Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Beschikking van 19/07/2007
← Terug naar "Ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade "
Ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade Ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
19 JULI 2007. - Ordonnantie houdende instemming met het 19 JULI 2007. - Ordonnantie houdende instemming met het
Samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de
Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap
en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de
organisatie en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod organisatie en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod
bedoeld in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, bedoeld in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming,
het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven
feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte
schade (1) schade (1)
Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij,
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld bij

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld bij
artikel 135 van de Grondwet. artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 13

Art. 2.Instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord van 13
december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de
Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie
en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet
van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen
van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd
en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade.
Bijlage Bijlage
Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap,
de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie
en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet
van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen
van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd
en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
Gelet op de artikelen 128, § 1, 130, § 1 en 135 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 128, § 1, 130, § 1 en 135 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, II, 6°, gewijzigd door instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, II, 6°, gewijzigd door
de bijzondere wet van 8 augustus 1988, en artikel 92bis, § 1, de bijzondere wet van 8 augustus 1988, en artikel 92bis, § 1,
ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd door ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd door
de bijzondere wetten van 16 juli 1993 en 13 juli 2001; de bijzondere wetten van 16 juli 1993 en 13 juli 2001;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de
Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 63; Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 63;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen
voor de Duitstalige gemeenschap, inzonderheid de artikelen 4, § 2, en voor de Duitstalige gemeenschap, inzonderheid de artikelen 4, § 2, en
55bis, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij de wet 55bis, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij de wet
van 5 mei 1993; van 5 mei 1993;
Gelet op de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Gelet op de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het
ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit
hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte
schade, gewijzigd door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006, schade, gewijzigd door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006,
inzonderheid de artikelen 37bis tot 37quinquies, 45quater en inzonderheid de artikelen 37bis tot 37quinquies, 45quater en
52quinquies ; 52quinquies ;
Gelet op de decreten van de Vlaamse Gemeenschap inzake bijzondere Gelet op de decreten van de Vlaamse Gemeenschap inzake bijzondere
jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, gewijzigd bij de jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, gewijzigd bij de
decreten van 21 december 1990, 19 december 1991, 25 juni 1992, 4 mei decreten van 21 december 1990, 19 december 1991, 25 juni 1992, 4 mei
1994, 15 juli 1997 en 7 mei 2004; 1994, 15 juli 1997 en 7 mei 2004;
Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake
hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij de decreten van 16 maart hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij de decreten van 16 maart
1998, 6 april 1998, 30 juni 1998, 5 mei 1999, 29 maart 2001, 31 maart 1998, 6 april 1998, 30 juni 1998, 5 mei 1999, 29 maart 2001, 31 maart
2004, 12 mei 2004 en 19 mei 2004; 2004, 12 mei 2004 en 19 mei 2004;
Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 20 maart 1995 Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 20 maart 1995
inzake hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij de decreten van 4 inzake hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij de decreten van 4
maart 1996, 20 mei 1997, 23 oktober 2000, 3 februari 2003 en 1 maart maart 1996, 20 mei 1997, 23 oktober 2000, 3 februari 2003 en 1 maart
2004; 2004;
Overwegende dat een samenwerking tussen de verschillende bevoegde Overwegende dat een samenwerking tussen de verschillende bevoegde
overheden noodzakelijk is voor de organisatie van het overheden noodzakelijk is voor de organisatie van het
herstelrechtelijk aanbod zoals bedoeld in de wet van 8 april 1965 herstelrechtelijk aanbod zoals bedoeld in de wet van 8 april 1965
betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen
die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel
van de door dit feit veroorzaakte schade, van de door dit feit veroorzaakte schade,
Tussen : Tussen :
1. De Federale Staat, vertegenwoordigd door haar regering in de 1. De Federale Staat, vertegenwoordigd door haar regering in de
persoon van Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, persoon van Laurette Onkelinx, Minister van Justitie,
2. De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de 2. De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de
persoon van Yves Leterme, minister-president, en in de persoon van persoon van Yves Leterme, minister-president, en in de persoon van
Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
3. De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de 3. De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de
persoon van Marie Arena, minister-president, en in de persoon van persoon van Marie Arena, minister-president, en in de persoon van
Catherine Fonck, minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Catherine Fonck, minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de
Jeugd en Gezondheid, Jeugd en Gezondheid,
4. De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in 4. De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in
de persoon van Karl-Heinz Lambertz, minister-president, en in de de persoon van Karl-Heinz Lambertz, minister-president, en in de
persoon van Bernd Gentges, vice-minister-president, minister van persoon van Bernd Gentges, vice-minister-president, minister van
Vorming en Tewerkstelling, Sociale Zaken en Toerisme, Vorming en Tewerkstelling, Sociale Zaken en Toerisme,
5. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door 5. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door
het Verenigd College in de persoon van Charles Picqué, voorzitter van het Verenigd College in de persoon van Charles Picqué, voorzitter van
het Verenigd College, in de persoon van Pascal Smet, lid van het het Verenigd College, in de persoon van Pascal Smet, lid van het
Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen
en het Openbaar Ambt, en in de persoon van Evelyne Huytebroeck, lid en het Openbaar Ambt, en in de persoon van Evelyne Huytebroeck, lid
van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan
Personen, Financiën, Begroting, en Buitenlandse Betrekkingen, Is op Personen, Financiën, Begroting, en Buitenlandse Betrekkingen, Is op
grond van hun respectieve bevoegdheden overeengekomen wat volgt : grond van hun respectieve bevoegdheden overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.Dit Samenwerkingsakkoord heeft betrekking op de structurele

