Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord
gepubliceerd op 12 december 2003

Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de Regering van de Republiek Letland, ondertekend te Riga op 5 maart 1996. - Inwerkingtreding. - Verdragstekst Het samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de Regering van de Republiek Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 3 december 1996 (Belgisch Staat(...)

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003036134
pub.
12/12/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de Regering van de Republiek Letland, ondertekend te Riga op 5 maart 1996. - Inwerkingtreding. - Verdragstekst Het samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de Regering van de Republiek Letland werd op 5 maart 1996 namens de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest ondertekend in Riga.

Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 3 december 1996 (Belgisch Staatsblad, 18 januari 1997).

Op 22 januari 1997 stelden beide regeringen elkaar op de hoogte van het beëindigen van hun interne procedures. Overeenkomstig zijn artikel 14 is dit Verdrag dan ook op die dag in werking getreden. Krachtens zijn artikel 13 werd het Verdrag op 22 januari 2002 stilzwijgend voor een eerste periode van twee jaar verlengd.

De authentieke tekst van het Verdrag volgt in het Nederlands, met een vertaling in het Frans.

SAMENWERKINGSVERDRAG TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK LETLAND DE VLAAMSE REGERING en DE REGERING VAN DE REPUBLIEK LETLAND hierna de Partijen te noemen, Zich steunend op de vriendschapsbanden en de samenwerking tussen hun beider volken, het wederzijds vertrouwen en de gehechtheid aan de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en solidariteit;

Overwegende dat de historische veranderingen mogelijkheden geopend hebben om in Europa een rechtvaardige en duurzame vrede te vestigen gebaseerd op het Handvest van de Verenigde Naties en op de principes vervat in de Slotakte van Helsinki en in het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa; hebben besloten de bestaande samenwerking te bevestigen; wensen deze samenwerking uit te breiden tot nieuwe gebieden zoals die in dit verdrag worden bepaald, en voor zover dit tot de bevoegdheid van Vlaanderen behoren, om aldus bij te dragen tot het scheppen van nauwere banden tussen Vlaanderen en de Republiek Letland;

En komen overeen wat volgt : Article 1er. Beide Partijen intensifiëren hun samenwerking, onder meer op het vlak van de economie, wetenschap, technologie, cultuur, onderwijs, sociaal beleid, huisvesting, landbouw en agro-industrie, milieu en ruimtelijke ordening, infrastructuur, verkeer, waterbeleid, beroepsopleiding en werkgelegenheid, toerisme, telecommunicatie en mediabeleid.

Daartoe bevorderen zij de samenwerking tussen de instellingen en ondernemingen die werkzaam zijn in de bovengenoemde domeinen.

Beide Partijen steunen de uitwisseling van ervaringen inzake technische, technologische en administratieve knowhow.

Art. 2.Beide Partijen bevestigen hun wil om de economische betrekkingen tussen Vlaanderen en de Republiek Letland uit te breiden.

Zij moedigen vooral de samenwerking aan op het vlak van : - de herstructurering van de Letlandse economie; - het ontwikkelen van structuren voor kleine- en middelgrote ondernemingen (K.M.O.'s); - het uitwerken van managementprogramma's voor Letlandse bedrijfsleiders; - het aantrekken van investeringen en het sluiten van joint ventures; - de overdracht van technologie (in het bijzonder van milieuvriendelijke technologie) en knowhow; - het bevorderen van commerciële contacten en samenwerking tussen ondernemingen en instellingen; - sectorale programma's; - uitbreiding van de bilaterale handel.

Hiertoe bevorderen zij onder meer de uitwisseling van bedrijfsleiders, professoren en docenten die deskundig zijn in het opzetten van K.M.O.-structuren en managementprogramma's voor K.M.O.-bedrijfsleiders.

Art. 3.Beide Partijen stimuleren de samenwerking en uitwisseling tussen openbare instellingen en privé-organisaties op het vlak van het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en de technologische ontwikkeling.

Zij bepalen op geregelde tijdstippen welke sectoren voor beide Partijen van prioritair belang zijn op het gebied van wetenschappelijke en technologische ontwikkeling.

Art. 4.Beide Partijen moedigen samenwerking en uitwisselingen op cultureel en sociaal-cultureel vlak aan. Zij steunen bij voorkeur de acties die bijdragen tot de culturele ontwikkeling en verspreiding van hun respectieve taal en cultuur in het andere land.

Bovendien steunen zij uitwisselingen op het gebied van de kunst en werken ze mee aan de bescherming van het gemeenschappelijk cultureel erfgoed.

