gepubliceerd op 24 juni 2019
Protocolakkoord tussen de federale overheid en de in artikel 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden over de cofinanciering van een testcentrum voor de software in het kader van de eGezondheidsomgeving
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
25 MAART 2019. - Protocolakkoord tussen de federale overheid en de in artikel 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden over de cofinanciering van een testcentrum voor de software in het kader van de eGezondheidsomgeving
Context Het nieuwe actieplan eGezondheid 2019-2021, door de IMC Volksgezondheid getekend op 28 januari 2019, voorziet een specifiek aandacht voor de kwaliteit van de gezondheidssoftware en testomgevingen: omgevingen, flows, processen en data (projecten 3.5 en 3.6 van het actieplan).
De meerjarendoelstelling van project 3.5 is de uitbouw van een landelijk interoperabiliteitslabo realiseren. Het resultaat is een permanent beschikbare testfaciliteit, waar ontwikkelaars van eGezondheidssystemen en ICT-leveranciers in het domein eGezondheid, in verschillende stadia van de ontwikkeling (systeem-test, integratie-test, acceptatie-test, validatie-test, load-testen, BCP-test, ...), de systemen en eGezondheidsdiensten afzonderlijk of in een proces met andere eGezondheidsdiensten en basisdiensten van het eHealth-platform kunnen testen. De uitbater van dit landelijk interoperabiliteitslabo staat ook in voor de ondersteuning van ICT-leveranciers (bv. aanbieden documentatie, ...) De meerjarendoelstelling van project 3.6 is aanbieden van een landelijke kwalificatietool. Het resultaat is een website die ICT-leveranciers ondersteunt in het proces van integreren eGezondheidsdiensten en controleren van de kwaliteit. Deze website begeleidt een ICT-leverancier stap voor stap (Prepare (voorbereiding), Design & Build en Test & Go Live) naar het uiteindelijk bekomen van een formele validatie/homologatie/registratie.
Analyse van de huidige situatie ICT-leveranciers zijn vragende partij voor een landelijke kwalificatiecentrum. Dit centrum biedt ICT-leveranciers de mogelijkheid om hun ICT-oplossingen (software) te laten toetsen op de correcte implementatie van standaarden (in den brede zin), richtlijnen en afspraken (bv. minimale normen).
In het verleden (en in het heden) worden door verschillende partijen enkele keren per jaar minilab's georganiseerd. Dit is telkens een tijdsintensieve organisatie, en dus tevens ook kosten-intensief, en bovendien moeten de deelnemers zich telkens op de specifieke, beperkte tijdsperiodes organiseren. Vanwege het lage aantal van deze minilabs, die bovendien ook vaak een specifiek test-onderwerp betreft, wordt de snelheid van nieuwe toepassingen in de markt te krijgen ernstig gefnuikt.
Vlaanderen heeft in het verleden al een goede stap gezet naar een mogelijkheid om testen van software op de Vitalink-functionaliteiten continue aan te bieden.
Hiervoor heeft men Imec ingeschakeld en de dienst HIE van Imec heeft daardoor inmiddels een behoorlijke installatie en ervaring in de organisatie van `testcentra op de rails zetten'.
Het aanbod van test-mogelijkheden wordt hier beperkt tot de Vitalink-functionaliteiten (en bij uitbreiding wel de test tot integratie met eender welke kluis: RSW en RSB) met als gevolg dat het voor een te laag gebruik van de test-infrastructuur en derhalve een niet rendabel geheel zorgt.
Dit zorgt ook voor het moeilijk behouden van het juist-gekwalificeerde personeel om dit geheel up-to-date te houden en uit te bouwen met meer mogelijkheden.
Wallonië, via RSW, maakt regelmatig gebruik van de diensten van CETIC om specifieke software-processen op een gedegen manier uit te tekenen, te ontwikkelen en te testen.
Al deze elementen illustreren helder dat er een nood is aan continue en kwalitatieve testcentra.
