Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 februari 2004
gepubliceerd op 19 maart 2004

Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat en van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « Muntfonds » van het jaar 2000

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003118
pub.
19/03/2004
prom.
10/02/2004
ELI
eli/wet/2004/02/10/2004003118/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2004. - Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat en van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « Muntfonds » van het jaar 2000


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet. TITEL I. - DIENSTEN VAN ALGEMEEN BESTUUR VAN DE STAAT BEGROTINGSJAAR 2000 HOOFDSTUK I Vastleggingen gedaan ter uitvoering van de begroting (Tabel A) § 1. Vaststelling van de vastleggingen

Art. 2.De vastleggingen van uitgaven uitgevoerd ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2000 belopen 29.536.733.868 F De ten laste van de vastleggingsmachtigingen aangerekende vastleggingen van het begrotingsjaar 2000 belopen 987.999.252 F § 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten

Art. 3.De vastleggingskredieten beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor de vastleggingen van het begrotingsjaar 2000 belopen in totaal 41.162.200.000 F Dit bedrag omvat : 1) oorspronkelijke vastleggingskredieten toegestaan bij de begrotingswetten 40.113.000.000 F 2) de aanpassingen van de kredieten : 1.049.200.000 F (netto-resultaat) 41.162.200.000 F

Art. 4.De in totaal voor het begrotingsjaar 2000 verleende vastleggingskredieten worden verminderd met de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare en definitief geannuleerde vastleggingskredieten : 11.625.466.132 F

Art. 5.Ingevolge de bepalingen vervat in de bovengenoemde artikelen 3 en 4 worden de definitieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2000 vastgesteld op 29.536.733.868 F Deze som is gelijk aan de ten laste van de begrotingskredieten van het begrotingsjaar 2000 geboekte vastleggingen. § 3. Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen

Art. 6.De vastleggingsmachtigingen beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 2000 belopen in totaal 988.000.000 F Dit bedrag omvat : 1) oorspronkelijke vastleggingsmachtigingen toegestaan bij de begrotingswetten 750.000.000 F 2) de aanpassingen van de kredieten : 238.000.000 F (netto-resultaat) 988.000.000 F

Art. 7.De in totaal voor het begrotingsjaar 2000 verleende vastleggingsmachtigingen worden verminderd met de beschikbaar gebleven vastleggingsmachtigingen die definitief geannuleerd moeten worden : 748 F

Art. 8.Ingevolge de bepalingen vervat in bovengenoemde artikelen 6 en 7 worden de definitieve vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 2000 vastgesteld op : 987.999.252 F Deze som is gelijk aan de ten laste van de vastleggingsmachtigingen van het begrotingsjaar 2000 geboekte vastleggingen. HOOFDSTUK II Ontvangsten en uitgaven gedaan ter uitvoering van de begroting. § 1. Vaststelling van de ontvangsten (Tabel B)

Art. 9.De op het begrotingsjaar 2000 ten behoeve van de Staat vastgestelde rechten bedragen 3.638.206.279.408 F Dit bedrag is vastgesteld als volgt : - lopende ontvangsten 2.266.433.920.309 F - kapitaalontvangsten 15.707.873.364 F - opbrengst der leningen : 1.356.064.485.735 F

Art. 10.De op hetzelfde begrotingsjaar aangerekende ontvangsten worden vastgesteld op 3.060.731.323.406 F Dit bedrag is vastgesteld als volgt : - lopende ontvangsten 1.701.778.957.244 F - kapitaalontvangsten 2.887.880.427 F - opbrengst der leningen : 1.356.064.485.735 F

Art. 11.De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar bedragen 577.474.956.002 F Deze som wordt onderverdeeld als volgt : a) geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten : - lopende ontvangsten : 4.180.425.195 F - kapitaalontvangsten : 24.000 F Totaal 4.180.449.195 F b) naar het volgende begrotingsjaar overgedragen rechten : - lopende ontvangsten : 560.474.537.870 F - kapitaalontvangsten : 12.819.968.937 F Totaal 573.294.506.807 F § 2. Vaststelling van de uitgaven (Tabel C)

Art. 12.De tijdens het begrotingsjaar 2000 aangerekende verrichtingen worden vastgesteld als volgt : a) Ordonnanceringskredieten - prestaties van de vorige jaren : 1.792.466.049 F - prestaties van het lopend jaar : 40.445.909.350 F 42.238.375.399 F b) niet-gesplitste kredieten - prestaties van de vorige jaren : 36.506.591.879 F - prestaties van het lopend jaar : 2.238.040.576.155 F 2.274.547.168.034 F c) Variabele kredieten - prestaties van de vorige jaren : 707.980.318 F - prestaties van het lopend jaar : 541.427.830.004 F 542.135.810.322 F TOTAAL VAN DE UITGAVEN 2.858.921.353.755 F De ten laste van het begrotingsjaar 2000 uitgevoerde betalingen, verantwoord of geregulariseerd, belopen 2.598.509.819.260 F

Art. 13.(Tabel D) De ten laste van de begroting aangerekende betalingen waarvan bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen, belopen 260.411.534.495 F § 3. Vaststelling van de kredieten

Art. 14.De kredieten geopend ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 2000 belopen in totaal 3.208.372.264.743 F Dit bedrag omvat : 1° een som van kredieten toegestaan bij de begrotingswetten, samengesteld als volgt : a) oorspronkelijke begroting Ordonnanceringskredieten 38.544.600.000 F Niet-gesplitste kredieten 2.328.099.100.000 F Variabele kredieten 543.384.413.708 F b) aanpassing van de kredieten (netto-resultaat) Ordonnanceringskredieten 6.721.300.000 F Niet-gesplitste kredieten 26.587.100.000 F 2° overgedragen gefusioneerde kredieten Variabele kredieten 16.309.086.983 F 3° desaffectatie van bestemde ontvangsten Variabele kredieten - 5.132.929 F Kredieten van het jaar en gelijkgestelde (1°, 2° en 3° te samen) Ordonnanceringskredieten 45.265.900.000 F Niet-gesplitste kredieten 2.354.686.200.000 F Variabele kredieten 559.688.367.762 F 4° overgedragen niet-gefusioneerde kredieten Niet-gesplitste kredieten 248.731.796.981 F Totaal van de kredieten : Ordonnanceringskredieten 45.265.900.000 F Niet-gesplitste kredieten 2.603.417.996.981 F Variabele kredieten 559.688.367.762 F 3.208.372.264.743 F

Art. 15.Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 2000 verleende kredieten wordt verminderd met : 1° naar het jaar 2001 over te dragen, kredieten, samengesteld als volgt : * te fusioneren kredieten Variabele kredieten 17.552.557.440 F * niet te fusioneren kredieten Niet-gesplitste kredieten 133.024.099.761 F Totaal : 150.576.657.201 F 2° de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare kredieten die te annuleren zijn : Ordonnanceringskredieten 3.027.524.601 F Niet-gesplitste kredieten 195.935.657.135 F De overdrachten en annulaties van kredieten bedragen : Ordonnanceringskredieten 3.027.524.601 F Niet-gesplitste kredieten 328.959.756.896 F Variabele kredieten 17.552.557.440 F Totaal : 349.539.838.937 F

Art. 16.(Tabel E) Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2000 gedaan boven of buiten de kredieten uitgetrokken voor de dienst van de begrotingen, worden aanvullende kredieten toegekend als volgt : Niet-gesplitste kredieten 88.927.949 F

Art. 17.Ten gevolge van de bepalingen vervat in de artikelen 14, 15 en 16 worden de definitieve kredieten van het begrotingsjaar 2000 vastgesteld als volgt : Ordonnanceringskredieten 42.238.375.399 F Niet-gesplitste kredieten 2.274.547.168.034 F Variabele kredieten 542.135.810.322 F Totaal 2.858.921.353.755 F § 4. Vaststelling van het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2000 (Tabel F)

Art. 18.Het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2000 wordt definitief vastgesteld als volgt : Totaal van de ontvangsten 3.060.731.323.406 F Totaal van de uitgaven 2.858.921.353.755 F Ontvangstenexcedent voor het jaar 2000 201.809.969.651 F Dit bedrag komt in mindering van het gecumuleerd tekort dat bestond bij het afsluiten van het begrotingsjaar 1999 : 2.087.426.099.527 F 1.885.616.129.876 F Dit laatste bedrag zal naar de rekening van het begrotingsjaar 2001 worden overgedragen. HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen en van de begrotingen van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer (Tabel G) § 1. Terugbetalings- en toewijzingsfondsen

