gepubliceerd op 03 juli 2020
Omzendbrief met betrekking tot de laatste wilsbeschikking op het gebied van lijkbezorging, uitvaartplechtigheid en uitvaartcontract AAN DE COLLEGES VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Dames,
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Omzendbrief met betrekking tot de laatste wilsbeschikking op het gebied van lijkbezorging, uitvaartplechtigheid en uitvaartcontract AAN DE COLLEGES VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Dames, Heren, Overeenkomstig artikel 19 van de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging 1, kan elke persoon tijdens zijn leven vrijwillig schriftelijk de burgerlijke stand van zijn gemeente informeren van zijn laatste wensen. Deze laatste wilsbeschikking kan betrekking hebben op het gebied van lijkbezorging, de bestemming van de assen, de aard van de uitvaartplechtigheid en de vermelding van het bestaan ??van een uitvaartcontract.
De modaliteiten van deze verklaring worden toegelicht in het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 14 mei 2020 tot vaststelling van de modaliteiten betreffende de laatste wilsbeschikking (Belgisch Staatsblad van 22 mei 2020)2.
In dit verband lijkt het nuttig om bepaalde verduidelijkingen te verstrekken over de procedure die moet worden gevolgd om de informatie in de laatste wilsbeschikking te verwerken.
Laatste wilsbeschikking Elke persoon (de declarant) kan tijdens zijn leven vrijwillig en schriftelijk de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn gemeente in kennis stellen van zijn laatste wil. Deze laatste wilsbeschikking kan betrekking hebben op de wijze van lijkbezorging, de asbestemming, het ritueel van de uitvaartplechtigheid, alsook over de vermelding van het bestaan van een uitvaartcontract.
De verklaring betreffende de laatste wilsbeschikking wordt ingediend door middel van een gedateerd en ondertekend geschrift, dat tegen ontvangstbewijs moet worden overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar de declarant is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.
Het geschrift vermeldt de achternaam, voornamen, geboorteplaats en -datum en het adres van de declarant. Onthoud op dit punt dat alle voornamen van de declarant in de aangifte moeten voorkomen.
Voor het gemak van de verwerking is het ook belangrijk dat het identificatienummer in het Rijksregister van de declarant op deze wilsbeschikking staat.
In principe levert de declarant de wilsbeschikking persoonlijk af.
Desalniettemin kan hij een derde mandateren om het door hem handgeschreven en gedateerd geschrift op zijn naam in te dienen.
Als de belanghebbende het geschrift met zijn eigen hand invult, is de handtekening voldoende.
Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn afgevaardigde de rubrieken zelf invult, wordt de handtekening van de belanghebbende voorafgegaan door de woorden "gelezen en goedgekeurd".
Indien de belanghebbende niet in staat is zelf te ondertekenen, wordt de wilsbeschikking, na te zijn voorgelezen in aanwezigheid van 2 door hem vrij gekozen getuigen, ondertekend door de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn afgevaardigde en door voornoemde getuigen.
De declarant kan zijn wilsbeschikking te allen tijde intrekken of wijzigen, met inachtneming van de vormvereisten die voor de oorspronkelijke wilsbeschikking zijn vastgelegd.
Als het overlijden plaatsvindt in een andere gemeente dan die waarin de overledene is ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister, zendt de gemeente van domicilie onverwijld en op verzoek van de gemeente van overlijden informatie toe met betrekking tot de laatste wil van de overledene.
In geval van een verandering van woonplaats, moet de gemeente die in het bezit is van de laatste wilsbeschikking, deze doorgeven aan de gemeente van de nieuwe woonplaats.
Als de overledene geen laatste wilsbeschikking heeft nagelaten, is de keuze van de begrafenis de verantwoordelijkheid van de persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien.
In zijn laatste wilsbeschikking kan de declarant een van de volgende keuzes maken: - de wijze van lijkbezorging; - de wijze van lijkbezorging en het ritueel van de uitvaartplechtigheid; - het ritueel van de uitvaartplechtigheid.
Wat betreft de keuze die verband houdt met de lijkbezorging, kan de declarant kiezen uit de volgende opties: - begraving van het stoffelijk overschot; - crematie, gevolgd door begraving van de as binnen de omheining van de begraafplaats; - crematie, gevolgd door uitstrooiing van de as op het daartoe bestemd perceel van de begraafplaats; - crematie, gevolgd door bijzetting van de as in het columbarium van de begraafplaats; - crematie, gevolgd door uitstrooiing van de as in de Belgische territoriale zee; - crematie, gevolgd door uitstrooiing van de as op een andere plaats dan de begraafplaats of in de Belgische territoriale zee; - crematie, gevolgd door begraving van de as op een andere plaats dan de begraafplaats; - crematie, gevolgd door bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats.