Artikel 1.Dit Samenwerkingsakkoord heeft betrekking op de structurele
samenwerking tussen de diensten van de Federale Overheidsdienst samenwerking tussen de diensten van de Federale Overheidsdienst
Justitie en de door de bevoegde overheden erkende diensten, die Justitie en de door de bevoegde overheden erkende diensten, die
georganiseerd worden door de gemeenschappen of beantwoorden aan de georganiseerd worden door de gemeenschappen of beantwoorden aan de
door de gemeenschappen gestelde voorwaarden, in het kader van de door de gemeenschappen gestelde voorwaarden, in het kader van de
tenuitvoerlegging van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de tenuitvoerlegging van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de
artikelen 37bis tot 37quinquies, 45quater en 52quinquies van de wet artikelen 37bis tot 37quinquies, 45quater en 52quinquies van de wet
van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen
van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd
en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, gewijzigd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, gewijzigd
door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006. door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006.

Art. 2.Voor de toepassing van onderhavig samenwerkingsakkoord dient

Art. 2.Voor de toepassing van onderhavig samenwerkingsakkoord dient
te worden verstaan onder : te worden verstaan onder :
1° herstelrechtelijk aanbod : het aanbod betreffende de bemiddeling of 1° herstelrechtelijk aanbod : het aanbod betreffende de bemiddeling of
het herstelgericht groepsoverleg voorgesteld door de jeugdrechter, de het herstelgericht groepsoverleg voorgesteld door de jeugdrechter, de
jeugdrechtbank of de procureur des Konings; jeugdrechtbank of de procureur des Konings;
2° bemiddeling : het overleg tussen de persoon die ervan verdacht 2° bemiddeling : het overleg tussen de persoon die ervan verdacht
wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd, de personen wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd, de personen
die ten aanzien van hem het ouderlijk gezag uitoefenen, de personen die ten aanzien van hem het ouderlijk gezag uitoefenen, de personen
die hem in rechte of in feite onder hun bewaring hebben en het die hem in rechte of in feite onder hun bewaring hebben en het
slachtoffer, om hen de mogelijkheid te bieden om samen en met de hulp slachtoffer, om hen de mogelijkheid te bieden om samen en met de hulp
van een onpartijdige bemiddelaar, aan de onder meer relationele en van een onpartijdige bemiddelaar, aan de onder meer relationele en
materiële gevolgen van een als misdrijf omschreven feit tegemoet te materiële gevolgen van een als misdrijf omschreven feit tegemoet te
komen; komen;
3° herstelgericht groepsoverleg : het overleg tussen de persoon die 3° herstelgericht groepsoverleg : het overleg tussen de persoon die
ervan verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben ervan verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben
gepleegd, het slachtoffer, hun sociale omgeving alsook alle dienstige gepleegd, het slachtoffer, hun sociale omgeving alsook alle dienstige
personen, om hen de mogelijkheid te bieden om in groep en met de hulp personen, om hen de mogelijkheid te bieden om in groep en met de hulp
van een onpartijdige bemiddelaar in overleg uitgewerkte oplossingen te van een onpartijdige bemiddelaar in overleg uitgewerkte oplossingen te
overwegen over de wijze waarop het conflict kan worden opgelost dat overwegen over de wijze waarop het conflict kan worden opgelost dat
voortvloeit uit het als misdrijf omschreven feit, onder meer rekening voortvloeit uit het als misdrijf omschreven feit, onder meer rekening
houdend met de relationele en materiële gevolgen van het als misdrijf houdend met de relationele en materiële gevolgen van het als misdrijf
omschreven feit; omschreven feit;
4° bemiddelingsdienst : de door de bevoegde overheden erkende dienst, 4° bemiddelingsdienst : de door de bevoegde overheden erkende dienst,
die georganiseerd wordt door de Gemeenschappen of beantwoordt aan de die georganiseerd wordt door de Gemeenschappen of beantwoordt aan de
door de Gemeenschappen gestelde voorwaarden en die instaat voor de door de Gemeenschappen gestelde voorwaarden en die instaat voor de
bemiddeling; bemiddeling;
5° dienst voor herstelgericht groepsoverleg : de door de bevoegde 5° dienst voor herstelgericht groepsoverleg : de door de bevoegde
overheden erkende dienst, die georganiseerd wordt door de overheden erkende dienst, die georganiseerd wordt door de
Gemeenschappen of beantwoordt aan de door de Gemeenschappen gestelde Gemeenschappen of beantwoordt aan de door de Gemeenschappen gestelde
voorwaarden en die instaat voor het herstelgericht groepsoverleg; voorwaarden en die instaat voor het herstelgericht groepsoverleg;
6° betrokken personen : de persoon die ervan verdacht wordt een als 6° betrokken personen : de persoon die ervan verdacht wordt een als
misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd, de personen die ten misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd, de personen die ten
aanzien van hem het ouderlijk gezag uitoefenen, de personen die hem in aanzien van hem het ouderlijk gezag uitoefenen, de personen die hem in
rechte of in feite onder hun bewaring hebben en het slachtoffer. rechte of in feite onder hun bewaring hebben en het slachtoffer.
Ingevolge de gemeenrechtelijke bepalingen van het burgerlijk recht, Ingevolge de gemeenrechtelijke bepalingen van het burgerlijk recht,
wordt tevens het minderjarige slachtoffer bijgestaan door de personen wordt tevens het minderjarige slachtoffer bijgestaan door de personen
die ten aanzien van hem het ouderlijk gezag uitoefenen; die ten aanzien van hem het ouderlijk gezag uitoefenen;
7° slachtoffer : de persoon die verklaart morele en/of materiële 7° slachtoffer : de persoon die verklaart morele en/of materiële
schade te hebben geleden veroorzaakt door een als misdrijf omschreven schade te hebben geleden veroorzaakt door een als misdrijf omschreven
feit. feit.