Art. 19.De eindregeling van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen wordt voor het jaar 2000 vastgesteld als volgt : 1. Ontvangsten 1.673.042.896.512 F 2. Uitgaven 1.672.170.456.253 F De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 4.486.558.321 F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen. 3. Ontvangstenexcedent : 872.440.259 F Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde : 574.129.030 F Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde : 1.446.569.289 F wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2001. § 2. Staatsdiensten met afzonderlijk beheer

Art. 20.De eindregeling van de begrotingen van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer wordt voor het jaar 2000 vastgesteld als volgt (zonder de verrichtingen van het Muntfonds) : 1. Ontvangsten 3.868.999.283 F 2. Uitgaven 3.761.720.535 F De verantwoording of regularisatie van een gedeelte van die uitgaven, groot 3.241.455.880 F wordt, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963 naar een volgend jaar verwezen. 3. Ontvangstenexcedent : 107.278.748 F Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde : 2.517.229.359 F Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde : 2.624.508.107 F wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2001. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling

Art. 21.Er wordt afgezien van de invordering van de schuld van de RMT ten opzichte van de CDVU betreffende niet verrichte terugbetalingen van voorschotten voor de betaling van wedden van personeelsleden van de Regie, ten belope van 183.708.441 BEF. De comptabiliteit wordt in overeenstemming gebracht met deze bepaling TITEL II. - VERRICHTINGEN GEDAAN TER UITVOERING VAN DE BEGROTING VAN DE STAATSDIENST MET AFZONDERLIJK BEHEER « MUNTFONDS »

Art. 22.Het Muntfonds (opgericht bij artikel 3 van de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds) Dienst belast met de financiering en met het waarborgen van de deelmunten en met de financiering van de Koninklijke Munt van België door middel van voorschotten en leningen.

De eindregeling van de begroting van het « Muntfonds » is voor het begrotingsjaar 2000 vastgesteld als volgt : a) de ontvangsten : De ontvangsten die geboekt worden in de rekening opgesteld onder het gezag van de Minister van Financiën en die bepaald zijn bij artikel 4-01-1 van de wet van 10 juli 2000 houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 bedragen 7.891.443.045 F zoals blijkt uit bijgevoegde tabel H b) de uitgaven : De uitgaven die in deze rekening opgenomen werden, binnen de perken van de betalingskredieten 1.toegekend bij artikel 4-01-1 van de wet van 5 juli 2000 8.639.576.000 F 2. toe te kennen voor de uitgaven die de kredieten overschrijden 478.950.987 F samen 9.118.526.987 F De betalingskredieten die de uitgaven overtreffen, zegge 649.722.843 F worden geannuleerd. c) Uitslag van de begroting : De eindcijfers van de begroting voor het jaar 2000 worden vastgesteld als volgt : - ontvangsten : 7.985.417.542 F - uitgaven : 8.468.804.144 F uitgavenexcedent op 31 december 2000 : 483.386.602 F dat, gevoegd bij het excedent van de ontvangsten op de uitgaven, vastgesteld bij het afsluiten van het vorige beheersjaar 4.735.533.841 F, brengt het ontvangstenexcedent op 31 december 2000 op 4.252.147.239 F Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2003-2004 Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken : 51-0387/1 : Wetsontwerp 51-0387/2 : Commissieverslag 51-0387/3 : Tekst aangenomen in de plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd Integraal verslag : 8 januari 2004. TABELLEN Tabel A :Vastleggingen Tabel B : Ontvangsten Tabel C : Uitgaven Tabel D : Uitgaven waarvan de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen Tabel E : Uitgaven die de begrotingskredieten overschrijden of waarvoor geen enkel krediet goedgekeurd werd Tabel F : Rekening van de begroting 2000 - samenvatting Tabel G : Terugbetalings- en toewijzingsfondsen en Staatsdiensten met afzonderlijk beheer Tabel H : Staatsdienst met afzonderlijk beheer : Muntfonds Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^