Er moet ook worden opgemerkt dat de declarant de mogelijkheid heeft om te kiezen voor een begraafplaats, zoals nu voorzien in de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging 3.
Wat betreft de keuze van de declarant met betrekking tot de aard van de uitvaartplechtigheid, is het belangrijk om in dit verband te benadrukken dat het nieuwe besluit niet langer expliciet gericht is op de verschillende soorten uitvaartplechtigheden volgens de religieuze en filosofische geloofsovertuigingen die momenteel worden erkend in België 4, evenals volgens de neutraal filosofische overtuiging 5.
Het beperkende karakter van deze opsomming die voorheen de overhand had, was inderdaad het onderwerp van kritiek namens de Raad van State, die inschat dat wanneer de declarant zijn wil uitdrukt wat betreft de rite van de filosofische overtuiging onder de auspiciën waarvan zijn uitvaartplechtigheid zal plaatsvinden, het moeilijk te rechtvaardigen is met betrekking tot de principes van gelijke behandeling, dat de keuze van de declarant alleen betrekking kan hebben op plechtigheden die verband houden met een van de erkende religies, tot de seculiere overtuiging of neutrale plechtigheden.
Bijgevolg moet elke persoon, in dit geval de declarant, zijn laatste wil kunnen registreren binnen elke andere waarde die beter bij hem past, zonder enige verwijzing naar riten van geloofs- of niet-geloofsovertuigingen, met als enige beperking dat de voorziene uitvaartplechtigheid ordelijk plaatsvindt, met fatsoen en respect voor de herinnering aan de doden.6 Het uitvaartcontract Het is ook mogelijk om het bestaan ??van een uitvaartcontract in het formulier van de laatste wilsbeschikking te vermelden. Het doel van deze vermelding is alleen om de families of de persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien, te informeren dat de overledene een dergelijk contract heeft ondertekend.
Bovengenoemde ordonnantie van 29 november 2018 geeft een duidelijke definitie van het uitvaartcontract, namelijk: "een contract dat de laatste wilsbeschikking van een persoon regelt en dat gesloten wordt tussen een privépersoon enerzijds en een notaris, een begrafenisonderneming, een verzekeringsmaatschappij of gelijk welke daartoe gemachtigde instantie, anderzijds." (artikel 2, 4 ° ).
Zo vermeldt de belanghebbende in zijn wilsbeschikking de datum van ondertekening van het contract, de identificatie van het uitgevende bedrijf of de uitvaartonderneming waarmee hij de overeenkomst heeft ondertekend en de referenties daarvan.
Ter herinnering: de identificatie van de maatschappij of het bedrijf dat het contract uitgeeft, zal worden geconcretiseerd door de vermelding van het registratienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
De contractreferenties worden vermeld met cijfers van 0 tot 9, letters (A tot Z en a tot z) en de volgende karakters /. -.
De gemeenten worden verzocht om de laatste wilsbeschikking in de vorm voorzien in huidig besluit te ontvangen voor alle personen ingeschreven in hun bevolkingsregister, vreemdelingenregister en wachtregister.
Hiertoe vindt u in bijlage een modelformulier van laatste wilsbeschikking dat hierop is afgestemd.
Hoogachtend.
De minister, B. CLERFAYT _______ Nota's 1. Dit artikel integreert gedeeltelijk de bepalingen van de oude ordonnantie van 29 november 2007 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de laatste wilsbeschikking, zoals gewijzigd bij ordonnantie van 24 februari 2011 (uitvaartcontract).2. Dit zijn de uitvoeringsmodaliteiten die aanvankelijk waren opgenomen in de bovengenoemde ordonnantie van 29 november 2007 en aangepast aan het advies van de Raad van State in het kader van de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (zie infra).3. Zie art.2, 2 ° van de ordonnantie: "asbegraafplaats : plaats beheerd door een gemeente of intercommunale, exclusief voorbehouden voor de begraving of uitstrooiing van assen die het resultaat zijn van de crematie van een lichaam. Zonder tegenstrijdige aanwijzing zijn de regels die van toepassing zijn op begraafplaatsen van toepassing op asbegraafplaatsen". Merk op dat de gemeente niet verplicht is om zo'n begraafplaats te hebben. 4. namelijk de katholieke godsdienst, de protestantse godsdienst, de orthodoxe godsdienst, de joodse godsdienst, de islamitische godsdienst, de anglicaanse godsdienst en het seculier geloof.5. gedefinieerd als de categorie die overeenkomt met het ontbreken van manifestatie, tijdens de uitvaartplechtigheid, van een bepaalde religieuze of filosofische overtuiging.6. Zie het advies van de Raad van State nr.62212/4 van 30 oktober 2017 over het voorontwerp van ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de begraafplaatsen en lijkbezorging, pp11 en 12.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld