Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden | porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden |
in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, | in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, |
betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1) | betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden | porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden |
in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen; | in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden | porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden |
in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, | in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, |
betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters. | betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 juli 2006. | Gegeven te Brussel, 1 juli 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven | Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven |
welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies | welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen | Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2005 |
Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters | Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters |
(Overeenkomst geregistreerd op 3 november 2005 | (Overeenkomst geregistreerd op 3 november 2005 |
onder het nummer 76788/CO/102.05) | onder het nummer 76788/CO/102.05) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren | werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren |
onder het Paritair Subcomité voor de porseleinaarde- en zandgroeven | onder het Paritair Subcomité voor de porseleinaarde- en zandgroeven |
welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies | welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen. | Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen. |
Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. | Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. |
HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur werd verkort tot 36 uren op 1 |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur werd verkort tot 36 uren op 1 |
januari 1984, een verkorting die gepaard ging met een loonaanpassing. | januari 1984, een verkorting die gepaard ging met een loonaanpassing. |
De wekelijkse arbeidsprestaties kunnen evenwel worden gehandhaafd op | De wekelijkse arbeidsprestaties kunnen evenwel worden gehandhaafd op |
38 uren per week. In dit geval worden de gewerkte uren boven 36 uren | 38 uren per week. In dit geval worden de gewerkte uren boven 36 uren |
per week opgenomen in de vorm van tegen het normale loon betaalde | per week opgenomen in de vorm van tegen het normale loon betaalde |
compenserende verlofdagen. De uren worden opgenomen per schijf van 8 | compenserende verlofdagen. De uren worden opgenomen per schijf van 8 |
samengevoegde uren binnen de 4 weken die volgen op de week waarin deze | samengevoegde uren binnen de 4 weken die volgen op de week waarin deze |
8 uren worden bereikt. De termijn van 4 weken kan worden verlengd tot | 8 uren worden bereikt. De termijn van 4 weken kan worden verlengd tot |
maximum 8 weken bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de | maximum 8 weken bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de |
ondernemingen in overleg met de vakorganisaties. | ondernemingen in overleg met de vakorganisaties. |
HOOFDSTUK III. - Lonen | HOOFDSTUK III. - Lonen |
Art. 3.Er werd beslist zowel de werkelijke als de minimumuurlonen te |
Art. 3.Er werd beslist zowel de werkelijke als de minimumuurlonen te |
verhogen met 0,090 EUR op 1 juli 2005 en met 0,080 EUR op 1 januari | verhogen met 0,090 EUR op 1 juli 2005 en met 0,080 EUR op 1 januari |
2006. | 2006. |
Rekening houdend met deze verhoging, zijn de minimumuurlonen van de | Rekening houdend met deze verhoging, zijn de minimumuurlonen van de |
meerderjarige werklieden vastgesteld als volgt op 1 juli 2005 in een | meerderjarige werklieden vastgesteld als volgt op 1 juli 2005 in een |
arbeidstijdregeling van 38 uren per week, gekoppeld aan het | arbeidstijdregeling van 38 uren per week, gekoppeld aan het |
indexcijfer 116,57, spil van de stabilisatieschijf 115,42 tot 117,74. | indexcijfer 116,57, spil van de stabilisatieschijf 115,42 tot 117,74. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremies | HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremies |
Art. 4.Op 1 juli 2005 worden de bedragen van de ploegenpremies |
Art. 4.Op 1 juli 2005 worden de bedragen van de ploegenpremies |
(ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1979 | (ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1979 |
tot vaststelling van een ploegenpremie) als volgt vastgesteld : | tot vaststelling van een ploegenpremie) als volgt vastgesteld : |
- 0,5 EUR voor de namiddagploeg; | - 0,5 EUR voor de namiddagploeg; |
- 1,43 EUR voor de nachtploeg. | - 1,43 EUR voor de nachtploeg. |
Zij gelden voor al dan niet opeenvolgende ploegen, voor zover er ten | Zij gelden voor al dan niet opeenvolgende ploegen, voor zover er ten |
