← Terug naar "Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde. - Erratum "
Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde. - Erratum | Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde. - Erratum |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
19 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de | 19 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de |
forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde. - | forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde. - |
Erratum | Erratum |
In het Belgisch Staatsblad nr. 305 van 31 december 2018, bladzijde | In het Belgisch Staatsblad nr. 305 van 31 december 2018, bladzijde |
106611, akte 2018/15734, dient het advies van de Raad van State nr. | 106611, akte 2018/15734, dient het advies van de Raad van State nr. |
64.629/3 van 10 december 2018 te worden ingevoegde na het Verslag van | 64.629/3 van 10 december 2018 te worden ingevoegde na het Verslag van |
de Koning. | de Koning. |
ADVIES 64.629/3 van 10 december 2018 over een ontwerp van koninklijk | ADVIES 64.629/3 van 10 december 2018 over een ontwerp van koninklijk |
besluit nr. 2 "met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake | besluit nr. 2 "met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake |
belasting over de toegevoegde waarde" | belasting over de toegevoegde waarde" |
Op 8 november 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 8 november 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen | Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen |
een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit nr. | een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit nr. |
2 "met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de | 2 "met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de |
toegevoegde waarde". | toegevoegde waarde". |
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 4 december 2018. De | Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 4 december 2018. De |
kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van | kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van |
Nieuwenhove en Peter Sourbron, staatsraden, Jan Velaers en Bruno | Nieuwenhove en Peter Sourbron, staatsraden, Jan Velaers en Bruno |
Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier. | Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier. |
Het verslag is uitgebracht door Jonas Riemslagh, auditeur. | Het verslag is uitgebracht door Jonas Riemslagh, auditeur. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter. | advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter. |
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 december | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 december |
2018. | 2018. |
1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de | 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de |
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling | Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling |
Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de | Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de |
steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of | steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of |
aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. | aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. |
Strekking van het ontwerp | Strekking van het ontwerp |
2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit dient ter | 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit dient ter |
vervanging van het koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 "met | vervanging van het koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 "met |
betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag | betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag |
voor de belasting over de toegevoegde waarde". | voor de belasting over de toegevoegde waarde". |
Het ontwerp herneemt in belangrijke mate de bepalingen van het | Het ontwerp herneemt in belangrijke mate de bepalingen van het |
