Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de financiering van de tweede pensioenpijler en de jaarlijkse vaststelling van het percentage van de bijdragen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de financiering van de tweede pensioenpijler en de jaarlijkse vaststelling van het percentage van de bijdragen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 MAART 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, |
gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en | gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en |
-diensten, betreffende de financiering van de tweede pensioenpijler en | -diensten, betreffende de financiering van de tweede pensioenpijler en |
de jaarlijkse vaststelling van het percentage van de bijdragen (1) | de jaarlijkse vaststelling van het percentage van de bijdragen (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
gezondheidsinrichtingen en -diensten; | gezondheidsinrichtingen en -diensten; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, |
gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en | gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en |
-diensten, betreffende de financiering van de tweede pensioenpijler en | -diensten, betreffende de financiering van de tweede pensioenpijler en |
de jaarlijkse vaststelling van het percentage van de bijdragen. | de jaarlijkse vaststelling van het percentage van de bijdragen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 maart 2019. | Gegeven te Brussel, 1 maart 2019. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten | Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018 |
Financiering van de tweede pensioenpijler en jaarlijkse vaststelling | Financiering van de tweede pensioenpijler en jaarlijkse vaststelling |
van het percentage van de bijdragen (Overeenkomst geregistreerd op 11 | van het percentage van de bijdragen (Overeenkomst geregistreerd op 11 |
december 2018 onder het nummer 149441/CO/330) | december 2018 onder het nummer 149441/CO/330) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair | de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair |
Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die behoren tot | Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die behoren tot |
de onderstaande sectoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse | de onderstaande sectoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse |
Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels | Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest : | Hoofdstedelijk Gewest : |
- de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend | - de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend |
beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) | beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) |
en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en | en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en |
revalidatie) als vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 3° en 4° | revalidatie) als vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 3° en 4° |
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen); | instellingen); |
- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de | - de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de |
dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen, de centra voor | dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen, de centra voor |
kortverblijf voor bejaarden; | kortverblijf voor bejaarden; |
- de psychiatrische verzorgingstehuizen; | - de psychiatrische verzorgingstehuizen; |
- de initiatieven voor beschut wonen; | - de initiatieven voor beschut wonen; |
- de revalidatiecentra, met uitsluiting van de instellingen waarmee | - de revalidatiecentra, met uitsluiting van de instellingen waarmee |
het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van | het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van |
geneesheren-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet | geneesheren-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft | uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft |
gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, | gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, |
5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de | 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de |
instellingen. | instellingen. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord ("VIA 5") van 8 juni | uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord ("VIA 5") van 8 juni |
2018, hoofdstuk 1.1.1.B. | 2018, hoofdstuk 1.1.1.B. |
Art. 3.Met ingang vanaf het kalenderjaar 2019 wordt jaarlijks bij |
Art. 3.Met ingang vanaf het kalenderjaar 2019 wordt jaarlijks bij |
collectieve arbeidsovereenkomst, met betrekking tot het | collectieve arbeidsovereenkomst, met betrekking tot het |
toepassingsgebied opgenomen in bovenstaand artikel 1, het | toepassingsgebied opgenomen in bovenstaand artikel 1, het |
bijdragenpercentage vastgesteld van de inning van de financiële | bijdragenpercentage vastgesteld van de inning van de financiële |
middelen tot bijkomende financiering van de tweede pensioenpijler. | middelen tot bijkomende financiering van de tweede pensioenpijler. |
Art. 4.De bijdragenpercentages vanaf het kalenderjaar 2019 worden op |
Art. 4.De bijdragenpercentages vanaf het kalenderjaar 2019 worden op |
identieke wijze vastgesteld zoals van toepassing in de paritaire | identieke wijze vastgesteld zoals van toepassing in de paritaire |
(sub)comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01 en 331. | (sub)comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01 en 331. |
Het bijdragenpercentage per kwartaal bedraagt 0,25 pct. van het | Het bijdragenpercentage per kwartaal bedraagt 0,25 pct. van het |
brutobedrag van de bezoldigingen, vóór inhouding van de persoonlijke | brutobedrag van de bezoldigingen, vóór inhouding van de persoonlijke |
sociale zekerheidsbijdragen van de werknemers, verminderd met de | sociale zekerheidsbijdragen van de werknemers, verminderd met de |
patronale bijdrage van de social profitsector aan het Fonds tot | patronale bijdrage van de social profitsector aan het Fonds tot |
vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen | vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen |
werknemers/bijzonder comité, inclusief de loonmatigingsbijdrage. | werknemers/bijzonder comité, inclusief de loonmatigingsbijdrage. |
Wanneer voor het eerste en het tweede kwartaal van het toepasselijke | Wanneer voor het eerste en het tweede kwartaal van het toepasselijke |
kalenderjaar geen inning geschiedt, wordt het bijdragenpercentage van | kalenderjaar geen inning geschiedt, wordt het bijdragenpercentage van |
deze kwartalen toegevoegd aan de inning voor respectievelijk het derde | deze kwartalen toegevoegd aan de inning voor respectievelijk het derde |
en het vierde kwartaal van hetzelfde kalenderjaar. | en het vierde kwartaal van hetzelfde kalenderjaar. |
Art. 5.De te ontvangen bijdragen op basis van de jaarlijkse |
Art. 5.De te ontvangen bijdragen op basis van de jaarlijkse |
collectieve arbeidsovereenkomsten worden geïnd en gevorderd door de | collectieve arbeidsovereenkomsten worden geïnd en gevorderd door de |
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de |
wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. | wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. |
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maakt deze bijdragen, met | De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maakt deze bijdragen, met |
verwijzing naar de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst, over | verwijzing naar de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst, over |
aan het "Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren", opgericht als | aan het "Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren", opgericht als |
fonds voor bestaanszekerheid bij collectieve arbeidsovereenkomst van | fonds voor bestaanszekerheid bij collectieve arbeidsovereenkomst van |
11 december 2008 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid | 11 december 2008 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid |
genaamd "Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren" en tot | genaamd "Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren" en tot |
vaststelling van zijn statuten (registratienummer 90982, koninklijk | vaststelling van zijn statuten (registratienummer 90982, koninklijk |
besluit van 19 juli 2011, Belgisch Staatsblad van 9 september 2011), | besluit van 19 juli 2011, Belgisch Staatsblad van 9 september 2011), |
gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en | gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en |
-diensten. | -diensten. |
Art. 6.Hogergenoemd fonds voor bestaanszekerheid zal de financiële |
Art. 6.Hogergenoemd fonds voor bestaanszekerheid zal de financiële |
middelen, afkomstig uit de bijdragen zoals bepaald in deze collectieve | middelen, afkomstig uit de bijdragen zoals bepaald in deze collectieve |
arbeidsovereenkomst en in de toepasselijke jaarlijkse collectieve | arbeidsovereenkomst en in de toepasselijke jaarlijkse collectieve |
arbeidsovereenkomsten, vanaf hun beschikbaarheid aanwenden voor de | arbeidsovereenkomsten, vanaf hun beschikbaarheid aanwenden voor de |
werknemers die behoren tot het toepassingsgebied van onderhavige | werknemers die behoren tot het toepassingsgebied van onderhavige |
collectieve arbeidsovereenkomst, ter financiering van hun tweede | collectieve arbeidsovereenkomst, ter financiering van hun tweede |
pensioenpijler waarvoor hogergenoemd fonds voor bestaanszekerheid als | pensioenpijler waarvoor hogergenoemd fonds voor bestaanszekerheid als |
inrichter optreedt. | inrichter optreedt. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in vanaf de datum |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in vanaf de datum |
van ondertekening. | van ondertekening. |
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk | Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk |
van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, bij een | van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, bij een |
ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair | ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, die alle | Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, die alle |
ondertekenende organisaties hiervan in kennis stelt. | ondertekenende organisaties hiervan in kennis stelt. |
De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand | De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand |
die volgt op de datum waarop de voorzitter van het Paritair Comité | die volgt op de datum waarop de voorzitter van het Paritair Comité |
voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten de betrokken organisaties | voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten de betrokken organisaties |
in kennis heeft gesteld van de opzegging. | in kennis heeft gesteld van de opzegging. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart |
2019. | 2019. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |