dat bedoelde schade is veroorzaakt door een kernongeval in die installatie of waarbij nucleaire stoffen afkomstig uit die installatie waren betrokken, behoudens het bepaalde in artikel 4. b) In gevallen waarin kernschade wordt veroorzaakt door een kernongeval en door een ongeval niet zijnde een kernongeval tezamen, wordt het gedeelte van de schade dat door zulk een ander ongeval wordt veroorzaakt, voor zover dit redelijkerwijze niet te scheiden valt van de door het kernongeval veroorzaakte kernschade, beschouwd als door het kernongeval veroorzaakte kernschade.In gevallen waarin kernschade wordt veroorzaakt door een kernongeval en door een niet onder dit Verdrag vallend vrijkomen van ioniserende straling tezamen, wordt de aansprakelijkheid van enig persoon in verband met dit vrijkomen van ioniserende straling door niets in dit Verdrag beperkt of anderszins aangetast.
E. - De leden (c) en (d) van artikel 4 worden omgeletterd in respectievelijk de leden (d) en (e) en het volgende nieuwe lid (c) wordt ingevoegd : c) De overdracht van aansprakelijkheid aan de exploitant van een andere kerninstallatie ingevolge de leden (a)(i) en (ii) en (b) (i) en (ii) kan uitsluitend plaatsvinden indien die exploitant een rechtstreeks economisch belang heeft bij de nucleaire stoffen die worden vervoerd. F. - De leden (b) en (d) van artikel 5 worden vervangen door de volgende tekst : b) In gevallen echter, waarin kernschade wordt veroorzaakt door een kernongeval dat plaatsvindt in een kerninstallatie en waarbij slechts nucleaire stoffen betrokken zijn welke daarin tijdens het vervoer zijn opgeslagen, is de exploitant van die kerninstallatie niet aansprakelijk indien een andere exploitant of persoon ingevolge artikel 4 aansprakelijk is.d) Indien kernschade aanleiding geeft tot aansprakelijkheid van meer dan een exploitant overeenkomstig dit Verdrag, zijn die exploitanten hoofdelijk en ieder voor het geheel aansprakelijk, met dien verstande dat indien een zodanige aansprakelijkheid ontstaat tengevolge van kernschade veroorzaakt door een kernongeval waarbij nucleaire stoffen tijdens het vervoer in een en hetzelfde vervoermiddel of, in het geval van opslag tijdens het vervoer, in een en dezelfde kerninstallatie betrokken zijn, als hoogste totale bedrag van de aansprakelijkheid van die exploitanten zal gelden het hoogste bedrag dat voor een van hen overeenkomstig artikel 7 is vastgesteld.In geen geval zal een exploitant in verband met een kernongeval meer behoeven te betalen dan het overeenkomstig artikel 7 voor hem vastgestelde bedrag.
G. - De leden (c), (e) en (g) van artikel 6 worden vervangen door de volgende tekst : c) i) Dit Verdrag laat onverlet de aansprakelijkheid van : 1.natuurlijke personen voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval waarvoor de exploitant krachtens artikel 3(a) of artikel 9, niet aansprakelijk is overeenkomstig dit Verdrag en welke het gevolg is van een handelen of nalaten van die natuurlijke personen met het opzet schade te veroorzaken; 2. de persoon die bevoegd is een reactor te exploiteren, welke deel uitmaakt van een vervoermiddel, voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval wanneer ingevolge artikel 4(a) (iii) of (b) (iii) geen exploitant voor die schade aansprakelijk is. ii) De exploitant is niet buiten dit Verdrag om aansprakelijk voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval. e) Indien de exploitant aantoont dat de kernschade geheel of gedeeltelijk het gevolg is van hetzij grove nalatigheid van de persoon die de schade lijdt of van een handelen of nalaten van die persoon met het opzet schade te veroorzaken, kan de bevoegde rechter, indien het nationale recht daarin voorziet, de exploitant geheel of gedeeltelijk ontslaan van zijn verplichting schadevergoeding te betalen ter zake van de door die persoon geleden schade.g) Indien de exploitant ingevolge lid (f) van dit artikel recht van verhaal heeft op een persoon, kan deze persoon niet in dezelfde mate rechten ingevolge lid (d) van dit artikel doen gelden op de exploitant. H. - Artikel 7 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Elke Verdragsluitende Partij bepaalt in haar wetgeving dat de aansprakelijkheid van de exploitant ten aanzien van door een kernongeval veroorzaakte kernschade ten minste 700 miljoen euro bedraagt.b) Niettegenstaande lid (a) en ar tikel 21(c) kan elke Verdragsluitende Partij : i) gelet op de aard van de desbetreffende kerninstallatie en op de te verwachten gevolgen van een kernongeval dat daarin zijn oorsprong heeft, voor die installatie een lager bedrag van aansprakelijkheid vaststellen, met dien verstande dat een aldus vastgesteld bedrag in geen geval minder mag bedragen dan 70 miljoen euro;en ii) gelet op de aard van de betrokken nucleaire stoffen en op de te verwachten gevolgen van een kernongeval dat daarin zijn oorsprong heeft, voor het vervoer van nucleaire stoffen een lager bedrag van aansprakelijkheid vaststellen, met dien verstande dat een aldus vastgesteld bedrag in geen geval minder mag bedragen dan 80 miljoen euro. c) De vergoeding van kernschade veroorzaakt aan het vervoermiddel waarin de desbetreffende nucleaire stoffen zich bevonden op het ogenblik van het kernongeval, mag niet ten gevolge hebben dat de aansprakelijkheid van de exploitant voor andere kernschade wordt teruggebracht tot een bedrag dat lager is dan 80 miljoen euro, of dat lager is dan het hogere bedrag dat door een Verdragsluitende Partij bij de wet is vastgesteld.d) Het overeenkomstig lid (a) of (b) of artikel 21(c) vastgestelde bedrag waarvoor exploitanten van kerninstallaties op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij aansprakelijk zijn, alsmede de wettelijke bepalingen van een Verdragsluitende Partij als bedoeld in lid (c), zijn van toepassing op de aansprakelijkheid van genoemde exploitanten, ongeacht waar het kernongeval zich voordoet.e) Iedere Verdragsluitende Partij kan de doorvoer van nucleaire stoffen over haar grondgebied afhankelijk stellen van de voorwaarde dat het maximumbedrag waarvoor de betrokken buitenlandse exploitant aansprakelijk is, wordt verhoogd indien zij van mening is dat dit bedrag de risico's van een kernongeval tijdens doorvoer niet voldoende dekt, met dien verstande dat het aldus verhoogde maximumbedrag niet meer zal bedragen dan het maximumbedrag waarvoor de exploitanten van op haar grondgebied gelegen kerninstallaties aansprakelijk zijn.f) De bepalingen van lid (e) zijn niet van toepassing op : i) zeevervoer in de gevallen waarin het internationale recht voorziet in het recht de havens van een zodanige Verdragsluitende Partij bij dreigend gevaar binnen te varen, of in het recht van onschuldige doorvaart door haar grondgebied;of ii) luchtvervoer in de gevallen waarin, krachtens een overeenkomst of krachtens het internationale recht, het recht bestaat over het grondgebied van een zodanige Verdragsluitende Partij te vliegen of er te