Art. 3.Binnen de vijftien dagen na de inwerkingtreding van het

Art. 3.Binnen de vijftien dagen na de inwerkingtreding van het
huidige akkoord deelt de minister van een Gemeenschap of van de huidige akkoord deelt de minister van een Gemeenschap of van de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die bevoegd is voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die bevoegd is voor de
jeugdbescherming, aan de Minister van Justitie de lijst mee van de jeugdbescherming, aan de Minister van Justitie de lijst mee van de
diensten die het herstelrechtelijk aanbod uitvoeren. diensten die het herstelrechtelijk aanbod uitvoeren.
Iedere wijziging aan deze lijst wordt onverwijld door de minister van Iedere wijziging aan deze lijst wordt onverwijld door de minister van
een Gemeenschap of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die een Gemeenschap of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die
bevoegd is voor de jeugdbescherming aan de Minister van Justitie bevoegd is voor de jeugdbescherming aan de Minister van Justitie
meegedeeld. meegedeeld.
De Gemeenschappen verbinden zich ertoe om de gerechtelijke De Gemeenschappen verbinden zich ertoe om de gerechtelijke
beslissingen waarbij een herstelrechtelijk aanbod wordt voorgesteld, beslissingen waarbij een herstelrechtelijk aanbod wordt voorgesteld,
uit te voeren, wanneer de taal van de procedure overeenstemt met deze uit te voeren, wanneer de taal van de procedure overeenstemt met deze
van de betrokken Gemeenschap, onverminderd artikel 37, § 1, laatste van de betrokken Gemeenschap, onverminderd artikel 37, § 1, laatste
lid van de wet van 8 april 1965, gewijzigd bij de wet van 13 juni lid van de wet van 8 april 1965, gewijzigd bij de wet van 13 juni
2006. 2006.

Art. 4.In het kader van de bemiddeling voorgesteld door de procureur

Art. 4.In het kader van de bemiddeling voorgesteld door de procureur
des Konings hebben de bemiddelingsdiensten als taak : des Konings hebben de bemiddelingsdiensten als taak :
1° contact op te nemen met de betrokken personen indien deze zelf nog 1° contact op te nemen met de betrokken personen indien deze zelf nog
geen enkel initiatief genomen hebben ten aanzien van de betrokken geen enkel initiatief genomen hebben ten aanzien van de betrokken
dienst binnen de acht dagen na de ontvangst van het afschrift van het dienst binnen de acht dagen na de ontvangst van het afschrift van het
schriftelijke voorstel van de procureur des Konings; schriftelijke voorstel van de procureur des Konings;
2° zich gedurende de gehele bemiddeling te verzekeren van de 2° zich gedurende de gehele bemiddeling te verzekeren van de
uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke instemming van de personen die uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke instemming van de personen die
eraan deelnemen; eraan deelnemen;
3° de procureur des Konings in te lichten zodra blijkt dat bemiddeling 3° de procureur des Konings in te lichten zodra blijkt dat bemiddeling
niet of niet langer mogelijk is, onmiddellijk en uiterlijk binnen de niet of niet langer mogelijk is, onmiddellijk en uiterlijk binnen de
termijn van een maand. termijn van een maand.
In dit geval richt de Dienst een bondig verslag tot de procureur des In dit geval richt de Dienst een bondig verslag tot de procureur des
Konings, dat één van de hiernavolgende vermeldingen bevat : Konings, dat één van de hiernavolgende vermeldingen bevat :
- hetzij dat de bemiddeling geen aanvang genomen heeft omdat : - hetzij dat de bemiddeling geen aanvang genomen heeft omdat :
a) één van de betrokken personen niet werd bereikt; a) één van de betrokken personen niet werd bereikt;
b) één van de betrokken personen niet wil dat zij een aanvang neemt; b) één van de betrokken personen niet wil dat zij een aanvang neemt;
c) de betrokken personen reeds een akkoord gesloten hebben of het c) de betrokken personen reeds een akkoord gesloten hebben of het
slachtoffer geen eisen meer formuleert; slachtoffer geen eisen meer formuleert;
d) één van de drie wettelijke voorwaarden voor een bemiddeling, d) één van de drie wettelijke voorwaarden voor een bemiddeling,
vermeld in artikel 45quater, § 1, tweede lid, van de wet van 8 april vermeld in artikel 45quater, § 1, tweede lid, van de wet van 8 april
1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van
minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en
het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, niet meer is het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, niet meer is
vervuld. vervuld.
- hetzij dat de bemiddeling geen resultaat opgeleverd heeft. In dit - hetzij dat de bemiddeling geen resultaat opgeleverd heeft. In dit
geval vermeldt het verslag : geval vermeldt het verslag :
a) de naam van de betrokken personen die gecontacteerd werden, met de a) de naam van de betrokken personen die gecontacteerd werden, met de
informatie dat tussen hen geen overeenkomst werd bereikt; informatie dat tussen hen geen overeenkomst werd bereikt;
b) elke andere informatie waarvan de mededeling ervan voor akkoord b) elke andere informatie waarvan de mededeling ervan voor akkoord
getekend werd door alle betrokken partijen. getekend werd door alle betrokken partijen.
De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan
verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd of verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd of
aan het slachtoffer wordt niet opgenomen; aan het slachtoffer wordt niet opgenomen;
4° binnen de twee maanden na hun aanwijzing door de procureur des 4° binnen de twee maanden na hun aanwijzing door de procureur des
Konings, een bondig verslag tot deze richten over de voortgang van de Konings, een bondig verslag tot deze richten over de voortgang van de
bemiddeling, dat verduidelijkt dat de bemiddeling een aanvang genomen bemiddeling, dat verduidelijkt dat de bemiddeling een aanvang genomen
heeft, maar nog niet afgerond is. heeft, maar nog niet afgerond is.
De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan
verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd of verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd of
aan het slachtoffer wordt niet opgenomen; aan het slachtoffer wordt niet opgenomen;
5° indien de bemiddeling afgerond wordt, het akkoord dat is 5° indien de bemiddeling afgerond wordt, het akkoord dat is
ondertekend door de betrokken personen, over te maken aan de procureur ondertekend door de betrokken personen, over te maken aan de procureur
des Konings opdat deze het zou goedkeuren; des Konings opdat deze het zou goedkeuren;
6° een verslag op te stellen over de uitvoering van het akkoord en dit 6° een verslag op te stellen over de uitvoering van het akkoord en dit
te richten aan de procureur des Konings. te richten aan de procureur des Konings.
Het verslag wordt besproken met de personen die het ouderlijk gezag Het verslag wordt besproken met de personen die het ouderlijk gezag
uitoefenen ten aanzien van de persoon die ervan verdacht wordt een als uitoefenen ten aanzien van de persoon die ervan verdacht wordt een als
misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd en met de personen die hem misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd en met de personen die hem
in rechte of in feite onder hun bewaring hebben. in rechte of in feite onder hun bewaring hebben.
Aldus worden ze ertoe uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren, Aldus worden ze ertoe uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren,
die bij het verslag worden gevoegd. die bij het verslag worden gevoegd.