minste drie uur verschil is ten opzichte van de normale | minste drie uur verschil is ten opzichte van de normale |
arbeidstijdregeling voor de dagarbeid, die in het arbeidsreglement is | arbeidstijdregeling voor de dagarbeid, die in het arbeidsreglement is |
bepaald voor de namiddag. Onder "nachtarbeid", verstaat men : alle | bepaald voor de namiddag. Onder "nachtarbeid", verstaat men : alle |
arbeid die begint vanaf 20 uur. | arbeid die begint vanaf 20 uur. |
HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen en premies | HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen en premies |
aan het indexcijfer van de consumptieprijzen | aan het indexcijfer van de consumptieprijzen |
Art. 5.De in de artikelen 3 en 4 vastgestelde lonen en premies zijn |
Art. 5.De in de artikelen 3 en 4 vastgestelde lonen en premies zijn |
gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk | gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk |
dat maandelijks wordt bepaald door het Federale overheidsdienst | dat maandelijks wordt bepaald door het Federale overheidsdienst |
Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het | Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het |
Belgisch Staatsblad. | Belgisch Staatsblad. |
Art. 6.De in de artikelen 3 en 4 bedoelde lonen en premies stemmen op |
Art. 6.De in de artikelen 3 en 4 bedoelde lonen en premies stemmen op |
1 juli 2005 overeen met het referte-indexcijfer 116,57 dat de spil is | 1 juli 2005 overeen met het referte-indexcijfer 116,57 dat de spil is |
van de stabilisatieschijf 115,42 tot 117,74. | van de stabilisatieschijf 115,42 tot 117,74. |
Art. 7.De in artikel 5 bedoelde lonen en premies blijven onveranderd |
Art. 7.De in artikel 5 bedoelde lonen en premies blijven onveranderd |
per reeksen van het referte-indexcijfer, zodat de hogere of lagere | per reeksen van het referte-indexcijfer, zodat de hogere of lagere |
grens van elke stabilisatieschijf gelijk is aan het spilindexcijfer, | grens van elke stabilisatieschijf gelijk is aan het spilindexcijfer, |
vermenigvuldigd met of gedeeld door de constante coëfficiënt 1,01. | vermenigvuldigd met of gedeeld door de constante coëfficiënt 1,01. |
Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger | Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger |
dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere | dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere |
eenheid. | eenheid. |
Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen. | Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen. |
Art. 8.Wanneer het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de |
Art. 8.Wanneer het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de |
consumptieprijzen van de vorige vier maanden de grens van een | consumptieprijzen van de vorige vier maanden de grens van een |
stabilisatieschijf overschrijdt, wordt deze grens de spil van een | stabilisatieschijf overschrijdt, wordt deze grens de spil van een |
nieuwe stabilisatieschijf, waarvan de grenzen worden berekend zoals is | nieuwe stabilisatieschijf, waarvan de grenzen worden berekend zoals is |
aangegeven in artikel 7. | aangegeven in artikel 7. |
Art. 9.De overschrijding van de grens van een stabilisatieschijf |
Art. 9.De overschrijding van de grens van een stabilisatieschijf |
geeft aanleiding tot de aanpassing van de premies en van de laatste | geeft aanleiding tot de aanpassing van de premies en van de laatste |
minimumuurlonen. Deze aanpassing geschiedt naar boven toe door ze te | minimumuurlonen. Deze aanpassing geschiedt naar boven toe door ze te |
vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,01; zij geschiedt naar onder toe | vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,01; zij geschiedt naar onder toe |
door ze te delen door de coëfficiënt 1,01. | door ze te delen door de coëfficiënt 1,01. |
Art. 10.De aanpassingen van de lonen en premies gaan in op de eerste |
Art. 10.De aanpassingen van de lonen en premies gaan in op de eerste |
dag van de maand die volgt op de maand waarin het rekenkundig | dag van de maand die volgt op de maand waarin het rekenkundig |
gemiddelde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van de vorige | gemiddelde van het indexcijfer van de consumptieprijzen van de vorige |
vier maanden de grens van de stabilisatieschijf overschrijdt. | vier maanden de grens van de stabilisatieschijf overschrijdt. |
Art. 11.Bij toepassing van de bepalingen van de artikelen 6 tot 8, |
Art. 11.Bij toepassing van de bepalingen van de artikelen 6 tot 8, |
wordt de volgende tabel opgesteld : | wordt de volgende tabel opgesteld : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
HOOFDSTUK VI. - Premie voor "Sinte-Barbara" | HOOFDSTUK VI. - Premie voor "Sinte-Barbara" |
Art. 12.Ter gelegenheid van het "Sinte-Barbara" feest wordt aan |
Art. 12.Ter gelegenheid van het "Sinte-Barbara" feest wordt aan |
iedere werkman een premie toegekend; het recht op deze premie en het | iedere werkman een premie toegekend; het recht op deze premie en het |
bedrag ervan worden bepaald overeenkomstig de van kracht zijnde | bedrag ervan worden bepaald overeenkomstig de van kracht zijnde |