landen. g) In gevallen waarin het Verdrag van toepassing is op een niet-Verdragsluitende Staat overeenkomstig artikel 2(a) (iv), kan elke Verdragsluitende Partij ten aanzien van kernschade bedragen van aansprakelijkheid vaststellen die lager zijn dan de ingevolge dit artikel of artikel 21(c) vastgestelde minimumbedragen, voor zover een dergelijke Staat geen wederkerige uitkeringen van een equivalent bedrag biedt.h) Alle kosten en interesten welke door de rechter naar aanleiding van een rechtsvordering tot schadevergoeding krachtens dit Verdrag worden toegewezen, worden niet beschouwd als schadevergoeding in de zin van dit Verdrag en zijn door de exploitant verschuldigd boven het bedrag waarvoor hij overeenkomstig dit artikel aansprakelijk is.i) De in dit artikel bedoelde bedragen kunnen in de nationale munteenheid worden omgerekend in ronde bedragen.j) Iedere Verdragsluitende Partij draagt er zorg voor dat personen die schade hebben geleden hun rechten op schadevergoeding kunnen uitoefenen, zonder dat zij afzonderlijke gedingen naargelang van de herkomst van de voor deze schadevergoeding bestemde gelden aanhangig behoeven te maken. I. - Artikel 8 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Het recht op schadevergoeding krachtens dit Verdrag verjaart of vervalt indien geen rechtsvordering is ingesteld : i) ten aanzien van overlijden en persoonlijk letsel, binnen dertig jaar na de datum van het kernongeval; ii) ten aanzien van overige kernschade, binnen tien jaar na de datum van het kernongeval. b) De nationale wetgeving kan evenwel een langere termijn dan de in de subleden (i) of (ii) van lid (a) genoemde termijn vaststellen, indien de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, maatregelen heeft genomen om de aansprakelijkheid van die exploitant te dekken met betrekking tot alle rechtsvorderingen voor schadevergoeding welke zijn ingesteld na het verstrijken van de in de subleden (i) of (ii) van lid (a) genoemde termijn en tijdens een dergelijke langere termijn.c) Indien overeenkomstig lid (b) evenwel een langere termijn is vastgesteld, laat een rechtsvordering voor schadevergoeding die binnen die termijn is ingesteld in elk geval onverlet het recht op schadevergoeding krachtens dit Verdrag van eenieder die een rechtsvordering tegen de exploitant heeft ingesteld : i) binnen een termijn van dertig jaar terzake van persoonlijk letsel of overlijden; ii) binnen een termijn van tien jaar terzake van alle overige kernschade. d) Bij nationale wetgeving kan een termijn van ten minste drie jaar worden vastgesteld als verval- of verjaringstermijn van het recht op schadevergoeding krachtens het Verdrag, ingaande op de dag waarop de persoon die kernschade heeft geleden kennis draagt of redelijkerwijze geacht kan worden kennis te dragen van de kernschade en van de aansprakelijke exploitant, met dien verstande dat de overeenkomstig de leden a) en b) vastgestelde termijnen niet worden overschreden.e) In de gevallen waarin de bepalingen van artikel 13(f) (ii) van toepassing zijn, verjaart of vervalt het recht op schadevergoeding echter niet, indien binnen de in de leden (a), (b) en (d) gestelde termijn : i) vóór de aanwijzing door het Tribunaal, bedoeld in artikel 17, een rechtsvordering is ingesteld bij één van de rechters uit wie het Tribunaal een keuze kan doen;indien het Tribunaal beslist dat de bevoegde rechter een andere is dan die waarbij een zodanige rechtsvordering reeds is ingesteld, kan het Tribunaal een termijn vaststellen waarbinnen een zodanige rechtsvordering bij de aldus aangewezen bevoegde rechter moet worden ingesteld; of ii) tot een betrokken Verdragsluitende Partij een verzoek is gericht de aanwijzing van een bevoegde rechter door het Tribunaal overeenkomstig artikel 13(f) (ii), uit te lokken en na zodanige aanwijzing een rechtsvordering wordt ingesteld binnen de door het Tribunaal vast te stellen termijn. f) Tenzij het nationale recht voorziet in het tegendeel, kan elke persoon die kernschade heeft geleden tengevolge van een kernongeval en die binnen de bij dit artikel vastgestelde termijn een rechtsvordering tot schadevergoeding heeft ingesteld, zijn eis in verband met toeneming van de kernschade na het verstrijken van die termijn wijzigen, mits de bevoegde rechter nog geen einduitspraak heeft gedaan. J. - Artikel 9 wordt vervangen door de volgende tekst : De exploitant is niet aansprakelijk voor kernschade veroorzaakt door een kernongeval dat rechtstreeks te wijten is aan een gewapend conflict, vijandelijkheden, burgeroorlog of opstand.
K. - Artikel 10 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Ter dekking van de aansprakelijkheid krachtens dit Verdrag is de exploitant gehouden een verzekering of andere financiële zekerheid te hebben en in stand te houden ter grootte van het overeenkomstig artikel 7(a) of 7(b) of artikel 21(c) vastgestelde bedrag en van de aard en op de voorwaarden als door het bevoegde openbare gezag worden vastgesteld.b) Wanneer het bedrag van de aansprakelijkheid van de exploitant niet beperkt is, stelt de Verdragsluitende Partij binnen wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen een grens vast voor de financiële zekerheid van de aansprakelijke exploitant, met dien verstande dat de aldus vastgestelde grens ten minste het in artikel 7(a) of 7(b) bedoelde bedrag is.c) De Verdragsluitende Partij binnen wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, waarborgt de betaling van vorderingen tot schadevergoeding voor kernschade die tegen de exploitant zijn ingesteld door de nodige middelen te verstrekken voor zover de verzekering of andere financiële zekerheid niet beschikbaar of ontoereikend is om deze vorderingen te dekken, tot een bedrag van ten minste het in artikel 7(a) of artikel 21(c) bedoelde bedrag.d) De verzekeraar of andere persoon die financiële zekerheid heeft gesteld, kan de in de leden (a) of (b) bedoelde verzekering of andere financiële zekerheid niet schorsen of beëindigen dan nadat hij daarvan ten minste twee maanden van tevoren schriftelijk mededeling heeft gedaan aan het bevoegde openbare gezag, noch kan hij, voor zover de verzekering of andere financiële zekerheid betrekking heeft op het vervoer van nucleaire stoffen, deze schorsen of beëindigen tijdens de duur van het betrokken vervoer.e) De bedragen welke ter beschikking staan ingevolge verzekering, herverzekering of andere financiële zekerheid mogen alleen worden aangewend voor vergoeding van kernschade veroorzaakt door een kernongeval. L. - Artikel 12 wordt vervangen door de volgende tekst : Schadevergoeding betaalbaar krachtens dit Verdrag, verzekerings-en herverzekeringspremies, bedragen ter beschikking staande ingevolge verzekering, herverzekering of andere overeenkomstig artikel 10 vereiste financiële zekerheid en kosten en interesten, als bedoeld in artikel 7(h) kunnen tussen de monetaire gebieden van de Verdragsluitende Partijen vrij worden overgemaakt.