Art. 5.§ 1. In het kader van de bemiddeling voorgesteld door de

Art. 5.§ 1. In het kader van de bemiddeling voorgesteld door de
jeugdrechter of door de jeugdrechtbank hebben de bemiddelingsdiensten jeugdrechter of door de jeugdrechtbank hebben de bemiddelingsdiensten
als taak : als taak :
1° contact op te nemen met de betrokken personen indien deze zelf nog 1° contact op te nemen met de betrokken personen indien deze zelf nog
geen enkel initiatief genomen hebben naar de betrokken dienst toe geen enkel initiatief genomen hebben naar de betrokken dienst toe
binnen de acht dagen na de ontvangst van het afschrift van het binnen de acht dagen na de ontvangst van het afschrift van het
voorstel van de jeugdrechter of de jeugdrechtbank; voorstel van de jeugdrechter of de jeugdrechtbank;
2° zich gedurende de gehele bemiddeling te verzekeren van de 2° zich gedurende de gehele bemiddeling te verzekeren van de
uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke instemming van de personen die uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke instemming van de personen die
eraan deelnemen; eraan deelnemen;
3° de jeugdrechter of de jeugdrechtbank in te lichten zodra blijkt dat 3° de jeugdrechter of de jeugdrechtbank in te lichten zodra blijkt dat
bemiddeling niet of niet langer mogelijk is, onmiddellijk en uiterlijk bemiddeling niet of niet langer mogelijk is, onmiddellijk en uiterlijk
binnen de termijn van een maand. In dat geval richt de dienst een binnen de termijn van een maand. In dat geval richt de dienst een
bondig verslag tot de jeugdrechter of de jeugdrechtbank, dat één van bondig verslag tot de jeugdrechter of de jeugdrechtbank, dat één van
de hiernavolgende vermeldingen bevat : de hiernavolgende vermeldingen bevat :
- hetzij dat de bemiddeling geen aanvang zal nemen omdat : - hetzij dat de bemiddeling geen aanvang zal nemen omdat :
a) één van de betrokken personen niet werd bereikt; a) één van de betrokken personen niet werd bereikt;
b) één van de betrokken personen niet wil dat zij een aanvang neemt; b) één van de betrokken personen niet wil dat zij een aanvang neemt;
c) de betrokken personen reeds een akkoord gesloten hebben of het c) de betrokken personen reeds een akkoord gesloten hebben of het
slachtoffer geen eisen meer formuleert; slachtoffer geen eisen meer formuleert;
d) één van de drie wettelijke voorwaarden voor een bemiddeling, d) één van de drie wettelijke voorwaarden voor een bemiddeling,
vermeld in artikel 37bis, § 1, eerste lid, van de wet van 8 april 1965 vermeld in artikel 37bis, § 1, eerste lid, van de wet van 8 april 1965
betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen
die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel
van de door dit feit veroorzaakte schade, niet meer vervuld is. van de door dit feit veroorzaakte schade, niet meer vervuld is.
- hetzij dat de bemiddeling geen resultaat opgeleverd heeft. In dit - hetzij dat de bemiddeling geen resultaat opgeleverd heeft. In dit
geval vermeldt het verslag : geval vermeldt het verslag :
a) de naam van de betrokken personen die gecontacteerd werden, met de a) de naam van de betrokken personen die gecontacteerd werden, met de
informatie dat tussen hen geen overeenkomst werd bereikt; informatie dat tussen hen geen overeenkomst werd bereikt;
b) elke andere informatie waarvan de mededeling ervan voor akkoord b) elke andere informatie waarvan de mededeling ervan voor akkoord
getekend werd door alle betrokken partijen. getekend werd door alle betrokken partijen.
De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan
verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd
wordt niet opgenomen. wordt niet opgenomen.
4° het door de betrokken partijen ondertekende akkoord richten aan de 4° het door de betrokken partijen ondertekende akkoord richten aan de
jeugdrechter of de jeugdrechtbank, opdat deze het zou homologeren. jeugdrechter of de jeugdrechtbank, opdat deze het zou homologeren.
5° een bondig verslag opstellen over de uitvoering van het akkoord en 5° een bondig verslag opstellen over de uitvoering van het akkoord en
het resultaat ervan, en dit verslag richten aan de jeugdrechter of de het resultaat ervan, en dit verslag richten aan de jeugdrechter of de
jeugdrechtbank, opdat deze het zou homologeren. jeugdrechtbank, opdat deze het zou homologeren.
Het verslag wordt besproken met de personen die het ouderlijk gezag Het verslag wordt besproken met de personen die het ouderlijk gezag
uitoefenen ten aanzien van de persoon die ervan verdacht wordt een als uitoefenen ten aanzien van de persoon die ervan verdacht wordt een als
misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd en met de personen die hem misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd en met de personen die hem
in rechte of in feite onder hun bewaring hebben. Aldus worden ze ertoe in rechte of in feite onder hun bewaring hebben. Aldus worden ze ertoe
uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren, die bij het verslag uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren, die bij het verslag
worden gevoegd. worden gevoegd.
§ 2.. In het kader van het herstelgericht groepsoverleg voorgesteld § 2.. In het kader van het herstelgericht groepsoverleg voorgesteld
door de jeugdrechter of door de jeugdrechtbank hebben de diensten voor door de jeugdrechter of door de jeugdrechtbank hebben de diensten voor
herstelgericht groepsoverleg als taak : herstelgericht groepsoverleg als taak :
1° contact op te nemen met de betrokken personen indien deze zelf nog 1° contact op te nemen met de betrokken personen indien deze zelf nog
geen enkel initiatief genomen hebben naar de betrokken dienst toe geen enkel initiatief genomen hebben naar de betrokken dienst toe
binnen de acht dagen na de ontvangst van het afschrift van de binnen de acht dagen na de ontvangst van het afschrift van de
beslissing van de jeugdrechter of de jeugdrechtbank; beslissing van de jeugdrechter of de jeugdrechtbank;
2° zich gedurende het gehele herstelgericht groepsoverleg te 2° zich gedurende het gehele herstelgericht groepsoverleg te
verzekeren van de uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke instemming van verzekeren van de uitdrukkelijke en onvoorwaardelijke instemming van
de personen die eraan deelnemen; de personen die eraan deelnemen;
3° de jeugdrechter of de jeugdrechtbank in te lichten zodra blijkt dat 3° de jeugdrechter of de jeugdrechtbank in te lichten zodra blijkt dat
herstelgericht groepsoverleg niet of niet langer mogelijk is. In dat herstelgericht groepsoverleg niet of niet langer mogelijk is. In dat
geval richt de dienst een bondig verslag tot de jeugdrechter of de geval richt de dienst een bondig verslag tot de jeugdrechter of de
jeugdrechtbank, dat één van de hiernavolgende vermeldingen bevat : jeugdrechtbank, dat één van de hiernavolgende vermeldingen bevat :
- hetzij het herstelgericht groepsoverleg geen aanvang zal nemen omdat - hetzij het herstelgericht groepsoverleg geen aanvang zal nemen omdat
: :
a) één van de betrokken personen niet werd bereikt; a) één van de betrokken personen niet werd bereikt;
b) één van de betrokken personen niet wil dat zij een aanvang neemt; b) één van de betrokken personen niet wil dat zij een aanvang neemt;
c) de betrokken personen reeds een akkoord gesloten hebben of het c) de betrokken personen reeds een akkoord gesloten hebben of het
slachtoffer geen eisen meer formuleert; slachtoffer geen eisen meer formuleert;
d) één van de drie wettelijke voorwaarden voor een herstelgericht d) één van de drie wettelijke voorwaarden voor een herstelgericht
groepsoverleg, vermeld in artikel 37bis, § 1, eerste lid, van de wet groepsoverleg, vermeld in artikel 37bis, § 1, eerste lid, van de wet
van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen
van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd
en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, niet meer is en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, niet meer is
vervuld. vervuld.
- hetzij het herstelgericht groepsoverleg geen resultaat opgeleverd - hetzij het herstelgericht groepsoverleg geen resultaat opgeleverd
heeft. In dit geval vermeldt het verslag : heeft. In dit geval vermeldt het verslag :
a) de naam van de betrokken personen die gecontacteerd werden, met de a) de naam van de betrokken personen die gecontacteerd werden, met de
informatie dat tussen hen geen overeenkomst werd bereikt; informatie dat tussen hen geen overeenkomst werd bereikt;
b) elke andere informatie waarvan de mededeling ervan voor akkoord b) elke andere informatie waarvan de mededeling ervan voor akkoord
getekend werd door alle betrokken partijen. getekend werd door alle betrokken partijen.
De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan De informatie die schade kan berokkenen aan de persoon die ervan
verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd
wordt niet opgenomen. wordt niet opgenomen.
4° indien het herstelgericht groepsoverleg afgerond wordt, het akkoord 4° indien het herstelgericht groepsoverleg afgerond wordt, het akkoord
dat is ondertekend door de betrokken personen, over te maken aan de dat is ondertekend door de betrokken personen, over te maken aan de
jeugdrechter of de jeugdrechtbank opdat het door deze zou worden jeugdrechter of de jeugdrechtbank opdat het door deze zou worden
gehomologeerd. Een intentieverklaring van de persoon die ervan gehomologeerd. Een intentieverklaring van de persoon die ervan
verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit gepleegd te hebben verdacht wordt een als misdrijf omschreven feit gepleegd te hebben
wordt ook toegevoegd. Hierin verklaart deze welke concrete stappen hij wordt ook toegevoegd. Hierin verklaart deze welke concrete stappen hij
zal ondernemen om de relationele en materiële schade en de schade aan zal ondernemen om de relationele en materiële schade en de schade aan
de gemeenschap te herstellen en om verdere feiten in de toekomst te de gemeenschap te herstellen en om verdere feiten in de toekomst te
voorkomen. De intentieverklaring wordt voor akkoord ondertekend door voorkomen. De intentieverklaring wordt voor akkoord ondertekend door
alle betrokken partijen. alle betrokken partijen.
5° een bondig verslag op te stellen over de uitvoering van het akkoord 5° een bondig verslag op te stellen over de uitvoering van het akkoord
en het resultaat ervan en dit te richten aan de jeugdrechter of de en het resultaat ervan en dit te richten aan de jeugdrechter of de
jeugdrechtbank. jeugdrechtbank.
Het verslag wordt samen met de ouders besproken. Aldus worden ze ertoe Het verslag wordt samen met de ouders besproken. Aldus worden ze ertoe
uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren, die bij het verslag uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren, die bij het verslag
worden gevoegd. worden gevoegd.

