Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 07 september 2000

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij de rechtbank van koophandel te Brussel : 1 ; - griffier hij het vredegerecht van het kanton Mol : 1; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de recht(...) - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg(...)

bron
ministerie van justitie
numac
2000009801
pub.
07/09/2000
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN JUSTITIE


Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij de rechtbank van koophandel te Brussel : 1 (*); - griffier hij het vredegerecht van het kanton Mol : 1; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde : 1; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1; - opsteller bij het parket van het hof van beroep te Gent : 1; - beambte bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Bergen : 2.

De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).

De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.

De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

^