M. - Artikel 13 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Tenzij in dit artikel anders is bepaald kunnen rechtsvorderingen ingevolge de artikelen 3, 4 en 6(a) uitsluitend worden ingesteld bij de bevoegde rechters van de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied het kernongeval heeft plaatsgevonden.b) In gevallen waarin een kernongeval plaatsvindt binnen het gebied van de exclusieve economische zone van een Verdragsluitende Partij of, indien een dergelijke zone niet is ingesteld, in een gebied dat de grenzen van een exclusieve economische zone, indien er een ingesteld zou worden, niet overschrijdt, kunnen rechtsvorderingen met betrekking tot kernschade ten gevolge van dat kernongeval voor de toepassing van dit Verdrag uitsluitend worden ingesteld bij de rechters van die Partij, mits de betrokken Verdragsluitende Partij de Secretaris-Generaal van de Organisatie voorafgaand aan het kernongeval mededeling heeft gedaan van een dergelijk gebied.Niets in dit lid mag worden uitgelegd als toestemming voor de uitoefening van rechtsbevoegdheid of de afbakening van een maritieme zone op een wijze die strijdig is met het internationale recht van de zee. c) In gevallen waarin een kernongeval plaatsvindt buiten het grondgebied van de Verdragsluitende Partijen of in gevallen waarin het plaatsvindt binnen een gebied ten aanzien waarvan geen mededeling ingevolge lid b) is gedaan, of in gevallen waarin de plaats van het kernongeval niet met zekerheid kan worden vastgesteld, zijn uitsluitend de rechters bevoegd van de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen.d) In gevallen waarin een kernongeval plaatsvindt in een gebied ten aanzien waarvan de omstandigheden van artikel 17(d) van toepassing zijn, zijn de rechters bevoegd die, op verzoek van een betrokken Verdragsluitende Partij, door het in artikel 17 bedoelde Tribunaal zijn aangewezen als de rechters van die Verdragsluitende Partij die het nauwst bij de zaak betrokken is en door de gevolgen van het ongeval getroffen wordt.e) De uitoefening van rechtsbevoegdheid krachtens dit artikel alsmede de mededeling van een gebied gedaan ingevolge lid (b) schept geen rechten of verplichtingen en heeft geen precedentwerking ten aanzien van de afbakening van maritieme gebieden tussen Staten met tegenover elkaar liggende of aangrenzende kusten.f) Indien overeenkomstig lid (a), (b) of (c) rechters van meer dan een Verdragsluitende Partij bevoegd zouden zijn, zijn bevoegd : i) indien het kernongeval zich voordoet deels buiten het grondgebied van een Verdragsluitende Partij en deels op het grondgebied van een enkele Verdragsluitende Partij, de rechters van die Verdragsluitende Partij;en ii) in elk ander geval de rechters die op verzoek van een betrokken Verdragsluitende Partij door het in artikel 17 bedoelde Tribunaal zijn aangewezen als de rechters van die Verdragsluitende Partij die het nauwst bij de zaak betrokken is en door de gevolgen van het ongeval getroffen wordt. g) De Verdragsluitende Partij wier rechters bevoegd zijn, ziet erop toe dat met betrekking tot vorderingen tot vergoeding van kernschade : i) elke Staat een rechtsvordering kan instellen namens personen die kernschade hebben geleden, die onderdanen van die Staat zijn of hun woon- of verblijfplaats op zijn grondgebied hebben, en die daarmee hebben ingestemd;en ii) elke persoon een rechtsvordering kan instellen ter afdwinging van rechten ingevolge dit Verdrag verkregen via subrogatie of overdracht. h) De Verdragsluitende Partij wier rechters bevoegd zijn ingevolge dit Verdrag ziet erop toe dat slechts een van haar rechters bevoegd is uitspraak te doen over vergoeding van kernschade veroorzaakt door een nucleair ongeval;de criteria voor deze keuze worden vastgesteld in de nationale wetgeving van deze Verdragsluitende Partij. i) Indien op tegenspraak gewezen vonnissen of verstekvonnissen van de overeenkomstig dit artikel bevoegde rechter uitvoerbaar zijn geworden krachtens het door die rechter toegepaste recht, worden zij uitvoerbaar op het grondgebied van elke andere Verdragsluitende Partij zodra de door de betrokken Verdragsluitende Partij vereiste formaliteiten zijn vervuld.De feiten van de zaak mogen niet opnieuw aan een onderzoek worden onderworpen. Voorgaande bepalingen zijn niet van toepassing op vonnissen die nog slechts uitvoerbaar zijn bij voorraad. j) Indien tegen een Verdragsluitende Partij een rechtsvordering krachtens dit Verdrag is ingesteld, is het die Verdragsluitende Partij niet toegestaan voor de overeenkomstig dit artikel bevoegde rechter een beroep te doen op onschendbaarheid ten aanzien van rechtsvervolging, behoudens met betrekking tot maatregelen ter tenuitvoerlegging. N. - Lid (b) van artikel 14 wordt vervangen door de volgende tekst : b) « Nationaal recht » en nationale wetgeving » betekenen het recht of de nationale wetgeving van de rechter die overeenkomstig dit Verdrag bevoegd is kennis te nemen van rechtsvorderingen tot schadevergoeding voortvloeiende uit een kernongeval, met uitzondering van de collisieregels met betrekking tot dergelijke vorderingen.Dat recht of die wetgeving is van toepassing op alle materieelrechtelijke en procesrechtelijke aangelegenheden die niet uitdrukkelijk in dit Verdrag zijn geregeld.
O. - Lid (b) van artikel 15 wordt vervangen door de volgende tekst : b) Voor zover vergoeding van kernschade uitgaat boven de 700 miljoen euro, bedoeld in artikel 7(a), kunnen aan de toepassing van die maatregelen, welke vorm zij ook mogen hebben, bijzondere voorwaarden worden verbonden, welke kunnen afwijken van de bepalingen van dit Verdrag. P. - Na artikel 16 wordt het volgende nieuwe artikel 16bis ingevoegd : Artikel 16bis Dit Verdrag laat onverlet de rechten en verplichtingen van een Verdragsluitende Partij ingevolge de algemene regels van internationaal publiekrecht.