geldende koninklijk besluit nr. 2, met dien verstande dat het ontwerp | geldende koninklijk besluit nr. 2, met dien verstande dat het ontwerp |
is aangepast aan het nieuwe artikel 56 van het Wetboek van de | is aangepast aan het nieuwe artikel 56 van het Wetboek van de |
belasting over de toegevoegde waarde (hierna: Btw-Wetboek) (1). | belasting over de toegevoegde waarde (hierna: Btw-Wetboek) (1). |
Rechtsgrond | Rechtsgrond |
3. Voor het ontwerp kan rechtsgrond worden gevonden in artikel 56 van | 3. Voor het ontwerp kan rechtsgrond worden gevonden in artikel 56 van |
het Btw-Wetboek, zoals dat artikel zal luiden vanaf 1 januari 2019. | het Btw-Wetboek, zoals dat artikel zal luiden vanaf 1 januari 2019. |
Onderzoek van de tekst | Onderzoek van de tekst |
Artikel 3 | Artikel 3 |
4. In artikel 3, § 2, eerste lid, van het ontwerp wordt louter | 4. In artikel 3, § 2, eerste lid, van het ontwerp wordt louter |
herhaald wat reeds voortvloeit uit artikel 56, § 4, eerste lid, van | herhaald wat reeds voortvloeit uit artikel 56, § 4, eerste lid, van |
het Btw-Wetboek. Er wordt daarom ter overweging gegeven om het eerste | het Btw-Wetboek. Er wordt daarom ter overweging gegeven om het eerste |
en het tweede lid om te vormen tot één enkel lid, dat als volgt zou | en het tweede lid om te vormen tot één enkel lid, dat als volgt zou |
kunnen worden gesteld: | kunnen worden gesteld: |
"De aan de forfaitaire regeling onderworpen belastingplichtige die | "De aan de forfaitaire regeling onderworpen belastingplichtige die |
overeenkomstig artikel 56, § 4, eerste lid, van het Wetboek wenst te | overeenkomstig artikel 56, § 4, eerste lid, van het Wetboek wenst te |
opteren voor de normale regeling van de belasting, richt daartoe een | opteren voor de normale regeling van de belasting, richt daartoe een |
aangetekende brief aan de in artikel 1, § 1, tweede lid, bedoelde | aangetekende brief aan de in artikel 1, § 1, tweede lid, bedoelde |
dienst. Die optie heeft uitwerking vanaf 1 april van hetzelfde jaar". | dienst. Die optie heeft uitwerking vanaf 1 april van hetzelfde jaar". |
Deze opmerking is van overeenkomstige toepassing op artikel 5, § 1, | Deze opmerking is van overeenkomstige toepassing op artikel 5, § 1, |
van het ontwerp. | van het ontwerp. |
Artikel 4 | Artikel 4 |
5. In artikel 4, § 1, van het ontwerp is sprake van "het verstreken | 5. In artikel 4, § 1, van het ontwerp is sprake van "het verstreken |
kalenderjaar", "het volgend jaar" en "het lopend jaar". Op een vraag | kalenderjaar", "het volgend jaar" en "het lopend jaar". Op een vraag |
over de verhouding tussen die tijdsperiodes antwoordde de gemachtigde | over de verhouding tussen die tijdsperiodes antwoordde de gemachtigde |
het volgende: | het volgende: |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Er wordt vooreerst opgemerkt dat de betrokken bepalingen ongewijzigd | Er wordt vooreerst opgemerkt dat de betrokken bepalingen ongewijzigd |
werden overgenomen uit de bestaande tekst van het huidige koninklijke | werden overgenomen uit de bestaande tekst van het huidige koninklijke |
besluit nr. 2 en dat de betrokken bepalingen tot op heden nooit | besluit nr. 2 en dat de betrokken bepalingen tot op heden nooit |
aanleiding hebben gegeven tot praktische toepassingsproblemen. | aanleiding hebben gegeven tot praktische toepassingsproblemen. |
Ter verduidelijking werd de kwestieuze tekst hiervoor hernomen met | Ter verduidelijking werd de kwestieuze tekst hiervoor hernomen met |
aanduiding van de betrokken jaren als X of X+1 [onderlijnd] met | aanduiding van de betrokken jaren als X of X+1 [onderlijnd] met |
inkleuring van de gehanteerde termen voor hetzelfde jaar in dezelfde | inkleuring van de gehanteerde termen voor hetzelfde jaar in dezelfde |
kleur. | kleur. |
In essentie komt het erop neer dat er een referentiejaar wordt genomen | In essentie komt het erop neer dat er een referentiejaar wordt genomen |
gedurende hetwelk de belastingplichtige, die de forfaitaire regeling | gedurende hetwelk de belastingplichtige, die de forfaitaire regeling |
toepast, tevens de omzetdrempel voor een andere bijzondere regeling | toepast, tevens de omzetdrempel voor een andere bijzondere regeling |
(de regeling kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het | (de regeling kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het |
Btw-Wetboek) niet overschrijdt, waardoor hij dus eveneens in | Btw-Wetboek) niet overschrijdt, waardoor hij dus eveneens in |
aanmerking komt voor de toepassing van die bijzondere regeling. | aanmerking komt voor de toepassing van die bijzondere regeling. |
Aangezien de toepassing van de bijzondere regeling bedoeld in artikel | Aangezien de toepassing van de bijzondere regeling bedoeld in artikel |
56bis van het Btw-wetboek onderworpen is aan de voorwaarde dat de | 56bis van het Btw-wetboek onderworpen is aan de voorwaarde dat de |
omzet in een kalenderjaar niet hoger is dan 25.000 euro, is het | omzet in een kalenderjaar niet hoger is dan 25.000 euro, is het |
logisch dat een eventuele overstap naar die bijzondere regeling vanuit | logisch dat een eventuele overstap naar die bijzondere regeling vanuit |
een andere bijzondere regeling pas doorgang kan vinden na afloop van | een andere bijzondere regeling pas doorgang kan vinden na afloop van |
het kalenderjaar waardoor onomstotelijk vaststaat dat de drempel niet | het kalenderjaar waardoor onomstotelijk vaststaat dat de drempel niet |
is overschreden. | is overschreden. |
De overgang gebeurt in principe maar vanaf 1 juli van het jaar volgend | De overgang gebeurt in principe maar vanaf 1 juli van het jaar volgend |
op het referentiejaar (artikel 4, § 1, eerste lid, van het ontwerp) | op het referentiejaar (artikel 4, § 1, eerste lid, van het ontwerp) |
maar kan wel degelijk vervroegd worden naar 1 januari van het jaar | maar kan wel degelijk vervroegd worden naar 1 januari van het jaar |
volgend op het referentiejaar. Dat vergt een aanvraag die al in de | volgend op het referentiejaar. Dat vergt een aanvraag die al in de |
loop van het referentiejaar (voor 15 december) wordt ingediend en dus | loop van het referentiejaar (voor 15 december) wordt ingediend en dus |
met bijzondere aandacht zal worden opgevolgd door de administratie (in | met bijzondere aandacht zal worden opgevolgd door de administratie (in |
het bijzonder omdat in bepaalde sectoren er een omzetpiek kan bestaan | het bijzonder omdat in bepaalde sectoren er een omzetpiek kan bestaan |
tijdens de kerstperiode). Deze afwijking wordt toegelaten omdat de | tijdens de kerstperiode). Deze afwijking wordt toegelaten omdat de |
raming van de vermoedelijke omzet hier slechts betrekking heeft op een | raming van de vermoedelijke omzet hier slechts betrekking heeft op een |
klein gedeelte van het referentiejaar en er normaal gesproken een | klein gedeelte van het referentiejaar en er normaal gesproken een |
tendens kan worden afgeleid uit de omzet van het grootste gedeelte van | tendens kan worden afgeleid uit de omzet van het grootste gedeelte van |
het referentiejaar dat reeds verstreken is. | het referentiejaar dat reeds verstreken is. |
De term "volgend jaar" werd ongetwijfeld gehanteerd als eenvoudige | De term "volgend jaar" werd ongetwijfeld gehanteerd als eenvoudige |
verwijzing naar het jaar dat volgt op het referentiejaar (i.e. het [op | verwijzing naar het jaar dat volgt op het referentiejaar (i.e. het [op |
dat moment principieel] verstreken kalenderjaar, [waarin] de omzet van | dat moment principieel] verstreken kalenderjaar, [waarin] de omzet van |
de belastingplichtige die aan de forfaitaire regeling onderworpen is, | de belastingplichtige die aan de forfaitaire regeling onderworpen is, |
niet meer bedraagt dan het bedrag bedoeld in artikel 56bis, § 1, | niet meer bedraagt dan het bedrag bedoeld in artikel 56bis, § 1, |
eerste lid, van het Wetboek) (artikel 4, § 1, eerste lid). | eerste lid, van het Wetboek) (artikel 4, § 1, eerste lid). |
De term "lopende jaar" werd dan gehanteerd in die omstandigheden | De term "lopende jaar" werd dan gehanteerd in die omstandigheden |
waarin de handeling waarnaar wordt verwezen (optie vóór 15 december | waarin de handeling waarnaar wordt verwezen (optie vóór 15 december |
van het referentiejaar) nog plaatsvindt vooraleer het referentiejaar | van het referentiejaar) nog plaatsvindt vooraleer het referentiejaar |
volledig is afgelopen (artikel 4, § 1, tweede en derde lid). Het was | volledig is afgelopen (artikel 4, § 1, tweede en derde lid). Het was |
daar immers onmogelijk om - zoals in artikel 4, § 1, eerste lid, van | daar immers onmogelijk om - zoals in artikel 4, § 1, eerste lid, van |
het ontwerp - te spreken over voorbije kalenderjaar (referentiejaar) | het ontwerp - te spreken over voorbije kalenderjaar (referentiejaar) |
omdat op dat moment het referentiejaar immers nog niet voorbij is. | omdat op dat moment het referentiejaar immers nog niet voorbij is. |
Het lijkt moeilijk om de terminologische incongruentie op te lossen | Het lijkt moeilijk om de terminologische incongruentie op te lossen |
door de wijziging van één enkele term. Zo nodig zal de structuur van | door de wijziging van één enkele term. Zo nodig zal de structuur van |
het artikel grondig moeten worden gewijzigd". | het artikel grondig moeten worden gewijzigd". |
Dit zal inderdaad duidelijker moeten worden bepaald. | Dit zal inderdaad duidelijker moeten worden bepaald. |
Artikel 7 | Artikel 7 |
6. Artikel 7 van het ontwerp bepaalt dat "de administratie" elk jaar | 6. Artikel 7 van het ontwerp bepaalt dat "de administratie" elk jaar |
de forfaitaire grondslagen vaststelt voor de berekening van de | de forfaitaire grondslagen vaststelt voor de berekening van de |
belasting die in de loop van het volgende jaar zal moeten worden | belasting die in de loop van het volgende jaar zal moeten worden |
betaald. Uit artikel 56 van het Btw-wetboek volgt dat per | betaald. Uit artikel 56 van het Btw-wetboek volgt dat per |
bedrijfssector forfaitaire grondslagen van aanslag kunnen worden | bedrijfssector forfaitaire grondslagen van aanslag kunnen worden |
"toegepast", volgens door de Koning vast te stellen "modaliteiten". | "toegepast", volgens door de Koning vast te stellen "modaliteiten". |
Het verlenen van verordenende bevoegdheid aan de | Het verlenen van verordenende bevoegdheid aan de |
belastingadministratie is in beginsel niet in overeenstemming met de | belastingadministratie is in beginsel niet in overeenstemming met de |
algemene publiekrechtelijke beginselen omdat erdoor geraakt wordt aan | algemene publiekrechtelijke beginselen omdat erdoor geraakt wordt aan |
het beginsel van de eenheid van de verordenende macht en een | het beginsel van de eenheid van de verordenende macht en een |
rechtstreekse parlementaire controle ontbreekt. Bovendien ontbreken de | rechtstreekse parlementaire controle ontbreekt. Bovendien ontbreken de |
waarborgen waarmee de klassieke regelgeving gepaard gaat, zoals die | waarborgen waarmee de klassieke regelgeving gepaard gaat, zoals die |
inzake de bekendmaking en de preventieve controle van de Raad van | inzake de bekendmaking en de preventieve controle van de Raad van |
State, afdeling Wetgeving. Dergelijke delegaties kunnen dan ook enkel | State, afdeling Wetgeving. Dergelijke delegaties kunnen dan ook enkel |
worden gebillijkt om praktische redenen en voor zover zij een zeer | worden gebillijkt om praktische redenen en voor zover zij een zeer |
beperkte of een hoofdzakelijk technische en niet-beleidsmatige | beperkte of een hoofdzakelijk technische en niet-beleidsmatige |
draagwijdte hebben, en er mag worden van uitgegaan dat de diensten die | draagwijdte hebben, en er mag worden van uitgegaan dat de diensten die |
de betrokken reglementering dienen toe te passen of er toezicht op | de betrokken reglementering dienen toe te passen of er toezicht op |
uitoefenen, ook het best geplaatst zijn om deze met kennis van zaken | uitoefenen, ook het best geplaatst zijn om deze met kennis van zaken |
uit te werken (2). | uit te werken (2). |
Eventueel kan de Koning die bevoegdheid toekennen aan de minister | Eventueel kan de Koning die bevoegdheid toekennen aan de minister |
bevoegd voor financiën, zodat de hiervoor vermelde problemen niet | bevoegd voor financiën, zodat de hiervoor vermelde problemen niet |
optreden. Een dergelijke delegatie kan in principe voor zover ze enkel | optreden. Een dergelijke delegatie kan in principe voor zover ze enkel |
betrekking heeft op bijkomstige of detailmatige aangelegenheden. De | betrekking heeft op bijkomstige of detailmatige aangelegenheden. De |
delegatie lijkt in dit geval voldoende omkaderd zodat ze daar | delegatie lijkt in dit geval voldoende omkaderd zodat ze daar |
effectief toe is beperkt (3). | effectief toe is beperkt (3). |
7. Over artikel 7, derde lid, van het ontwerp verstrekte de | 7. Over artikel 7, derde lid, van het ontwerp verstrekte de |
gemachtigde de volgende toelichting: | gemachtigde de volgende toelichting: |
"De forfaitaire grondslagen van aanslag worden door de administratie | "De forfaitaire grondslagen van aanslag worden door de administratie |
vastgesteld na overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen. De | vastgesteld na overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen. De |
groeperingen die wensen te worden geconsulteerd voor het vaststellen | groeperingen die wensen te worden geconsulteerd voor het vaststellen |
van die forfaitaire grondslagen, moeten zich tijdig aan de | van die forfaitaire grondslagen, moeten zich tijdig aan de |
administratie kenbaar maken en gedetailleerde en becijferde | administratie kenbaar maken en gedetailleerde en becijferde |
voorstellen overleggen met het oog op het vaststellen van de | voorstellen overleggen met het oog op het vaststellen van de |
forfaitaire regeling voor de heffing van de btw. Overeenkomstig | forfaitaire regeling voor de heffing van de btw. Overeenkomstig |
artikel 7 van het ontwerp, kunnen verschillende fases worden | artikel 7 van het ontwerp, kunnen verschillende fases worden |
onderscheiden. | onderscheiden. |
In de loop van elk jaar ("X") stelt de administratie, op basis van de | In de loop van elk jaar ("X") stelt de administratie, op basis van de |
opnemingen die zij gedaan heeft en na raadpleging van de | opnemingen die zij gedaan heeft en na raadpleging van de |
beroepsgroeperingen, voorlopig de forfaitaire grondslagen van aanslag | beroepsgroeperingen, voorlopig de forfaitaire grondslagen van aanslag |
vast (toepasselijke forfaitaire coëfficiënten, rendementsnormen, loon | vast (toepasselijke forfaitaire coëfficiënten, rendementsnormen, loon |
van de patroon, enz.) die door de belastingplichtigen in de loop van | van de patroon, enz.) die door de belastingplichtigen in de loop van |
het volgende jaar ("X+1") zullen moeten gebruikt worden voor de | het volgende jaar ("X+1") zullen moeten gebruikt worden voor de |
berekening van hun omzet. (artikel 7, eerste lid, van het ontwerp) | berekening van hun omzet. (artikel 7, eerste lid, van het ontwerp) |
Deze vaststelling gebeurt normaal gesproken ten laatste in de maand | Deze vaststelling gebeurt normaal gesproken ten laatste in de maand |
december van elk jaar. | december van elk jaar. |
De voorlopig vastgestelde grondslagen kunnen herzien worden in de loop | De voorlopig vastgestelde grondslagen kunnen herzien worden in de loop |
van het jaar ("X+1") wanneer zich gevoelige wijzigingen in de | van het jaar ("X+1") wanneer zich gevoelige wijzigingen in de |
bestanddelen van de forfaitaire regeling voordoen. (artikel 7, tweede | bestanddelen van de forfaitaire regeling voordoen. (artikel 7, tweede |
lid, van het ontwerp) | lid, van het ontwerp) |
Ze moeten herzien worden na het einde van het beoogde jaar ("X+1"), | Ze moeten herzien worden na het einde van het beoogde jaar ("X+1"), |
wanneer blijkt dat de wijzigingen in voormelde bestanddelen van die | wanneer blijkt dat de wijzigingen in voormelde bestanddelen van die |
aard zijn dat de omzet die berekend werd op grond van de voorlopige | aard zijn dat de omzet die berekend werd op grond van de voorlopige |
forfaitaire grondslagen, vastgesteld op de hierboven aangeduide wijze, | forfaitaire grondslagen, vastgesteld op de hierboven aangeduide wijze, |
met ten minste 2% gewijzigd wordt. (artikel 7, derde lid, van het | met ten minste 2% gewijzigd wordt. (artikel 7, derde lid, van het |
ontwerp). | ontwerp). |
In de praktijk is al gebleken dat deze situatie zich uiterst zelden | In de praktijk is al gebleken dat deze situatie zich uiterst zelden |
voordoet, maar de bestaande regeling is op dit punt ongewijzigd | voordoet, maar de bestaande regeling is op dit punt ongewijzigd |
overgenomen omdat het niet de bedoeling was om die ten gronde te | overgenomen omdat het niet de bedoeling was om die ten gronde te |
wijzigen. | wijzigen. |
Indien uitzonderlijk toch tot een dergelijke herziening moet worden | Indien uitzonderlijk toch tot een dergelijke herziening moet worden |
overgegaan, moet het te herziene bedrag worden berekend aan de hand | overgegaan, moet het te herziene bedrag worden berekend aan de hand |
van een bijzonder berekeningsblad en vervolgens mee worden opgenomen | van een bijzonder berekeningsblad en vervolgens mee worden opgenomen |
in de normale btw-aangifte (de forfaitaire regeling omvat immers enkel | in de normale btw-aangifte (de forfaitaire regeling omvat immers enkel |
een bijzondere manier van berekenen van de belastbare omzet middels | een bijzondere manier van berekenen van de belastbare omzet middels |
speciale berekeningsbladen maar volgt voor de rest de gewone regels | speciale berekeningsbladen maar volgt voor de rest de gewone regels |
van de normale btw-aangifte)". | van de normale btw-aangifte)". |
Het derde lid van artikel 7 is nogal cryptisch gesteld, wat dient te | Het derde lid van artikel 7 is nogal cryptisch gesteld, wat dient te |
worden verholpen. | worden verholpen. |
8. In het laatste lid van artikel 7 van het ontwerp wordt bepaald dat | 8. In het laatste lid van artikel 7 van het ontwerp wordt bepaald dat |
de forfaitaire grondslagen van aanslag en de eventuele wijzigingen | de forfaitaire grondslagen van aanslag en de eventuele wijzigingen |
wordt vastgesteld "na overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen". | wordt vastgesteld "na overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen". |
Dat daarvoor overleg vereist is, blijkt reeds uit artikel 56, § 1, | Dat daarvoor overleg vereist is, blijkt reeds uit artikel 56, § 1, |
eerste lid, inleidende zin, van het Btw-wetboek. | eerste lid, inleidende zin, van het Btw-wetboek. |
Bepalingen die enkel een hogere rechtsnorm in herinnering brengen door | Bepalingen die enkel een hogere rechtsnorm in herinnering brengen door |
die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in | die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in |
een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid | een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid |
dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen | dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen |
bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk kan worden gewekt dat de | bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk kan worden gewekt dat de |
overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de | overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de |
regels overneemt. Enkel wanneer het voor een goed begrip van de | regels overneemt. Enkel wanneer het voor een goed begrip van de |
ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere | ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere |
rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden | rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden |
gebillijkt, en dan enkel op voorwaarde dat de oorsprong van de | gebillijkt, en dan enkel op voorwaarde dat de oorsprong van de |
betrokken regels wordt vermeld (door het aanbrengen van de vermelding | betrokken regels wordt vermeld (door het aanbrengen van de vermelding |
"overeenkomstig artikel ... van het Btw-wetboek ...") en dat de | "overeenkomstig artikel ... van het Btw-wetboek ...") en dat de |
overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen | overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen |
ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan. | ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan. |
Artikel 9 | Artikel 9 |
9. Artikel 9 van het ontwerp luidt: | 9. Artikel 9 van het ontwerp luidt: |
"De Minister van Financiën of zijn gemachtigde bepaalt de praktische | "De Minister van Financiën of zijn gemachtigde bepaalt de praktische |
toepassingsmodaliteiten van onderhavig besluit, in het bijzonder wat | toepassingsmodaliteiten van onderhavig besluit, in het bijzonder wat |
betreft de voldoening van de belasting en de wijziging van | betreft de voldoening van de belasting en de wijziging van |
belastingregeling. Hij bepaalt tevens de vorm en de inhoud van de | belastingregeling. Hij bepaalt tevens de vorm en de inhoud van de |
documenten met betrekking tot deze regeling". | documenten met betrekking tot deze regeling". |
Wat de delegatie aan de minister bevoegd voor financiën betreft, moet | Wat de delegatie aan de minister bevoegd voor financiën betreft, moet |
worden herhaald dat een delegatie aan een minister enkel betrekking | worden herhaald dat een delegatie aan een minister enkel betrekking |
kan hebben op bijkomstige of detailmatige aangelegenheden, wat ook | kan hebben op bijkomstige of detailmatige aangelegenheden, wat ook |
meebrengt dat die aangelegenheden exhaustief moeten worden vermeld. De | meebrengt dat die aangelegenheden exhaustief moeten worden vermeld. De |
gehanteerde formulering (in de Nederlandse tekst: "in het bijzonder"; | gehanteerde formulering (in de Nederlandse tekst: "in het bijzonder"; |
in de Franse tekst: "notamment") geeft aan dat de vermelde gevallen | in de Franse tekst: "notamment") geeft aan dat de vermelde gevallen |
voorbeelden ter verklaring zijn, zonder andere gevallen uit te | voorbeelden ter verklaring zijn, zonder andere gevallen uit te |
sluiten. De enunciatieve opsomming moet derhalve worden omgevormd in | sluiten. De enunciatieve opsomming moet derhalve worden omgevormd in |
een limitatieve opsomming. | een limitatieve opsomming. |
De griffier, | De griffier, |
A. Truyens | A. Truyens |
De voorzitter, | De voorzitter, |
J. Baert | J. Baert |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Artikel 56 is vervangen bij artikel 12 van de wet van 30 juli 2018 | (1) Artikel 56 is vervangen bij artikel 12 van de wet van 30 juli 2018 |
"houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde | "houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde |
waarde". De nieuwe bepaling treedt in werking op 1 januari 2019. | waarde". De nieuwe bepaling treedt in werking op 1 januari 2019. |
(2) Daarop is reeds gewezen in advies 63.254/3 (adv.RvS 63.254/3 van 7 | (2) Daarop is reeds gewezen in advies 63.254/3 (adv.RvS 63.254/3 van 7 |
mei 2018 over het voorontwerp dat geleid heeft tot de wet van 30 juli | mei 2018 over het voorontwerp dat geleid heeft tot de wet van 30 juli |
2018, opmerking 8, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3121/001, 46). | 2018, opmerking 8, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3121/001, 46). |
(3) Uit de betrokken bepaling in het Btw-wetboek en uit het ontwerp | (3) Uit de betrokken bepaling in het Btw-wetboek en uit het ontwerp |
blijkt dat de forfaitaire grondslagen zo moeten worden bepaald dat ze | blijkt dat de forfaitaire grondslagen zo moeten worden bepaald dat ze |
toelaten de werkelijk gerealiseerde omzet te benaderen. Bovendien | toelaten de werkelijk gerealiseerde omzet te benaderen. Bovendien |
bepaalt artikel 281 van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 | bepaalt artikel 281 van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 |
november 2006 "betreffende het gemeenschappelijke stelsel van | november 2006 "betreffende het gemeenschappelijke stelsel van |
belasting over de toegevoegde waarde" (BTW-richtlijn) dat forfaitaire | belasting over de toegevoegde waarde" (BTW-richtlijn) dat forfaitaire |
taxatie niet tot een vermindering van de belasting mag leiden. | taxatie niet tot een vermindering van de belasting mag leiden. |