gepubliceerd op 12 oktober 2000
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde : 1, vanaf 1 januari 2001; - griffier bij de arbeidsrechtbank te Brussel : 1, vanaf 2 mei 2001 ; - adjunct-griffier : - bij(...) - Mechelen : 1; - Brugge : 1; - Luik : 1; - Bergen : 1; - bij de politierecht(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde : 1, vanaf 1 januari 2001; - griffier bij de arbeidsrechtbank te Brussel : 1, vanaf 2 mei 2001 (*); - adjunct-griffier : - bij de arbeidsrechtbank te : - Mechelen : 1; - Brugge : 1; - Luik : 1; - Bergen : 1; - bij de politierechtbank te Tongeren : 1, vanaf 1 mei 2001; - bij het vredegerecht van het kanton : - Zelzate : 1; - Virton en Florenville : 1; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk : 1; - arbeider bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge : 2 (**).
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de « Minister van Justitie, Directoraat-Generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel », worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. (**) De geslaagden voor een wervingsexamen voor de graad van hulparbeider behouden hun aanspraken op benoeming in de graad van arbeider (artikel 24 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996).