Q. - Artikel 17 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Ingeval een geschil ontstaat tussen twee of meer Verdragsluitende Partijen betreffende de interpretatie of toepassing van dit Verdrag, plegen de partijen bij het geschil overleg met het oog op regeling van het geschil door onderhandeling of met andere vreedzame middelen.b) Wanneer een in lid (a) bedoeld geschil niet is geregeld binnen zes maanden, te rekenen vanaf de datum waarop door een van de partijen bij het geschil het bestaan ervan wordt erkend, komen de Verdragsluitende Partijen bijeen teneinde de partijen bij het geschil bij te staan bij het treffen van een minnelijke schikking.c) Wanneer binnen drie maanden, te rekenen vanaf de in lid (b) bedoelde bijeenkomst, het geschil niet is beslecht, wordt het geschil op verzoek van een van de partijen daarbij voorgelegd aan het Europese Tribunaal voor kernenergie, ingesteld bij het Verdrag van 20 december 1957 inzake de instelling van een veiligheidscontrole op het gebied van de kernenergie.d) Geschillen betreffende de afbakening van maritieme grenzen vallen buiten de reikwijdte van dit Verdrag. R. - Artikel 18 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Ten aanzien van één of meer bepalingen van dit Verdrag kan te allen tijde vóór de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit Verdrag, of vóór de mededeling krachtens artikel 23 met betrekking tot één of meer van de in die mededeling genoemde gebieden, een voorbehoud worden gemaakt dat slechts toelaatbaar is indien de bepalingen daarvan uitdrukkelijk door de ondertekenende Regeringen zijn aanvaard.b) Een zodanige aanvaarding is niet vereist van een ondertekenende Regering die niet zelf dit Verdrag heeft bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd binnen een termijn van twaalf maanden na de dag waarop haar door de Secretaris-Generaal van de Organisatie overeenkomstig artikel 24 mededeling is gedaan van een zodanig voorbehoud.c) Elk overeenkomstig dit artikel toegelaten voorbehoud kan te allen tijde door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Organisatie gerichte mededeling worden ingetrokken. S. - Artikel 19 wordt vervangen door de volgende tekst : a) Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Organisatie. b) Dit Verdrag treedt in werking zodra ten minste vijf ondertekenende Regeringen hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring hebben nedergelegd.Voor iedere ondertekenende Regering die dit Verdrag daarna bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt treedt het in werking zodra haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring is nedergelegd.
T. - Artikel 20 wordt vervangen door de volgende tekst : Wijzigingen van dit Verdrag worden aangenomen met onderling goedvinden van alle Verdragsluitende Partijen. Zij worden van kracht zodra zij door twee derde van de Verdragsluitende Partijen zijn bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. Voor iedere Verdragsluitende Partij die de wijzigingen daarna bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, worden zij van kracht op de datum van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.
U. - Het volgende nieuwe lid (c) wordt toegevoegd aan artikel 21 : c) Niettegenstaande artikel 7(a) kan een regering die dit Verdrag niet heeft ondertekend en die na 1 januari 1999 tot dit Verdrag is toegetreden, in haar wetgeving bepalen dat de aansprakelijkheid van de exploitant ten aanzien van kernschade veroorzaakt door een kernongeval, gedurende een termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van aanneming van het Protocol van 12 februari 2004 houdende wijziging van dit Verdrag, kan worden beperkt tot een overgangsbedrag van ten minste 350 miljoen euro ten aanzien van een kernongeval dat binnen die termijn plaatsvindt. V. - Lid (c) van artikel 22 wordt omgeletterd in lid (d) en het volgende nieuwe lid (c) wordt ingevoegd : c) De Verdragsluitende Partijen raadplegen elkaar na het verstrijken van elke vijfjaarlijkse termijn volgende op de datum waarop dit Verdrag in werking treedt over alle problemen van gemeenschappelijk belang die voortvloeien uit de toepassing van dit Verdrag en, in het bijzonder, om te bezien of verhogingen van de bedragen van de aansprakelijkheid en financiële zekerheid ingevolge dit Verdrag wenselijk zijn. W. - Lid (b) van artikel 23 wordt vervangen door de volgende tekst : b) Iedere ondertekenende Regering of Verdragsluitende Partij kan bij de ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit Verdrag, of te eniger tijd daarna aan de Secretaris-Generaal van de Organisatie mededelen dat dit Verdrag van toepassing is op die van haar gebieden, daaronder begrepen de gebieden voor welker internationale betrekkingen zij verantwoordelijk is, waarop dit Verdrag overeenkomstig lid (a) niet van toepassing is en welke in de mededeling worden genoemd. Een zodanige mededeling kan ten aanzien van elk daarin genoemd gebied worden ingetrokken door middel van een daartoe strekkende mededeling aan de Secretaris-Generaal van de Organisatie met inachtneming van een termijn van twaalf maanden.
X. - Artikel 24 wordt vervangen door de volgende tekst : De Secretaris-Generaal van de Organisatie doet aan alle ondertekenende en toetredende regeringen mededeling van de ontvangst van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, toetreding of terugtrekking, van iedere mededeling overeenkomstig artikel 13(b) en artikel 23, en van besluiten van de Bestuurscommissie krachtens artikel 1(a)(ii), 1(a)(iii) en 1(b), van het tijdstip waarop dit Verdrag in werking treedt, van de tekst van wijzigingen daarvan, van het tijdstip waarop deze wijzigingen van kracht worden en van de voorbehouden welke overeenkomstig artikel 18 zijn gemaakt.
Y. - De in de volgende artikelen voorkomende term « schade » wordt vervangen door de term « kernschade » : Artikel 4(a) en (b) Artikel 5(a) en (c) Artikel 6(a), (b), (d), (f) en (h) Z. In de eerste volzin van artikel 4 van de Franse tekst wordt het woord « stockage » vervangen door het woord « entreposage », en in hetzelfde artikel wordt het woord « transportées » vervangen door de woorden "en cours de transport". In artikel 6(h) van de Engelse tekst wordt het woord « workmen's » vervangen door het woord « workers' ».
AA. Bijlage II bij dit Verdrag wordt verwijderd.
II. a) Tussen de Partijen bij dit Protocol maken de bepalingen daarvan een integrerend deel uit van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982 (hierna te noemen Verdrag »), dat aangehaald kan worden als het Verdrag van 29 juli 1960 inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964, bij het Protocol van 16 november 1982 en bij het Protocol van 12 februari 2004. » b) Dit Protocol dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring wordt nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. c) De ondertekenende Regeringen van dit Protocol die het Verdrag reeds hebben bekrachtigd of daartoe reeds zijn toegetreden, brengen hun voornemen tot uitdrukking dit Protocol zo spoedig mogelijk te bekrachtigen, te aanvaarden of goed te keuren.De overige ondertekenende Regeringen van dit Protocol verplichten zich ertoe het te bekrachtigen, aanvaarden of goed te keuren op hetzelfde tijdstip waarop zij het Verdrag bekrachtigen. d) Dit Protocol staat open voor toetreding overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 van het Verdrag.Toetreding tot het Verdrag wordt slechts aanvaard indien deze samengaat met toetreding tot dit Protocol. e) Dit Protocol treedt in werking overeenkomstig de bepalingen van artikel 20 van het Verdrag.f) De Secretaris-Generaal van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling stelt alle ondertekenende en toetredende regeringen in kennis van de ontvangst van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, of toetreding tot dit Protocol. PROTOCOL houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982 DE REGERINGEN van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Finland, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Republiek Slovenië, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat;
OVERWEGENDE dat sommige bepalingen van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, zijn gewijzigd bij het op 12 februari 2004 te Parijs gesloten Protocol, waarvan zij ondertekenaar zijn;
OVERWEGENDE dat het wenselijk is tevens het Verdrag van 31 juli 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, te wijzigen;
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN : I. Het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, wordt als volgt gewijzigd : A. - De tweede alinea van de preambule wordt vervangen door de volgende tekst : PARTIJEN bij het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, gesloten in het kader van de Organisatie voor europese economische samenwerking en ontwikkeling, thans de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling en zoals gewijzigd bij het op 28 januari 1964 te Parijs gesloten Aanvullend Protocol, bij het op 16 november 1982 te Parijs gesloten Protocol en bij het op 12 februari 2004 te Parijs gesloten Protocol (hierna te noemen « Verdrag van Parijs »);
B. - Artikel 2 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 2 a) De regeling in dit Verdrag is van toepassing op kernschade waarvoor krachtens het Verdrag van Parijs de aansprakelijkheid berust bij de exploitant van een kerninstallatie voor vreedzaam gebruik, gelegen op het grondgebied van een Partij bij het onderhavige Verdrag (hierna genoemd « Partij ») en die geleden is : i) op het grondgebied van een Partij;of ii) in of boven maritieme gebieden buiten de territoriale zee van een Partij 1. aan boord van of door een schip varend onder de vlag van een Partij, of aan boord van of door een luchtvaartuig dat op het grondgebied van een Partij is ingeschreven, of op of door een kunstmatig eiland, installatie of structuur onder de rechtsmacht van een Partij, of 2.door een onderdaan van een Partij, met uitzondering van schade geleden in of boven de territoriale zee van een Staat die geen Partij is bij dit Verdrag; of iii) in of boven de exclusieve economische zone van een Partij of op het continentaal plat van een Partij in verband met de exploitatie of exploratie van de natuurlijke rijkdommen van die exclusieve economische zone of dat continentaal plat, mits de rechters van een Partij krachtens het Verdrag van Parijs bevoegd zijn. b) Iedere ondertekenende of toetredende regering kan bij de ondertekening van dit Verdrag of bij de toetreding daartoe dan wel bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring verklaren, dat zij voor de toepassing van lid (a) (ii) 2 natuurlijke personen die volgens haar recht hun gewone verblijfplaats op haar grondgebied hebben, of bepaalde categorieën daarvan, gelijkstelt met haar eigen onderdanen.c) Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de uitdrukking « onderdaan van een Partij » mede verstaan iedere Partij of ieder staatsrechtelijk onderdeel van een Partij, of iedere publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon, alsmede ieder publiek- of privaatrechtelijk lichaam zonder rechtspersoonlijkheid, gevestigd op het grondgebied van een Partij. C. - Artikel 3 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 3 a) Overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag verplichten de Partijen zich ervoor zorg te dragen, dat de in artikel 2 bedoelde kernschade tot een bedrag van 1500 miljoen euro per kernongeval wordt vergoed, onverminderd de toepassing van artikel 12bis.b) Deze schadevergoeding vindt plaats : i) tot een bedrag van ten minste 700 miljoen euro vast te stellen krachtens de wetgeving van de Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, uit middelen afkomstig van een verzekering of andere financiële zekerheid of uit de ingevolge artikel 10(c) van het Verdrag van Parijs verstrekte openbare middelen, en uit te keren tot een bedrag van 700 miljoen euro in overeenstemming met het Verdrag van Parijs; ii) tussen het in lid (b)(i) bedoelde bedrag en 1 200 miljoen euro, uit openbare middelen, ter beschikking te stellen door de Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen; iii) tussen 1 200 miljoen euro en 1 500 miljoen euro uit openbare middelen, ter beschikking te stellen door de Partijen volgens de in artikel 12 bedoelde verdeelsleutel, onder voorbehoud dat een dergelijk bedrag wordt verhoogd in overeenstemming met het in artikel 12bis bedoelde mechanisme. c) Te dien einde moet elke Partij : i) hetzij ingevolge haar wetgeving vaststellen dat de aansprakelijkheid van de exploitant ten minste het in lid (a) bedoelde bedrag bedraagt, en bepalen dat deze aansprakelijkheid wordt gedekt door alle in lid (b) bedoelde middelen; ii) hetzij ingevolge haar wetgeving de aansprakelijkheid van de exploitant vaststellen op een bedrag dat ten minste gelijk is aan het overeenkomstig lid (b)(i) hierboven of artikel 7(b) van het Verdrag van Parijs vastgestelde bedrag, en bepalen dat boven dat bedrag tot het in lid (a) bedoelde bedrag, de in lid (b)(i), (ii) en (iii) bedoelde openbare middelen ter beschikking worden gesteld anders dan ter dekking van de aansprakelijkheid van de exploitant, mits geen inbreuk wordt gemaakt op de in dit Verdrag vastgestelde materieelrechtelijke en procesrechtelijke regels. d) De verplichting van de exploitant tot betaling van schadevergoeding, interest of kosten uit de overeenkomstig de leden (b) (ii) en (iii) en (g) ter beschikking gestelde openbare middelen is jegens hem slechts afdwingbaar indien en voor zover deze middelen daadwerkelijk ter beschikking worden gesteld.e) Wanneer een Staat gebruik maakt van de in artikel 21(c) van het Verdrag van Parijs bedoelde optie kan deze alleen Partij bij dit Verdrag worden indien hij waarborgt dat middelen beschikbaar zijn om het verschil tussen het bedrag waarvoor de exploitant aansprakelijk is en 700 miljoen euro te dekken.f) Bij de uitvoering van dit Verdrag verplichten de Partijen zich ertoe, ten aanzien van vergoeding van kernschade uit de in lid (a) bedoelde middelen, geen gebruik te maken van de in artikel 15(b) van het Verdrag van Parijs bedoelde bevoegdheid om bijzondere voorwaarden te stellen, anders dan die welke zijn neergelegd in dit Verdrag.g) De in artikel 7(h) van het Verdrag van Parijs bedoelde kosten en interesten zijn verschuldigd boven de in lid (b) genoemde bedragen en zijn, naar gelang zij zijn toegewezen uit hoofde van schadevergoeding ten laste van de middelen bedoeld in : i) lid (b)(i), voor rekening van de aansprakelijke exploitant; ii) lid (b)(ii), voor rekening van de Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, naargelang van de door die Partij beschikbaar gestelde middelen; iii) lid (b)(iii), voor rekening van de Partijen gezamenlijk. h) De in dit Verdrag genoemde bedragen worden omgerekend in de nationale munteenheid van de Partij waarvan de rechters bevoegd zijn, volgens de waarde van die munteenheid op de datum van het ongeval, tenzij met betrekking tot een bepaald ongeval een andere datum door de Partijen wordt overeengekomen. D. - Artikel 4 wordt uit het Verdrag verwijderd.
E. - Artikel 5 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 5 Indien de aansprakelijke exploitant recht van verhaal heeft overeenkomstig artikel 6(f) van het Verdrag van Parijs, hebben de Partijen bij dit Verdrag hetzelfde recht van verhaal, voor zover ingevolge artikel 3(b) en (g) openbare middelen beschikbaar zijn gesteld.
F. - Artikel 6 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 6 Voor de berekening van de krachtens dit Verdrag ter beschikking te stellen openbare middelen worden uitsluitend de rechten op schadevergoeding in aanmerking genomen, die binnen een termijn van dertig jaar na de datum van het kernongeval in geval van overlijden of persoonlijk letsel, en tien jaar na de datum van het kernongeval in geval van alle overige kernschade, uitgeoefend worden.
Deze termijn wordt bovendien verlengd in de gevallen en onder de voorwaarden vermeld in artikel 8(e) van het Verdrag van Parijs.
