gepubliceerd op 28 oktober 2003
Ministeriële rondzendbrief ter precisering en aanvulling van het regeringsbesluit van 12 juni 2003 over de inhoud en de voorstelling van het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
24 JUNI 2003. - Ministeriële rondzendbrief ter precisering en aanvulling van het regeringsbesluit van 12 juni 2003 over de inhoud en de voorstelling van het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan (GemOP)
Aan de colleges van burgemeester en schepenen, Aan de gemachtigde ambtenaars, Aan de diensten van stedenbouw en planning van het Bestuur van de Ruimtelijke ordening en van de huisvesting van de Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, A. INLEIDING I. Doelstellingen van het GemOP Het gemeentelijk ontwikkelingsplan is het document waarin de door de gemeente vooropgezette doeleinden voor de duur van de gemeentelijke legislatuur en het beleidsinstrument van de gemeentelijke overheid vermeld staan. Het moet worden opgevat als een duidelijk identificatie-instrument van het gemeentelijk project en als hulpmiddel bij de besluitvorming en het lokaal openbaar beleid.
De strategische doelstellingen inzake ontwikkeling op korte, middellange en lange termijn, evenals de formulering van een concreet actieprogramma en de prioritaire interventiegebieden van de gemeente moeten erin uiteengezet worden.
Het plan moet leesbaar zijn om een maximum aan doeltreffendheid te bereiken : - voor het publiek, om er een duidelijk communicatiemiddel van het gemeentelijk project van te maken; - voor het personeel en de verantwoordelijken van de gemeente om het gebruik ervan als dagelijks beleidsinstrument te vergemakkelijken.
Deze rondzendbrief streeft ernaar : - de aan sommige bepalingen van het besluit van de Regering betreffende de inhoud en de voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan te geven interpretatie te preciseren; - een minimale samenhang en harmonisering van de structuur en de inhoud van de documenten te bereiken om de leesbaarheid, de vergelijking en de analyse ervan te vergemakkelijken; - de inhoud van de hoofdstukken en te behandelen thematieken, maar vooral de verwachtingen die eruit voortvloeien in het kader van de gemeentelijke bevoegdheden, te preciseren; - verduidelijkingen aan te brengen inzake cartografie, zowel in termen van inhoud als van voorstelling; - de inventaris op te maken van enerzijds de in functie van de uit het GBP voortvloeiende impliciete opheffingen te herziene of volledig of gedeeltelijk op te heffen BBP's, en anderzijds van de in functie van de GSV te herziene gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen met vermelding van de hierin te nemen opties.
Deze nieuwe rondzendbrief wil lessen trekken uit de eerste GemOP's en, in voorkomend geval, naar aanleiding van onbegrijpelijkheden en/of onduidelijkheden die konden worden vastgesteld, bepaalde formuleringen herzien.
De richtlijnen en aanwijzingen van deze rondzendbrief leven de autonomie van de gemeenten na. De gemeente moet instaan voor de evaluatie en de diagnose van de bestaande toestand, de diepgaande bestudering die voor bepaalde thema's gewenst is, de opvatting van de doelstellingen en prioriteiten en de in te zetten middelen evenals de kalender van de geplande verwezenlijkingen. De comprehensie van de door de gemeente gemaakte keuzen vereist niettemin dat ze ten volle gemotiveerd zijn.
II. Algemene methodologie 1. Thematische analyses 1.1.
De structuur van het GemOP werd fundamenteel herzien. De opbouw ervan gebeurt voortaan in twee delen : - het ene, analytisch en ontwikkeld thema per thema, laat toe de behoeften te evalueren; - het andere, operationeel en gebaseerd op het geheel van de thematieken, laat toe de doelstellingen en prioriteiten te identificeren evenals de in te zetten middelen om ze te bereiken.
Overeenkomstig artikel 6 van het besluit is er geen alternatief mogelijk voor de voorstelling. 1.2.
Gezien het GemOP de weerspiegeling van het gemeentelijk programma is, is het belangrijk het op de door de gemeente gevoerde en geplande acties af te stemmen, ongeacht of dit in samenwerking met andere overheden of zelfs met privé-actoren gebeurt.
Voor de goede verstaanbaarheid van de tekst is het noodzakelijk het onderscheid te maken tussen het bestaande en het geplande. Voor de domeinen die onder de bevoegdheid vallen van het Gewest of van pararegionale actoren (BUV, MIVB, Brussel-Netheid,...) biedt het GemOP de gemeente de mogelijkheid haar wensen kenbaar te maken en de voorziene acties op een lijst te zetten. Het is belangrijk dat de auteur van een project goed het onderscheid maakt tussen de acties waarvan de verwezenlijking van de gemeente afhangt en deze die afhankelijk zijn van andere actoren, waarvan de identificatie duidelijk moet zijn. 1.3.
Het GemOP is geen compilatie van statistische of allerlei andere studies. Belangrijker dan de compilatie van gegevens zijn de interpretatie die eruit voortvloeit en de identificatie van de inzetten.
Het GemOP moet daarenboven het brandpunt zijn van een kwalitatieve beoordeling die het resultaat moet zijn van de terreinkennis en van de inbreng van de ervaring van de gemeentediensten veeleer dan van het opzoeken van bibliografische gegevens waarvan het academisch karakter of het voorwerp vaak niet verenigbaar zijn met het begrip van operationele gemeentelijke indicatoren voor de besluitvorming. 1.4.
De diagnose van de toestand moet zoveel mogelijk kaderen in een dynamisch perspectief en zich niet beperken tot een statistische benadering. De totstandkoming van de eerste GemOP's kan in dat opzicht een interessante vergelijkingsbasis bieden. De bepaling van de bestaande feitelijke toestand zou in de toekomst vergemakkelijkt moeten worden met het gebruik van de door het Gewest verschafte bestaande databanken. 1.5.
De analyse van de verschillende thema's moet, in de mate van het mogelijke, in de volgende globale volgorde gebeuren : a) Een vaststelling, diagnose stellen van de toestand.Het gaat erom, per thema, het portret van de ontwikkelingsstaat van de gemeente te maken en de structurele elementen die zijn evolutie beïnvloeden (structurerende elementen, typische elementen van het landschap, typologie van de buurt,...) aan te snijden.
Deze diagnose omvat zowel de analyse van de bestaande feitelijke toestand als die van de bestaande rechtstoestand.
De analyse van de bestaande feitelijke toestand is deze die het resultaat is van het onderzoek van de situatie zoals die zich voordoet op het terrein ten aanzien van het behandeld thema. Zij laat toe de aard van de eventuele problemen en de geografie ervan af te bakenen en er de eventuele gevolgen uit te trekken.
De analyse van de bestaande rechtstoestand is deze die het resultaat is van de geldende reglementering (gemeentelijke verordeningen, overeenkomsten met het Gewest,...). Hier worden de elementen van de rechtstoestand beoogt die een bijzondere weerslag hebben op de beslissingen en totstandkomingen van het gemeentelijk project.
De analyse van de bestaande rechtstoestand moet worden geïnterpreteerd als de vaststelling van het wettelijk actiekader van de gemeente en niet als een loutere opsomming van bestaande verordeningen. De analyse moet gemaakt worden ten aanzien van de gemeentelijke context en de nagestreefde doeleinden.
Deze diagnose maakt eveneens de analyse van de middelen waarover de gemeente beschikt.
Het gaat erom de middelen van de gemeente te analyseren in termen van human ressources, op financieel vlak, op gebied van organisatie en op dat van communicatie op globaal vlak.
Zo krijgen we bijvoorbeeld : De organisatie en de diensten - Organisatie van de politieke macht en gemeentelijk personeel. - Informatisering van de diensten. - Relaties tussen de diensten. - Gevolgen van het GemOP in termen van personeel (in een optiek van beheer van het GemOP).
De middelen en ressources - Beknopte beschrijving van de gemeentelijke begroting : gewone begroting, buitengewone begroting, verklaring van de opgemerkte evoluties. - Globale beoordeling van toestand van de financiën (manoeuvreerruimte van de gemeente ten opzichte van de voorstellen van het GemOP). - Gemeentelijke fiscaliteit. - Belang of niet van de dode hand.
De participatiestructuren - Gemeenteblad en andere informatiekanalen : gemeentelijke aanplakborden, publicaties, internet, prospectussen, ... - Consultatieve commissies, jaarverslagen, buurtcomités en andere verenigingen, aankondiging van werken, ...
De relaties met de andere interveniënten - Gewest, buurgemeenten, concessiehouders, ... b) Grote projecten die bestaan of ter studie zijn hebben er eveneens belang bij vermeld te worden.Het zal daarenboven passend zijn de gemeentelijke indicatoren die het mogelijk maken de evolutie van de toestand van het ene GemOP op het andere af te bakenen, te identificeren. c) De analyse moet doordrongen zijn van de gewestelijke context.In die optiek zullen de eigenheden en bijzondere rollen van de gemeente in de gewestelijke context worden aangesneden : beeld van de gemeente, min of meer residentiële gemeente, inkompoort van het Gewest, specificiteiten van bepaalde grote voorzieningen, internationale rol, belang van de economische activiteiten, relatief gewicht van de gemeente ten opzichte van de gewestelijke bevolking, gewestelijke oppervlakte, historisch overzicht, verstedelijking,...
De analyse moet eveneens rekening houden met hetgeen in de buurgemeenten gebeurt en het lokale leven zou kunnen beïnvloeden (onderwijsinstelling, sportcentrum, ziekenhuis,...), ongeacht of het in termen van bestaande toestand of van gekende projecten is.
