← Terug naar "Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli 2002 tot wijziging en cordinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag "
Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli 2002 tot wijziging en cordinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag | Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli 2002 tot wijziging en cordinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE |
OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli | Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli |
2002 tot wijziging en cordinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 | 2002 tot wijziging en cordinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 |
houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften | houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften |
van goed zedelijk gedrag | van goed zedelijk gedrag |
Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli | Aanvullende omzendbrief van 3 april 2003 bij de omzendbrief van 1 juli |
2002 tot wijziging en coördinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 | 2002 tot wijziging en coördinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 |
houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften | houdende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften |
van goed zedelijk gedrag | van goed zedelijk gedrag |
Aan de dames en heren Provinciegouverneurs, | Aan de dames en heren Provinciegouverneurs, |
Aan de dames en heren Burgemeesters, | Aan de dames en heren Burgemeesters, |
Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, | Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, |
Mevrouw de Burgemeester, Mijnheer de Burgemeester, | Mevrouw de Burgemeester, Mijnheer de Burgemeester, |
Inleiding | Inleiding |
De omzendbrief van 21 februari 2003 (Belgisch Staatsblad van 4 maart | De omzendbrief van 21 februari 2003 (Belgisch Staatsblad van 4 maart |
2003) had tot doel de vragen te beantwoorden die gerezen zijn bij de | 2003) had tot doel de vragen te beantwoorden die gerezen zijn bij de |
omzendbrief van 1 juli 2002 inzake het gemotiveerd advies van de | omzendbrief van 1 juli 2002 inzake het gemotiveerd advies van de |
korpschef, meer in het bijzonder wanneer een getuigschrift van goed | korpschef, meer in het bijzonder wanneer een getuigschrift van goed |
zedelijk gedrag gevraagd wordt met het oog op de uitoefening van een | zedelijk gedrag gevraagd wordt met het oog op de uitoefening van een |
activiteit die onder begeleiding van minderjarigen valt | activiteit die onder begeleiding van minderjarigen valt |
(getuigschriften van model 2). | (getuigschriften van model 2). |
Deze omzendbrief van 21 februari 2003 was echter beperkt in de tijd, | Deze omzendbrief van 21 februari 2003 was echter beperkt in de tijd, |
aangezien hij een aanvullende omzendbrief bij die van 1 juli 2002 | aangezien hij een aanvullende omzendbrief bij die van 1 juli 2002 |
aankondigde, teneinde de situatie te verduidelijken in verband met de | aankondigde, teneinde de situatie te verduidelijken in verband met de |
formulering van het gemotiveerd advies. | formulering van het gemotiveerd advies. |
De voorlopige periode aangekondigd in de omzendbrief van 21 februari | De voorlopige periode aangekondigd in de omzendbrief van 21 februari |
2003 is nu geëindigd, daar de onderrichtingen die hij voorzag, | 2003 is nu geëindigd, daar de onderrichtingen die hij voorzag, |
voortaan in onderhavige omzendbrief opgenomen worden. | voortaan in onderhavige omzendbrief opgenomen worden. |
De huidige aanvullende omzendbrief heeft als doel, enerzijds de | De huidige aanvullende omzendbrief heeft als doel, enerzijds de |
modaliteiten te preciseren volgens welke het gemotiveerd advies van de | modaliteiten te preciseren volgens welke het gemotiveerd advies van de |
korpschef of van de gedelegeerde officier van politie moet worden | korpschef of van de gedelegeerde officier van politie moet worden |
uitgebracht, wanneer dit advies verplicht vereist is (wat het geval is | uitgebracht, wanneer dit advies verplicht vereist is (wat het geval is |
voor de getuigschriften van goed zedelijk gedrag van model 2), en | voor de getuigschriften van goed zedelijk gedrag van model 2), en |
anderzijds het voeren van de moraliteitsonderzoeken die dit | anderzijds het voeren van de moraliteitsonderzoeken die dit |
gemotiveerd advies voorafgaan, te objectiveren, wanneer dergelijk | gemotiveerd advies voorafgaan, te objectiveren, wanneer dergelijk |
onderzoek door de korpschef noodzakelijk wordt geacht. | onderzoek door de korpschef noodzakelijk wordt geacht. |
Bovendien werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om enerzijds de | Bovendien werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om enerzijds de |
regels van uitwissing en niet-vermelding van veroordelingen op de | regels van uitwissing en niet-vermelding van veroordelingen op de |
getuigschriften van goed zedelijk gedrag toe te lichten en anderzijds | getuigschriften van goed zedelijk gedrag toe te lichten en anderzijds |
de vermeldingen inzake de veroordelingen met uitstel aan te passen. | de vermeldingen inzake de veroordelingen met uitstel aan te passen. |
Tenslotte na de weergave van de inleidende tekst van de omzendbrief | Tenslotte na de weergave van de inleidende tekst van de omzendbrief |
van 1 juli 2001 mits enkele aanpassingen, wordt de huidige omzendbrief | van 1 juli 2001 mits enkele aanpassingen, wordt de huidige omzendbrief |
voor alle duidelijkheid beëindigd met een gecoördineerde versie. | voor alle duidelijkheid beëindigd met een gecoördineerde versie. |
1. Gemotiveerd advies van de korpschef | 1. Gemotiveerd advies van de korpschef |
Bij het uitbrengen van het gemotiveerd advies dient op onderstaande | Bij het uitbrengen van het gemotiveerd advies dient op onderstaande |
wijze te worden gehandeld. | wijze te worden gehandeld. |
a) De korpschef of de door hem gedelegeerde officier van politie | a) De korpschef of de door hem gedelegeerde officier van politie |
raadpleegt de gerechtelijke informatie (strafregister) en de | raadpleegt de gerechtelijke informatie (strafregister) en de |
politionele informatie (databanken van de federale en lokale politie) | politionele informatie (databanken van de federale en lokale politie) |
en vraagt het advies van de wijkagent. Dit is het zogenaamd « | en vraagt het advies van de wijkagent. Dit is het zogenaamd « |
onderzoek zonder verplaatsing » (geen moraliteitsonderzoek). | onderzoek zonder verplaatsing » (geen moraliteitsonderzoek). |
Indien deze drie informatiebronnen betekenisvolle informatie bevatten | Indien deze drie informatiebronnen betekenisvolle informatie bevatten |
voor feiten waarbij minderjarigen zijn betrokken en voldoende zijn om | voor feiten waarbij minderjarigen zijn betrokken en voldoende zijn om |
een negatief advies uit te brengen, wordt een negatief advies door de | een negatief advies uit te brengen, wordt een negatief advies door de |
korpschef of de gedelegeerde officier van politie uitgebracht zonder | korpschef of de gedelegeerde officier van politie uitgebracht zonder |
verder onderzoek ter plaatse. | verder onderzoek ter plaatse. |
b) Indien deze drie informatiebronnen geen aanwijzingen of geen | b) Indien deze drie informatiebronnen geen aanwijzingen of geen |
