gepubliceerd op 13 oktober 1998
Omzendbrief nr. 468. - Dienstvrijstelling ten gevolge van de recente wateroverlast
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN
5 OKTOBER 1998. - Omzendbrief nr. 468. - Dienstvrijstelling ten gevolge van de recente wateroverlast
Aan de besturen en andere diensten van de ministeries en aan de instellingen van openbaar nut onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat, Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, Op grond van artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid is het mogelijk dienstvrijstelling toe te staan.
Er bestaan geen algemene richtlijnen van Ambtenarenzaken die bepalen wanneer men al dan niet dienstvrijstelling kan verlenen. De toepassing ervan behoort tot de bevoegdheid van elke betrokken overheid. Naar aanleiding van de recente moeilijkheden die aan heel wat personeelsleden zijn overkomen ten gevolge van de recente wateroverlast wil ik uitdrukkelijk uw aandacht vestigen op de mogelijkheid om dienstvrijstelling te verlenen. Ik wil U verzoeken deze gunstige maatregel op een soepele wijze toe te passen ten aanzien van de personeelsleden die op basis van objectieve gegevens deze maatregel wensen te genieten. Het gaat in de eerste plaats om personeelsleden die persoonlijk getroffen zijn door de overstromingen of van wie de woning getroffen werd. Het kan ook gaan om personeelsleden die ingevolge de problemen het werk niet of niet tijdig konden bereiken of personeelsleden die in de uitoefening van hun mandaat (burgemeester, schepen...) of als vrijwilliger (brandweer...) hun verantwoordelijkheid hebben opgenomen.
Daarnaast wil ik de aandacht vestigen op artikel 13, 2°, van hetzelfde besluit dat voorziet in een verlof dat de ambtenaren kunnen bekomen om in vredestijd prestaties te verrichten bij het Korps Civiele Bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dit korps.
Ik meen dat dit voor een deel kan bijdragen tot het verzachten van het getroffen leed en verzoek U deze omzendbrief mede te delen aan alle diensten en instellingen van openbaar nut onder uw gezag, controle en toezicht.
De Minister van Ambtenarenzaken, A. Flahaut.