Art. 6.De jeugdrechter, de jeugdrechtbank of het parket, naargelang

Art. 6.De jeugdrechter, de jeugdrechtbank of het parket, naargelang
het geval : het geval :
1° maakt aan de bemiddelingsdiensten en de diensten voor 1° maakt aan de bemiddelingsdiensten en de diensten voor
herstelgericht groepsoverleg, de identiteit over van de betrokken herstelgericht groepsoverleg, de identiteit over van de betrokken
personen evenals een kopie van het geschreven voorstel om een personen evenals een kopie van het geschreven voorstel om een
procedure van bemiddeling of herstelgericht groepsoverleg aan te procedure van bemiddeling of herstelgericht groepsoverleg aan te
vatten; vatten;
2° komt niet tussen in het functioneren van de bemiddelingsdiensten en 2° komt niet tussen in het functioneren van de bemiddelingsdiensten en
de diensten voor herstelgericht groepsoverleg en respecteert hun de diensten voor herstelgericht groepsoverleg en respecteert hun
onafhankelijkheid; onafhankelijkheid;
3° gebruikt, in geval van mislukking van de bemiddeling of het 3° gebruikt, in geval van mislukking van de bemiddeling of het
herstelgericht groepsoverleg, noch de erkenning van de werkelijkheid herstelgericht groepsoverleg, noch de erkenning van de werkelijkheid
van het misdrijf door de jongere, noch het verloop of het resultaat van het misdrijf door de jongere, noch het verloop of het resultaat
van de bemiddeling of van het herstelgericht groepsoverleg ten nadele van de bemiddeling of van het herstelgericht groepsoverleg ten nadele
van de jongere. van de jongere.

Art. 7.De Minister van Justitie verbindt zich ertoe :

Art. 7.De Minister van Justitie verbindt zich ertoe :
1° de bemiddeling voorgesteld door de procureur des Konings en 1° de bemiddeling voorgesteld door de procureur des Konings en
uitgevoerd door de bemiddelingsdiensten te co-financieren, tot een uitgevoerd door de bemiddelingsdiensten te co-financieren, tot een
jaarlijks geïndexeerd bedrag van : jaarlijks geïndexeerd bedrag van :
- 3.000.000 euro voor de Vlaamse Gemeenschap; - 3.000.000 euro voor de Vlaamse Gemeenschap;
- 2.000.000 euro voor de Franse Gemeenschap; - 2.000.000 euro voor de Franse Gemeenschap;
- 25.000 euro voor de Duitstalige Gemeenschap. - 25.000 euro voor de Duitstalige Gemeenschap.
Voor het jaar 2007 zal de federale financiering proportioneel zijn ten Voor het jaar 2007 zal de federale financiering proportioneel zijn ten
aanzien van het aantal maanden dat dit samenwerkingsakkoord in 2007 aanzien van het aantal maanden dat dit samenwerkingsakkoord in 2007
van toepassing is. van toepassing is.
De bemiddelingsdiensten streven naar minstens 45 opgestarte dossiers De bemiddelingsdiensten streven naar minstens 45 opgestarte dossiers
per jaar per VTE. per jaar per VTE.
De in dit samenwerkingsakkoord vermelde bedragen worden jaarlijks De in dit samenwerkingsakkoord vermelde bedragen worden jaarlijks
geïndexeerd op 1 januari op basis van de evolutie van de geïndexeerd op 1 januari op basis van de evolutie van de
gezondheidsindex van het voorbije jaar volgens de volgende formule : gezondheidsindex van het voorbije jaar volgens de volgende formule :
(basisbedrag x nieuwe index)/basisindex (basisbedrag x nieuwe index)/basisindex
De basisindex is deze die van kracht is in december 2006. De basisindex is deze die van kracht is in december 2006.
De nieuwe index is deze die telkens per 1 januari van de volgende De nieuwe index is deze die telkens per 1 januari van de volgende
jaren van kracht zal zijn. jaren van kracht zal zijn.
2° het geïndexeerde bedrag beoogd onder 1° op uiterlijk 1 maart van 2° het geïndexeerde bedrag beoogd onder 1° op uiterlijk 1 maart van
ieder jaar uit te keren aan de Gemeenschappen. De betaling voor het ieder jaar uit te keren aan de Gemeenschappen. De betaling voor het
jaar 2007 zal evenwel voor de Franse en de Duitstalige Gemeenschap jaar 2007 zal evenwel voor de Franse en de Duitstalige Gemeenschap
geschieden binnen de 2 maanden na inwerkingtreding van dit akkoord. geschieden binnen de 2 maanden na inwerkingtreding van dit akkoord.
De betaling aan de Vlaamse gemeenschap wordt opgesplitst in een eerste De betaling aan de Vlaamse gemeenschap wordt opgesplitst in een eerste
betaling van 2/3 van het bedrag binnen de 2 maanden na betaling van 2/3 van het bedrag binnen de 2 maanden na
inwerkingtreding van dit akkoord, en de betaling van het overige derde inwerkingtreding van dit akkoord, en de betaling van het overige derde
vóór het eind van het jaar 2007. vóór het eind van het jaar 2007.
3° 27 criminologen ter beschikking te stellen van het geheel van de 3° 27 criminologen ter beschikking te stellen van het geheel van de
parketten, die onder andere tot taak zullen hebben om de betrokken parketten, die onder andere tot taak zullen hebben om de betrokken
personen een bemiddeling voor te stellen die georganiseerd zal worden personen een bemiddeling voor te stellen die georganiseerd zal worden
door de bemiddelingsdienst. door de bemiddelingsdienst.

Art. 8.Dit samenwerkingsakkoord wordt gesloten voor een termijn van

Art. 8.Dit samenwerkingsakkoord wordt gesloten voor een termijn van
drie jaar vanaf de inwerkingtreding ervan. drie jaar vanaf de inwerkingtreding ervan.
Na afloop van deze termijn, wordt dit samenwerkingsakkoord telkens Na afloop van deze termijn, wordt dit samenwerkingsakkoord telkens
jaarlijks stilzwijgend verlengd indien het niet schriftelijk bij jaarlijks stilzwijgend verlengd indien het niet schriftelijk bij
aangetekend schrijven aan de andere partijen wordt opgezegd uiterlijk aangetekend schrijven aan de andere partijen wordt opgezegd uiterlijk
negen maanden voor het eind van elke lopende periode. In het geval dat negen maanden voor het eind van elke lopende periode. In het geval dat
het akkoord opgezegd wordt door een partij of dat het akkoord opgezegd het akkoord opgezegd wordt door een partij of dat het akkoord opgezegd
wordt ten opzichte van een van de partijen, blijft het zijn gevolgen wordt ten opzichte van een van de partijen, blijft het zijn gevolgen
hebben tussen de andere partijen van het akkoord. hebben tussen de andere partijen van het akkoord.

Art. 9.Een evaluatie van dit samenwerkingsakkoord door de Partijen

Art. 9.Een evaluatie van dit samenwerkingsakkoord door de Partijen
zal plaatshebben uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding ervan. zal plaatshebben uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding ervan.

Art. 10.De bevoegde ministers van elke partij zijn gerechtigd om

Art. 10.De bevoegde ministers van elke partij zijn gerechtigd om
samen de betwistingen te beslechten die uit de toepassing van dit samen de betwistingen te beslechten die uit de toepassing van dit
akkoord voortvloeien. akkoord voortvloeien.

Art. 11.Dit samenwerkingsakkoord wordt volledig in de drie nationale

Art. 11.Dit samenwerkingsakkoord wordt volledig in de drie nationale
talen in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. talen in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Dit samenwerkingsakkoord wordt van kracht op dezelfde dag als de Dit samenwerkingsakkoord wordt van kracht op dezelfde dag als de
artikelen 37bis tot 37quinquies, 45quater en 52quinquies van de wet artikelen 37bis tot 37quinquies, 45quater en 52quinquies van de wet
van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen
van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd
en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, gewijzigd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, gewijzigd
door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006. door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006.
Brussel op .... in.... originele exemplaren in de Nederlandse en de Brussel op .... in.... originele exemplaren in de Nederlandse en de
Franse taal. Franse taal.
Er wordt een vertaling naar het Duits van dit akkoord opgesteld. Er wordt een vertaling naar het Duits van dit akkoord opgesteld.
Voor de Federale Staat : Voor de Federale Staat :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch
Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Voor de Vlaamse Gemeenschap : Voor de Vlaamse Gemeenschap :
De Minister-President, De Minister-President,
Y. LETERME Y. LETERME
De Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
Mevr. I. VERVOTTE Mevr. I. VERVOTTE
Voor de Franse Gemeenschap : Voor de Franse Gemeenschap :
De Minister-President, De Minister-President,
Mevr. M. ARENA Mevr. M. ARENA
De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd
en Gezondheid, en Gezondheid,
Mevr. C. FONCK Mevr. C. FONCK
Voor de Duitstalige Gemeenschap : Voor de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, De Minister-President,
K.-H. LAMBERTZ K.-H. LAMBERTZ
De Vice-Minister-president, Minister van Vorming, en Tewerkstelling, De Vice-Minister-president, Minister van Vorming, en Tewerkstelling,
Sociale Zaken en Toerisme, Sociale Zaken en Toerisme,
B. GENTGES B. GENTGES
Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie :
De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie, Gemeenschapscommissie,
Ch. PICQUE Ch. PICQUE
Het Lid van het Verenigd College dat bevoegd is voor het Beleid inzake Het Lid van het Verenigd College dat bevoegd is voor het Beleid inzake
Bijstand aan Personen en het Openbaar Ambt, Bijstand aan Personen en het Openbaar Ambt,
P. SMET P. SMET
Het Lid van het Verenigd College dat bevoegd is voor het Beleid inzake Het Lid van het Verenigd College dat bevoegd is voor het Beleid inzake
Bijstand aan Personen, Financiën, Begroting en Buitenlandse Bijstand aan Personen, Financiën, Begroting en Buitenlandse
Betrekkingen, Betrekkingen,
Mevr. E. HUYTEBROECK Mevr. E. HUYTEBROECK
_______ _______
Nota Nota
(1) Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke (1) Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie : Gemeenschapscommissie :
Gewone zitting 2006/2007. Gewone zitting 2006/2007.
B-96/1 Ontwerp van ordonnantie. B-96/1 Ontwerp van ordonnantie.
B-96/2 Verslag (verwijzing). B-96/2 Verslag (verwijzing).
Integraal verslag : Integraal verslag :
Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 13 juli 2007. Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 13 juli 2007.
^