betekenisvolle informatie opleveren in verband met feiten waarbij | betekenisvolle informatie opleveren in verband met feiten waarbij |
minderjarigen betrokken zijn, is er geen enkele aanleiding om tot een | minderjarigen betrokken zijn, is er geen enkele aanleiding om tot een |
moraliteitsonderzoek over te gaan en wordt een positief advies | moraliteitsonderzoek over te gaan en wordt een positief advies |
uitgebracht. Dit gebeurt eveneens na een zogenaamd « onderzoek zonder | uitgebracht. Dit gebeurt eveneens na een zogenaamd « onderzoek zonder |
verplaatsing » (geen moraliteitsonderzoek). | verplaatsing » (geen moraliteitsonderzoek). |
c) Indien na raadpleging van deze drie informatiebronnen een gegronde | c) Indien na raadpleging van deze drie informatiebronnen een gegronde |
twijfel blijft bestaan, kan een moraliteitsonderzoek overwogen worden. | twijfel blijft bestaan, kan een moraliteitsonderzoek overwogen worden. |
De moraliteitsonderzoeken mogen in geen geval systematisch gevoerd | De moraliteitsonderzoeken mogen in geen geval systematisch gevoerd |
worden, dus niet in de gevallen a) en b) . | worden, dus niet in de gevallen a) en b) . |
Dit betekent dat het moraliteitsonderzoek slechts uitzonderlijk en als | Dit betekent dat het moraliteitsonderzoek slechts uitzonderlijk en als |
laatste middel mag gebruikt worden, wanneer de verkregen informatie | laatste middel mag gebruikt worden, wanneer de verkregen informatie |
uit het onderzoek zonder verplaatsing zo tegenstrijdig is, dat een | uit het onderzoek zonder verplaatsing zo tegenstrijdig is, dat een |
moraliteitsonderzoek noodzakelijk wordt. | moraliteitsonderzoek noodzakelijk wordt. |
Wanneer in uitzonderlijke gevallen toch een moraliteitsonderzoek | Wanneer in uitzonderlijke gevallen toch een moraliteitsonderzoek |
gevoerd wordt, zal de korpschef of de gedelegeerde officier in de mate | gevoerd wordt, zal de korpschef of de gedelegeerde officier in de mate |
van het mogelijke slechts de aanvrager van het getuigschrift | van het mogelijke slechts de aanvrager van het getuigschrift |
ondervragen zonder zijn omgeving te ondervragen. | ondervragen zonder zijn omgeving te ondervragen. |
Hij zal bovendien het onderwerp van zijn vragen beperken tot het enige | Hij zal bovendien het onderwerp van zijn vragen beperken tot het enige |
doel dat ze voor ogen hebben en er in het bijzonder op toezien dat het | doel dat ze voor ogen hebben en er in het bijzonder op toezien dat het |
privéleven van de personen gerespecteerd wordt. | privéleven van de personen gerespecteerd wordt. |
Het is de lokale politie die het best geplaatst is om een gemotiveerd | Het is de lokale politie die het best geplaatst is om een gemotiveerd |
advies over de betrokkene te geven, daar zij het dichtst bij de | advies over de betrokkene te geven, daar zij het dichtst bij de |
inwoners van de gemeente staat en zij hen het beste kent. | inwoners van de gemeente staat en zij hen het beste kent. |
Het komt de federale overheid niet toe om te oordelen welk advies | Het komt de federale overheid niet toe om te oordelen welk advies |
dient te worden uitgebracht in individuele gevallen. Elk geval dient | dient te worden uitgebracht in individuele gevallen. Elk geval dient |
ook afzonderlijk beschouwd te worden. | ook afzonderlijk beschouwd te worden. |
Bijgevolg blijft het de verantwoordelijkheid van de lokale overheid om | Bijgevolg blijft het de verantwoordelijkheid van de lokale overheid om |
zelf in elk dossier te bepalen of de vermelding gunstig of ongunstig | zelf in elk dossier te bepalen of de vermelding gunstig of ongunstig |
op het getuigschrift moet worden vermeld en dit binnen het hierboven | op het getuigschrift moet worden vermeld en dit binnen het hierboven |
geschetste kader. | geschetste kader. |
Uiteraard geldt dit kader, waarbij het gemotiveerd advies wordt | Uiteraard geldt dit kader, waarbij het gemotiveerd advies wordt |
verstrekt voor het getuigschrift van het model 2, eveneens wanneer | verstrekt voor het getuigschrift van het model 2, eveneens wanneer |
overwogen wordt om een gemotiveerd advies te geven bij een | overwogen wordt om een gemotiveerd advies te geven bij een |
getuigschrift van het model 1. | getuigschrift van het model 1. |
Wel dient in dit laatste geval de beoordeling van de feiten los te | Wel dient in dit laatste geval de beoordeling van de feiten los te |
worden gezien van een activiteit die onder de begeleiding van | worden gezien van een activiteit die onder de begeleiding van |
minderjarigen valt. | minderjarigen valt. |
2. De regels van niet-vermelding van veroordelingen op de | 2. De regels van niet-vermelding van veroordelingen op de |
getuigschriften van goed zedelijk gedrag. | getuigschriften van goed zedelijk gedrag. |
Sedert de inwerkingtreding van de omzendbrief van 1 juli 2002 is door | Sedert de inwerkingtreding van de omzendbrief van 1 juli 2002 is door |
de Federale Overheidsdienst Justitie een gedetailleerde tabel | de Federale Overheidsdienst Justitie een gedetailleerde tabel |
uitgewerkt inzake de regels van niet-vermelding van veroordelingen op | uitgewerkt inzake de regels van niet-vermelding van veroordelingen op |
het getuigschrift van goed zedelijk gedrag. | het getuigschrift van goed zedelijk gedrag. |
Het is dan ook aangewezen deze bijlagen op te nemen in de huidige | Het is dan ook aangewezen deze bijlagen op te nemen in de huidige |
gecoördineerde versie : | gecoördineerde versie : |
1° Samenvattende tabel met de regels van uitwissing en niet-vermelding | 1° Samenvattende tabel met de regels van uitwissing en niet-vermelding |
van veroordelingen op de getuigschriften van goed zedelijk gedrag; | van veroordelingen op de getuigschriften van goed zedelijk gedrag; |
2° Gedetailleerde lijst met veroordelingen : lijst A. | 2° Gedetailleerde lijst met veroordelingen : lijst A. |
3. Veroordelingen met uitstel. | 3. Veroordelingen met uitstel. |
Ingevolge het advies van de Federale Overheidsdienst Justitie worden | Ingevolge het advies van de Federale Overheidsdienst Justitie worden |
de vermeldingen inzake de veroordelingen met uitstel (« | de vermeldingen inzake de veroordelingen met uitstel (« |
voorwaardelijke veroordelingen ») aangepast. | voorwaardelijke veroordelingen ») aangepast. |
De woorden « voorwaardelijke veroordeling » worden vervangen door de | De woorden « voorwaardelijke veroordeling » worden vervangen door de |
woorden « veroordeling met uitstel ». | woorden « veroordeling met uitstel ». |
De veroordelingen met uitstel moeten vermeld worden, ongeacht of de | De veroordelingen met uitstel moeten vermeld worden, ongeacht of de |
uitsteltermijn al dan niet verstreken is, na toepassing van de regels | uitsteltermijn al dan niet verstreken is, na toepassing van de regels |
van uitwissing en niet-vermelding bepaald onder punten V en VI van de | van uitwissing en niet-vermelding bepaald onder punten V en VI van de |
gecoördineerde omzendbrief. | gecoördineerde omzendbrief. |
Bijgevolg wordt voetnota 7 van modellen 1 en 2 als volgt aangepast : | Bijgevolg wordt voetnota 7 van modellen 1 en 2 als volgt aangepast : |
« De regels van vermelding van de veroordelingen worden bepaald onder | « De regels van vermelding van de veroordelingen worden bepaald onder |
