← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie
van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, hee « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB92
in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB92 de(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, hee « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB92 in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB92 de(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, hee « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB92 in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB92 de(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| januari 1989 | januari 1989 |
| Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de | Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de |
| Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg | ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
| Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld | Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld |
| : | : |
| « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB92 in samenlezing met artikel 307, | « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB92 in samenlezing met artikel 307, |
| § 1, lid 3 WIB92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet en het | § 1, lid 3 WIB92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet en het |
| daarin voorgeschreven gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod | daarin voorgeschreven gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod |
| doordat deze bepaling niet als beroepskosten aanmerkt, de betalingen | doordat deze bepaling niet als beroepskosten aanmerkt, de betalingen |
| die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten die in | die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten die in |
| artikel 307 § 1, lid 3 zijn bedoeld en die niet zijn aangegeven | artikel 307 § 1, lid 3 zijn bedoeld en die niet zijn aangegeven |
| overeenkomstig genoemd artikel 307, § 1, lid 3 | overeenkomstig genoemd artikel 307, § 1, lid 3 |
| - zonder dat deze bepaling het onderscheid maakt of de betalingen al | - zonder dat deze bepaling het onderscheid maakt of de betalingen al |
| dan niet staan voor werkelijke en oprechte verrichtingen die | dan niet staan voor werkelijke en oprechte verrichtingen die |
| overeenkomstig alle andere bepalingen van het wetboek van de | overeenkomstig alle andere bepalingen van het wetboek van de |
| inkomstenbelastingen aftrekbare beroepsuitgaven vormen en/of | inkomstenbelastingen aftrekbare beroepsuitgaven vormen en/of |
| - zonder dat deze bepaling op enige wijze het tegenbewijs van de | - zonder dat deze bepaling op enige wijze het tegenbewijs van de |
| aangenomen niet-aftrekbaarheid van de betalingen door de | aangenomen niet-aftrekbaarheid van de betalingen door de |
| belastingplichtige toelaat en/of | belastingplichtige toelaat en/of |
| - zonder dat aan de aangenomen niet-aftrekbaarheid van de betalingen | - zonder dat aan de aangenomen niet-aftrekbaarheid van de betalingen |
| afbreuk wordt gedaan wanneer de administratie ingevolge een gevoerd | afbreuk wordt gedaan wanneer de administratie ingevolge een gevoerd |
| onderzoek zelf heeft vastgesteld dat de betalingen kaderen in | onderzoek zelf heeft vastgesteld dat de betalingen kaderen in |
| werkelijke en oprechte verrichtingen die overeenkomstig alle andere | werkelijke en oprechte verrichtingen die overeenkomstig alle andere |
| bepalingen van het wetboek van de inkomstenbelastingen aftrekbare | bepalingen van het wetboek van de inkomstenbelastingen aftrekbare |
| beroepsuitgaven vormen en/of | beroepsuitgaven vormen en/of |
| - zonder een onderscheid te maken naargelang de betalingen in België | - zonder een onderscheid te maken naargelang de betalingen in België |
| al dan niet belastingontwijking kunnen inhouden doordat de betalingen | al dan niet belastingontwijking kunnen inhouden doordat de betalingen |
| in hoofde van de werkelijke genieter al dan niet in België, doch in | in hoofde van de werkelijke genieter al dan niet in België, doch in |
| een andere Staat belastbaar zijn ? ». | een andere Staat belastbaar zijn ? ». |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 6128 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 6128 van de rol van het Hof. |
| De griffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |