Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 14 oktober 1999

Tweede oproep tot de kandidaten voor een mandaat van lid niet-magistraat van de Hoge Raad voor de Justitie blijven geldig.) De Senaat (...) Er moeten tweeëntwintig leden verkozen worden, waarvan elf Nederlandstaligen en elf Franstaligen.

bron
wetgevende kamers - senaat
numac
1999019847
pub.
14/10/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

WETGEVENDE KAMERS - SENAAT


Tweede oproep tot de kandidaten voor een mandaat van lid niet-magistraat van de Hoge Raad voor de Justitie (De kandidaturen ingediend naar aanleiding van de eerste oproep (Belgisch Staatsblad van 25 juni 1999) blijven geldig.) De Senaat zal, overeenkomstig artikel 151 van de Grondwet en de artikelen 259bis-1 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek overgaan tot de benoeming van de leden niet-magistraten van de Hoge Raad voor de Justitie (hierna : « Hoge Raad »).

Er moeten tweeëntwintig leden verkozen worden, waarvan elf Nederlandstaligen en elf Franstaligen.

Samenstelling van de Hoge Raad De Hoge Raad telt vierenveertig leden. Hij bestaat uit een Nederlandstalig en een Franstalig collega van elk tweeëntwintig leden.

Elk college telt elf magistraten en elf niet-magistraten. Ten minste één lid van het Franstalig college moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits.

De groep niet-magistraten telt per college ten minste vier leden van elk geslacht en bestaat uit ten minste : 1° vier advocaten;2° drie hoogleraren aan een universiteit of een hogeschool in de Vlaamse of Franse Gemeenschap;3° vier leden die houder zijn van ten minste een diploma van een hogeschool van de Vlaamse of Franse Gemeenschap. Voor de leden van de Hoge Raad wordt voor de duur van het mandaat een lijst met opvolgers opgesteld. Voor de niet-magistraten wordt deze lijst opgesteld door de Senaat; hij bestaat uit de niet-benoemde kandidaten.

Bevoegdheden en taken van de Hoge Raad De bevoegdheden en taken van de Hoge Raad staan beschreven in artikel 151 van de Grondwet en in de artikelen 259bis-4 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.

Benoemingsvoorwaarden Belg zijn; op het ogenblik van de kandidaatstelling de leeftijd van 63 jaar niet bereikt hebben; de burgerlijke en politieke rechten bezitten; het bewijs leveren van goed gedrag en zeden; de advocaten moeten een beroepservaring hebben van ten minste 10 jaar balie; de hoogleraren moeten een voor de opdracht van de Hoge Raad relevante beroepservaring hebben van ten minste tien jaar; de houders van ten minste een diploma van een hogeschool van de Vlaamse of Franse Gemeenschap moeten een voor de opdracht van de Hoge Raad relevante beroepservaring hebben van ten minste tien jaar op juridisch, economisch, administratief, sociaal of wetenschappelijk vlak.

Benoeming van de leden De niet-magistraten worden door de Senaat benoemd met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen.

Duur van het mandaat De leden nemen in de Hoge Raad zitting voor een periode van vier jaar, die eenmaal kan worden hernieuwd.

Onverenigbaarheden Het lidmaatschap van de Hoge Raad is tijdens de duur van het mandaat onverenigbaar met de uitoefening van : 1° een ambt van plaatsvervangend magistraat;2° een bij verkiezing verleend openbaar mandaat;3° een openbaar mandaat van politieke aard;4° een mandaat van korpschef. Het mandaat in de Hoge Raad eindigt van rechtswege indien : 1° het lid erom verzoekt;2° een onverenigbaarheid ontstaat;3° een lid de hoedanigheid vereist als voorwaarde om in de Hoge Raad zitting te kunnen nemen, verliest;4° een lid kandidaat is voor een benoeming tot magistraat of een aanwijzing tot korpschef, bijstandsmagistraat of federaal magistraat;5° een lid de leeftijd van inruststelling heeft bereikt bepaald in artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voor de leden van de rechtscolleges andere dan het Hof van Cassatie. Het mandaat van een lid kan om ernstige redenen worden opgeheven door de Hoge Raad die daarover beslist met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen in elk college.

Kandidaatstelling Onverminderd het recht om zich individueel kandidaat te stellen, kunnen door elk van de orden van advocaten en door elk van de universiteiten en hogescholen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap kandidaten worden voorgedragen. Per college worden ten minste vijf leden uit de voorgedragen kandidaten benoemd.

De individuele kandidaturen en de lijsten met voorgedragen kandidaten moeten, op straffe van verval, binnen een termijn van 45 dagen na deze oproep aan de voorzitter van de Senaat worden gericht bij een ter post aangetekende brief, op het volgende adres : De voorzitter van de Senaat, Senaat, 1009 Brussel.

De individuele kandidaturen en de lijsten met voorgedragen kandidaten moeten vergezeld zijn van de documenten die het bewijs leveren dat de kandidaten aan de voornoemde voorwaarden voldoen. Het betreft volgende documenten : - een bewijs van nationaliteit; - een uittreksel uit de geboorteakte; - een bewijs van goed gedrag en zeden; - documenten om de beroepservaring te staven; - een eensluidend verklaarde kopie van het diploma.

De Franstalige kandidaten met kennis van het Duits dienen hiervan het bewijs te leveren.

In hun brief moeten de kandidaten vermelden in welke hoedanigheid (advocaat, hoogleraar, houder van ten minste een diploma van een hogeschool van de Vlaamse of Franse Gemeenschap) zij hun kandidatuur stellen.

^