Op basis van bovenstaande feiten is er beslist om met bovenstaande partners (Imec en CETIC) een aanpak te onderzoeken om, voor België, een high-end, kwalitatieve en totale aanpak uit te werken voor een toegankelijke testcentra-omgeving, bedoeld voor de vele (industriële) partners die enerzijds nieuwe software wensen aan te bieden aan de zorgverstrekkers en zorginstellingen en anderzijds ook door de overheden `gedwongen' worden om software aan bepaalde voorwaarden te laten voldoen.
Cofinanciering van een landelijk testcentrum De bedoeling van het centrum is het leveren een permanent beschikbare testfaciliteit waar ontwikkelaars van eGezondheidssystemen en ICT-leveranciers in het domein eGezondheid, in verschillende stadia van de ontwikkeling (systeem-test, integratie-test, acceptatie-test, validatie-test, load-testen, BCP-test, ...), de systemen en eGezondheidsdiensten afzonderlijk of in een proces met andere eGezondheidsdiensten en basisdiensten van het eHealth-platform kunnen testen.
De concrete scope van het project voor 2019 is als volgt: In kader van project 3.5 zal een opdracht worden gecofinancierd om ICT-leveranciers te ondersteunen. De opdracht beperkt zich tot : - analyseren van documentatie voor een beperkt aantal diensten van het eHealth-platform, in functie van opmaken scenario's en testdata; - opmaken scenario's en testdata om beperkt aantal diensten van het eHealth-platform te testen; - ontwikkelen (niet uitbaten) en daarna overdragen van tools om beperkt aantal diensten van het eHealth-platform te testen.
In de opdracht is niet voorzien: het realiseren van een landelijk interoperabiliteitslabo.
In kader van project 3.6 zal een opdracht worden gecofinancierd om, op basis van wat reeds in Vlaanderen is ontworpen en gefinancierd, een website verder uit te bouwen die het proces van integratie eGezondheidsdiensten te ondersteunt en deze website aan te bieden op infrastructuur in beheer van IMEC vzw.
In de opdracht is niet voorzien het verder operationeel beheer en onderhouden van de website door IMEC vzw.
De leden van de IMC Volksgezondheid beslissen dit project te ontwikkelen op basis van een cofinanciering volgens de volgende verdeelsleutel: * 80% door de federale overheid * 20% door de gefedereerde overheden waarvan: o Vlaanderen : 10% o Wallonië : 8% o Brussel : 1,8% o Duitstalige gemeenschap : 0,2% Het Verzekeringscomité van het RIZIV heeft op 4 februari 2019 zijn akkoord gegeven met de ter beschikking stelling van de gevraagde budgetten op federaal niveau.
Het globaal budget dat nodig is voor dit project bedraagt 375.000 in de opstartfase (2019).
Voor de cofinanciering ervan zullen de verschillende overheden de volgende bedragen vrijmaken: * federale overheid (via RIZIV) : 300.000 * Vlaanderen (10%) : 37.500 * Waals gewest/Fr gemeenschap (8%) : 30.000 * Brussels hoofdstedelijk gewest (1,8%) : 6.750 * Duitstalige gemeenschap (0,2%) : 750 Voor de realisatie van het project wordt beroep gedaan op externe partners. De betalingsfacturen worden door de externe partners aan RIZIV bezorgd die de betalingen doet en de ventilatie, volgens bovenstaande verdeling, naar de verschillende betrokken partijen.
Indien de initiële voorziene kredieten niet volledig worden aangewend zal voor dit niet aangewende krediet geen factuur aangeboden worden.
De financiering van het jaarlijkse onderhoud en de verdere ontplooiing vanaf 2020 zal bij aanhangsel op dit protocol geregeld worden.
Aldus gesloten te Brussel op 25 maart 2019.
Voor de Federale Staat : M. DE BLOCK, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : J. VANDEURZEN, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Pour la Région wallonne : A. GREOLI, Vice-Présidente, Ministre de l'Action sociale, de la Santé, de l'Egalité des chances, de la Fonction publique et de la Simplification administrative Pour la Communauté française : R. DEMOTTE, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : D. GOSUIN, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et les Relations extérieures G. VANHENGEL, Lid van het Verenigd college, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de Financiën, de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe Betrekkingen Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : C. JODOGNE, Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé Für die Deutschsprachige Gemeinschaft : A. ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales