Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 29 juli 2019

Oproep tot kandidaten voor het ambt van federaal ombudsman/-vrouw Gelet op het verstrijken van het mandaat van de federale ombudsmannen gaat de Kamer van volksvertegenwoordigers, met toepassing van artikel 3, eerste lid, van de wet van 22 maart Taakomschrijving De ombudsmannen hebben tot taak : 1. klachten te onderzoeken over de werking(...)

bron
wetgevende kamers, kamer van volksvertegenwoordigers
numac
2019041699
pub.
29/07/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

WETGEVENDE KAMERS, KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS


Oproep tot kandidaten voor het ambt van federaal ombudsman/-vrouw Gelet op het verstrijken van het mandaat van de federale ombudsmannen gaat de Kamer van volksvertegenwoordigers, met toepassing van artikel 3, eerste lid, van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen, over tot de benoeming van een Nederlandstalige ombudsman/-vrouw en van een Franstalige ombudsman/ -vrouw.

Taakomschrijving De ombudsmannen hebben tot taak : 1. klachten te onderzoeken over de werking van de federale administratieve overheden;2. op verzoek van de Kamer onderzoek in te stellen naar de werking van de federale administratieve diensten die ze aanwijst;3. op basis van de bevindingen gedaan bij de voorgaande taken, aanbevelingen te doen en verslag uit te brengen overeenkomstig de artikelen 14, derde lid, en 15, eerste lid, van de wet van 22 maart 1995;4. meldingen te onderzoeken van veronderstelde integriteitsschendingen overeenkomstig de wet van 15 september 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/09/2013 pub. 04/10/2013 numac 2013002044 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden sluiten betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschendig in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden De ombudsmannen oefenen hun taken uit ten aanzien van de federale administratieve overheden als bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, met uitzondering van de administratieve overheden die door een bijzondere wettelijke bepaling met een eigen ombudsman zijn begiftigd. Statuut De ombudsmannen worden benoemd door de Kamer voor een mandaat van zes jaar. Het mandaat van ombudsman mag voor eenzelfde kandidaat slechts éénmaal worden hernieuwd. Indien het mandaat van ombudsman niet hernieuwd wordt, blijft de ombudsman zijn functie uitoefenen tot er een opvolger is benoemd.

Eenzelfde persoon mag dus niet meer dan twee, al dan niet opeenvolgende, mandaten van ombudsman uitoefenen.

De ombudsmannen genieten hetzelfde statuut als de raadsheren van het Rekenhof. De wedderegeling van de raadsheren van het Rekenhof, vervat in de wet van 21 maart 1964 betreffende de wedden van de leden van het Rekenhof, is van toepassing op de ombudsmannen.

De Kamer van volksvertegenwoordigers kan een einde maken aan het ambt van de ombudsmannen : 1. op hun verzoek;2. wanneer zij de leeftijd van 65 jaar bereiken;3. wanneer hun gezondheidstoestand de uitoefening van het ambt ernstig in gevaar brengt. De Kamer van volksvertegenwoordigers kan de ombudsmannen afzetten : 1. wanneer zij een van de ambten, functies of mandaten vermeld in artikel 5, eerste en derde lid, van de wet van 22 maart 1995 uitoefenen (zie verder);2. om ernstige redenen. Binnen de grenzen van hun bevoegdheden ontvangen de ombudsmannen van geen enkele overheid instructies.

Zij kunnen niet van hun ambt worden ontheven wegens daden die zij stellen in het raam van hun ambtsvervulling.

Benoemingsvoorwaarden Om tot ombudsman te worden benoemd, moet men : 1. Belg zijn;2. van onberispelijk gedrag zijn en de burgerlijke en politieke rechten genieten;3. houder zijn van een diploma dat bij de rijksbesturen toegang geeft tot een ambt van niveau 1;4. het bewijs leveren van een voldoende kennis van de andere landstalen, volgens de nadere regels bepaald door de Kamer van volksvertegenwoordigers (zie verder bij Procedure);5. ten minste vijf jaar nuttige beroepsactiviteit hebben, hetzij op juridisch, administratief of sociaal gebied, hetzij op een ander gebied dat dienstig is voor de uitoefening van het ambt. Onverenigbaarheden Tijdens de duur van hun mandaat kunnen de ombudsmannen geen van de volgende ambten, functies of mandaten uitoefenen : 1. het ambt van magistraat, notaris of gerechtsdeurwaarder;2. het beroep van advocaat;3. de functie van bedienaar van een erkende eredienst of een betrekking als afgevaardigde van een door de wet erkende organisatie die morele diensten verleent op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing;4. een bij verkiezing verleend openbaar mandaat;5. een bezoldigde betrekking in de openbare diensten bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet van 22 maart 1995. De ombudsmannen mogen geen openbaar ambt of enige andere functie vervullen waardoor de waardigheid of uitoefening van hun ambt in het gedrang kan komen.

Met een bij verkiezing verleend openbaar mandaat worden gelijkgesteld: het ambt van buiten de gemeenteraad benoemde burgemeester, een mandaat van bestuurder in een instelling van openbaar nut en een ambt van regeringscommissaris, met inbegrip van het ambt van gouverneur, adjunct-gouverneur of vice-gouverneur.

De houder van een bij verkiezing verleend openbaar mandaat die zijn benoeming tot ombudsman aanvaardt, wordt van rechtswege ontheven van zijn door verkiezing verkregen mandaat.

De artikelen 1, 6, 10, 11 en 12 van de wet van 18 september 1986 tot instelling van een politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten zijn, in voorkomend geval, van overeenkomstige toepassing op de ombudsmannen.

Procedure De Kamer benoemt - na een hoorzitting met de kandidaten in de commissie voor de Verzoekschriften, en verslag daarvan aan de Conferentie van voorzitters - een Nederlandstalige ombudsman/ -vrouw en een Franstalige ombudsman/-vrouw.

Wat het niveau van de taalkennis van de andere landstalen betreft, heeft de plenaire vergadering van 18 juli 2019 beslist een attest van Selor art. 12 te vereisen voor de kennis van het Nederlands en het Frans. Voor de kennis van het Duits wordt het niveau van taalkennis vastgesteld op C1 voor lezen en B2 voor spreken.

Behoudens de voorlegging van een taalattest of document dat het gevraagde kennisniveau aantoont, dienen de kandidaten bij Selor een taaltest artikel 12 af te leggen voor het Nederlands en het Frans en een taaltest Duits C1 voor lezen en B2 voor spreken.

De data waarop deze testen kunnen worden afgelegd, zullen aan de kandidaten worden meegedeeld.

Kandidaturen De kandidaturen dienen uiterlijk 15 september 2019 te worden ingediend bij ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers, Paleis der Natie, 1008 Brussel.

Bij de kandidaturen bij ter post aangetekende brief moeten volgende stukken worden gevoegd : - een curriculum vitae; - een kopie van het vereiste diploma; - een uittreksel uit het strafregister uitgereikt na de bekendmaking van deze oproep; - attesten in verband met de vereiste beroepservaring of, bij ontstentenis, een verklaring op eer waarmee de kandidaat zich ertoe verbindt de vereiste attesten in te dienen binnen de termijn die hem zal worden opgelegd. Deze documenten moeten de periode van tewerkstelling vermelden, alsook de aard van de uitgeoefende functie(s), met precisering van de bijhorende taken en verantwoordelijkheden; - in voorkomend geval, het bewijs van de kennis van de andere landstalen.

Verdere inlichtingen kunnen worden bekomen bij het Secretariaat-generaal van de Kamer van volksvertegenwoordigers, tel.: 02/549.84.21, e-mail: secretariaat.generaal@dekamer.be.

De persoonsgegevens van de kandidaten worden verwerkt overeenkomstig de privacyverklaring vermeld op de website van de Kamer.

Zie : www.lachambre.be/kvvcr/pdf_sections/declconf/Nominations.pdf

^