Decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht | Decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
17 JUNI 2016. - Decreet houdende huur van korte duur voor handel en | 17 JUNI 2016. - Decreet houdende huur van korte duur voor handel en |
ambacht (1) | ambacht (1) |
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen | Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen |
hetgeen volgt: | hetgeen volgt: |
Decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht | Decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht |
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling | HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. |
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied |
Art. 2.De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op de huur |
Art. 2.De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op de huur |
van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die | van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die |
krachtens een uitdrukkelijke overeenkomst van partijen in de loop van | krachtens een uitdrukkelijke overeenkomst van partijen in de loop van |
de huur, door de huurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het | de huur, door de huurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het |
uitoefenen van een kleinhandel of het bedrijf van de ambachtsman, | uitoefenen van een kleinhandel of het bedrijf van de ambachtsman, |
waarbij er een rechtstreeks contact is tussen de huurder en het | waarbij er een rechtstreeks contact is tussen de huurder en het |
publiek en die uitdrukkelijk is gesloten voor een termijn die gelijk | publiek en die uitdrukkelijk is gesloten voor een termijn die gelijk |
is aan of korter is dan één jaar. Daarbij is het zonder belang op | is aan of korter is dan één jaar. Daarbij is het zonder belang op |
welke wijze het contact tussen de huurder en het publiek tot stand | welke wijze het contact tussen de huurder en het publiek tot stand |
komt en of de huurder al dan niet eigenaar is van de door hem in het | komt en of de huurder al dan niet eigenaar is van de door hem in het |
gehuurde goed uitgeoefende handelszaak. | gehuurde goed uitgeoefende handelszaak. |
HOOFDSTUK 3. - Duur en beëindiging | HOOFDSTUK 3. - Duur en beëindiging |
Art. 3.De duur van de huur mag de duur van een geheel jaar niet |
Art. 3.De duur van de huur mag de duur van een geheel jaar niet |
bereiken of overtreffen. | bereiken of overtreffen. |
Art. 4.De huurovereenkomsten die onder de toepassing van dit decreet |
Art. 4.De huurovereenkomsten die onder de toepassing van dit decreet |
worden afgesloten, eindigen van rechtswege op hun einddatum, zonder | worden afgesloten, eindigen van rechtswege op hun einddatum, zonder |
dat daarvoor een opzegging nodig is, en zonder dat de huurder recht | dat daarvoor een opzegging nodig is, en zonder dat de huurder recht |
heeft op een huurhernieuwing. De huurovereenkomst kan evenwel, op | heeft op een huurhernieuwing. De huurovereenkomst kan evenwel, op |
voorwaarde dat partijen daarmee akkoord gaan, eenmaal of meermaals | voorwaarde dat partijen daarmee akkoord gaan, eenmaal of meermaals |
enkel schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden worden verlengd | enkel schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden worden verlengd |
zonder dat de totale duur van de huur langer dan één jaar mag zijn. | zonder dat de totale duur van de huur langer dan één jaar mag zijn. |
Zodra op grond van opeenvolgende verlengingen de totale duur van de | Zodra op grond van opeenvolgende verlengingen de totale duur van de |
huur langer is dan één jaar, valt de huurovereenkomst onder het | huur langer is dan één jaar, valt de huurovereenkomst onder het |
toepassingsgebied van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling | toepassingsgebied van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling |
IIbis, van het Burgerlijk Wetboek, en wordt hij geacht te zijn | IIbis, van het Burgerlijk Wetboek, en wordt hij geacht te zijn |
aangegaan voor de duur van negen jaar, te rekenen vanaf de datum | aangegaan voor de duur van negen jaar, te rekenen vanaf de datum |
waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is | waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is |
getreden. | getreden. |
Art. 5.De huurder kan evenwel te allen tijde de lopende huur |
Art. 5.De huurder kan evenwel te allen tijde de lopende huur |
beëindigen, mits hij een maand van tevoren opzegt bij | beëindigen, mits hij een maand van tevoren opzegt bij |
gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief. | gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief. |
Art. 6.Partijen kunnen te allen tijde de lopende huur eveneens |
Art. 6.Partijen kunnen te allen tijde de lopende huur eveneens |
beëindigen, op voorwaarde dat hun akkoord wordt vastgesteld bij | beëindigen, op voorwaarde dat hun akkoord wordt vastgesteld bij |
geschrift. Zij kunnen de huur ook in onderling overleg beëindigen om | geschrift. Zij kunnen de huur ook in onderling overleg beëindigen om |
een nieuwe huurovereenkomst op te stellen die onder de toepassing van | een nieuwe huurovereenkomst op te stellen die onder de toepassing van |
boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling IIbis, van het Burgerlijk | boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling IIbis, van het Burgerlijk |
Wetboek valt. | Wetboek valt. |
Art. 7.Noch bij de contractuele beëindiging van de huurovereenkomst |
Art. 7.Noch bij de contractuele beëindiging van de huurovereenkomst |
in toepassing van artikel 6, noch bij een voortijdige beëindiging | in toepassing van artikel 6, noch bij een voortijdige beëindiging |
ervan, heeft de huurder recht op enige vergoeding voor zijn | ervan, heeft de huurder recht op enige vergoeding voor zijn |
uitzetting, tenzij anders is overeengekomen. | uitzetting, tenzij anders is overeengekomen. |
HOOFDSTUK 4. - Huurprijs | HOOFDSTUK 4. - Huurprijs |
Art. 8.De op het onroerend goed van toepassing zijnde belastingen |
Art. 8.De op het onroerend goed van toepassing zijnde belastingen |
worden geacht in de huurprijs begrepen te zijn, tenzij anders wordt | worden geacht in de huurprijs begrepen te zijn, tenzij anders wordt |
overeengekomen. | overeengekomen. |
De kosten van de nutsvoorzieningen van het onroerend goed zijn ten | De kosten van de nutsvoorzieningen van het onroerend goed zijn ten |
laste van de huurder, en kunnen met alle middelen bewezen worden. | laste van de huurder, en kunnen met alle middelen bewezen worden. |
HOOFDSTUK 5. - Verbouwingen | HOOFDSTUK 5. - Verbouwingen |
Art. 9.Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, heeft de huurder |
Art. 9.Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, heeft de huurder |
het recht aan het gehuurde goed elke verbouwing uit te voeren die | het recht aan het gehuurde goed elke verbouwing uit te voeren die |
dienstig is voor zijn onderneming en waarvan de kosten een jaar huur | dienstig is voor zijn onderneming en waarvan de kosten een jaar huur |
niet te boven gaan, op voorwaarde dat daardoor noch de veiligheid, | niet te boven gaan, op voorwaarde dat daardoor noch de veiligheid, |
noch de salubriteit, noch de esthetische waarde van het gebouw in het | noch de salubriteit, noch de esthetische waarde van het gebouw in het |
gedrang komen, en op voorwaarde dat hij de verhuurder voor de aanvang | gedrang komen, en op voorwaarde dat hij de verhuurder voor de aanvang |
van de werken daarvan schriftelijk in kennis stelt. | van de werken daarvan schriftelijk in kennis stelt. |
Art. 10.Ingeval er werken worden uitgevoerd zonder instemming of |
Art. 10.Ingeval er werken worden uitgevoerd zonder instemming of |
machtiging of zonder dat de bepalingen daarvan in acht worden genomen, | machtiging of zonder dat de bepalingen daarvan in acht worden genomen, |
kan de verhuurder de werken doen stopzetten ingevolge een eenvoudige | kan de verhuurder de werken doen stopzetten ingevolge een eenvoudige |
beschikking van de vrederechter, gegeven op verzoekschrift en | beschikking van de vrederechter, gegeven op verzoekschrift en |
uitvoerbaar op de minuut en vóór registratie. | uitvoerbaar op de minuut en vóór registratie. |
De verhuurder heeft toegang tot de werken. Hij kan alle lasthebbers | De verhuurder heeft toegang tot de werken. Hij kan alle lasthebbers |
naar hun keus daarheen afvaardigen. | naar hun keus daarheen afvaardigen. |
De uitvoering van de door de huurder ondernomen werken geschiedt op | De uitvoering van de door de huurder ondernomen werken geschiedt op |
zijn risico. | zijn risico. |
Art. 11.De verhuurder kan, hetzij vóór, hetzij tijdens de uitvoering |
Art. 11.De verhuurder kan, hetzij vóór, hetzij tijdens de uitvoering |
van de werken, eisen dat de huurder zijn eigen aansprakelijkheid | van de werken, eisen dat de huurder zijn eigen aansprakelijkheid |
verzekert, alsook die van de verhuurder en van de eigenaar, zowel ten | verzekert, alsook die van de verhuurder en van de eigenaar, zowel ten |
opzichte van derden als ten opzichte van elkaar, uit hoofde van de | opzichte van derden als ten opzichte van elkaar, uit hoofde van de |
door de huurder ondernomen werken. | door de huurder ondernomen werken. |
Indien de huurder, bij eerste aanmaning van de verhuurder, het bewijs | Indien de huurder, bij eerste aanmaning van de verhuurder, het bewijs |
niet levert van het bestaan van een toereikend verzekeringscontract en | niet levert van het bestaan van een toereikend verzekeringscontract en |
van de betaling van de premie, is de verhuurder gerechtigd de werken | van de betaling van de premie, is de verhuurder gerechtigd de werken |
te laten stopzetten ingevolge een eenvoudige beschikking van de | te laten stopzetten ingevolge een eenvoudige beschikking van de |
vrederechter, gegeven op verzoekschrift en uitvoerbaar op de minuut en | vrederechter, gegeven op verzoekschrift en uitvoerbaar op de minuut en |
vóór registratie. Het verbod kan niet worden opgeheven tenzij het | vóór registratie. Het verbod kan niet worden opgeheven tenzij het |
bewijs van de verzekering en van de betaling van de premie wordt | bewijs van de verzekering en van de betaling van de premie wordt |
geleverd. | geleverd. |
Art. 12.Wanneer verbouwingen zijn uitgevoerd op kosten van de |
Art. 12.Wanneer verbouwingen zijn uitgevoerd op kosten van de |
huurder, kan de verhuurder, behoudens andersluidende overeenkomst, de | huurder, kan de verhuurder, behoudens andersluidende overeenkomst, de |
verwijdering ervan bij het vertrek van de huurder vorderen. Indien hij | verwijdering ervan bij het vertrek van de huurder vorderen. Indien hij |
de aldus uitgevoerde verbouwingswerken behoudt, is hij geen vergoeding | de aldus uitgevoerde verbouwingswerken behoudt, is hij geen vergoeding |
verschuldigd. | verschuldigd. |
HOOFDSTUK 6. - Overdracht van huur en onderverhuring | HOOFDSTUK 6. - Overdracht van huur en onderverhuring |
Art. 13.Overdracht van huur en onderhuur zijn te allen tijde |
Art. 13.Overdracht van huur en onderhuur zijn te allen tijde |
verboden. | verboden. |
HOOFDSTUK 7. - Vervreemding van het verhuurde goed | HOOFDSTUK 7. - Vervreemding van het verhuurde goed |
Art. 14.Hij die het verhuurde goed om niet of onder bezwarende titel |
Art. 14.Hij die het verhuurde goed om niet of onder bezwarende titel |
verkrijgt, leeft de geregistreerde huurovereenkomst na, en kan de | verkrijgt, leeft de geregistreerde huurovereenkomst na, en kan de |
huurder er niet uitzetten, behoudens de toepassing van artikel 4. | huurder er niet uitzetten, behoudens de toepassing van artikel 4. |
HOOFDSTUK 8. - Rechtspleging | HOOFDSTUK 8. - Rechtspleging |
Art. 15.De rechtsvorderingen op grond van dit decreet ingesteld, |
Art. 15.De rechtsvorderingen op grond van dit decreet ingesteld, |
evenals de daaraan verknochte rechtsvorderingen die mochten ontstaan | evenals de daaraan verknochte rechtsvorderingen die mochten ontstaan |
uit de huur van een handelszaak, behoren, niettegenstaande elke | uit de huur van een handelszaak, behoren, niettegenstaande elke |
andersluidende overeenkomst aangegaan naar keuze van de eiser vóór het | andersluidende overeenkomst aangegaan naar keuze van de eiser vóór het |
ontstaan van het geschil, tot de bevoegdheid van de vrederechter van | ontstaan van het geschil, tot de bevoegdheid van de vrederechter van |
de plaats waar het voornaamste onroerend goed gelegen is, of van de | de plaats waar het voornaamste onroerend goed gelegen is, of van de |