Het gaat erom de beleidsconcepties te identificeren die de inzet van alleen maar het eigen gemeentelijk grondgebied overschrijden en die worden voortgezet op het grondgebied van de aanpalende gemeenten, om coherente maatregelen te kunnen uitwerken, in bepaalde domeinen in het bijzonder (verkeer, parkeren,...). d) De gewestelijke doeleinden terzake identificeren (GewOP, IRIS-plan, groen maaswerk,...) en de manier waarop de gemeente erop inspeelt.
Er moet dus verder gegaan worden dan het onderstrepen van algemene principes, die zeer logischerwijze het gevaar lopen dezelfde te zijn van de ene gemeente in de andere. e) De behoeften van de gemeente evalueren.De grote lijnen van de vanuit de bestaande toestand gestelde diagnose, vaststelling, evenals de analyse van de lopende projecten doen de behoeften van de gemeente uitkomen. 1.6.
Elk punt van deze sequens kan vanzelfsprekend een variabele omvang hebben in functie van het aangesneden onderwerp en van de manoeuvreerruimte van de gemeente terzake. 1.7.
De analyse van de verschillende thema's gebeurt, naargelang de behoeften, aan de hand van verslagen, kaarten, tabellen en grafieken. 2. Operationeel deel : gemeentelijk project 2.1.
De ontwikkeling van de voorgaande punten leidt tot de bewoording van het gemeentelijk project : identificatie van de doelstellingen en van de politieke assen die dienst doen als leidraad voor de gedetailleerde concrete voorstellen in het plan. Het operationele deel van een GemOP streeft twee fundamentele doeleinden na die verschillend zijn naar gelang de personen waarvoor ze bestemd zijn : - voor het brede publiek, moet zij een document zijn ter identificatie en communicatie van het gemeentelijk project; - voor het personeel en verantwoordelijken van de gemeente, moet zij een praktisch en operationeel instrument zijn voor het dagelijks beleid en voor hulp bij de besluitvorming. Het is dus essentieel dat de gemeenten zich voorzien van dit onmisbaar instrument. 2.2.
Het operationele deel moet dus de gelegenheid bieden de concrete aspecten voor de aanwending van de acties en voorstellen die voortvloeien uit de vastlegging van de strategische ontwikkelingsdoelstellingen op de voorgrond plaatsen, en dit via : - de definitie van de prioritaire interventiegebieden, - de programmering in de tijd en dus de vastlegging van de prioriteiten op korte, middellange en lange termijn, - de raming van de begrotingen, - de identificatie van de actoren (gemeente en eventuele partnerships : MIVB, NMBS, BUV, GOMB, BIM, aanpalende gemeenten, Agentschap Brussel Netheid,..). 2.3.
Er moet zoveel mogelijk gelet worden op het goed lokaliseren van de voorstellen. Zo zal men bijvoorbeeld, inzake aanmoediging van de stadsrenovatie, de meest betrokken wijken moeten situeren en het soort te nemen maatregelen voorzien (premies ...). 2.4.
Het operationele deel zal het volgende omvatten : 1° de vastlegging van doelstellingen en prioriteiten.Het betreft de studie van de prioritaire doeleinden die het resultaat is van de analyse van de behoeften. Men mag de doeleinden niet verwarren met de acties en het beleid van de gemeente. De eerste liggen in de toekomst terwijl de andere elementen zijn die verwijzen naar de huidige toestand. 2° de aan te wenden middelen en te nemen maatregelen om deze doelstellingen en prioriteiten te halen. Voor acties moeten verschillende hefbomen overwogen worden : - de ordeningsprojecten; - de maatregelen inzake administratieve organisatie; - de budgettaire maatregelen; - de verordenende maatregelen, meer bepaald de wijziging en/of opheffing van de met het GBP strijdige lagere plannen.
Deze middelen moeten gedetailleerd zijn. De van het GemOP uitgaande voorstellen moeten, zoveel mogelijk, in betrekking gebracht worden met de uitdrukking van een diagnose. Te algemene voorstellen en de bevestiging van evidenties zonder verwijzing naar concrete elementen moeten worden vermeden.
In dat opzicht zal men de al dan niet uitgestrektheid van de bevoegdheden van de gemeente in deze materie, de middelen waarover zij beschikt die reeds geïnventariseerd zullen zijn in de diagnose van de toestand (personeel, infrastructuren, materieel,...) en het thans gevoerde beleid moeten onderstrepen. Dit zal de lezer in staat stellen de relatieve zwakte te begrijpen van de voorstellen in een domein waarin de gemeente slechts weinig bevoegdheden heeft (bijvoorbeeld de economische activiteiten) in verhouding tot de domeinen waarin haar actiemarges heel wat ruimer zijn (openbare werken, organisatie van het verkeer,...). 3° samenvattende tabellen waarin de geplande gemeentelijke interventies opgesomd staan evenals de door de gemeente gewenste interventies waarbij evenwel andere gemeentelijke, gewestelijke, pararegionale of nog andere actoren betrokken zijn, alsook, voor elke interventie, de belangrijkste actor, de ondergeschikte actor(en), hun aard, hun type (organisatie-, investerings-, verordenings-, algemene, bijzondere maatregel), de aan te wenden middelen, de vooropgezette termijn en, in voorkomend geval, het budget dat zij impliceren. 3. Leesbaarheid 3.1.
Er moet gelet worden op het didactisch karakter en de leesbaarheid van de GemOP's (1) : - door ze in een algemeen kader te plaatsen (als inleiding); - door de vermelde plaatsen te lokaliseren (ongeacht of dit op een kaart is of door gewoonweg de straatnaam te vermelden). Men kan zich bijvoorbeeld niet tevreden stellen met te zeggen dat de gemeente drie kinderdagverblijven en twee kleutercrèches telt zonder te vermelden waar ze gelegen zijn; - door duidelijke verbanden te leggen tussen de tekst, de tabellen en de kaarten; - door voor de hoofdstukken een nummering te gebruiken die bondig is en zonder verlengstukken, wat ze ondoeltreffend zou maken (bijvoorbeeld nummeringen gebruiken van het soort 1.3.15.6.2). Dit geldt eveneens voor de nummering van de kaarten en bijlagen. - door voor de kaarten een nummering te gebruiken die los staat van die van de hoofdstukken. Ze zal duidelijk uitkomen, eenvoudig en doorlopend zijn (kaart 1, kaart 2,...); - door een glossarium te maken dat de definitie geeft van zowel de afkortingen als van de specifieke, door de auteur van het project gebruikte termen. Het komt er niet alleen op neer de verklaring te geven van verschillende technische termen, maar ook een concrete inhoud te geven aan de specifiek door de auteur van het project gebruikte concepten die soms verschillend geïnterpreteerd kunnen worden (voorbeelden : schema van verkeer, perimeter van vrijwaring van het erfgoed, visuele groene ruimte,...); - door te vermijden de lezer te verwijzen naar externe studies zonder enigszins de teneur te preciseren (geen enkele synthese of belangrijk element); - door de informatiebronnen en de jaren waarop ze betrekking hebben precies te identificeren. 3.2.
Eventuele elementen die het voorwerp zijn geweest van een zeer gedetailleerde benadering (bijv. systematische en grondige analyse van de verkavelingsvergunningen of BBP's) moeten als bijlage worden toegevoegd, enkel de synthese ervan (d.w.z. de conclusies) mag in het tekstcorpus behouden blijven. Dit laatste moet op zichzelf volstaan en dus begrijpelijk zijn zonder noodzakelijkerwijze beroep te moeten doen op de bijlagen. De eventuele bijlagen die het GemOP vergezellen moeten overigens opgesomd worden in een specifieke inhoudsopgave en het voorwerp zijn van een beknopte beschrijving die de inhoud ervan specificeert. Deze inhoudsopgave moet in het hoofddocument voorkomen. 3.3.
Om de behandeling en de actualisering ervan te vergemakkelijken en om een progressieve verrijking van de gegevens en bemerkingen betreffende de gemeenten of het Gewest mogelijk te maken of ook nog om de opmaak van de toekomstige GemOP's te vergemakkelijken, is het belangrijk, bij het aanleggen van de databases, regels na te leven die een voldoende normalisatie voor een nuttige uitwisseling van gegevens mogelijk maken. Te dien einde : - moeten de lokaliseerbare gegevens aangaande gebouwen, percelen, of andere cartografische voorwerpen de overeenstemmende URBIS-code(s) bevatten; - zullen de databanken een maximum aan gecodificeerde velden bevatten, de commentaren of noten zijn immers meestal moeilijker bruikbaar; - zullen de databanken gedocumenteerd zijn : data van de inwinning van de informatie, bronnen, type en aard van de gecodificeerde velden; - als er nieuwe grafische voorwerpen gecreëerd worden, moeten de identificatoren van de databank waarmee ze overeenstemmen, vermeld worden. 3.4.
Bepaalde informatie moet uiterlijk 3 maand vóór het neerleggen van het GemOP bij de gemeente geüpdatet worden. Dit is meer bepaald het geval voor de elementen van de rechtstoestand, het bestaand openbaar vervoersnet, of de lokalisatie van de bouwwerken en onbezette terreinen.
Deze actualisering vermijdt nutteloze bezwaren tijdens het openbaar onderzoek en komt noodzakelijk over voor de geloofwaardigheid van de studie. Inzake statistieken is het Gewest zich bewust van het tekort aan geactualiseerde gegevens en van de kleine waarschijnlijkheid van een nieuwe volkstelling.
Het blijkt evenwel nutteloos nogmaals naar de gegevens van de volkstelling van 1991 te verwijzen in de mate dat die reeds ruimschoots aan bod gekomen zijn in de eerste GemOP's en in de loop der tijd een groot deel van hun betekenis verloren zijn. De auteur van het project zal dus zijn toevlucht moeten nemen tot andere bronnen (Nationaal Register, RIZIV, RSZ,...) en aan de aard van de beschikbare informatie aangepaste conclusies trekken. 3.5.
Het type informatie dat hernomen is in de voor het GemOP opgemaakte kaarten zal duidelijk geïdentificeerd zijn in de legende. Eenzelfde kaart kan verschillende types informatie bevatten mits een duidelijke identificatie en structurering in de legende.
Men zal minimum de volgende types onderscheiden : - de beschrijvende elementen : zijn bedoeld om een ruimtelijke inventaris van de aangesneden materie op te maken. Bepaalde beschrijvende kaarten integreren bijkomende beschrijvende elementen die kunnen helpen bij de analyse van het document; - de diagnose-elementen (inzetten - zwakten) : zijn het resultaat van een analyse van de beschrijvende gegevens en zijn de weerspiegeling van een op een meer globale wijze uitgebracht oordeel; - de elementen van gemeentelijke projecten : zijn de uitdrukking van de remedies of acties die de gemeente heeft willen aanwenden om de zwakten te verzachten of de troeven beter tot uiting te laten komen; - de voorstelelementen : zijn de cartografische weergave van de door de gemeente gewenste remedies of acties in de domeinen die buiten haar bevoegdheden vallen. 3.6.
Het plan zal gepubliceerd worden in DIN A3 of A4 formaat. De tekst, kaarten en tabellen zullen aan het gewestelijk bestuur worden overgemaakt op diskettes of cd-roms.
De officiële documenten (met inbegrip van de bijlagen), zoals voorgelegd aan de goedkeuring van de gemeenteraad, zullen tweetalig zijn of een versie in elke taal bevatten. De kaarten en legendes zullen verplicht tweetalig zijn.
De verslagen, processen-verbaal en andere tijdens de studie opgemaakte documenten die niet in het officieel document zijn opgenomen, zullen ééntalig mogen zijn. Zij zullen toegankelijk en raadpleegbaar zijn tijdens het openbaar onderzoek. 3.7.
Een inventarisopgave van de in het dossier en/of atlas van het GemOP opgenomen kaarten zal na de inhoudsopgave van het dossier komen en zal eveneens bij de atlas worden bijgevoegd indien deze bestaat. Het volgende zal erin worden opgenomen : - de titel van de kaart; - het nummer van de kaart; - het nummer van het overeenstemmend hoofdstuk; - de naam van het informaticabestand waarin de kaart is opgenomen; - en eventueel, het type kaart.
III. Algemene opbouw De algemene opbouw van het GemOP berust op de bij het besluit van de Regering van 12 juni 2003 vastgestelde structuur. Hij moet de volgende volgorde naleven : Inhoudsopgave en inventaris van de kaarten, opgave van de bijlagen Voorwoord Methodologische inleiding Analyse A. Thematische ontwikkelingen 1. De evolutie van de bevolking en de huisvesting 2.De evolutie van de werkgelegenheid en van de economische activiteiten 3. De voorzieningen van collectief belang en van openbare diensten 4.Het verkeer, de verplaatsingen, het parkeren en de verkeersveiligheid 5. De groene ruimten, het milieu, de hinder en de vervuiling 6.De openbare ruimten, de stadsvernieuwing, het stedelijk landschap, het opmerkelijk onroerend erfgoed en de algemene toestand van het vastgoedpark B. Planologische en verordenende instrumenten van de gemeentelijke stedenbouw Operationeel deel : gemeentelijk project 1. Doelstellingen en prioriteiten 2.Aan te wenden middelen en te nemen maatregelen 3. Tabellen van de bijzondere aanwendingsmaatregelen B.SCHRIFTELIJKE INHOUD I. Methodologische inleiding Een inleiding van methodologische aard is noodzakelijk om de leek in staat te stellen het kader waarin het GemOP past af te bakenen en om over te brengen dat het GemOP de drager is van de politieke visie van de gemeente.
De volgende thema's zouden moeten worden aangesneden : - de doelstelling van het GemOP (concreet beleidsinstrument voor de gemeente, plaats in de planning); - zijn levensduur, uitwerkingsprocedure (blijk geven van soepelheid en niet zomaar de bepalingen van de OOPS blindelings overnemen); - in voorkomend geval, de door het College als essentieel beschouwde elementen waarop de klemtoon wordt gelegd; - op langere termijn, een samenvatting van de uit het eerste GemOP te trekken lessen; - de structuur en de samenstelling van het dossier : bijlagen, atlas, woordenlijst,...; - de informatie en de deelname.
II. Analyse A. Thematische ontwikkelingen Voor elk thema vormt de vermelde inhoud aanbevelingen met richtinggevende waarde. Zonder volledigheid na te streven komt het er in feite op neer de verwachtingen zo goed mogelijk af te bakenen om elk misverstand of afwijkende interpretatie te vermijden. Meer dan het systematisch aanhalen van de verschillende aan te snijden thematieken, is het de bedoeling de vragen te suggereren waarop een antwoord wenselijk is.
Wanneer de gemeente beslist voorrang te geven aan dit of dat thema, toont deze rondzendbrief aan wat de synthese zou kunnen bevatten in termen van doelstellingen, prioriteiten en middelen. 1. De evolutie van de bevolking en van de huisvesting 1° Diagnose Bestaande feitelijke toestand en identificatie van de gemeentelijke indicatoren : - evolutie van de bevolking de laatste jaren (per statistische sector, via het Nationaal Register) en onderstrepen van de geografische bijzonderheden (per wijk); - hypothesen voor de verklaring van de waargenomen evoluties : invloed van de vergrijzing (voor de tegelijkertijd opgetrokken gebouwen, gewezen sociale woningen, residentiële wijken,...), kijken naar de parallel tussen de bevolkingsevolutie en het al dan niet bouwen van nieuwe woningen en er de conclusies uittrekken : toe- of afname van de grootte van de gezinnen, onderverdeling van gebouwen, bevolkingstoename dankzij nieuwe woningen,...; - bevolkingsdichtheid (per statistische sector) en relatie met de bebouwing; - onderscheid tussen Belgische en vreemde bevolking (per statistische sector), onderstrepen van de aanwezige nationaliteiten en waargenomen evoluties; - structuur per bevolkingsleeftijd, opmaken van een leeftijdsprofiel (per statistische sector) van de bevolking per wijk (vergelijking met het gemeentelijk gemiddelde); - Invloed van de natuurlijke en migratiebewegingen op de bevolkingsevolutie; - stabiliteit of niet van de bevolking (in termen van rotatie), bevolkingsbewegingen per leeftijdsgroep, per categorie Belgen/vreemdelingen; Welke zijn de meest mobiele bevolkingen? - gemiddelde grootte van de gezinnen, afstemming op de grootte van de woningen (groeiende toename van het aantal éénpersoonsgezinnen...); - specificiteiten van de niet ingeschreven bevolking : problematiek van de studentenkoten, van de rusthuizen, van de appart-hotels...; doen zij afbreuk aan de gemeentelijke doelstellingen (meer bepaald in termen van fiscale ontvangsten)? - aantal woningen, type (huis, appartement,...) aantal woningen per gebouw, met beoordeling van de aanwezige residentiële urbanisatievormen; - statuut van de ingetrokkenen (eigenaars, huurders), gevolgen op het al dan niet verankerd-zijn van de bevolking; - woningen die aan de OCMW's toebehoren of die ervan afhangen en, in voorkomend geval, de woningen die beheerd worden door de openbare vastgoedmaatschappijen die van de gemeente afhangen; - de leegstaande woningen (waaronder deze boven handelszaken), de stadskankers, de clandestiene kantoren : een middel om bevolking terug te winnen in afwezigheid van grondreserves en om bij te dragen tot de bewoonbaarheid van de wijken? - kwaliteit van de bebouwing : gemiddelde ouderdom, comfort, staat...; zijn er wijken die meer problemen stellen, waar de inspanningen van de gemeente geconcentreerd moeten worden? - problematiek van de onbewoonbaarheid, van de onderverdeling van woningen, van gemeubileerde woningen; - is de toegankelijkheid van de woning een probleem dat zich scherp stelt of niet? kwalitatieve beoordeling van de woongelegenheid : gerieflijkheid, buurtvoorzieningen, globale toestand van de openbare ruimte...) en externe hinder (lawaai, transitverkeer...); - beoordeling van de dynamiek van de residentiële markt : zijn de nieuwe bouwwerken eerder het resultaat van de privé- of van de openbare sector? - bestaande of ter studie zijnde openbare of privé-projecten (wedstrijden, herbestemming, bouw, onlangs afgegeven vergunningen of vergunningen waarvan de afgifte nog wordt onderzocht, ter studie zijnde wijkcontract); - beschikbare gronden (bouwgronden in woongebieden) of immobiliën (volledig of gedeeltelijk leegstaande gebouwen bestemd voor bewoning of die het kunnen zijn) : kan de gemeente nog uitgaan van een kwalitatieve toename van het aantal woningen (indien ja, lokalisering en raming van het aantal) of kan ze het alleen nog maar van hetgeen bestaat (kwalitatief beleid)? - ...
Bestaande rechtstoestand - wijkcontract; - specifieke gemeentelijke verordeningen; - verkavelingsvergunningen, aantal, periode van afgifte, belang (aantal woningen, nieuwe wegen), betrokken actoren (particulieren of vastgoedbedrijven), gedeeltelijke of volledige uitvoering, verjaring, belangrijke vergunningen in de studiefase. De exhaustieve beschrijving van de geldende verkavelingsvergunningen (niet verjaard) moet als bijlage worden opgenomen; - het afstemmen van de BBP's op de huidige opvattingen inzake huisvesting; - GSV; - ...