Tevens bevorderen zij de uitwisseling van audiovisuele middelen.

Beide Partijen steunen en bevorderen de samenwerking op het gebied van de sport. Zij onderzoeken de mogelijkheden tot vormen van nauwere samenwerking tussen de culturele sector en andere sectoren waarvan sprake is in dit verdrag.

Art. 5.Beide Partijen bevorderen het toerisme tussen Vlaanderen en Letland en zij stimuleren het totstandkomen van contacten tussen de respectieve toeristische verenigingen en instellingen. Hiertoe moedigen zij de uitwisseling aan van specialisten en wisselen zij ervaringen en informatie uit over het toeristisch beleid.

Art. 6.Beide Partijen bevorderen de samenwerking en uitwisseling op het gebied van het basis- en secundair onderwijs, het universitair en hoger onderwijs en de permanente vorming.

Zij bevorderen de uitwisseling van en stages voor professoren en studenten.

Art. 7.Voor zover deze domeinen tot de bevoegdheid van de Vlaamse regering behoren, werken beide Partijen samen op het gebied van arbeid en werkgelegenheid, meer bepaald met betrekking tot de beroepsopleiding, de arbeidsverhoudingen en het sociaal overleg.

Beide Partijen bevorderen de uitwisseling tussen sociale partners en deskundigen op het vlak van sociale zaken.

Art. 8.Beide Partijen werken samen op sociaal gebied, in het bijzonder op het vlak van gezondheid, welzijn en sociale diensten.

Zij besteden daarbij vooral aandacht aan geneeskundige verzorging en behandeling, preventie, integratie van gehandicapten, sociale zekerheid en begeleiding, opvoeding, planning en programmering.

Art. 9.Voor zover deze werkgebieden tot de bevoegdheid van de Vlaamse regering behoren, bevorderen beide Partijen de samenwerking en uitwisseling op het gebied van leefmilieu, ruimtelijke ordening (met inbegrip van grondbeleid), huisvesting, gemeentelijk beleid, infrastructuur, waterbeleid en communicatie. Zij bevorderen de uitwisseling van wetenschappelijke, technische en statistische informatie en de overdracht van technologie, in het bijzonder op het gebied van milieubescherming en -sanering.

Art. 10.Betreffende de domeinen waarvoor dit verdrag geldt, streven beide Partijen naar samenwerking in het kader van de internationale organisaties. Daartoe kunnen zij elkaar informeren over hun respectieve standpunten en, meer algemeen, overleg plegen.

In dit verband werken beide Partijen samen in het kader van programma's van internationale organisaties op de gebieden die tot hun specifieke bevoegdheid behoren, waarbij ze uiting geven aan hun bijzondere banden van vriendschap en partnerschap.

Art. 11.Met het oog op de uitvoering van dit verdrag richten beide Partijen een Gemengde Commissie Vlaanderen-Letland op.

Deze Commissie vergadert minstens éénmaal om de twee jaar, afwisselend in Brussel en Riga.

Art. 12.De Gemengde Commissie wordt voorgezeten door de ministers, aangesteld door hun regering of door hun afgevaardigden.

De Gemengde Commissie heeft als taak : a) na te gaan hoever de samenwerking is gevorderd en de resultaten ervan te beoordelen;b) op geregelde tijdstippen de prioriteiten aan te passen en de te volgen koers te bepalen;c) de programma's en projecten die voor de nabije toekomst zijn gepland, te bestuderen en goed te keuren;d) toe te zien op fondsen bestemd voor de financiering van de programma's die uit dit verdrag voortvloeien;e) alle problemen in verband met de uitvoering, werking en interpretatie van dit verdrag te onderzoeken.

Art. 13.Dit verdrag wordt gesloten voor een periode van vijf (5) jaar. Het wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van twee (2) jaar. Elke Partij kan dit verdrag opzeggen door kennisgeving aan de andere Partij uiterlijk zes (6) maanden voor het einde van een periode. In dat geval blijft het verdrag van kracht tot het einde van die periode.

Bij opzegging nemen beide Partijen de nodige maatregelen om de voltooiing te garanderen van alle projecten die op basis van dit verdrag gezamenlijk werden opgezet.

Art. 14.Dit verdrag wordt goedgekeurd in overeenstemming met de interne procedures geldend bij elk van de Partijen en het wordt bekrachtigd door de uitwisseling van nota's.

Het verdrag treedt in werking op de dag van de ontvangst van de laatste nota.

Opgemaakt in Riga, op 5 maart 1996 in twee originelen, in het Nederlands en het Letlands. Beide teksten zijn rechtsgeldig.

^