gepubliceerd op 31 oktober 2001
Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
17 OKTOBER 2001. - Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 80, 5°;
Gelet op de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 2, laatste lid, en artikel 9, tweede lid, beide vervangen door de verordening van 20 juni 2001;
Na erover te hebben beraadslaagd tijdens zijn zitting van 17 oktober 2001, Besluit :
Artikel 1.Artikel 2, laatste lid, van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vervangen door de verordening van 20 juni 2001, wordt aangevuld als volgt : « In geval van een herval wordt de termijn van twee dagen verlengd ten belope van het saldo van veertien of achtentwintig kalenderdagen. »
Art. 2.In artikel 9, tweede lid, van dezelfde verordening, vervangen door de verordening van 20 juni 2001, worden de woorden « volledige bedrag van de uitkeringen » vervangen door de woorden « dagbedrag van de uitkeringen verschuldigd ».
Art. 3.Deze verordening heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2001 en is van toepassing op arbeidsongeschiktheden die een aanvang hebben genomen vanaf deze datum.
De Voorzitter, V. DE GRIJSE De Leidend Ambtenaar, P. DE MILT