Wijzigingen van vorderingen gemaakt na het verstrijken van deze termijn, worden mede in aanmerking genomen overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in artikel 8(f) van het Verdrag van Parijs.
G. - Artikel 7 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 7 Wanneer een Partij gebruik maakt van de bevoegdheid, voorzien in artikel 8(d) van het Verdrag van Parijs, is de door haar bepaalde termijn een verjaringstermijn van ten minste drie jaar, die ingaat op de dag waarop de persoon die schade heeft geleden kennis draagt of redelijkerwijze geacht kan worden kennis te dragen van de schade en de aansprakelijke exploitant.
H. - Artikel 8 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 8 Ieder die aan dit Verdrag een aanspraak op schadevergoeding ontleent, heeft recht op de volledige vergoeding van de geleden kernschade overeenkomstig het nationale recht, met dien verstande dat wanneer het bedrag van deze schade 1 500 miljoen euro te boven gaat of waarschijnlijk te boven gaat, elke Partij billijke maatstaven voor de verdeling van het krachtens dit Verdrag beschikbare bedrag aan schadevergoeding kan vaststellen. Deze maatstaven worden toegepast ongeacht de herkomst van de middelen en, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, zonder onderscheid naar nationaliteit, woon- of verblijfplaats van de persoon die de schade heeft geleden.
I. - Artikel 9 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 9 a) De regeling volgens welke de krachtens dit Verdrag beschikbaar gestelde openbare middelen worden betaald, is die van de Partij waarvan de rechters bevoegd zijn.b) Iedere Partij draagt er zorg voor dat personen die kernschade hebben geleden hun rechten op schadevergoeding kunnen uitoefenen, zonder dat zij afzonderlijke gedingen, die naargelang van de herkomst van de voor deze schadevergoeding bestemde gelden verschillen, aanhangig behoeven te maken.c) Een Partij is gehouden de in artikel 3(b)(iii) bedoelde middelen beschikbaar te stellen zodra het bedrag van de schadevergoeding uit hoofde van dit Verdrag het totaal van de in artikel 3(b)(i) en (ii) heeft bereikt, ongeacht de vraag of de door de exploitant ter beschikking te stellen middelen beschikbaar blijven of de vraag of de aansprakelijkheid van de exploitant niet tot een bepaald bedrag is beperkt. J. - Artikel 10 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 10 a) De Partij wier rechters bevoegd zijn, is verplicht de overige Partijen in te lichten omtrent een kernongeval en de toedracht, zodra blijkt dat de schade, veroorzaakt door dit ongeval, de som van de in artikel 3(b)(i) en (ii) bedoelde bedragen te boven gaat of dreigt te boven te gaan.De Partijen nemen onverwijld alle maatregelen die voor het regelen van hun betrekkingen terzake noodzakelijk zijn. b) Alleen de Partij wier rechters bevoegd zijn kan van de overige Partijen de terbeschikkingstelling van de in artikel 3(b)(iii) en (g) bedoelde openbare middelen verlangen en is bevoegd tot uitkering van deze middelen.c) Deze Partij oefent zo nodig de in artikel 5 bedoelde verhaalsrechten uit ten behoeve van de overige Partijen, indien deze uit hoofde van artikel 3(b)(iii) en (g) openbare middelen ter beschikking hebben gesteld.d) Dadingen en schikkingen die zijn aangegaan overeenkomstig de in de nationale wetgeving bepaalde voorwaarden met betrekking tot de vergoeding van kernschade uit de in artikel 3(b)(ii) en (iii) bedoelde openbare middelen, worden door de overige Partijen erkend en vonnissen gewezen door de bevoegde rechters terzake van zodanige schadevergoeding, worden uitvoerbaar op het grondgebied van de overige Partijen overeenkomstig de bepalingen van artikel 13(i) van het Verdrag van Parijs. K. - Artikel 11 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 11 a) Indien de rechters van een andere Partij dan die op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, bevoegd zijn, worden de in artikel 3(b)(ii) en (g) bedoelde openbare middelen uitgekeerd door de eerstbedoelde Partij.De Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen, betaalt de uitgekeerde bedragen aan de andere Partij terug. De beide Partijen bepalen in onderlinge overeenstemming de wijze van terugbetaling. b) Indien meer dan één Partij gehouden is openbare middelen beschikbaar te stellen ingevolge artikel 3(b)(ii) en (g), zijn de bepalingen van lid a) van overeenkomstige toepassing.Terugbetaling vindt plaats naar de mate waarin elke exploitant tot het kernongeval heeft bijgedragen. c) Wanneer de Partij wier rechters bevoegd zijn, na het tijdstip van het kernongeval wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen vaststelt die betrekking hebben op de aard, de vorm en de omvang van de schadevergoeding, op de wijze van de terbeschikkingstelling van de in artikel 3(b)(ii) en (g) bedoelde openbare middelen en eventueel op de maatstaven voor de verdeling van deze middelen, raadpleegt zij dienaangaande de Partij op wier grondgebied de kerninstallatie van de aansprakelijke exploitant is gelegen.Bovendien treft zij alle vereiste maatregelen, teneinde laatstgenoemde Partij in staat te stellen zich in gedingen te voegen of daarin tussen te komen en deel te nemen aan dadingen en schikkingen inzake schadevergoeding.
L. - Artikel 12 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 12 a) De verdeelsleutel volgens welke de Partijen de in artikel 3(b) (iii) bedoelde openbare middelen ter beschikking stellen, wordt als volgt vastgesteld : i) voor 35 % op de grondslag van de verhouding tussen het bruto nationaal product tegen lopende prijzen van elke Partij, enerzijds, en het gezamenlijk bedrag van het bruto nationaal product tegen lopende prijzen van alle Partijen, anderzijds, zoals deze cijfers voor het jaar voorafgaande aan dat waarin het kernongeval zich heeft voorgedaan, worden afgeleid uit de officiële statistieken, gepubliceerd door de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling; ii) voor 65 % op de grondslag van de verhouding tussen het thermisch vermogen van de reactoren die zich op het grondgebied van elke Partij bevinden, enerzijds, en het gezamenlijk thermisch vermogen van de reactoren die zich op het grondgebied van alle Partijen bevinden, anderzijds. Deze berekening wordt gebaseerd op het thermisch vermogen van de reactoren die op de datum van het kernongeval voorkomen op de in artikel 13 bedoelde lijst, met dien verstande dat een reactor voor deze berekening slechts in aanmerking wordt genomen vanaf de dag waarop hij voor het eerst kritisch is geworden en dat een reactor bij de berekening buiten beschouwing wordt gelaten wanneer alle splijtstoffen permanent uit de reactorkern zijn verwijderd en in overeenstemming met goedgekeurde procedures veilig zijn opgeslagen. b) Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder « thermisch vermogen » verstaan : i) vóór de afgifte van de definitieve vergunning tot exploitatie : het verwachte thermisch vermogen; ii) na de afgifte van een zodanige vergunning : het door de bevoegde nationale autoriteiten toegestane thermisch vermogen.
M. - Na artikel 12 wordt het volgende nieuwe artikel 12bis ingevoegd : Artikel 12bis a) In geval van toetreding tot dit Verdrag worden de het in artikel 3(b)(iii) bedoelde openbare middelen verhoogd met : i) 35 % van een bedrag vastgesteld door op bovengenoemd bedrag de verhouding toe te passen tussen het bruto nationaal product tegen lopende prijzen van de toetredende Partij, enerzijds en het gezamenlijk bedrag van het bruto nationaal product tegen lopende prijzen van alle Partijen, met uitzondering van dat van de toetredende Partij, anderzijds, en ii) 65 % van een bedrag vastgesteld door op bovengenoemd bedrag de verhouding toe te passen tussen het thermisch vermogen van de reactoren die zich op het grondgebied van de toetredende Partij bevinden, enerzijds, en het gezamenlijk thermisch vermogen van de reactoren die zich op het grondgebied van alle Partijen bevinden, met uitzondering van dat van de toetredende Partij, anderzijds.b) Het in lid (a) bedoelde verhoogde bedrag wordt afgerond op het dichtstbij gelegen bedrag uitgedrukt in duizendtallen euro.c) Het bruto nationaal product van de toetredende Partij wordt vastgesteld overeenkomstig de officiële statistieken, gepubliceerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, voor het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de toetreding van kracht wordt.d) Het thermisch vermogen van de toetredende Partij wordt vastgesteld overeenkomstig de lijst van kerninstallaties die door die regering ingevolge artikel 13(b) aan de Belgische Regering is medegedeeld, met dien verstande dat voor de berekening van de bijdragen uit hoofde van lid (a)(ii), een reactor slechts in aanmerking wordt genomen vanaf de dag waarop hij voor het eerst kritisch is geworden en dat een reactor bij de berekening buiten beschouwing wordt gelaten wanneer alle splijtstoffen permanent uit de reactorkern zijn verwijderd en in overeenstemming met goedgekeurde procedures veilig zijn opgeslagen. N. - De leden (a), (b), (f) en (i) van artikel 13 worden vervangen door de volgende tekst : Artikel 13 a) Elke Partij draagt er zorg voor dat alle op haar grondgebied gelegen kerninstallaties voor vreedzaam gebruik, die beantwoorden aan de begripsbepalingen, vervat in artikel 1 van het Verdrag van Parijs, op een lijst worden vermeld.b) Te dien einde deelt elke ondertekenende of toetredende regering bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding aan de Belgische Regering de volledige gegevens van die installaties mede.f) Indien een Partij van mening is dat de gegevens of een in de lijst aan te brengen wijziging, medegedeeld door een andere Partij, niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, kan zij daartegen slechts bezwaren inbrengen door deze aan de Belgische Regering mede te delen binnen drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop zij een kennisgeving overeenkomstig lid (h) heeft ontvangen.i) De gegevens en wijzigingen bedoeld in de leden (b), (c), (d), en (e) vormen tezamen de in dit artikel bedoelde lijst;bezwaren ingediend overeenkomstig het bepaalde in de leden (f) en (g) hebben, indien zij worden erkend, terugwerkende kracht tot de dag waarop zij zijn ingediend.
O. - Artikel 14 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 14 a) Voor zover in dit Verdrag niet anders is bepaald, kan iedere Partij de haar door het Verdrag van Parijs toegekende bevoegdheden uitoefenen;alle uit dien hoofde getroffen maatregelen kunnen voor de terbeschikkingstelling van de openbare middelen, bedoeld in artikel 3(b)(ii) en (iii), tegen de andere Partijen worden ingeroepen. b) De door een Partij overeenkomstig artikel 2(b) van het Verdrag van Parijs genomen maatregelen ten gevolge waarvan de in artikel 3(b)(ii) en (iii) bedoelde openbare middelen ter beschikking moeten worden gesteld, kunnen echter slechts tegen een andere Partij worden ingeroepen voor zover deze daarin heeft toegestemd.c) Dit Verdrag belet niet dat een Partij voorzieningen treft buiten het kader van het Verdrag van Parijs en van dit Verdrag, mits deze geen verdere verplichtingen voor de andere Partijen medebrengen ten aanzien van de door deze Partijen ter beschikking te stellen openbare middelen.d) Wanneer alle Partijen bij dit Verdrag andere verdragen op het gebied van aanvullende vergoeding voor kernschade bekrachtigen, aanvaarden, goedkeuren of daartoe toetreden, kan een Partij bij dit Verdrag de ingevolge artikel 3(b)(iii) van dit Verdrag ter beschikking te stellen middelen aanwenden ter vervulling van een verplichting die zij uit hoofde van een dergelijk ander Verdrag zou kunnen hebben om aanvullende vergoeding voor kernschade uit openbare middelen ter beschikking te stellen. P. - Artikel 15 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 15 a) Elke Partij kan met een Staat die geen Partij is bij dit Verdrag een overeenkomst sluiten inzake vergoeding uit openbare middelen van door een kernongeval veroorzaakte schade.Elke Partij die voornemens is een dergelijke overeenkomst te sluiten, stelt de overige Partijen van haar voornemen in kennis. Van gesloten overeenkomsten wordt kennisgeving gedaan aan de Belgische Regering. b) Voor zover de voorwaarden voor de betaling van schadevergoeding volgens een dergelijke overeenkomst niet gunstiger zijn dan die welke voortvloeien uit de door de betrokken Partij getroffen maatregelen voor de toepassing van het Verdrag van Parijs en van dit Verdrag, kan, indien het bepaalde in artikel 8 van toepassing is, het bedrag van de te vergoeden schade, veroorzaakt door een kerngeval waarop dit Verdrag van toepassing is, en waarvoor krachtens een dergelijke overeenkomst schadevergoeding dient te worden betaald in aanmerking worden genomen bij de berekening van het totale schadebedrag ten gevolge van dat ongeval.c) Het bepaalde in de leden (a) en (b) kan in geen geval wijziging brengen in de verplichtingen die krachtens artikel 3(b)(ii) en (iii) rusten op de Partijen die niet toestemmen in een dergelijke overeenkomst. Q. - Artikel 17 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 17 a) Ingeval een geschil ontstaat tussen twee of meer Partijen betreffende de interpretatie of toepassing van dit Verdrag, plegen de partijen bij het geschil overleg met het oog op regeling van het geschil door middel van onderhandeling of met andere vreedzame middelen.b) Wanneer een in lid (a) bedoeld geschil niet is geregeld binnen zes maanden, te rekenen vanaf de datum waarop door een van de partijen bij het geschil het bestaan ervan wordt erkend, komen de Partijen bijeen teneinde de partijen bij het geschil bij te staan bij het treffen van een minnelijke schikking.c) Wanneer binnen drie maanden, te rekenen vanaf de in lid (b) bedoelde bijeenkomst, het geschil niet is beslecht, wordt het geschil op verzoek van een van de partijen daarbij voorgelegd aan het Europese Tribunaal voor kernenergie, ingesteld bij het Verdrag van 20 december 1957 inzake de instelling van een veiligheidscontrole op het gebied van de kernenergie.d) Wanneer een kernongeval aanleiding geeft tot een geschil tussen twee of meer Partijen betreffende de interpretatie of toepassing van het Verdrag van Parijs en van dit Verdrag, is de procedure voor het beslechten van een dergelijk geschil de procedure bedoeld in artikel 17 van het Verdrag van Parijs. R. - Artikel 18 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 18 a) Ten aanzien van één of meer bepalingen van dit Verdrag kan te allen tijde vóór de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van dit Verdrag een voorbehoud worden gemaakt, indien de bepalingen daarvan uitdrukkelijk door alle ondertekenende Regeringen zijn aanvaard of, bij de toetreding dan wel bij de toepassing van de artikelen 21 en 24, indien de bepalingen daarvan van dat voorbehoud uitdrukkelijk door alle ondertekenende en toetredende regeringen zijn aanvaard.b) Een zodanige aanvaarding is niet vereist van een ondertekenende regering die niet zelf dit Verdrag heeft bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd binnen een termijn van twaalf maanden na de dag waarop haar door de Belgische Regering overeenkomstig artikel 25 mededeling is gedaan van een zodanig voorbehoud.c) Elk voorbehoud dat overeenkomstig lid (a) is aanvaard, kan te allen tijde door middel van een aan de Belgische Regering gerichte kennisgeving worden ingetrokken. S. - Artikel 20 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 20 a) De Bijlage bij dit Verdrag maakt een integrerend deel daarvan uit.b) Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Belgische Regering. c) Dit Verdrag treedt in werking drie maanden na de datum van nederlegging van de zesde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.d) Voor iedere ondertekenende regering die dit Verdrag bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt na de nederlegging van de zesde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring zal het van kracht worden drie maanden na de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. T. - Artikel 21 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 21 Wijzigingen van dit Verdrag worden aangenomen met onderling goedvinden van alle Partijen. Zij worden van kracht op de datum waarop alle Partijen deze hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.
U. - Artikel 25 wordt vervangen door de volgende tekst : Artikel 25 De Belgische Regering doet aan alle ondertekenende en toetredende Regeringen mededeling van de ontvangst van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, toetreding of opzegging en van alle kennisgevingen die zij heeft ontvangen. Zij doet hun eveneens mededeling van het tijdstip waarop dit Verdrag in werking treedt, van de tekst van de wijzigingen van dit Verdrag en van het tijdstip waarop deze wijzigingen van kracht worden, van de voorbehouden welke overeenkomstig artikel 18 worden gemaakt, alsmede van eventuele verhoging van de schadevergoedingen die moeten worden verstrekt krachtens artikel 3(a) als gevolg van de toepassing van artikel 12bis.
V. - De Bijlage wordt vervangen door de volgende tekst : Bijlage bij het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964, bij het Protocol van 16 november 1982 en bij het Protocol van 12 februari 2004.
DE REGERINGEN VAN DE PARTIJEN verklaren dat de vergoeding van de kernschade, veroorzaakt door een kernongeval waarop het aanvullende Verdrag niet van toepassing is, uitsluitend omdat de betrokken kerninstallatie, op grond van het gebruik daarvan, niet is opgenomen in de in artikel 13 van het aanvullende Verdrag bedoelde lijst (daaronder begrepen het geval dat die installatie, die niet op de lijst voorkomt, door één of meer doch niet alle Regeringen geacht wordt niet te vallen onder het Verdrag van Parijs) : - plaatsvindt zonder enig onderscheid tussen de onderdanen van de Partijen bij dit aanvullende Verdrag; en - niet wordt beperkt tot minder dan 1500 miljoen euro.
Voorts zullen deze regeringen ernaar streven, de voorschriften inzake schadeloosstelling van de benadeelden bij dergelijke kernongevallen, voor zover zulks nog niet het geval is, zoveel mogelijk aan te passen aan die welke zijn vastgesteld voor kernongevallen welke zich voordoen in verband met de kerninstallaties die onder het aanvullende Verdrag vallen.
II. a) Tussen de Partijen bij dit Protocol maken de bepalingen daarvan een integrerend deel uit van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982 (hierna te noemen het « Verdrag »), dat aangehaald kan worden als het « Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964, bij het Protocol van 16 november 1982 en bij het Protocol van 12 februari 2004 ». b) Dit Protocol dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van dit Protocol worden nedergelegd bij de Belgische Regering. c) De ondertekenende Regeringen van dit Protocol die het Verdrag reeds hebben bekrachtigd of daartoe reeds zijn toegetreden, brengen hun voornemen dit Protocol te bekrachtigen, te aanvaarden of goed te keuren zo spoedig mogelijk tot uitdrukking.De overige ondertekenende Regeringen van dit Protocol verplichten zich ertoe het te bekrachtigen, aanvaarden of goed te keuren op het tijdstip waarop zij het Verdrag bekrachtigen. d) Dit Protocol staat open voor toetreding overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van het Verdrag.Toetredingen tot het Verdrag worden slechts geaccepteerd indien deze gepaard gaan met toetreding tot dit Protocol. e) Dit Protocol treedt in werking overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 van het Verdrag.f) De Belgische Regering stelt alle ondertekenende en toetredende regeringen in kennis van de ontvangst van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding. TEN BLIJKE WAARVAN, de daartoe behoorlijk gemachtigde gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te Parijs, op 12 februari 2004, in de Nederlandse, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse en de Spaanse taal, zijnde de zes teksten gelijkelijk authentiek, in één enkel exemplaar dat zal worden nedergelegd bij de Belgische Regering, die gewaarmerkte afschriften daarvan zal doen toekomen aan alle ondertekenende en toetredende Regeringen.
Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van Kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004.
Staten/ Organisaties
Datum Authentificatie
Datum inwerkingtreding
BELGIE
12/02/2004
01/01/2022
DENEMARKEN
12/02/2004
01/01/2022
DUITSLAND
12/02/2004
01/01/2022
FINLAND
12/02/2004
01/01/2022
FRANKRIJK
12/02/2004
01/01/2022
GRIEKENLAND
12/02/2004
01/01/2022
ITALIE
12/02/2004
01/01/2022
NEDERLAND
12/02/2004
01/01/2022
NOORWEGEN
12/02/2004
01/01/2022
PORTUGAL
12/02/2004
01/01/2022
SLOVENIE
12/02/2004
01/01/2022
SPANJE
12/02/2004
01/01/2022
TURKIJE
12/02/2004
01/01/2022
VERENIGD KONINKRIJK
12/02/2004
01/01/2022
ZWEDEN
12/02/2004
01/01/2022
ZWITSERLAND
12/02/2004
01/01/2022
Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van Kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004
Staten Organisaties
Datum Authentificatie
Datum inwerkingtreding
BELGIE
12/02/2004
01/01/2022
DENEMARKEN
12/02/2004
01/01/2022
DUITSLAND
12/02/2004
01/01/2022
FINLAND
12/02/2004
01/01/2022
FRANKRIJK
12/02/2004
01/01/2022
ITALIE
12/02/2004
01/01/2022
NEDERLAND
12/02/2004
01/01/2022
NOORWEGEN
12/02/2004
01/01/2022
SLOVENIE
12/02/2004
01/01/2022
SPANJE
12/02/2004
01/01/2022
VERENIGD KONINKRIJK
12/02/2004
01/01/2022
ZWEDEN
12/02/2004
01/01/2022
ZWITSERLAND
12/02/2004
01/01/2022