Middelen waarover de gemeente beschikt en gevoerd beleid; - parallelle volkstelling; - leidraden van het beleid inzake bevolking en huisvesting; - grondregie, sociaal vastgoedbureau; - toekenning van premies; - OCMW-woningen; - renovatie van gebouwen; - steun bij de verwerving van eigendom, bij de samenstelling van huurwaarborgen; - aanwending van de stedenbouwkundige lasten; - aanwending van de belasting op de kantoren; - heffing op gebouwen, op verlaten gebouwen,...; - deelname aan de wijkcontracten; - steun aan de GOMB-tussenkomsten; - ... 2° Grote bestaande projecten of in de studiefase, openbaar of privé - bestaande of in de studiefase verkerende openbare of privé-projecten (wedstrijden, herbestemming, bouw, onlangs afgegeven vergunningen of vergunningen waarvan de afgifte nog wordt onderzocht, ter studie zijnde wijkcontract);3° De gemeente in de gewestelijke context en in samenhang met haar buren - vergelijking met de gewestelijke gemiddelden;4° Identificatie van de gewestelijke doelstellingen : cfr.GewOP 5° Evaluatie van de behoeften 2.De evolutie van de werkgelegenheid en van de economische activiteiten 1° Diagnose Feitelijke toestand en identificatie van de gemeentelijke indicatoren - actieve bevolking in de verblijfplaats (type beroep,...); - bevolkingsinkomens (per statistische sector); - deel van de actieven en non-actieven (stempelaars, jongeren en gepensioneerden); - werkloosheidsstatistieken, onderstrepen van de op de arbeidsmarkt kwetsbare bevolkingsgroepen (via de structuur per leeftijd, origine, geslacht,...); - benadering van de actieve bevolking op de arbeidsplaats, per categorie (handen- of intellectuele arbeid, activiteitssectoren, zelfstandigen, vrije beroepen,...); - voornaamste tewerkstellingspolen (openbaar bestuur, non-profitsector, ondernemingen, KMO's, kantoorgebouwen, hotels,...), grootte van de inrichtingen, lokalisatie van de voornaamste activiteiten, aandeel van het gemeentebestuur in het totaal van de betrekkingen, uitstraling van de ondernemingen, eventueel bestaan van onderlinge onderaannemingen, - evolutie van het aantal arbeidsplaatsen sedert enkele jaren, verklaring van de waargenomen evoluties, beoordeling op de dynamiek van de activiteiten; - kwalitatieve beoordeling van de integratie van de economische activiteiten in de stadsstructuur (gemengdheid van de activiteiten, verenigbaarheid met de omgeving, toegangsvriendelijkheid); - welke mogelijkheden inzake ontwikkeling van de activiteiten (grondreserves, planologische mogelijkheden, reconversie van de gewezen economische structuur), welke mogelijkheden inzake verplaatsingen (afstemming van het wegennet op de behoeften aan verplaatsingen); - beoordeling van het bedrijven- en kantorenvastgoed (al dan niet dynamische markt, leegstaande gebouwen), eventuele problematiek gesteld door de reconversie van kleine ateliers of van verlaten industrieterreinen, staat van het economisch vastgoedpark; - verhouding tussen het aantal arbeidsplaatsen en het aantal inwoners, weerslag van de aanwezigheid van werkplaatsen in termen van arbeidsplaatsen voor de residentiële bevolking; - kenmerken van het handelsaanbod (raming van het aantal handelszaken, kernen, dynamiek, markten, grootwarenhuizen); - beoordeling van de voorzieningen van de wijken op het vlak van buurtwinkels, onderstrepen van de eventuele lacunes, integratie van de kernen in de stadsstructuur, ontmoete problematieken (parkeren, properheid, toegankelijkheid,...); - specificiteiten van de gemeenten (meer bepaald inzake horeca; - ...
Bestaande rechtstoestand - welke plaats wordt er aan het economische (kantoren, ondernemingen, handelszaken,...) toebedeeld in de BBP's en in het GBP?; - eventuele gemeentelijke verordeningen; - ...
Middelen waarover de gemeente beschikt en gevolgd beleid : - acties van de gemeente ten gunste van de werkgelegenheid en de vorming (PWA, OCMW, werkgelegenheidsdienst, lokale opdracht, tewerkstellingsbeurs...); - beleid van de gemeente : welk standpunt tegenover de functionele mutaties, tegenover aanvragen om bedrijfsuitbreidingen, lobbying, bedrijfsrepertoria, bedrijvencentra, ter beschikking stelling van terreinen...; - gemeentelijke acties ten gunste van de handel en de middenstand, steun aan de handelsverenigingen, bestaan van overlegcommissies ...; - handelskerncontracten; - ... 2° Grote bestaande projecten of in de studiefase, openbaar of privé - grote projecten van tewerkstellingspolen of van belangrijke economische activiteiten (openbaar bestuur, non-profitsector, ondernemingen, KMO's, kantoorgebouwen, handelspolen, hotels,...) 3° De gemeente in de gewestelijke context en in samenhang met haar buren - deel van de werknemers die in de gemeente wonen in verhouding tot de pendelaars, vergelijking met het Gewest; - belangrijkste buiten de gemeente maar dichtbij haar grenzen gelegen polen van belangrijke werkgelegenheid of economische activiteiten (openbaar bestuur, non-profitsector, ondernemingen, KMO's, kantoorgebouwen, handelspolen, hotels,...); - door de ene of de andere pool van werkgelegenheid of economische activiteiten in de aangrenzende gemeenten uitgeoefende invloed; - gewestelijk, nationaal of internationaal karakter van bepaalde activiteiten; - beoordeling van de lokalisatie van de gemeente in verhouding tot de grootste fluxen (transport, verkeer) en tot het economisch hinterland van Brussel; - specificiteiten van de gemeenten (industrieparken, acties van de GOMB, oude industrialisering of niet, reconversie van de gebouwen, ambassades, functionele mutaties, klassieke kantoorgebouwen, toerisme(2) en hotelwezen...); 4° Identificatie van de gewestelijke doelstellingen : cfr.GemOP 5° Evaluatie van de behoeften 3.De voorzieningen van collectief belang en van openbare diensten 1° Diagnose Bestaande feitelijk toestand en identificatie van de gemeentelijke indicatoren Het onderwijs : - de voornaamste schoolinrichtingen, ongeacht het type : net en type (kleuter, lager, secundair, hoger, avond), aantal leerlingen, lokalisatie en dekking van het grondgebied door de schoolinrichtingen,...); - gemeentelijk onderwijs : naam van de instellingen, type (lager, secundair, muziekacademie, bijzonder onderwijs, sociale promotie,...), aantal leerlingen en evolutie, verband met de evolutie van de totale bevolking, afstemming van de capaciteit van de instellingen op het aantal leerlingen, indien mogelijk, aandeel van het gemeentelijk onderwijs in het totaal van de leerlingen die in de gemeente omgaan, beoordeling van de voldoening of niet van de behoeften, eventuele band tussen bedrijven en scholen,...; - de schoolinstellingen en hun omgeving : beveiliging van de directe omgeving, bijzondere problemen (gebied voor prioritaire opvoeding, preventie,...), ter beschikking stelling van klaslokalen buiten de lesuren, bestaan van grondreserves,...;
Het onthaal van kleuters : - De voornaamste bestaande infrastructuren (kinderkribbes, kinderdagverblijven, speelpleinen voor jonge kinderen,...); - Onderstrepen van de minder goed voorziene wijken.