plaats van het goed met het hoogste kadastraal inkomen, wanneer het | plaats van het goed met het hoogste kadastraal inkomen, wanneer het |
verscheidene afzonderlijke onroerende goederen betreft. | verscheidene afzonderlijke onroerende goederen betreft. |
Art. 16.Alvorens op grond van dit decreet een vordering in te |
Art. 16.Alvorens op grond van dit decreet een vordering in te |
stellen, kan de eiser, bij een verzoekschrift, door hem, door zijn | stellen, kan de eiser, bij een verzoekschrift, door hem, door zijn |
raadsman of door zijn bijzonder gevolmachtigde ondertekend, de | raadsman of door zijn bijzonder gevolmachtigde ondertekend, de |
toekomstige verweerder tot minnelijke schikking doen oproepen. | toekomstige verweerder tot minnelijke schikking doen oproepen. |
De griffier geeft een ontvangstbewijs van het verzoekschrift; de | De griffier geeft een ontvangstbewijs van het verzoekschrift; de |
rechter roept de partijen op binnen acht dagen na het indienen van het | rechter roept de partijen op binnen acht dagen na het indienen van het |
verzoekschrift. | verzoekschrift. |
Indien een akkoord tot stand komt, worden de bewoordingen in een | Indien een akkoord tot stand komt, worden de bewoordingen in een |
proces-verbaal vastgelegd en geschiedt de uitgifte in executoriale | proces-verbaal vastgelegd en geschiedt de uitgifte in executoriale |
vorm. | vorm. |
Indien geen akkoord tot stand komt, maakt de vrederechter | Indien geen akkoord tot stand komt, maakt de vrederechter |
proces-verbaal op. | proces-verbaal op. |
Art. 17.Alle vonnissen, door de vrederechters gewezen bij toepassing |
Art. 17.Alle vonnissen, door de vrederechters gewezen bij toepassing |
van de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn vatbaar voor hoger beroep. | van de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn vatbaar voor hoger beroep. |
Art. 18.De vonnissen in de loop der instantie gewezen zijn |
Art. 18.De vonnissen in de loop der instantie gewezen zijn |
uitvoerbaar bij voorraad, niet tegenstaande enige daartegen gerichte | uitvoerbaar bij voorraad, niet tegenstaande enige daartegen gerichte |
voorziening. | voorziening. |
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen aan het Burgerlijk Wetboek | HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen aan het Burgerlijk Wetboek |
Art. 19.In artikel 2 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling |
Art. 19.In artikel 2 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling |
IIbis, van het Burgerlijk Wetboek wordt de bepaling onder punt 1° | IIbis, van het Burgerlijk Wetboek wordt de bepaling onder punt 1° |
vervangen door wat volgt: | vervangen door wat volgt: |
``1° op de huur die schriftelijk is gesloten voor een termijn die | ``1° op de huur die schriftelijk is gesloten voor een termijn die |
gelijk is aan of korter is dan één jaar;''. | gelijk is aan of korter is dan één jaar;''. |
HOOFDSTUK 1 0. - Inwerkingtredingsbepaling | HOOFDSTUK 1 0. - Inwerkingtredingsbepaling |
Art. 20.Dit decreet is niet van toepassing op de lopende |
Art. 20.Dit decreet is niet van toepassing op de lopende |
huurovereenkomsten. Dit decreet treedt in werking op de eerste dag van | huurovereenkomsten. Dit decreet treedt in werking op de eerste dag van |
de tweede maand, volgend op de dag van de bekendmaking ervan in het | de tweede maand, volgend op de dag van de bekendmaking ervan in het |
Belgisch Staatsblad. | Belgisch Staatsblad. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 17 juni 2016. | Brussel, 17 juni 2016. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2015-2016. | (1) Zitting 2015-2016. |
Stukken. - Voorstel van decreet, 598 - Nr. 1. - Advies van de Raad van | Stukken. - Voorstel van decreet, 598 - Nr. 1. - Advies van de Raad van |
State, 598 - Nr. 2. - Amendementen, 598 - Nr. 3 t.e.m. 5. - Verslag, | State, 598 - Nr. 2. - Amendementen, 598 - Nr. 3 t.e.m. 5. - Verslag, |
598 - Nr. 6. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 598 - | 598 - Nr. 6. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 598 - |
Nr. 7. | Nr. 7. |
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 8 juni 2016. | Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 8 juni 2016. |