gepubliceerd op 09 februari 2000
Wet betreffende grensoverschrijdende geldoverschrijvingen
9 JANUARI 2000. - Wet betreffende grensoverschrijdende geldoverschrijvingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Zij zet de bepalingen om van de richtlijn 97/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende de grensoverschrijdende overschrijvingen.
Toepassingsgebied
Art. 2.Deze wet is van toepassing op de in de valuta's van de Lidstaten van de Europese Economische Ruimte en de in euro verrichte grensoverschrijdende overschrijvingen tot een waarde van 50 000 euro per overschrijving waartoe opdracht wordt gegeven door andere dan in artikel 3, onder a), b) en c), bedoelde personen en die worden uitgevoerd door kredietinstellingen en andere instellingen.
Definities
Art. 3.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : a) kredietinstelling : de instelling bedoeld bij artikel 1, tweede lid, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut en het toezicht op de kredietinstellingen;b) andere instelling : elke natuurlijke of rechtspersoon die geen kredietinstelling is en die in het kader van zijn werkzaamheden grensoverschrijdende overschrijvingen uitvoert;c) financiële instelling : een instelling zoals omschreven in artikel 4, lid 1, van de verordening (EG) nr.3604/93 van de Raad van 13 december 1993 tot vaststelling van de definities voor de toepassing van het in artikel 104 A van het Verdrag vastgelegde verbod op bevoorrechte toegang; d) instelling : een kredietinstelling of een andere instelling;voor de toepassing van de artikelen 7, 8 en 9 van deze wet worden de in de verschillende Lidstaten van de Europese Economische Ruimte gevestigde bijkantoren van een zelfde kredietinstelling die bij de uitvoering van een grensoverschrijdende overschrijving betrokken zijn, als afzonderlijke instellingen beschouwd; e) bemiddelende instelling : een andere instelling dan de instelling van de opdrachtgever of van de begrunstigde, die bij de uitvoering van een grensoverschrijdende overschrijving betrokken zijn;f) grensoverschrijdende overschrijving : een verrichting op initiatief van een opdrachtgever, hetzij door een storting in speciën, hetzij door het debiteren van een rekening waarover hij kan beschikken, via een instelling of een bijkantoor van een instelling in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, teneinde in een instelling of een bijkantoor van een instelling in een andere Lidstaat een geldbedrag aan een begunstigde ter beschikking te stellen, de opdrachtgever en de begunstigde kunnen één en dezelfde persoon zijn;g) opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving : een in ongeacht welke vorm rechtstreeks door een opdrachtgever aan een instelling gegeven onvoorwaardelijke instructie om een grensoverschrijdende overschrijving uit te voeren;h) opdrachtgever : een natuurlijke of rechtspersoon die opdracht geeft tot het uitvoeren van een grensoverschrijdende overschrijving aan een begunstigde;i) begunstigde : de uiteindelijke ontvanger van een grensoverschrijdende overschrijving, aan wie de overeenstemmende gelden ter beschikking worden gesteld op een rekening waarover hij kan beschikken;j) cliënt : naar gelang van het geval de opdrachtgever of de begunstigde;k) referentierentevoet : een rentevoet die een schadevergoeding belichaamt en die overeenstemt met de wettelijke interestvoet;l) datum van aanvaarding : datum van vervulling van alle voorwaarden die door een instelling zijn gesteld voor de uitvoering van een opdracht tot grensoverschrijfende overschrijving en die betrekking hebben op het bestaan van toereikende financiële dekking en op de informatie die voor de uitvoering van die overdracht nodig is;m) bankwerkdag : elke werkdag waarop alle bij een grensoverschrijdende overschrijving betrokken instellingen gelijktijdig hun gebruikelijke werkzaamheden uitvoeren. Informatie vooraf over de voorwaarden voor grensoverschrijdende overschrijvingen
Art. 4.§ 1. De instellingen verstrekken aan hun cliënten en kandidaat-cliënten, in voorkomend geval mede langs elektronische weg, in een bevattelijke vorm schriftelijke informatie over de voorwaarden voor grensoverschrijdende overschrijvingen. Die informatie dient tenminste te behelzen : - opgave van de termijn die nodig is om, ter uitvoering van een aan de instelling gegeven opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving, de rekening van de instelling van de begunstigde met het geld te crediteren. Het tijdstip waarop die termijn aanvangt, moet duidelijk worden vermeld; - opgave van de termijn die bij de ontvangst van een grensoverschrijdende overschrijving nodig is om de rekening van de begunstigde te crediteren met het geld waarmee de rekening van de instelling gecrediteerd is; - de berekeningswijze van alle door de cliënt aan de instelling te betalen commissielonen en kosten, in voorkomend geval met inbegrip van de tarieven; - de valutadatum die eventueel door de instelling wordt toegepast; - opgave van de klachten- en beroepsprocedures die voor de cliënt openstaan, en van de wijze waarop hij daartoe toegang heeft; - opgave van de gebruikte referentiewisselkoersen. § 2. De informatie bedoeld in de voorgaande paragraaf maakt deel uit van het tarief van de instellingen, zoals bedoeld bij artikel 2, § 2 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument.
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van deze paragraaf overeenkomstig artikel 6 van de voornoemde wet van 14 juli 1991.
Informatie na een grensoverschrijdende overschrijving
Art. 5.§ 1. De instellingen verstrekken na het uitvoeren of ontvangen van een grensoverschrijdende overschrijving hun cliënten, in voorkomend geval mede langs elektronische weg, duidelijke schriftelijke informatie in een bevattelijke vorm. Deze informatie behelst ten minste : - een referentie aan de hand waarvan de cliënt kan vaststellen om welke grensoverschrijdende overschrijving het gaat; - het oorspronkelijk bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving; - het bedrag van alle door de cliënt verschuldigde commissielonen en kosten; - de valutadatum die eventueel door de instelling wordt toegepast.
Indien de opdrachtgever bepaald heeft dat de kosten betreffende de grensoverschrijdende overschrijving geheel of gedeeltelijk de begunstigde moeten worden aangerekend, moet deze door zijn eigen instelling daarvan in kennis worden gesteld.
Bij omrekening deelt de instelling die de omrekening verricht haar cliënt de daarbij toegepaste wisselkoers mee. § 2. Wanneer de cliënt geen consument is in de zin van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument kunnen de instellingen met deze cliënten overeenkomen dat de informatie bedoeld bij de voorgaande paragraaf hun zal worden meegedeeld in een samengevatte vorm en volgens een overeengekomen periodiciteit.
Specifieke verbintenissen van de instelling
Art. 6.Een instelling moet zich, op verzoek van een opdrachtgever, met betrekking tot een grensoverschrijdende overschrijving waarvan de bijzonderheden nauwkeurig omschreven zijn, verbinden ten aanzien van een termijn voor de uitvoering van die overschrijving en de daarmee verband houdende commissielonen en kosten, uitgezonderd die welke verband houden met de toe te passen wisselkoers, tenzij ze noch met de opdrachtgever, noch met de begunstigde een zakelijke relatie wil aangaan.
Verplichtingen aangaande de termijnen
Art. 7.§ 1. De instelling van de opdrachtgever moet de grensoverschrijdende overschrijving uitvoeren binnen de termijn die met de opdrachtgever is overeengekomen.
Indien de overeengekomen termijn niet wordt nagekomen of, wanneer geen termijn is overeengekomen, indien de rekening van de instelling van de begunstigde aan het einde van de vijfde bankwerkdag volgend op de datum van aanvaarding van de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving niet met het geld is gecrediteerd, wordt de opdrachtgever door zijn instelling vergoed.
De vergoeding behelst de uitkering van een rente die berekend wordt door de toepassing van de referentierentevoet op het bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving over de periode tussen : - het einde van de overeengekomen termijn of, wanneer geen termijn is overeengekomen, het einde van de vijfde bankwerkdag volgend op de datum van aanvaarding van de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving, en - de datum waarop de instelling van de begunstigde met het geld wordt gecrediteerd.
Indien de niet-uitvoering van de grensoverschrijdende overschrijving binnen de overeengekomen termijn of wanneer geen termijn is overeengekomen voor het einde van de vijfde bankwerkdag, volgend op de datum van aanvaarding van de grensoverschrijdende overschrijving, te wijten is aan een bemiddelende instelling, is de bemiddelende instelling evenzo verplicht de instelling van de opdrachtgever te vergoeden. § 2. De instelling van de begunstigde dient het uit de grensoverschrijdende overschrijving resulterende geld aan de begunstigde ter beschikking te stellen binnen de met deze overeengekomen termijn.
Indien de overeengekomen termijn niet wordt nagekomen of, wanneer geen termijn is overeengekomen, indien aan het einde van de werkdag, volgend op de bankwerkdag waarop de rekening van de instelling van de begunstigde met het geld is gecrediteerd, de rekening van de begunstigde niet met het geld is gecrediteerd, dient de instelling van de begunstigde deze te vergoeden.
De vergoeding behelst de uitkering van rente die berekend wordt door toepassing van de referentierentevoet op het bedrag van grensoverschrijdende overschrijving over de periode tussen : - het einde van de overeengekomen termijn of, wanneer geen termijn is overeengekomen, het einde van de bankwerkdag volgend op de dag warop de rekening van de instelling van de begunstigde met het geld is gecrediteerd, en - de datum waarop de rekening van de begunstigde met het geld is gecrediteerd. § 3. Indien de instelling van de opdrachtgever, respectievelijk de instelling van de begunstigde, kan aantonen dat de vertraging aan de opdrachtgever, respectievelijk de begunstigde te wijten is, is geen vergoeding verschuldigd uit hoofde van de paragrafen 1 en 2. § 4. De paragrafen 1, 2 en 3 laten de overige rechten van de cliënten en van de bij de uitvoering van de grensoverschrijdende overschrijving betrokken instellingen onverlet.
Verplichting tot uitvoering van de grensoverschrijdende overschrijving overeenkomstig de instructies
Art. 8.§ 1. De instelling van de opdrachtgever, elke bemiddelende instelling en de instelling van de begunstigde zijn verplicht, na de datum van aanvaarding van de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving, de grensoverschrijdende overschrijving voor het volledige bedrag daarvan uit te voeren, tenzij de opdrachtgever uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat de kosten van de grensoverschrijdende overschrijving geheel of gedeeltelijk de begunstigde moet worden aangerekend.
Het voorgaande lid belet de instelling van de begunstigde niet hem de kosten in verband met het beheer van zijn rekening aan te rekenen, overeenkomstig de geldende regels en gebruiken. Die aanrekening kan evenwel door de instelling niet worden aangevoerd als reden om de haar door het voorgaande lid opgelegde verplichtingen niet na te komen. § 2. Onverminderd enige andere vordering is de instelling van de opdrachtgever, indien zij of een bemiddelende insstelling, in strijd met § 1, een bedrag in mindering heeft gebracht op het bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving, verplicht om, op verzoek van de opdrachtgever, het afgetrokken bedrag zonder einge inhouding en op eigen kosten aan de begunstigde over te maken, tenzij de opdrachtgever verlangt dat hij voor dat bedrag wordt gecrediteerd.
Elke bemiddelende instelling die in strijd met § 1 een bedrag in mindering brengt, is verplicht het afgetrokken bedrag zonder enige inhouding en op eigen kosten aan de instelling van de opdrachtgever, dan wel, indien de instelling van de opdrachtgever daarom vraagt, aan de begunstigde over te maken. § 3. Indien de niet-nakoming van de verplichting de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving overeenkomstig de instructies van de opdrachtgever uit te voeren, te wijten is aan de instelling van de begunstigde, is deze instelling, onverminderd enige andere vordering, verplicht elk ten onrechte afgetrokken bedrag op eigen kosten aan de begunstigde terug te betalen.
Terugbetalingsverplichting van de instellingen bij niet-afwikkeling van overschrijvingen
Art. 9.§ 1. Indien, na aanvaarding van een opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving door de instelling van de opdrachtgever, de rekening van de begunstigde niet met het daarmee overeenkomende geld wordt gecrediteerd, is de instelling van de opdrachtgever, onverminderd enige andere vordering, verplicht de opdrachtgever ten beloop van maximaal 12 500 euro te crediteren voor het bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving, vermeerderd met : - rente die berekend wordt door toepassing van de referentierentevoet op het bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving over de periode tussen de datum van de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving en de crediteringsdatum, en - het bedrag van de met de grensoverschrijdende overschrijving verband houdende kosten die door de opdrachtgever zijn betaald.
Deze bedragen worden ter beschikking van de opdrachtgever gesteld binnen een termijn van veertien bankwerkdagen na de datum waarop de opdrachtgever zijn verzoek heeft ingediend, tenzij de rekening van de instelling van de begunstigde inmiddels met het met de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving overeenkomende geld is gecrediteerd.
Dit verzoek tot schadevergoeding mag niet worden ingediend voor het verstrijken van de tussen de opdrachtgever en diens instelling voor de uitvoering van de grensoverschrijdende overschrijving overeengekomen termijn of, wanneer geen termijn is overeengekomen, het verstrijken van de in artikel 7, § 1, tweede lid, bedoelde termijn.
Elke bemiddelende instelling die een opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving heeft aanvaard, is evenzo verplicht het bedrag van die overschrijving, inclusief de daaraan verbonden kosten en rente, op eigen kosten terug te betalen aan de instelling die haar opdracht tot die overschrijving heeft gegeven. Indien de grensoverschrijdende overschrijving niet is afgewikkeld ingevolge foutieve of onvolledige instructies van laatstgenoemde instelling, moet de bemiddelende instelling al het mogelijke doen om het bedrag van de grensoverschrijdende overschijving terug te betalen. § 2. Indien de grensoverschrijdende overschrijving niet is afgewikkeld ingevolge de niet-uitvoering van de grensoverschrijdende overschrijving door een bemiddelende instelling die gekozen is door de instelling van de begunstigde, is deze laatste instelling, in afwijking van § 1, verplicht het geld tot een bedrag van 12 500 euro ter beschikking van de begunstigde te stellen. § 3. Indien de grensoverschrijdende overschrijving niet is afgewikkeld ingevolge foutieve of onvolledige instructies van de opdrachtgever aan zijn instelling, of ingevolge niet-uitvoering van de grensoverschrijdende overschrijving door een bemiddelende instelling die uitdrukkelijk door de opdrachtgever is gekozen, doen de instelling van de opdrachtgever en de andere bij de transactie betrokken instellingen, in afwijking van § 1 al het mogelijke om het bedrag van de overschrijving terug te betalen.
Wanneer het bedrag door de instelling van de opdrachtgever is terugverkregen, is deze instelling verplicht de opdrachtgever voor dat bedrag te crediteren. In dit geval zijn de instelingen, met inbegrip van de instelling van de opdrachtgever, niet verplicht de ontstane kosten en rente terug te betalen en kunnen zij de aan de terugverkrijging verbonden kosten in mindering brengen, mits deze worden gespecificeerd.
Overmacht
Art. 10.Onverminderd de bepalingen van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, zijn de instellingen die bij de uitvoering van een grensoverschrijdende overschrijving zijn betrokken, vrijgesteld van de bij deze wet opgelegde verplichtingen, indien zij redenen van overmacht (abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden) kunnen aanvoeren die met betrekking tot de bepalingen van deze wet relevant zijn.
Regeling van de geschillen
Art. 11.Ten einde de eventuele geschillen te regelen tussen een opdrachtgever en zijn instelling of tussen een begunstigde en zijn instelling, stellen de instellingen een aangepaste klachtenprocedure in, waarin wordt voorzien door een zelfstandig organisme waarvan de beslissingen kunnen worden aanvaard door de instellingen.
De naam en het adres van de organismen bedoeld bij het voorgaande lid maken deel uit van de informatie die moet hernomen worden in het tarief bedoeld bij artikel 4, § 2.
Aanpassing van de bepalingen van de wet aan internationale akkoorden of verdragen
Art. 12.§ 1. De Koning kan, bij een in de Ministerraad overlegd besluit, de bepalingen van deze wet aanpassen aan de verplichtingen die voor België voortvloeien uit internationale akkoorden of verdragen voor zover het gaat om aangelegenheden die niet krachtens de Grondwet aan de wetgever zijn voorbehouden. § 2. De ontwerpen van koninklijke besluiten waarvan sprake in § 1 worden aan de afdeling wetgeving van de Raad van State ter advies voorgelegd.
Het advies van de Raad van State wordt samen met het verslag aan de Koning en het betrokken koninklijk besluit openbaar gemaakt. § 3. De met toepassing van § 1 genomen koninklijke besluiten houden op uitwerking te hebben indien niet bij wet bevestigd binnen het jaar na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Inwerkingtreding
Art. 13.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Zij vindt geen toepassing op de grensoverschrijdende overschrijvingen waarvan de datum van aanvaarding van de opdracht de inwerkingtreding van deze wet voorafgaat.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, R. DEMOTTE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stuken. - Wetsontwerp, nr. 182/1. Erratum, nr. 182/2.
Amendementen, nr. 182/3. Verslag, nr. 182/4. Tekst aangenomen door de Commissie, nrs. 182/5 en 182/6.
Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers.- Bespreking en aanneming. Vergadering van 25 november 1999.
Senaat : Parlementaire stukken.- Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1-203/1. Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 1-203/2.