Cultuur en toerisme : - de voornaamste bestaande infrastructuren (+ uitstraling) : theaters, bioscopen, musea, culturele centra,... - het verenigingsleven. - pôles d'attraction touristiques Sport : - toegangsvoorwaarden van de infrastructuren (open voor iedereen of privé-clubs); - eventuele hinder, problemen van verenigbaarheid met de omliggende functies; - specificiteit van bepaalde voorzieningen van gewestelijk, nationaal of internationaal belang; - onderstrepen van de wijken die minder goed voorzien zijn dan andere;
Het jongerenbeleid : - de voornaamste bestaande infrastructuren en/of verenigingen (speelpleinen, jeugdhuizen, ...);
Het beleid inzake derde leeftijd : - de voornaamste bestaande infrastructuren;
De gezondheidsvoorzieningen : - de voornaamste bestaande infrastructuren (ziekenhuizen, medische centra, uitstraling, eventueel hun capaciteit, ...); - relatief belang van de aanwezigheid van medische vrije beroepen; - eventuele integratieproblemen in het milieu (parkeren, toegankelijkheid,...); - de voornaamste bestaande infrastructuren;
Veiligheid en preventie : - in de gemeente waargenomen problemen (statistieken inzake criminaliteit, vandalisme, ...);
Het gemeentebestuur en de gebouwen van de gemeente : - de gebouwen van de gemeente voor openbaar gebruik (gemeentehuis, andere administratieve plaatsen, scholen, kinderkribben, opslagplaatsen, sporthallen, eredienstplaatsen,...) : beheer, staat, aangepastheid of niet van de gebouwen aan hun functie, optimaal gebruik of niet, ...; - huisvestingsvoorwaarden van het gemeentepersoneel (aanpassing van de lokalen, grootte, ...);
De andere, niet gemeentelijke voorzieningen : - de voorzieningen van uitzonderlijke aard (station, MIVB-stelplaats, kerkhof, federale wetenschappelijke instellingen, ...); - de eredienstplaatsen; - de kleine voorzieningen (post, telefooncellen, ...); - integratie van de voorzieningen in hun omgeving;
Bestaande rechtstoestand - geldende verordenende bepalingen inzake bodembestemming (gebieden voor voorzieningen, gebieden voor sport en vrije tijd in de open lucht, ...);
Middelen waarover de gemeente beschikt en gevolgd beleid - elementen van het gemeentelijk beleid inzake onderwijs, op kwalitatief en kwantitatief vlak; - het gemeentelijk beleid ten opzichte van de allerkleinsten (menselijke en financiële middelen, kinderkribben, kinderopvang, thuisopvang van zieke kinderen, kinderdagverblijven, ...); - elementen van het gemeentelijk cultureel beleid : menselijke en financiële middelen, bibliotheken, musea, organisatie van happenings en animatie, toekennen van subsidies, programmatie van het cultureel centrum, artiestenomloop, erfgoeddagen, cultureel erfgoed van de gemeente, acties gevoerd in samenwerking met de muziekacademie, ter beschikking stellen van lokalen door de gemeente, ...; - elementen van het gemeentelijk toeristisch beleid (bewegwijzering van de monumenten, VVV, publicatie van informatieblaadjes, van gidsen, ...); - elementen van het gemeentelijk sportbeleid : gemeentelijke sportinfrastructuren, menselijke en financiële middelen, gebruik van de schooluitrustingen, buitenschoolse activiteiten, organisatie van evenementen, subsidies, afstemming van het aanbod op de vraag, infrastructuren buiten het gemeentelijk grondgebied, ruimtelijke verdeling van de voorzieningen in verhouding tot de bevolkingsdichtheid of tot de omvang van het aantal jongeren in de wijk, ...; - concurrentie/complementariteit met de andere bestaande sportinfrastructuren (privé); - houding van de gemeente tegenover de grote privé-sportinfrastructuren; - het gemeentelijk jongeren- en kinderbeleid : menselijke en financiële middelen, ter beschikking gestelde lokalen (jeugdhuizen...), speelpleinen en -terreinen voor tieners, georganiseerde activiteiten (buitenschools, vakantiestages, taakklassen, ...), doelgroep, spelotheek, subsidies aan de verenigingen, intergeneratie-ontmoetingen, jeugdadviescommissie, ...; - concurrentie/complementariteit met de andere bestaande jeugdinfrastructuren; - complementariteit tussen sociale begeleiding en het aanbod aan diverse activiteiten voor de jeugd; - het gemeentelijk seniorenbeleid (menselijke en financiële middelen, seniorenhuizen, activiteiten, subsidies, maaltijden thuis, administratieve hulp, intergeneratie-ontmoetingen, OCMW-home, excursies, dienst teleonthaal, ...); - elementen van het gemeentelijk gezondheidsbeleid (gemeentelijk medisch centrum, PMS, gezondheidsadviescommissie, ...); - beoordeling van de voldoening of niet van de behoeften; - de sociale actie op het vlak van de gemeente; het OCMW (aantal geholpen personen, evolutie, infrastructuren, voorgestelde diensten, onderstrepen van de wijken waarin zich de problemen concentreren, begroting, ...); - sociale integratie, sociaal luik van de wijkcontracten of van de initiatiefwijken (in voorkomend geval); - concurrentie/complementariteit met de andere bestaande sociale infrastructuren; - ontwikkeling van de buurtwerkgelegenheid; - de geïntegreerde lokale politie (centraal commissariaat en lokale antennes, manschappen, werking, behoeften, aanwezigheid in de wijken, bijzondere problemen, behoeften aan opleiding, ...); - in voorkomend geval, preventie-, veiligheids- en maatschappijcontract, strijd tegen de stadsbendes ... korte voorstelling en evaluatie van de projecten; - beoordeling van de voldoening of niet van de behoeften; - ... 2° Grote projecten, bestaand of ter studie, openbaar of privé - projecten voor het bouwen, uitbreiden of creëren van onderwijsinstellingen; - projecten voor het openen van nieuwe onderwijsafdelingen; - openbare of privé-projecten, bestaande of ter studie (belangrijke vergunningen, onlangs afgegeven, in de onderzoeks- of studiefase); ... 3° Gemeente in de gewestelijke context en in samenhang met haar buren - deel van de leerlingen die in de gemeente, in de aangrenzende gemeenten en in de rest van het Gewest wonen; - de voornaamste infrastructuren en/of verenigingen van gewestelijk, nationaal of internationaal belang; - belangrijkste buiten de gemeente maar dichtbij haar grenzen gelegen infrastructuren en/of bestaande verenigingen; - eventuele hinder, problemen van verenigbaarheid met de omliggende functies van de aangrenzende gemeenten of afkomstig van op het grondgebied van een aangrenzende gemeente gelegen installaties; - specificiteit van bepaalde voorzieningen van gewestelijk, nationaal of internationaal belang ( + aantrekkingskracht) : universiteiten, hogescholen, gespecialiseerde scholen, theaterzalen,filmzalen, musea, culturele centra, zwembaden, sportterreinen, sportcentra, speelpleinen, jeugdhuizen voorzieningen voor gezondheidszorg...; - toeristische attractiepolen van gewestelijk, nationaal of internationaal belang; ... 4° Identificatie van de gewestelijke objectieven : cfr.GewOP 5° Evaluatie van de behoeften 4.Het verkeer, de verplaatsingen, het parkeren en de verkeersveiligheid De inhoud van de verschillende aspecten van deze thematiek zal indien nodig beperkt blijven tot het vermelden en becommentariën van de opmerkelijkste resultaten van de GemMP 1° Diagnose Bestaande feitelijke toestand en identificatie van de gemeentelijke indicatoren : De verkeersstromen : - mobiliteit van de gezinnen ( autodichtheid, ...); - verkeergenererende polen; - verkeersstromen (resultaten van bestaande tellingen, ...); - functionele hiërarchische indeling van de wegen (op het terrein waargenomen situatie); - opstoppings- of saturatiegebieden, moeilijkheden verbonden aan punctuele maar terugkerende evenementen (schouwburgen, ...); - verkeersonveiligheid en ongevallen; - zones 30, residentiële zones; - taxi's; - vrachtwagens - ...
Het parkeren : - gebruik van de tuintjes en inspringstroken in de parkeergebieden; - privé- en openbare parkings, ontradingsparkings; - zones waar het moeilijk parkeren is (stationeren verbonden aan handelszaken, aan de bedrijven en aan de woningen); - stationeren van vrachtwagens, autocars; - problematiek van de leveringen; - eventuele evaluatie van de parkeercapaciteiten; - ...
De verplaatsingen te voet : - beoordeling van het gemak of niet van de verplaatsingen; - aantrekkingspolen voor de voetgangers (scholen, handelskernen); - voet- en wandelpaden; - ondergrondse doorgangen; - mobiliteit van de mindervaliden; - bestaan van versperringen; - ...
De verplaatsingen per fiets : - beoordeling van het reliëf en van het gemak of niet van de verplaatsingen - aantrekkingspolen voor de fietsers; - nodige infrastructuren (fietspaden en -wegen, fietsenstallingen, ...); - bestaan van versperringen; - beperkt éénrichtingsverkeer; - comfort van de verplaatsingen; - conflictgebieden met het gemotoriseerd verkeer; - ...
Het openbaar vervoer (trein, tram, bus, metro) : - het aandoen van de gemeente, gebieden met slechte verbindingen; - frequentie, doeltreffendheid, reissnelheid, eigen banen,...; - probleemgebieden; - gemakkelijke toegankelijkheid van de haltes voor fietsers en voetgangers; - comfort van de haltes; - intermodaliteit met de andere verplaatsingsmiddelen; - ...
Bestaande rechtstoestand - statuut van de wegen; - rooiplannen (enkel wanneer zij een probleem vormen); - eventueel bestaan van mobiliteitscontracten met het Gewest; - GBP, Irisplan; - door BBP's bekrachtigde rooilijnen - buurtwegen en -paden; - ...
Middelen waarover de gemeente beschikt en gevolgd beleid : - verkeersbeheer, éénrichtingswegen, verkeerslichten, voorrangswegen, ...; - beveiliging van de openbare ruimte (rotondes, plateaus, zones 30, ...); - weigering van vergunning voor parkeren op binnenterreinen van huizenblokken; - door de gemeente gevoerd beleid ten gunste van de voetgangers en fietsers; - parkeerbeheer (blauwe zones, parkeermeters, kaarten voor buurtbewoners, voorbehouden parkeren voor het corps diplomatique, voor mindervaliden, ...); - bestaan van een gemeentelijk verkeersplan; - ... 2° Grote projecten, bestaand of ter studie, openbaar of privé - eventuele aanleg van nieuwe wegen via de verkavelingsvergunningen of de BBP's;3° Gemeente in de gewestelijke context en in samenhang met haar buren - verkeersgenererende polen van gewestelijk, nationaal of internationaal belang; - buiten de gemeente, maar dicht bij haar grenzen gelegen verkeersgenererende polen; - aantrekkingspolen voor de voetgangers (scholen, handelskernen); - standpunt van de gemeente tegenover grote inzetten zoals het GEN of de HST; - coëxistentie of complementariteit van openbaar vervoer; - noodzaak aan samenhang van gemeente tot gemeente op vlak van verkeer, parkeren, voetganger- en fietserverkeer en openbaar vervoer; 4° Identificatie van de gewestelijke doelstellingen : cfr.GewOP en Irisplan 5° Evaluatie van de behoeften 5.De groene ruimten, het milieu, de hinder en de vervuiling 1° Diagnose Bestaande feitelijke toestand en identificatie van de gemeentelijke indicatoren : De groene ruimten en het natuurbeheer : - openbare parken, natuurgebieden, semi-natuurgebieden, met bomen beplante eigendommen, ophogingen, kleine wijktuintjes, groentetuinen, kerkhoven, binnenterreinen van huizenblokken,...; - onderstrepen van de rol van de groene ruimten : recreatief, verpozend, biologisch, landschappelijk,...; - staat van de paden, van de begroeiing, van het meubilair... van de openbare parken; - aantrekkingskracht en bezoek van de openbare parken; - aanwezigheid van sport- of ontspanningsinfrastructuren; - ruimtelijke indeling; - afstemming op de behoeften van de bevolking; - rooibomen, opmerkelijke bomen;; - groen maaswerk; - waterlopen, watervlakten, hydrografische structuur, blauw maaswerk; - overblijvende ruimten (braakliggende gronden...); - beoordeling van de toegankelijkheid van de groene riuimten (in verhouding tot het bestaan van versperringen, tot hun openbaar of privé-karakter; - ...
