gepubliceerd op 06 juli 2001
SENAAT Tweede oproep tot de kandidaten voor een mandaat van lid van de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking De Senaat zal, overeenkomstig artikel 1, § 2, derde lid, van Samenstelling van de Nationale Evaluatiecommissie. - Benoemingscriteria : De commissie bestaat (...)
WETGEVENDE KAMERS - SENAAT
SENAAT Tweede oproep tot de kandidaten voor een mandaat van lid van de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking De Senaat zal, overeenkomstig artikel 1, § 2, derde lid, van de wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking, tot wijziging van de artikelen 348, 350, 351 en 352 van het Strafwetboek en tot opheffing van artikel 353 van hetzelfde Wetboek, overgaan tot de voordracht van leden van de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking (hierna « Nationale Evaluatiecommissie » genoemd).
Samenstelling van de Nationale Evaluatiecommissie. - Benoemingscriteria : De commissie bestaat uit zestien leden van wie negen vrouwen en zeven mannen.
Zij worden aangewezen op grond van hun kennis en ervaring inzake de materies die tot de bevoegdheid van de Commissie behoren.
Acht leden zijn geneesheer van wie minstens vier hoogleraar in de geneeskunde aan een Belgische universiteit zijn.
Vier leden zijn hoogleraar in de rechten aan een Belgische universiteit of advocaat.
Vier leden komen uit kringen die belast zijn met de opvang en de begeleiding van vrouwen in een noodsituatie.
Onverenigbaarheden : Het lidmaatschap van de Commissie is onverenigbaar met het mandaat van lid van één van de Wetgevende vergaderingen en met het mandaat van lid van de Regering of van een Executieve.
Bevoegdheden en taken van de Nationale Evaluatiecommissie : De bevoegdheden en taken van de Nationale Evaluatiecommissie staan beschreven in de artikelen 1, § 3, en volgende van voornoemde wet van 13 augustus 1990.
Benoeming : De leden van de commissie worden, met inachtneming van de taalpariteit en op grond van een pluralistische vertegenwoordiging bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit benoemd uit een dubbele lijst, voorgedragen door de Senaat, en voor een termijn van vier jaar die kan worden verlengd.
De kandidaten die niet als effectieve leden zijn aangewezen worden tot plaatsvervangende leden benoemd.
Kandidaatstellingen : De kandidaatstellingen dienen vergezeld te zijn van alle documenten ter staving van de beroepservaring die vereist is voor de opdrachten zoals die bepaald zijn in de artikelen 1, § 3, en volgende van voornoemde wet van 13 augustus 1990.
Zij dienen uiterlijk op 15 augustus 2001 bij een ter post aangetekende brief te worden gericht aan de Voorzitter van de Senaat, Paleis der Natie, Natieplein 1, 1009 Brussel.
Bijkomende inlichtingen kunnen worden bekomen bij de heer P. Vercammen (02/501 78 52), Diensten van de Senaat.