punten V en VI van de omzendbrief van 3 april 2003 (Belgisch | punten V en VI van de omzendbrief van 3 april 2003 (Belgisch |
Staatsblad 15 april 2003). » | Staatsblad 15 april 2003). » |
De wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister is | De wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister is |
in het Belgisch Staatsblad van 24 augustus 2001 bekendgemaakt. | in het Belgisch Staatsblad van 24 augustus 2001 bekendgemaakt. |
Deze wet werd toegelicht door de Minister van Justitie bij de | Deze wet werd toegelicht door de Minister van Justitie bij de |
omzendbrief van 30 augustus 2001 betreffende het Centraal | omzendbrief van 30 augustus 2001 betreffende het Centraal |
Strafregister (Belgisch Staatsblad van 14 september 2001). | Strafregister (Belgisch Staatsblad van 14 september 2001). |
In afwachting van de invoegetreding van de artikelen 9 en 10 van de | In afwachting van de invoegetreding van de artikelen 9 en 10 van de |
wet, blijven de gemeentebesturen getuigschriften van goed zedelijk | wet, blijven de gemeentebesturen getuigschriften van goed zedelijk |
gedrag afleveren. | gedrag afleveren. |
Het lijkt mij derhalve gepast om van nu af aan de afgifte van | Het lijkt mij derhalve gepast om van nu af aan de afgifte van |
getuigschriften van goed zedelijk gedrag in overeenstemming te brengen | getuigschriften van goed zedelijk gedrag in overeenstemming te brengen |
met de uittreksels uit het Centraal Strafregister die door de | met de uittreksels uit het Centraal Strafregister die door de |
gemeentebesturen in uitvoering van de artikelen 9 en 10 van de wet van | gemeentebesturen in uitvoering van de artikelen 9 en 10 van de wet van |
8 augustus 1997 zullen afgeleverd worden, zodra deze bepalingen in | 8 augustus 1997 zullen afgeleverd worden, zodra deze bepalingen in |
werking treden. | werking treden. |
Uit deze nieuwe bepalingen vloeit voort dat bij de afgifte van de | Uit deze nieuwe bepalingen vloeit voort dat bij de afgifte van de |
uittreksels uit het strafregister geen onderscheid meer zal gemaakt | uittreksels uit het strafregister geen onderscheid meer zal gemaakt |
worden naar gelang van de hoedanigheid van de bestemmeling van dit | worden naar gelang van de hoedanigheid van de bestemmeling van dit |
document. Bijgevolg is het van geen belang meer dat een uittreksel | document. Bijgevolg is het van geen belang meer dat een uittreksel |
voor een openbaar bestuur of voor een particulier bestemd is. | voor een openbaar bestuur of voor een particulier bestemd is. |
De vermeldingen die op de uittreksels uit het strafregister dienen | De vermeldingen die op de uittreksels uit het strafregister dienen |
vermeld te worden zullen echter voortaan verschillen naargelang het | vermeld te worden zullen echter voortaan verschillen naargelang het |
uittreksel gevraagd wordt voor de uitoefening van een activiteit die | uittreksel gevraagd wordt voor de uitoefening van een activiteit die |
onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan | onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan |
de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen | de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen |
valt of voor de uitoefening van een andere activiteit. | valt of voor de uitoefening van een andere activiteit. |
Twee nieuwe modellen van getuigschriften van goed zedelijk gedrag | Twee nieuwe modellen van getuigschriften van goed zedelijk gedrag |
worden in bijlage aan deze omzendbrief gevoegd. | worden in bijlage aan deze omzendbrief gevoegd. |
In afwachting van de uitvoering bij koninklijk besluit van de | In afwachting van de uitvoering bij koninklijk besluit van de |
artikelen 9 en 10 van de wet van 8 augustus 1997 dient de omzendbrief | artikelen 9 en 10 van de wet van 8 augustus 1997 dient de omzendbrief |
van 6 juni 1962 betreffende de getuigschriften van goed zedelijk | van 6 juni 1962 betreffende de getuigschriften van goed zedelijk |
gedrag dus aangepast te worden. | gedrag dus aangepast te worden. |
Deze omzendbrief van 6 juni 1962, die is gepubliceerd in het Belgisch | Deze omzendbrief van 6 juni 1962, die is gepubliceerd in het Belgisch |
Staatsblad van 4 juli 1962, is gewijzigd bij de omzendbrieven van 23 | Staatsblad van 4 juli 1962, is gewijzigd bij de omzendbrieven van 23 |
juni 1965, 20 juli 1981, 8 december 1987, 12 januari 1988, 15 april | juni 1965, 20 juli 1981, 8 december 1987, 12 januari 1988, 15 april |
1988, 20 februari 1989, 5 augustus 1991, 9 augustus 1995, 5 juli 1996 | 1988, 20 februari 1989, 5 augustus 1991, 9 augustus 1995, 5 juli 1996 |
en 16 februari 1999. | en 16 februari 1999. |
Gelet op de talrijke wijzigingen die in de omzendbrief van 6 juni 1962 | Gelet op de talrijke wijzigingen die in de omzendbrief van 6 juni 1962 |
betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag aangebracht | betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag aangebracht |
werden, leek het opportuun een gecoördineerde versie van deze | werden, leek het opportuun een gecoördineerde versie van deze |
omzendbrief op te maken. | omzendbrief op te maken. |
De inhoudelijke wijzigingen aan de omzendbrief van 6 juni 1962 kunnen | De inhoudelijke wijzigingen aan de omzendbrief van 6 juni 1962 kunnen |
op onderstaande wijze worden samengevat. | op onderstaande wijze worden samengevat. |
1° Bij de aflevering van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag | 1° Bij de aflevering van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag |
dient geen onderscheid meer gemaakt te worden naar gelang van de | dient geen onderscheid meer gemaakt te worden naar gelang van de |
hoedanigheid van de bestemmeling (openbaar bestuur of particulier) van | hoedanigheid van de bestemmeling (openbaar bestuur of particulier) van |
het getuigschrift van goed zedelijk gedrag. | het getuigschrift van goed zedelijk gedrag. |
Zoals hierboven reeds gesteld, zullen de vermeldingen uit het | Zoals hierboven reeds gesteld, zullen de vermeldingen uit het |
strafregister op de getuigschriften van goed zedelijk gedrag vanaf | strafregister op de getuigschriften van goed zedelijk gedrag vanaf |
heden verschillen naar gelang van de soort activiteit waarvoor een | heden verschillen naar gelang van de soort activiteit waarvoor een |
getuigschrift wordt aangevraagd. | getuigschrift wordt aangevraagd. |
Het is aan de belanghebbende, die het getuigschrift aanvraagt, om aan | Het is aan de belanghebbende, die het getuigschrift aanvraagt, om aan |
het gemeentebestuur mede te delen voor welke activiteit het | het gemeentebestuur mede te delen voor welke activiteit het |
getuigschrift van goed zedelijk gedrag is vereist. | getuigschrift van goed zedelijk gedrag is vereist. |
De bevoegde ambtenaar van de gemeente vermeldt de opgegeven verklaring | De bevoegde ambtenaar van de gemeente vermeldt de opgegeven verklaring |
van de activiteit op het getuigschrift. | van de activiteit op het getuigschrift. |
Enkel de belanghebbende is verantwoordelijk voor de opgegeven | Enkel de belanghebbende is verantwoordelijk voor de opgegeven |
verklaring van de soort activiteit. De bevoegde ambtenaar hoeft | verklaring van de soort activiteit. De bevoegde ambtenaar hoeft |
hieromtrent geen controle uit te oefenen. | hieromtrent geen controle uit te oefenen. |
2° Momenteel voorziet de reglementering dat vóór de afgifte van het | 2° Momenteel voorziet de reglementering dat vóór de afgifte van het |
getuigschrift van goed zedelijk gedrag door de burgemeester of door de | getuigschrift van goed zedelijk gedrag door de burgemeester of door de |
bij naam aangewezen en vastbenoemde ambtenaren die gelast zijn met het | bij naam aangewezen en vastbenoemde ambtenaren die gelast zijn met het |
beheer van het strafregister, een gemotiveerd advies door de korpschef | beheer van het strafregister, een gemotiveerd advies door de korpschef |
of de door hem gedelegeerde officieren van de lokale politie dient | of de door hem gedelegeerde officieren van de lokale politie dient |
verstrekt te worden. | verstrekt te worden. |
Dit gemotiveerd advies van de korpschef is voortaan enkel verplicht | Dit gemotiveerd advies van de korpschef is voortaan enkel verplicht |
wanneer het getuigschrift van goed gedrag en zeden gevraagd wordt voor | wanneer het getuigschrift van goed gedrag en zeden gevraagd wordt voor |
de uitoefening van een activiteit die onder opvoeding, | de uitoefening van een activiteit die onder opvoeding, |
psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, | psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, |
kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt. | kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt. |
Ingeval het getuigschrift gevraagd wordt voor de uitoefening van een | Ingeval het getuigschrift gevraagd wordt voor de uitoefening van een |
andere activiteit, kan de korpschef een gemotiveerd advies geven; | andere activiteit, kan de korpschef een gemotiveerd advies geven; |
dergelijk gemotiveerd advies is in dat geval niet verplicht. In dit | dergelijk gemotiveerd advies is in dat geval niet verplicht. In dit |
geval beoordeelt de lokale overheid zelf over de noodzaak om een | geval beoordeelt de lokale overheid zelf over de noodzaak om een |
gemotiveerd advies te verstrekken. | gemotiveerd advies te verstrekken. |
Het gemotiveerd advies wordt niet vermeld en er wordt evenmin naar | Het gemotiveerd advies wordt niet vermeld en er wordt evenmin naar |
gerefereerd in het getuigschrift. | gerefereerd in het getuigschrift. |
De kolom « Opmerkingen », vermeld op de getuigschriften van goed | De kolom « Opmerkingen », vermeld op de getuigschriften van goed |
zedelijk gedrag, biedt de overheid bevoegd om het getuigschrift af te | zedelijk gedrag, biedt de overheid bevoegd om het getuigschrift af te |
geven de mogelijkheid om haar genuanceerde beoordeling te geven | geven de mogelijkheid om haar genuanceerde beoordeling te geven |
betreffende het gedrag en de zeden van de betrokkene. | betreffende het gedrag en de zeden van de betrokkene. |
In dit verband kan de lokale overheid rekening houden met alle | In dit verband kan de lokale overheid rekening houden met alle |
mogelijke feitelijke gegevens die haar in staat stellen om een | mogelijke feitelijke gegevens die haar in staat stellen om een |
correcte beoordeling te geven over het algemeen gedrag en de zeden van | correcte beoordeling te geven over het algemeen gedrag en de zeden van |
de betrokkene. | de betrokkene. |
3° In afwachting van de uitvoering van de artikelen 9 en 10 van de wet | 3° In afwachting van de uitvoering van de artikelen 9 en 10 van de wet |
van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister en in | van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister en in |
afwachting van de geïnformatiseerde verbinding tussen de gemeenten en | afwachting van de geïnformatiseerde verbinding tussen de gemeenten en |
het centraal strafregister, zullen de gemeentebesturen manueel nagaan | het centraal strafregister, zullen de gemeentebesturen manueel nagaan |
of de betrokkene, die een getuigschrift vraagt, veroordelingen heeft | of de betrokkene, die een getuigschrift vraagt, veroordelingen heeft |
opgelopen die op het getuigschrift dienen vermeld te worden. | opgelopen die op het getuigschrift dienen vermeld te worden. |
Bij twijfel over welke veroordeling(en) al of niet op een | Bij twijfel over welke veroordeling(en) al of niet op een |
getuigschrift van goed zedelijk gedrag voor een bepaalde persoon dient | getuigschrift van goed zedelijk gedrag voor een bepaalde persoon dient |
(dienen) te worden vermeld of weggelaten, wint de gemeentelijke | (dienen) te worden vermeld of weggelaten, wint de gemeentelijke |
ambtenaar het advies in van de korpschef van de lokale politie of de | ambtenaar het advies in van de korpschef van de lokale politie of de |
door hem gedelegeerde officieren van politie. De uiteindelijke | door hem gedelegeerde officieren van politie. De uiteindelijke |
beslissing hieromtrent moet, zo nodig, genomen worden door de | beslissing hieromtrent moet, zo nodig, genomen worden door de |
procureur des Konings of zijn substituten van het parket bij de | procureur des Konings of zijn substituten van het parket bij de |
Rechtbank van eerste aanleg. | Rechtbank van eerste aanleg. |
4° De omzetting van geldboetes van frank in euro gebeurt | 4° De omzetting van geldboetes van frank in euro gebeurt |
overeenkomstig de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de | overeenkomstig de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de |
euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als | euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als |
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli | bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli |
2000; zie ook www.just.fgov.be, rubriek euro). | 2000; zie ook www.just.fgov.be, rubriek euro). |
De veroordelingen tot een geldboete moeten in Belgische frank of in | De veroordelingen tot een geldboete moeten in Belgische frank of in |
euro worden vermeld naar gelang van de munteenheid in de welke ze zijn | euro worden vermeld naar gelang van de munteenheid in de welke ze zijn |
uitgesproken. | uitgesproken. |
Het bedrag van de geldboete dat in rekening moet worden genomen voor | Het bedrag van de geldboete dat in rekening moet worden genomen voor |
de niet-vermelding of uitwissing is het initiële bedrag. | de niet-vermelding of uitwissing is het initiële bedrag. |
Voorbeeld : een geldboete van 25 euro komt overeen met een geldboete | Voorbeeld : een geldboete van 25 euro komt overeen met een geldboete |
van 25 F. | van 25 F. |
In het eerste geval is deze geldboete gelijk aan : 25 euro x 5 | In het eerste geval is deze geldboete gelijk aan : 25 euro x 5 |
(vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de huidige opdeciemen) = 125 euro | (vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de huidige opdeciemen) = 125 euro |
. | . |
In het tweede geval is deze geldboete gelijk aan : 25 F x 200 | In het tweede geval is deze geldboete gelijk aan : 25 F x 200 |
(vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de vorige opdeciemen, vóór 1 | (vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de vorige opdeciemen, vóór 1 |
januari 2002) = 5.000 F. | januari 2002) = 5.000 F. |
125 euro = + 5.000 F | 125 euro = + 5.000 F |
Bij de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 10 van de wet van 8 | Bij de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 10 van de wet van 8 |
augustus 1997 zal een nieuwe omzendbrief opgemaakt worden teneinde de | augustus 1997 zal een nieuwe omzendbrief opgemaakt worden teneinde de |
nodige duidelijkheid te verschaffen. | nodige duidelijkheid te verschaffen. |
GECOORDINEERDE VERSIE | GECOORDINEERDE VERSIE |
I. Overheid bevoegd om het getuigschrift af te geven | I. Overheid bevoegd om het getuigschrift af te geven |
De afgifte van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag valt onder | De afgifte van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag valt onder |
de bevoegdheid van de burgemeester van de gemeente waarin de | de bevoegdheid van de burgemeester van de gemeente waarin de |
betrokkene in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het | betrokkene in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het |
wachtregister is ingeschreven, dan wel, indien hij buiten België | wachtregister is ingeschreven, dan wel, indien hij buiten België |
verblijft, voor zijn vertrek laatst was ingeschreven. | verblijft, voor zijn vertrek laatst was ingeschreven. |
De burgemeester kan deze bevoegdheid delegeren aan bij naam aangewezen | De burgemeester kan deze bevoegdheid delegeren aan bij naam aangewezen |
en vastbenoemde ambtenaren die gelast zijn met het beheer van het | en vastbenoemde ambtenaren die gelast zijn met het beheer van het |
strafregister in de gemeente. | strafregister in de gemeente. |
Vóór de afgifte van een getuigschrift dat gevraagd wordt om een | Vóór de afgifte van een getuigschrift dat gevraagd wordt om een |
activiteit uit te oefenen die onder de opvoeding, de psycho-, medische | activiteit uit te oefenen die onder de opvoeding, de psycho-, medische |
en sociale begeleiding, de jeugdbijstand, de kinderbescherming, de | en sociale begeleiding, de jeugdbijstand, de kinderbescherming, de |
animatie of de omkadering van minderjarigen valt, dient de korpschef | animatie of de omkadering van minderjarigen valt, dient de korpschef |
van de lokale politie of de door hem gedelegeerde officieren van | van de lokale politie of de door hem gedelegeerde officieren van |
politie een gemotiveerd advies te verstrekken. | politie een gemotiveerd advies te verstrekken. |
Wanneer het getuigschrift wordt gevraagd om een andere activiteit uit | Wanneer het getuigschrift wordt gevraagd om een andere activiteit uit |
te oefenen, kan de korpschef van de lokale politie of de door hem | te oefenen, kan de korpschef van de lokale politie of de door hem |
gedelegeerde officieren van politie een gemotiveerd advies | gedelegeerde officieren van politie een gemotiveerd advies |
verstrekken. | verstrekken. |
Dit gemotiveerd advies wordt niet vermeld en er wordt evenmin naar | Dit gemotiveerd advies wordt niet vermeld en er wordt evenmin naar |
verwezen in het getuigschrift. | verwezen in het getuigschrift. |
II. Wie mag het getuigschrift aanvragen ? | II. Wie mag het getuigschrift aanvragen ? |
Iedere inwoner van de gemeente, hetzij Belg hetzij vreemdeling, mag | Iedere inwoner van de gemeente, hetzij Belg hetzij vreemdeling, mag |
een getuigschrift van goed zedelijk gedrag aanvragen. Dergelijke | een getuigschrift van goed zedelijk gedrag aanvragen. Dergelijke |
aanvragen mogen vanzelfsprekend slechts ingewilligd worden voor | aanvragen mogen vanzelfsprekend slechts ingewilligd worden voor |
zoverre zij betrekking hebben op de aanvrager zelf. | zoverre zij betrekking hebben op de aanvrager zelf. |
Het getuigschrift mag eveneens aangevraagd worden voor een overleden | Het getuigschrift mag eveneens aangevraagd worden voor een overleden |
persoon door iedere rechthebbende, die van een werkelijk belang kan | persoon door iedere rechthebbende, die van een werkelijk belang kan |
doen blijken. | doen blijken. |
De openbare overheden, daarentegen, zijn in principe niet gerechtigd | De openbare overheden, daarentegen, zijn in principe niet gerechtigd |
om rechtstreeks aan de gemeenteoverheden getuigschriften van goed | om rechtstreeks aan de gemeenteoverheden getuigschriften van goed |
zedelijk gedrag aan te vragen. Van deze regel mag nochtans afgeweken | zedelijk gedrag aan te vragen. Van deze regel mag nochtans afgeweken |
worden in de hiernavolgende gevallen : | worden in de hiernavolgende gevallen : |
1° wanneer een wettelijke of reglementaire bepaling zulks toelaat; | 1° wanneer een wettelijke of reglementaire bepaling zulks toelaat; |
2° wanneer de betrokken personen de openbare overheid daartoe | 2° wanneer de betrokken personen de openbare overheid daartoe |
uitdrukkelijk gemachtigd hebben; | uitdrukkelijk gemachtigd hebben; |
3° wanneer het gaat om het onderzoek van voorstellen tot het toekennen | 3° wanneer het gaat om het onderzoek van voorstellen tot het toekennen |
van eretekens of eerbewijzen. | van eretekens of eerbewijzen. |
III. Aan wie mag het getuigschrift afgegeven worden ? | III. Aan wie mag het getuigschrift afgegeven worden ? |
Het getuigschrift mag enkel afgegeven worden aan de persoon omtrent | Het getuigschrift mag enkel afgegeven worden aan de persoon omtrent |
wiens gedrag het gaat en, behoudens in de uitzonderlijke gevallen | wiens gedrag het gaat en, behoudens in de uitzonderlijke gevallen |
hierboven voorzien voor de openbare overheden, nooit rechtstreeks aan | hierboven voorzien voor de openbare overheden, nooit rechtstreeks aan |
het openbaar bestuur, het privé-organisme of de particulier die het | het openbaar bestuur, het privé-organisme of de particulier die het |
voorleggen ervan eisen. | voorleggen ervan eisen. |
Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat niets zich verzet tegen de | Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat niets zich verzet tegen de |
afgifte aan derde personen van getuigschriften die betrekking hebben | afgifte aan derde personen van getuigschriften die betrekking hebben |
op personen die zich wegens ziekte, gebrekkigheid of afwezigheid in de | op personen die zich wegens ziekte, gebrekkigheid of afwezigheid in de |
onmogelijkheid bevinden om zelf een getuigschrift aan te vragen of in | onmogelijkheid bevinden om zelf een getuigschrift aan te vragen of in |
ontvangst te nemen, voor zover evenwel deze derde personen daartoe | ontvangst te nemen, voor zover evenwel deze derde personen daartoe |
door de betrokkenen gemachtigd zijn. | door de betrokkenen gemachtigd zijn. |
IV. Soorten van getuigschriften van goed zedelijk gedrag. | IV. Soorten van getuigschriften van goed zedelijk gedrag. |
Er zijn twee soorten getuigschriften van goed zedelijk gedrag naar | Er zijn twee soorten getuigschriften van goed zedelijk gedrag naar |
gelang van het doel waarvoor ze bestemd zijn. | gelang van het doel waarvoor ze bestemd zijn. |
De eerste soort is het getuigschrift, dat is bestemd voor openbare | De eerste soort is het getuigschrift, dat is bestemd voor openbare |
besturen, particulieren en privé-organismen, wanneer het gevraagd | besturen, particulieren en privé-organismen, wanneer het gevraagd |
wordt in alle andere gevallen dan die waarvoor de tweede soort | wordt in alle andere gevallen dan die waarvoor de tweede soort |
voorzien is (model 1 in bijlage). | voorzien is (model 1 in bijlage). |
De tweede soort is het getuigschrift, bestemd voor openbare besturen, | De tweede soort is het getuigschrift, bestemd voor openbare besturen, |
particulieren en privé-organismen, dat afgegeven wordt wanneer het | particulieren en privé-organismen, dat afgegeven wordt wanneer het |
gevraagd wordt om een activiteit uit te oefenen die valt onder de | gevraagd wordt om een activiteit uit te oefenen die valt onder de |
opvoeding, de psycho-, medische en sociale begeleiding, de | opvoeding, de psycho-, medische en sociale begeleiding, de |
jeugdbijstand, de kinderbescherming, de animatie of de omkadering van | jeugdbijstand, de kinderbescherming, de animatie of de omkadering van |
minderjarigen (model 2 in bijlage). | minderjarigen (model 2 in bijlage). |
Het getuigschrift van het model 2 wordt enkel verstrekt wanneer het | Het getuigschrift van het model 2 wordt enkel verstrekt wanneer het |
getuigschrift uitdrukkelijk gevraagd wordt voor het uitoefenen van een | getuigschrift uitdrukkelijk gevraagd wordt voor het uitoefenen van een |
activiteit die onder de begeleiding van minderjarigen valt. | activiteit die onder de begeleiding van minderjarigen valt. |
Gezien de meldingen die op het getuigschrift moeten voorkomen | Gezien de meldingen die op het getuigschrift moeten voorkomen |
verschillen naar gelang van de doelstelling van dat getuigschrift, | verschillen naar gelang van de doelstelling van dat getuigschrift, |
dient de aanvrager het doel van dat getuigschrift te laten kennen en | dient de aanvrager het doel van dat getuigschrift te laten kennen en |
wordt de verklaring van de aanvrager omtrent het doel vermeld op het | wordt de verklaring van de aanvrager omtrent het doel vermeld op het |
getuigschrift. | getuigschrift. |
De hoedanigheid van de persoon voor wie het getuigschrift is bestemd, | De hoedanigheid van de persoon voor wie het getuigschrift is bestemd, |
is dus niet het bepalende criterium : het is dan ook mogelijk dat het | is dus niet het bepalende criterium : het is dan ook mogelijk dat het |
tweede soort getuigschrift voor een openbaar bestuur bestemd is. | tweede soort getuigschrift voor een openbaar bestuur bestemd is. |
V. Meldingen die op de getuigschriften moeten voorkomen | V. Meldingen die op de getuigschriften moeten voorkomen |
1. Meldingen die op alle getuigschriften moeten voorkomen | 1. Meldingen die op alle getuigschriften moeten voorkomen |
a) De volledige identiteit van de betrokken persoon overeenkomstig de | a) De volledige identiteit van de betrokken persoon overeenkomstig de |
op het model voorziene aanduidingen, alsmede zijn verklaring van de | op het model voorziene aanduidingen, alsmede zijn verklaring van de |
activiteit waarvoor het getuigschrift wordt aangevraagd. | activiteit waarvoor het getuigschrift wordt aangevraagd. |
b) Een verklaring omtrent het gedrag van de betrokkene, dat als goed | b) Een verklaring omtrent het gedrag van de betrokkene, dat als goed |
of als niet goed kan beschouwd worden. | of als niet goed kan beschouwd worden. |
In voorkomend geval, kunnen in de kolom « Opmerkingen » feiten en | In voorkomend geval, kunnen in de kolom « Opmerkingen » feiten en |
gedragingen worden vermeld, teneinde de melding dat iemand van goed of | gedragingen worden vermeld, teneinde de melding dat iemand van goed of |
slecht gedrag is, te milderen of nader toe te lichten, daar de | slecht gedrag is, te milderen of nader toe te lichten, daar de |
verklaring anders te absoluut zou kunnen zijn. | verklaring anders te absoluut zou kunnen zijn. |
c) Wanneer het vreemdelingen betreft die niet steeds in België | c) Wanneer het vreemdelingen betreft die niet steeds in België |
verbleven hebben, zal het nuttig zijn, gezien de plaatselijke overheid | verbleven hebben, zal het nuttig zijn, gezien de plaatselijke overheid |
veelal niet over de vereiste inlichtingen terzake beschikt, in de | veelal niet over de vereiste inlichtingen terzake beschikt, in de |
kolom « Opmerkingen » aan te duiden dat het getuigschrift slechts | kolom « Opmerkingen » aan te duiden dat het getuigschrift slechts |
geldt vanaf de dag waarop de betrokkene zich in de gemeente of in het | geldt vanaf de dag waarop de betrokkene zich in de gemeente of in het |
Rijk heeft gevestigd of er mag verblijven. | Rijk heeft gevestigd of er mag verblijven. |
d) In voorkomend geval, alle effectieve veroordelingen die door de | d) In voorkomend geval, alle effectieve veroordelingen die door de |
betrokkene opgelopen zijn en die in het strafregister vermeld worden. | betrokkene opgelopen zijn en die in het strafregister vermeld worden. |
De veroordelingen met uitstel worden vermeld, ongeacht of de | De veroordelingen met uitstel worden vermeld, ongeacht of de |
uitsteltermijn al dan niet verstreken is. | uitsteltermijn al dan niet verstreken is. |
Hetzelfde geldt voor de terbeschikkingsstellingen van de regering van | Hetzelfde geldt voor de terbeschikkingsstellingen van de regering van |
de recidivisten en gewoontemisdadigers, die in toepassing van | de recidivisten en gewoontemisdadigers, die in toepassing van |
hoofdstuk VII van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de | hoofdstuk VII van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de |
maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van | maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van |
bepaalde seksuele strafbare feiten genomen zijn. | bepaalde seksuele strafbare feiten genomen zijn. |
Indien de betrokkene van een genademaatregel genoten heeft, dient | Indien de betrokkene van een genademaatregel genoten heeft, dient |
hiervan melding gemaakt te worden tegenover de betrokken veroordeling. | hiervan melding gemaakt te worden tegenover de betrokken veroordeling. |
Worden echter niet meer vermeld na een termijn van drie jaar te | Worden echter niet meer vermeld na een termijn van drie jaar te |
rekenen vanaf de datum van de definitieve rechterlijke beslissing die | rekenen vanaf de datum van de definitieve rechterlijke beslissing die |
ze uitspreekt : | ze uitspreekt : |
1° de veroordelingen tot politiestraffen; | 1° de veroordelingen tot politiestraffen; |
2° de veroordelingen tot gevangenisstraffen van ten hoogste zes | 2° de veroordelingen tot gevangenisstraffen van ten hoogste zes |
maanden; | maanden; |
3° de veroordelingen tot geldboetes die niet hoger oplopen dan 500 | 3° de veroordelingen tot geldboetes die niet hoger oplopen dan 500 |
euro; | euro; |
4° de geldboetes, die zijn opgelegd krachtens de wetten gecoördineerd | 4° de geldboetes, die zijn opgelegd krachtens de wetten gecoördineerd |
bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 betreffende de politie over | bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 betreffende de politie over |
het wegverkeer, ongeacht het bedrag ervan. | het wegverkeer, ongeacht het bedrag ervan. |
De veroordelingen hierboven vermeld onder punten 1° tot 4° blijven | De veroordelingen hierboven vermeld onder punten 1° tot 4° blijven |
echter na drie jaar wel vermeld indien ze vervallenverklaringen of | echter na drie jaar wel vermeld indien ze vervallenverklaringen of |
onbekwaamheden inhouden waarvan de uitwerking een termijn van drie | onbekwaamheden inhouden waarvan de uitwerking een termijn van drie |
jaar overschrijdt (behalve de vervallenverklaring van het recht tot | jaar overschrijdt (behalve de vervallenverklaring van het recht tot |
sturen wegens lichamelijke onbekwaamheid van de bestuurder). | sturen wegens lichamelijke onbekwaamheid van de bestuurder). |
Zo kan bijvoorbeeld worden gewezen op een wettelijke bepaling in het | Zo kan bijvoorbeeld worden gewezen op een wettelijke bepaling in het |
Algemeen Kieswetboek die een automatische onbekwaamheid met zich | Algemeen Kieswetboek die een automatische onbekwaamheid met zich |
brengt, waarvan de gevolgen zich over meer dan drie jaar uitstrekken. | brengt, waarvan de gevolgen zich over meer dan drie jaar uitstrekken. |
Artikel 7, 2°, van het Algemeen kieswetboek stelt immers : | Artikel 7, 2°, van het Algemeen kieswetboek stelt immers : |
« In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de | « In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de |
stemming mogen niet worden toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt : | stemming mogen niet worden toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt : |
(...) | (...) |
2° Zij die tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden zijn | 2° Zij die tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden zijn |
veroordeeld, met uitsluiting van degenen die veroordeeld zijn op grond | veroordeeld, met uitsluiting van degenen die veroordeeld zijn op grond |
van de artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek. | van de artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek. |
De onbekwaamheid duurt zes jaar wanneer de straf meer dan vier maanden | De onbekwaamheid duurt zes jaar wanneer de straf meer dan vier maanden |
tot minder dan drie jaar bedraagt en twaalf jaar wanneer de straf ten | tot minder dan drie jaar bedraagt en twaalf jaar wanneer de straf ten |
minste drie jaar bedraagt. » | minste drie jaar bedraagt. » |
Voor de concrete toepassing van de regels van uitwissing en al of niet | Voor de concrete toepassing van de regels van uitwissing en al of niet |
vermelding van veroordelingen op het getuigschrift wordt verwezen naar | vermelding van veroordelingen op het getuigschrift wordt verwezen naar |
de gedetailleerde bijlage bij de huidige omzendbrief. | de gedetailleerde bijlage bij de huidige omzendbrief. |
Het getuigschrift van het model 1 dient uitdrukkelijk te vermelden dat | Het getuigschrift van het model 1 dient uitdrukkelijk te vermelden dat |
er een ander document (model 2) bestaat, wanneer het getuigschrift | er een ander document (model 2) bestaat, wanneer het getuigschrift |
gevraagd wordt om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder | gevraagd wordt om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder |
opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de | opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de |
jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen. | jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen. |
2. Bijzondere vermeldingen die moeten voorkomen op de getuigschriften | 2. Bijzondere vermeldingen die moeten voorkomen op de getuigschriften |
gevraagd om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder | gevraagd om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder |
opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de | opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de |
jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen | jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen |
(model 2). | (model 2). |
Wanneer het getuigschrift aangevraagd wordt om toegang te krijgen tot | Wanneer het getuigschrift aangevraagd wordt om toegang te krijgen tot |
een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale | een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale |
begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie | begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie |
of begeleiding van minderjarigen, vermeldt het getuigschrift alle | of begeleiding van minderjarigen, vermeldt het getuigschrift alle |
veroordelingen en interneringsbeslissingen voor feiten voorzien in | veroordelingen en interneringsbeslissingen voor feiten voorzien in |
artikelen 354 tot 360, 368, 369, 372 tot 386ter, 398 tot 410, 422bis | artikelen 354 tot 360, 368, 369, 372 tot 386ter, 398 tot 410, 422bis |
en 422ter van het Strafwetboek wanneer deze feiten ten opzichte van | en 422ter van het Strafwetboek wanneer deze feiten ten opzichte van |
een minderjarige gepleegd worden. | een minderjarige gepleegd worden. |
Deze veroordelingen en interneringsbeslissingen worden in dergelijk | Deze veroordelingen en interneringsbeslissingen worden in dergelijk |
geval steeds op het getuigschrift vermeld, ongeacht de datum waarop ze | geval steeds op het getuigschrift vermeld, ongeacht de datum waarop ze |
werden uitgesproken en, wat de veroordelingen aangaat, ongeacht de | werden uitgesproken en, wat de veroordelingen aangaat, ongeacht de |
uitgesproken straf. | uitgesproken straf. |
Dit getuigschrift dient uitdrukkelijk de activiteit te vermelden | Dit getuigschrift dient uitdrukkelijk de activiteit te vermelden |
waarvoor het aangevraagd wordt. | waarvoor het aangevraagd wordt. |
VI. Meldingen die niet op de getuigschriften mogen voorkomen | VI. Meldingen die niet op de getuigschriften mogen voorkomen |
a) Behalve in het geval voorzien onder V, 2 hierboven waarin | a) Behalve in het geval voorzien onder V, 2 hierboven waarin |
interneringen op het getuigschrift moeten vermeld worden, de | interneringen op het getuigschrift moeten vermeld worden, de |
maatregelen, die ten aanzien van abnormalen door de onderzoeks- of | maatregelen, die ten aanzien van abnormalen door de onderzoeks- of |
rechtsprekende colleges, bij toepassing van de wet van 1 juli 1964 van | rechtsprekende colleges, bij toepassing van de wet van 1 juli 1964 van |
bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers | bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers |
en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, werden genomen. | en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, werden genomen. |
b) De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot amnestie. | b) De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot amnestie. |
c) De veroordelingen die uitgewist zijn op grond van artikel 619 van | c) De veroordelingen die uitgewist zijn op grond van artikel 619 van |
het Wetboek van Strafvordering. | het Wetboek van Strafvordering. |
d) De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot eerherstel. | d) De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot eerherstel. |
e) De minnelijke schikkingen die aanleiding hebben gegeven tot het | e) De minnelijke schikkingen die aanleiding hebben gegeven tot het |
verval van de publieke vordering. | verval van de publieke vordering. |
f) De vervallenverklaringen uit de ouderlijke macht en de maatregelen | f) De vervallenverklaringen uit de ouderlijke macht en de maatregelen |
die ten aanzien van minderjarigen uitgesproken werden in toepassing | die ten aanzien van minderjarigen uitgesproken werden in toepassing |
van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming. | van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming. |
g) De beslissingen tot opschorting van de uitspraak van de | g) De beslissingen tot opschorting van de uitspraak van de |
veroordeling getroffen bij toepassing van de wet van 29 juni 1964 | veroordeling getroffen bij toepassing van de wet van 29 juni 1964 |
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. | betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. |
In principe worden deze beslissingen niet ter kennis van de | In principe worden deze beslissingen niet ter kennis van de |
gemeentebesturen gebracht door het parket bij het Hof van beroep of | gemeentebesturen gebracht door het parket bij het Hof van beroep of |
bij de Rechtbank van eerste aanleg. | bij de Rechtbank van eerste aanleg. |
h) De veroordelingen uitgesproken door vreemde rechtbanken. | h) De veroordelingen uitgesproken door vreemde rechtbanken. |
In principe worden die veroordelingen niet ter kennis van de | In principe worden die veroordelingen niet ter kennis van de |
gemeentebesturen gebracht. | gemeentebesturen gebracht. |
i) De niet in kracht van gewijsde getreden veroordelingen. | i) De niet in kracht van gewijsde getreden veroordelingen. |
j) De veroordelingen en de beslissingen uitgesproken op grond van een | j) De veroordelingen en de beslissingen uitgesproken op grond van een |
opgeheven bepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het feit | opgeheven bepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het feit |
afgeschaft is. | afgeschaft is. |
k) De veroordelingen bij eenvoudige schuldverklaring uitgesproken in | k) De veroordelingen bij eenvoudige schuldverklaring uitgesproken in |
toepassing van artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek | toepassing van artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek |
van Strafvordering. | van Strafvordering. |
l) De veroordelingen tot een werkstraf. | l) De veroordelingen tot een werkstraf. |
m) De beslissingen tot vrijspraak. | m) De beslissingen tot vrijspraak. |
VII. Uittreksels uit het strafregister | VII. Uittreksels uit het strafregister |
De getuigschriften van goed zedelijk gedrag mogen niet verward worden | De getuigschriften van goed zedelijk gedrag mogen niet verward worden |
met de uittreksels uit het strafregister. | met de uittreksels uit het strafregister. |
Deze uittreksels zijn loutere afschriften uit dit register en bevatten | Deze uittreksels zijn loutere afschriften uit dit register en bevatten |
geen verklaring omtrent het gedrag. Zij mogen alleen aan de hogere | geen verklaring omtrent het gedrag. Zij mogen alleen aan de hogere |
overheid worden afgegeven wanneer deze overheid ze nodig heeft om de | overheid worden afgegeven wanneer deze overheid ze nodig heeft om de |
toepassing van een wetsbepaling of reglementaire beschikking te | toepassing van een wetsbepaling of reglementaire beschikking te |
verzekeren. | verzekeren. |
VIII. Modellen van getuigschriften | VIII. Modellen van getuigschriften |
De twee modellen van getuigschriften van goed zedelijk gedrag worden | De twee modellen van getuigschriften van goed zedelijk gedrag worden |
in bijlage aan onderhavige omzendbrief gehecht. | in bijlage aan onderhavige omzendbrief gehecht. |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
A. DUQUESNE | A. DUQUESNE |
Bewijs van goed gedrag en zeden : regels van uitwissing en | Bewijs van goed gedrag en zeden : regels van uitwissing en |
nietvermelding - model 1 | nietvermelding - model 1 |
Regel 1 : vonnissen uitgesproken minder dan 3 jaar vóór datum goed | Regel 1 : vonnissen uitgesproken minder dan 3 jaar vóór datum goed |
gedrag en zeden : worden niet gewist. | gedrag en zeden : worden niet gewist. |
Regel 2 : uitgesproken vonnissen meer dan 3 jaar : worden uitgewist | Regel 2 : uitgesproken vonnissen meer dan 3 jaar : worden uitgewist |
(of worden niet vermeld), voor zover de veroordeling niet voorziet in | (of worden niet vermeld), voor zover de veroordeling niet voorziet in |
een verval of ontzetting van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken | een verval of ontzetting van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken |
(behalve de vervallenverklaringen van het recht tot sturen, | (behalve de vervallenverklaringen van het recht tot sturen, |
uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel | uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel |
uitmaken voor de uitwissing) : | uitmaken voor de uitwissing) : |
- elke gevangenisstraf tot (en met) 4 maanden | - elke gevangenisstraf tot (en met) 4 maanden |
- uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, | - uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, |
waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden; | waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden; |
- elke geldboete tot (en met) 500 F (of euro ) | - elke geldboete tot (en met) 500 F (of euro ) |
- uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, | - uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, |
waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden; | waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden; |
- elke geldboete op grond van de gecoördineerde wetten door het K.B. | - elke geldboete op grond van de gecoördineerde wetten door het K.B. |
16.03.1968 (wegverkeer). | 16.03.1968 (wegverkeer). |
Regel 3 : bovendien wist men, indien uitgesproken vóór 02.01.1992, en | Regel 3 : bovendien wist men, indien uitgesproken vóór 02.01.1992, en |
voor zover de veroordeling niet voorziet in een verval of ontzetting | voor zover de veroordeling niet voorziet in een verval of ontzetting |
van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken (behalve de | van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken (behalve de |
vervallenverklaringen van het recht tot sturen, uitgesproken wegens | vervallenverklaringen van het recht tot sturen, uitgesproken wegens |
lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel uitmaken voor de | lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel uitmaken voor de |
uitwissing) : | uitwissing) : |
- elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden voor een onopzettelijk | - elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden voor een onopzettelijk |
misdrijf; | misdrijf; |
- elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met uitstel (volledig) | - elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met uitstel (volledig) |
voor een opzettelijk misdrijf (zonder afbreuk te doen aan wat voorzien | voor een opzettelijk misdrijf (zonder afbreuk te doen aan wat voorzien |
wordt in de A-lijst); | wordt in de A-lijst); |
- elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met gedeeltelijk | - elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met gedeeltelijk |
uitstel, voor een opzettelijk misdrijf, waarvan het effectieve | uitstel, voor een opzettelijk misdrijf, waarvan het effectieve |
gedeelte minder bedraagt dan 3 maanden (zonder afbreuk te doen aan wat | gedeelte minder bedraagt dan 3 maanden (zonder afbreuk te doen aan wat |
voorzien wordt in de A-lijst); | voorzien wordt in de A-lijst); |
Lijst A | Lijst A |
Opmerking : indien de uitwissing van een geldboete met uitstel is | Opmerking : indien de uitwissing van een geldboete met uitstel is |
toegestaan, moet het uitstel volledig zijn (het uitstel moet dus op | toegestaan, moet het uitstel volledig zijn (het uitstel moet dus op |
het volledige bedrag van de geldboete slaan); indien een gedeelte van | het volledige bedrag van de geldboete slaan); indien een gedeelte van |
de geldboete effectief is, dan wist men de veroordeling niet uit. | de geldboete effectief is, dan wist men de veroordeling niet uit. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
begin | begin |
Publicatie : 2003-04-15 | Publicatie : 2003-04-15 |
Numac : 2003000256 | Numac : 2003000256 |