Het water- en afwateringsbeleid : - structuur en omvang van het afwateringsnet, scheiding van het riool- en het regenwater (de verbinding maken met de eventuele uitbreidingen van de woongebieden, bedrijfsgebieden,...); - staat van het afwateringsnet; - stormbekken, eventuele overstromingsproblemen; - staat van het distributienet; - ...
Het energieverbruik, de hinder en de vervuiling : - openbare netheid : aard van de problemen (afval van winkels, bedrijven, hondenpoep, tags,...) en identificatie van de zwarte punten (sluikstorten); - buurtconflicten, geluids- en geurhinder; - diverse geluidsbronnen (wegverkeer, spoorweg, horeca); - ecoverbruik; - plaatselijke specificiteiten (bvb. vroegere stortplaatsen, aanwezigheid van bijzonder vervuilende ondernemingen,...); - ...
Bestaande rechtstoestand : - bij toepassing van de wet van 12/07/1973 op het natuurbehoud en de ordonnantie van 27/04/1995 op de bewaring en de bescherming van de natuur beschermde ruimten; - beschermde landschappen, beschermingsgebied en bij toepassing van de wet van 07/08/1931 op de bescherming van de monumenten en landschappen en van de ordonnantie van 04/03/1993 inzake het behoud van het onroerend erfgoed op de bewaarlijst ingeschreven landschappen; - goederen die op de wettelijke inventaris voorkomen; - confrontatie met het GBP van de bestaande feitelijke toestand; - plaats van de groene ruimten in de BBP's; - gemeentelijke verordening op de bescherming van de bomen op de binnenterreinen van huizenblokken;; - gemeentelijke of politieverordeningen (op de zinkputten, de ondergrondse waterbekkens, de verdeling van reclamedrukwerk, ...); - netheidscontract met het Gewest; - ...
Middelen waarover de gemeente beschikt en gevoerd beleid : - houding van de gemeente tegenover de grote grondeigendommen (in geval van aanvragen om verkaveling, ...); - voorlopig gebruik van de onbebouwde terreinen als kleine groene wijkruimten; - onderhoud en beheer van de groene ruimten; - gevelbebloemingswedstrijden; - aanmoediging van de gevelbegroening; - specifiek beheer van de rooibomen; - ontwikkeling van het groen maaswerk bij de herkwalificatie van de openbare ruimten (rotondes, ...); - partnerships met de milieuorganisaties; - door de gemeente genomen maatregelen om het energieverbruik te beperken (Rationeel Energieverbruik, ter beschikking stellen van fietsen voor het gemeentebestuur, isolatie van de gebouwen, ...); - door de gemeente gevoerde acties om de particulieren te sensibiliseren (energieloket,...); - door de gemeente genomen maatregelen om het waterverbruik te verminderen (terugwinning van regenwater,...); - via verordeningen door de gemeente opgelegde maatregelen (verplichte regenputten, het beperken van de mineralisatie van percelen in geval van verkaveling - eventuele specifieke verplichtingen, bijvoorbeeld, deze die aan de winningsgebieden verbonden zijn; - invloed van het bouwrijp maken van de straten op afgifte van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen, ...; - jaarlijks budget voor de afwatering door de gemeente; - beleid inzake openbare netheid (vegen, vuilnisbakken); - beleid inzake afvalbeheer binnen het gemeentebestuur en tegenover de inwoners (containerpark, promotie van de recyclage, terugwinning van tuinafval, ...); - beheer van de milieuvergunningen; - eco-adviesdienst; - sensibiliseringscampagnes, vorming van meester-composteerders; - deelname aan supragemeentelijke acties; - beheer van de eventuele tegenstrijdigheden tussen de herkwalificatie van de openbare ruimten en de geluidshinder (geluid van het verkeer op de straatstenen, geluid van de voertuigen door de verkeersdrempels); - gebruik van minder luidruchtige wegbedekkingen; - plaatsing van geluidsschermen; - promotie van de isolatie van gebouwen, van het gebruik van geluiddempende bouwmaterialen; - belasting (principe van vervuiler/betaler); - ... 2° Grote bestaande projecten of in de studiefase, openbaar of privé - projecten, bestaande of ter studie (belangrijke vergunningen, onlangs afgegeven, in het onderzoeksstadium of ter studie); - hernieuwing of renovatie van de collectoren; - hernieuwing of renovatie van de distributieleidingen; - aanleg van stormbekkens; 3° Gemeente in de gewestelijke context en in samenhang met haar buren - specificiteit van bepaalde groene ruimten van gewestelijk, nationaal of internationaal belang; - de voornaamste buiten de gemeente maar dichtbij haar grenzen gelegen groene ruimten of gezondheidsvoorzieningen; - algemene plaats in de Brusselse afwatering (collectoren, ...); - noodzaak van samenhang tussen de gemeenten inzake distributie, ophaling, beheer van de overstromingsproblemen, ...; - de voornaamste buiten de gemeente maar dichtbij haar grenzen gelegen bronnen van hinder; - specificiteiten van bepaalde bronnen van hinder die de gemeentegrenzen overschrijdt of van gewestelijk belang is; 4° Identificatie van de gewestelijke objectieven : cfr.GemOP, gewestelijk groen maaswerk, gewestelijk blauw maaswerk 5° Evaluatie van de behoeften 6.De openbare ruimten, de stadsvernieuwing, het merkwaardig onroerend erfgoede en de algemene toestand van het vastgoedpark 1° Diagnose Bestaande feitelijke toestand en identificatie van de gemeentelijke indicatoren : - Identificatie van de problemen : verslechtering van de perspectieven, stadsbarrières, plaatsen waar de algemene toestand van de bebouwing te wensen overlaat, te dichte bezetting van de binnenterreinen van de huizenblokken, aftakeling van de openbare ruimte door de auto's, stadskankers, braakliggende terreinen,...; - Stadsmeubilair, openbare kunst (beeldhouwwerken, monumenten), verlichting; - Publiciteit, bewegwijzering - Staat van de openbare ruimten (wegen, voetpaden, pleinen,..); - Beheer van de wegenwerken (interventie van de concessiehouders); - Gebruik van de openbare ruimte voor stadsanimatie (markten, rommelmarkten, feesten, ...); - Landschapsrol van de groene ruimten; - Architecturaal en stedenbouwkundig erfgoed (monumenten en gehelen) al dan niet beschermd; - de voorwaarde voor de realisatie en actualisering van een inventaris van de onbewoonbare, verlaten en leegstaande gebouwen - ...
Bestaande rechtstoestand : - Monumenten en gehelen, beschermd (+ beschermingsgebied) of op de bewaarlijst ingeschreven bij toepassing van de wet van 07/08/1931 op de bescherming van de monumenten en landschappen en van de ordonnantie van 04/03/1993 inzake het behoud van het onroerend erfgoed op de bewaarlijst ingeschreven landschappen; - Goederen die voorkomen op de wettelijke inventaris (monumenten van de Leopoldwijk); - Reglementering inzake publiciteit : GSV (en BBP in voorkomend geval); - Gemeentelijke verordening inzake paraboolantennes, uithangborden en reclame, ...; - Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening; - Gezoneerde stedenbouwkundige verordening; - GCHEWS; - Wijkcontracten (luiken openbare ruimten), initiatiefwijken; - Politieverordeningen (onderhoud van de voetpaden, ...); - ...
Middelen waarover de gemeente beschikt en gevoerd beleid : - Gemeentelijk beleid om de staat van de bebouwing te verbeteren; - Beleid ter verfraaiing van de openbare ruimten (aanplantingen, fonteinen, gevelbebloemingswedstrijden); - Aandacht aan acties die wijzigingen in de gezichtsperspectieven kunnen inhouden; - Strijd tegen de stadskankers (belasting, ...); - Acties van de gemeente om de architecturale kwaliteit te vergroten (architectuurwedstrijden); - Budget dat jaarlijks door de gemeente voor wegen en voetpaden gereserveerd wordt; - Beleid inzake herstelling van de wegen en voetpaden (meerjarenplannen); - ... 2° Grote bestaande projecten of in de studiefase, openbaar of privé 3° Gemeente in de gewestelijke context en in samenhang met haar buren 4° Identificatie van de gewestelijke doelstellingen : cfr.GewOP 5° Evaluatie van de behoeften II.B. Planologische en verordenende instrumenten van de gemeentelijke stedenbouw 1. Bijzondere bestemmingsplannen Bij toepassing van artikel 36 van de OOPS moet de overeenstemming van de bestaande bijzondere bestemmingsplannen met het gewestelijk bestemmingsplan worden nagegaan en, in voorkomend geval, moeten ze worden gewijzigd om ze conform te maken, of moeten ze zelfs worden opgeheven. Krachtens artikel 65septies van de OOPS moet het gemeentebestuur, wanneer de opheffing van een BBP, voor het geheel of een deel van zijn perimeter, gepland werd door een gemeentelijk ontwikkelingsplan, de beslissing tot opheffing goedkeuren binnen de zes maand na de inwerkingtreding van het gemeentelijk ontwikkelingsplan. Bij ontstentenis kan de Regering zijn plaats innemen en rechtstreeks tot de opheffing overgaan. 2. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen Bij toepassing van artikel 171 van de OOPS moet de overeenstemming van de bestaande bijzondere bestemmingsplannen met het gewestelijk bestemmingsplan worden nagegaan en, in voorkomend geval, moeten ze worden gewijzigd om ze conform te maken, of moeten ze zelfs worden opgeheven. III. Operationeel deel : gemeentelijk project 1. Doelstellingen en prioriteiten De doelstellingen en prioriteiten zullen rechtstreeks uit de thematische analyses voortvloeien en zowel afhankelijk zijn van elke gemeente of deelgemeente als van de door de gemeentelijke overheid gemaakte strategische keuzen.Wanneer die overheid beslist dit of dat aspect op de voorgrond te plaatsen, duidt de hieronder volgende opsomming voor elk thema aan wat de synthese zou kunnen inhouden in termen van doelstellingen of prioriteiten. Elke doelstelling of prioriteit kan in één enkel, of in twee of meerdere thema's thuishoren. Het is om deze transversaliteit mogelijk te maken dat de synthese zich zal distantiëren van de thematische structuur van het voorgaand deel.
Bevolking en huisvesting : - stabilisering of toename van de bevolking; - beperking van het vertrek van jonge gezinnen met kinderen; - opstellen van een reglement over de indeling van de woongebouwen; - oprichting van een sociale huisvestingsmaatschappij; - oprichting van een gemeentelijke observatorium van de bevolking en van de huisvesting;; - uitwerken van een BBP om de urbanisatie van een nieuwe wijk te omkaderen; - concretisering van de projecten van de grondregie en/of stimulatie van haar rol; - toekenning van gemeentelijke renovatiepremies; - belasting op verlaten en/of niet gebruikte woningen; ...
Tewerkstelling en economische activiteiten : - versterking van de rol van het OCMW op het vlak van beroepsopleiding, door het onderscheid te maken tussen de acties die de gemeente zelf op het getouw kan zetten (bijvoorbeeld indienstneming PWA, artikels 60, vermindering van de werktijd met compenserende aanwerving ...) en die tegenover derden (bijvoorbeeld de organisatie van informatiesessies voor de werklozen ...); - partnership met de GOMB om de uitbreiding van een industriepark mogelijk te maken; - uitwerking van een BBP om de reconversie van een oude bedrijfsruimte optimaal te organiseren; - oprichting van een gemeentelijk handelsobservatorium; - indienstneming van een handelsmanager; - ...
Voorzieningen : - opening van bijgebouwen, uitbreidingen ... (in verband te brengen met de ontwikkelingsmogelijkheden van nieuwe wijken en de demografische vooruitzichten) bij onderwijsinstellingen; - organisatie van taakklassen; - antwoord op de waargenomen behoeften inzake opvang van kleuters, sportinfrastructuren, het jeugdbeleid, het beleid inzake 3e leeftijd, gelet op de voorziene ontwikkeling van nieuwe wijken, van de demografische evolutie; - ontwikkeling van nieuwe sportinfrastructuren of modernisering van de bestaande infrastructuren; - renovatie-, verhuis-, uitbreidings- en transformatieprojecten (3) van de lokalen van het personeel van het gemeentebestuur; - ...
Verkeer, verplaatsingen en parkeren : - toepassing, op gemeentelijke schaal, van de principes van het Irisplan; - arbitrage tussen de voorschriften van de vlotte doorstroming van het verkeer en de leesbaarheid van de stad; - omzetting van de verwachte gevolgen op het verkeer van de toekomstige ontwikkelingen van de gemeente (verkavelingen, urbanisatie van nieuwe wijken, nieuwe bedrijfsgebieden,...); - inwerkingstelling van het intermodaliteitenconcept; - aanduiding van de verzamelwegen en van de interwijkenwegen; - ...
Groene ruimten, milieu, hinder en vervuiling : - uitwerking van de beheersplannen van de groene ruimten; - aankoop van terreinen om er groene ruimten van te maken; - indienstneming van onderhoudspersoneel voor de groene ruimten; - voorzieningen voor wegen en wijken zonder rioleringen; - realisatie van een onderzoekscampagne van de staat van de rioleringen; - realisatie van punctuele werken; - aankoop van materiaal voor de ophaling of de behandeling van afval; - aanwerving van personeel voor de ophaling of de behandeling van afval; - herdefiniëring van de veegzones; - opening van een containerpark; - ...
Openbare ruimten, stadslandschap en opmerkelijk onroerend erfgoed : - uitwerking van een lichtplan; - uitwerking van een meerjarenplan voor de herstelling van wegen en voetpaden, voor de vernieuwing van stadsmeubilair; - realisatie van infrastructuurwerken (wegen, voetpaden, rioleringen, stadsmeubilair, ...); - ... 2. In te zetten middelen Voor de interactie tussen deze doelstellingen en prioriteiten zal het nodig zijn verschillende middelen in te zetten die zullen afhangen hetzij van de gemeente alleen, hetzij van een partnership tussen de gemeente en een andere operator, openbaar of para-openbaar.Deze middelen kunnen bijvoorbeeld zijn : - vrijmaken van budgetten voor de aankoop van een goed, voor het uitvoeren van werken, voor de aankoop van materiaal of voor de aanwerving van personeel, het toekennen van premies, ...; - heruitrichting van de activiteit van bepaalde gemeentediensten, toewijzing van een personeelslid voor een welbepaalde opdracht; - invoering of wijziging van bepaalde politieverordeningen, van belastingen, ...; - uitwerking, wijziging of gehele of gedeeltelijke opheffing van bepaalde bijzondere bestemmingsplannen; - uitwerking, wijziging of gehele of gedeeltelijke opheffing van bepaalde gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen; - ... 3. Tabellen van de bijzondere aanwendingsmiddelen Twee voorstellingswijzen bieden de beste leesbaarheid en doeltreffendheid voor de synthese : kaarten en tabellen.Zij geven een globaal beeld van de acties die de gemeente van plan is te voeren en, in voorkomend geval, hun lokalisering. Een dergelijke voorstelling vergemakkelijkt daarenboven de aanvullingen en bijwerkingen en geeft al haar betekenis aan de notie zelf van het plan;
De tabellen zullen de volgende vorm aannemen (zie hieronder). De tabellen moeten in feite de nadruk leggen op de concrete (bijzondere maatregelen) en lokaliseerbare acties die voortvloeien uit de door de gemeente gevoerde beleid, door het onderscheid te maken tussen de acties waarvan de aanwending onder de bevoegdheid van de gemeente valt en deze waarvan de realisatie van andere openbare of para-openbare overheden afhangt;
Wat de kaarten betreft, die zullen aan de lokalisatie van de voornaamste geplande interventies, zowel op het vlak van vastgoed als op dat van openbare ruimten en wegen gewijd worden;
Bijkzondere aanwendingsmiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Toelichting bij de tabel 1.
De nuance tussen hoofdactor en bijkomstige actor laat toe de diverse actoren waarvan de interventie noodzakelijk is voor de aanwending van de maatregel, te onderstrepen.
De hoofdactor is hetzij degene waarvan de realisatie van de maatregel afhangt wanneer de gemeente op dat vlak slechts weinig bevoegdheden heeft (bijvoorbeeld de MIVB in het geval van de wijziging van een buslijn) hetzij de gemeente zelf;
De bijkomstige actoren zijn zij waarvan de medewerking gezocht wordt om de gemeente te helpen om zelf de maatregelen waartoe zij beslist heeft, aan te wenden (bijvoorbeeld een projectauteur in het kader van de uitwerking van een BBP,...); 2.
Het type maatregel beslaat 4 noties. Men stelt inderdaad het bestaan vast van maatregelen die vallen onder : - administratieve organisatie, bijvoorbeeld de opleiding van gemeentepersoneel, aspecten van het beheer, informatie, participatie; - begroting, die betrekking hebben op de bestemming van de financiële middelen (toekenning van gemeentepremies), of ook nog fiscale maatregelen (belastingen); - investeringen, die een investering vereisen (bijvoorbeeld de bouw van een cultureel centrum); - verordeningen, wijziging of opheffing van lagere plannen die strijdig zijn met de doelstellingen van het GemOP, nieuwe verordeningen, ...; 3.
De acties kaderen in 3 verschillende termijnen : - De maatregelen op korte termijn zijn voornamelijk deze die op uitvoering wachten of waarvoor de waarschijnlijkheid van een snelle uitvoering (binnen maximum 3 jaar) groot is; - De maatregelen op middellange termijn (tussen 4 à 6 jaar) zijn die waarvan het principe werd goedgekeurd maar waarvoor de uitvoeringsmodaliteiten nog niet gedefinieerd zijn (soms zijn de voorstudies nog niet gemaakt); - Tenslotte, de maatregelen op lange termijn (meer dan 6 jaar) zijn die waarvan de concretisering onzeker is en waarvan de uitvoerbaarheid nog moet worden bevestigd; 4.
Inzake begrotingen : - Het is duidelijk dat een raming van de budgetten voldoende is. Het is om allerlei redenen onmogelijk de beschouwde bedragen op de cent na vast te leggen; - Vermelden of de BTW al dan niet is inbegrepen; - Het merendeel van de budgetten verwijzen naar een uitgave, maar het is ook niet onmogelijk dat men inkomsten verwacht (bijvoorbeeld bij de verkoop van vastgoed), die ook vermeld moeten worden; - Het onderscheid maken tussen de recurrente uitgaven (bijvoorbeeld de indienstneming van personeel) en de uitgaven van uitzonderlijke aard die niet jaar in jaar uit voorkomen (bijvoorbeeld, de bouw van een sporthal). Men moet eraan herinneren dat het GemOP voornamelijk te maken heeft met uitgaven die onder de buitengewone begroting vallen; - De kostprijs van sommige acties kan niet altijd worden becijferd door de onzekerheid wat hun realisatie betreft (meer bepaald de op lange termijn voorziene maatregelen) of ook nog door hun aard (goedkeuring van verordenende maatregelen,...); - De eventuele subsidies aanduiden (bijv. subsidie van het Gewest voor de aankoop van een verlaten gebouw), zowel de bekomen als de verwachte; - Er dient te worden gepreciseerd in welke begroting de investeringen kaderen, wetende dat de budgetten van het OCMW en van de grondregie onafhankelijk van het budget van de gemeente zijn.
C. CARTOGRAFISCHE INHOUD I. Richtlijnen inzake cartografische voorstelling 1. Algemeenheden 1.1.
De « papieren » kaarten zullen vervaardigd, en desnoods geplooid worden op DIN A3 of A4 formaat, compatibel met het formaat van het dossier. Ze zullen hetzij geïntegreerd worden in het GemOP-dossier, hetzij gehergroepeerd in de vorm van een atlas. De keuze van het formaat zal worden bepaald door de vereisten inzake nauwkeurigheid en leesbaarheid.
De kaarten van gemeentelijke projecten en eventueel de diagnosekaarten kunnen, indien nodig, gemaakt worden op een grotere schaal met het oog op het aanplakken naar aanleiding van een openbaar onderzoek. 1.2.
Indien nodig, zal een setfindingskaart of Bcalque bijgevoegd worden bij de kaarten van het dossier en/of de GemOP-atlas, indien deze bestaat. Hij zal minstens het volgende omvatten : - de gemeentegrenzen; - het tracé (zeer lichtjes) van de huizenblokken; - de naam van de hoofdstraten; - de naam van de voornaamste pleinen en gehuchten; - enkele opmerkelijke gebouwen;
De schaal van de calque zal natuurlijk aan die van de kaarten aangepast moeten zijn. 1.3.
De cartouche van de kaart zal minstens het volgende omvatten : - de naam van de gemeente; - het kaartnummer; - het nummer van het groot hoofdstuk waarnaar de kaart verwijst; - de expliciete en volledige titel van de kaart; - de aanduiding van het type kaart (beschrijvende kaart |M&van de bestaande feitelijke of van de rechtstoestand|M*, diagnose-, project- of voorstelkaart); - de precieze en zo goed mogelijk gestructureerde legende (en, indien nodig, met een duidelijk onderscheid tussen de beschrijvende elementen van de bestaande feitelijke toestand, van de rechtstoestand, de diagnose-, project- of voorstelelementen); - de grafische weergaveschaal; - de gedateerde bronnen; - de gebruikte kaartondergrond (met inbegrip van de versie...); - de naam van de auteur van de kaart;
De reproductiewijze zal compatibel zijn met de weergavekeuze; men zal vermijden een oorspronkelijk kleurendocument in zwart-wit te reproduceren, in de mate dat een deel van de informatie niet meer leesbaar zou zijn. 2. Kaartondergrond 2.1.
De kaarten zullen met het noorden naar boven georiënteerd worden.
Indien niet, zal het noorden duidelijk op de kaart worden aangeduid. 2.2.
Bij voorkeur de meest recente versie van de Brussels UrbIS ADM kaartondergrond (versie 1.90 of hoger) gebruiken. 2.3.
Indien nodig, beroep doen op externe cartografische elementen die van een bronvermelding voorzien zijn in hetzelfde projectiesysteem als Brussels UrbIS (Lambert Belge 71) (bijv. digitale IGN- kaart op 1/10.000). 2.4.
Erop letten op de kaartondergrond enkel de elementen weer te geven die onontbeerlijk zijn voor de setfinding van de relevante informatie.
Vermijden de kaart nodeloos te verzwaren door het gebruik van te gedetailleerde grafische elementen (bijvoorbeeld de voorkeur geven aan het huizenblok boven het kadastraal perceel, de straatnamen verwerpen ten gunste van kleinschalige kaarten,...). 2.5.
De gemeentelijke kaartondergrond zal de gemeentegrenzen met minstens 100 m overschrijden, of met meer indien nodig (om de cartografie van gegevens mogelijk te maken die buiten het gemeentelijk grondgebied liggen, maar pertinent zouden blijken voor de analyse). Een behandeling van deze overschrijding die gedifferentieerd is van de rest van de kaartondergrond zal de perceptie van de gemeentegrenzen vergemakkelijken. 2.6.
Het tracé van de kaartondergrond zal lichter zijn dan het tracé van de voorstelling van de informatie die eigen is aan de kaart, om alzo het lezen van de kaart te optimaliseren. 3. Voorstellingsschaal 3.1.
De keuze van de schaal wordt aan de beoordeling van de projectauteur overgelaten, in naleving van de precisie en de leesbaarheid van de informatie en voor zover ze gemakkelijk exploiteerbaar is (1/10.000, 1/5.000, 1/2.000, 1/1.000,...). Hij zal evenwel gedeeltelijk bepaald worden door het papierformaat van het document waarin de kaarten zullen worden ingelast (DIN A3 of A4). 3.2.
Het aantal verschillende schalen dat in eenzelfde document wordt gebruikt zal worden beperkt, om een zekere eenvormigheid in de voorstelling te waarborgen. 3.3.
Een gedeeltelijke cartografie van het gemeentelijk grondgebied moet worden overwogen om : - een nuttige informatie die op een nader bepaald deel van het grondgebied geconcentreerd staat, leesbaarder te maken; - bijzondere beleidslijnen die op een wijk gericht zijn te illustreren. 3.4.
De aanduiding van de schaal zal bij voorkeur grafisch gebeuren. In ieder geval, wanneer de numerieke schaal vermeld is, moet ze juist zijn (verkleinde reproducties zonder aanpassing van de numerieke schaal uitsluiten). 4. Legende Dit aspect van de cartografie is fundamenteel want het is de vector bij uitstek van de boodschap die de auteur wil overbrengen.Een slecht gebruik van symbolen kan het lezen van de informatie vervalsen of een onmiddellijke lectuur onmogelijk maken. 4.1.
De auteur van de kaart zal letten op de coherentie tussen de gekozen kleuren en de weer te geven waarden. De keuze van de kleurengamma's zal door de volgende principes worden bepaald : - indien nodig geven de kleuren de toe- of afname van de waarde tussen klassen weer : gebruik van een gamma verwante en in schakeringen toenemende kleuren (klassiek het lichtst voor de kleinste waarden, donkerder voor de grotere waarden); - indien nodig geven de kleuren het verschil in waarde tussen de kleuren weer : de visuele overgang tussen de kleuren is de uitdrukking van de statistische overgang tussen de waardeklassen; - indien nodig zijn de kleuren de weergave van de waardegelijkheid tussen de klassen : het visueel gewicht van elke klasse zal vergelijkbaar zijn. 4.2.
Voor de kaarten die gebaseerd zijn op statistieken per statistische sectoren, rekening houden met het gemeentelijk gemiddelde in de uitersten van de klasses en het gewestelijk gemiddelde in de legendecartouche aanduiden. 4.3.
De legende van de kaarten die handelen over thema's die reeds in de GBP-kaarten zijn opgenomen, zal in de mate van het mogelijke gebaseerd worden op die van de GBP-kaarten.
II. Lijst van de cartografische thema's en van de gegevens De elementen van deze lijst, zonder compleetheid te willen nastreven, trachten de verwachtingen zo goed mogelijk te bebakenen om elk misverstand of afwijkende interpretatie te vermijden. Meer dan systematisch de aandacht te vestigen op de verschillende aan te snijden thematieken, zijn de doelstellingen van elke kolom de volgende : - de kolom « thematiek » : de vragen suggereren waarop een antwoord wenselijk is (in dezelfde geest als de letterlijke inhoud); - de kolom « gegevens » : beschikken, in de mate van het mogelijke, over onderling vergelijkbare gegevens, zowel doorheen de tijd als over het grondgebied van verschillende gemeenten als over dat van het Gewest in zijn geheel; - de kolom « kaarten » : aanduiden van voorbeelden van in de ruimte voorstelbare criteria, die weergegeven moeten worden in de vorm van kaarten of schema's of ook nog van in tabellen te verwerken criteria; - de kolom « Type kaart » : het type kaart preciseren, namelijk : - FT = van de bestaande feitelijke toestand - RT = van de rechtstoestand - D = van diagnose - V = van voorstel De gegevens betreffende de volgende onderwerp zullen overgemaakt worden aan de hand van de hieronder vermelde identificatoren, uitgaande van de databank URBISR of ook nog de databank « Sitex » : niet bebouwde percelen : - URBIS-code(s) van het kadastraal perceel (de kadastrale percelen); - voluit geschreven adres(sen); - URBIS-code(s) van het (de) adres(sen) (ADNC- of PWNC-code + huisnr.); gebouwen : - URBIS-code(s) van het kadastraal perceel (de kadastrale percelen) waarop het gebouw staat; - Voluit geschreven adres(sen); - URBIS-code(s) van het (de) adres(sen) (ADNC- of PWNC-code + huisnr.); - Sfu_Id_Build-code waarmee elk gebouw in de « Sitex- » code geïdentificeerd wordt; weggedeelte : - PWNC-code + eventueel aanvulling (zie de door het BUV aangenomen inventarisatiemethode) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld