gepubliceerd op 08 oktober 1999
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij het vredegerecht van het eerste kanton Leuven : 1; - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Brussel : 1; - bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent : 3; - b - opsteller bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Ieper en Veurne : 1; - beambte b(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij het vredegerecht van het eerste kanton Leuven : 1; - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Brussel : 1; - bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent : 3; - bij het vredegerecht van het eerste kanton Schaarbeek : 1 (*); - opsteller bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Ieper en Veurne : 1; - beambte bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Louveigné : 1; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent : 1; - opsteller bij het parket van de arbeidsauditeur te Bergen : 1. - beambte : - bij het parket van het hof van beroep te Bergen : 1; - bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 2; - bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk : 1; - administratief agent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Bergen : 1 (**).
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de « Minister van Justitie, Directoraat-Generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel », worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. (**) De geslaagden voor een wervingsexamen voor de graden van telefoniste of bode behouden hun aanspraken op benoeming in de graad van administratief agent, voor zover zij slaagden in het examen georganiseerd in het gerechtsgebied van het hof van beroep waar zij zich kandidaat stellen (artikel 24 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996).