wetgeving op de wettelijke feestdagen. | wetgeving op de wettelijke feestdagen. |
HOOFDSTUK VII. - Bijkomende werkloosheidsvergoeding | HOOFDSTUK VII. - Bijkomende werkloosheidsvergoeding |
Art. 13.Bij wijze van tegemoetkoming in de loonderving die het gevolg |
Art. 13.Bij wijze van tegemoetkoming in de loonderving die het gevolg |
kan zijn van gedeeltelijke werkloosheid wordt, afgezien van de reden | kan zijn van gedeeltelijke werkloosheid wordt, afgezien van de reden |
van de werkloosheid, met uitzondering van de technische werkloosheid, | van de werkloosheid, met uitzondering van de technische werkloosheid, |
door de werkgevers aan de werklieden van de in artikel 1 bedoelde | door de werkgevers aan de werklieden van de in artikel 1 bedoelde |
ondernemingen een dagelijkse vergoeding toegekend. | ondernemingen een dagelijkse vergoeding toegekend. |
Deze vergoeding wordt betaald boven de door de Rijksdienst voor | Deze vergoeding wordt betaald boven de door de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening toegekende vergoeding en zij wordt gerechtvaardigd | Arbeidsvoorziening toegekende vergoeding en zij wordt gerechtvaardigd |
door een formulier C3 bis dat door de werkgever regelmatig wordt | door een formulier C3 bis dat door de werkgever regelmatig wordt |
ondertekend. | ondertekend. |
Art. 14.In 2005 en 2006 wordt de bijkomende dagvergoeding vastgesteld |
Art. 14.In 2005 en 2006 wordt de bijkomende dagvergoeding vastgesteld |
op : | op : |
- 6,1984 EUR voor de werklieden die uit het oogpunt van de fiscale | - 6,1984 EUR voor de werklieden die uit het oogpunt van de fiscale |
wetgeving een of meerdere personen ten laste hebben; | wetgeving een of meerdere personen ten laste hebben; |
- 5,7027 EUR voor de andere werklieden. | - 5,7027 EUR voor de andere werklieden. |
Art. 15.De bijkomende vergoeding is gedurende maximaal honderd dagen |
Art. 15.De bijkomende vergoeding is gedurende maximaal honderd dagen |
per kalenderjaar verschuldigd. | per kalenderjaar verschuldigd. |
Art. 16.De werkgever betaalt de bijkomende vergoeding op de dag van |
Art. 16.De werkgever betaalt de bijkomende vergoeding op de dag van |
de loonuitbetaling die betrekking heeft op de arbeidsperiode waarin de | de loonuitbetaling die betrekking heeft op de arbeidsperiode waarin de |
werkloosheidsdagen liggen die er recht op geven. | werkloosheidsdagen liggen die er recht op geven. |
HOOFDSTUK VIII. - Eindejaarspremie | HOOFDSTUK VIII. - Eindejaarspremie |
Art. 17.Een eindejaarspremie wordt uiterlijk op 20 december toegekend |
Art. 17.Een eindejaarspremie wordt uiterlijk op 20 december toegekend |
aan de werklieden die op 15 november in dienst van de onderneming | aan de werklieden die op 15 november in dienst van de onderneming |
waren. Deze premie bedraagt 9 pct. van de brutolonen die werden | waren. Deze premie bedraagt 9 pct. van de brutolonen die werden |
verdiend in de loop van de twaalf maanden vóór 16 november van het | verdiend in de loop van de twaalf maanden vóór 16 november van het |
lopende jaar. | lopende jaar. |
De eindejaarspremie zal pro rato temporis van de | De eindejaarspremie zal pro rato temporis van de |
tewerkstellingsperiode verschuldigd zijn, behalve in geval van ontslag | tewerkstellingsperiode verschuldigd zijn, behalve in geval van ontslag |
om dringende reden : in dat geval wort de premie niet uitbetaald. | om dringende reden : in dat geval wort de premie niet uitbetaald. |
Zij is verschuldigd aan de werkman die pensioengerechtigd of | Zij is verschuldigd aan de werkman die pensioengerechtigd of |
brugpensioengerechtigd is geworden in de loop van de vorige twaalf | brugpensioengerechtigd is geworden in de loop van de vorige twaalf |
maanden, alsmede aan de rechtverkrijgenden van de werkman die | maanden, alsmede aan de rechtverkrijgenden van de werkman die |
overleden is in dezelfde periode en aan de werkman die werd ontslagen | overleden is in dezelfde periode en aan de werkman die werd ontslagen |
om alle andere dan dringende redenen. | om alle andere dan dringende redenen. |
De dagen die wegens arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte, van | De dagen die wegens arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte, van |
arbeidsongevallen en van ongevallen op de weg van en naar het werk | arbeidsongevallen en van ongevallen op de weg van en naar het werk |
door het ziekenfonds of de verzekeringsmaatschappij ten belope van | door het ziekenfonds of de verzekeringsmaatschappij ten belope van |
maximum 300 dagen voor elke arbeidsongeschiktheid worden vergoed boven | maximum 300 dagen voor elke arbeidsongeschiktheid worden vergoed boven |
het gewaarborgd weekloon, worden gelijkgesteld met werkdagen voor de | het gewaarborgd weekloon, worden gelijkgesteld met werkdagen voor de |
berekening van de eindejaarspremie. | berekening van de eindejaarspremie. |
HOOFDSTUK IX. - Syndicale premie | HOOFDSTUK IX. - Syndicale premie |
Art. 18.In uitvoering van de bepalingen van artikel 10 van de |
Art. 18.In uitvoering van de bepalingen van artikel 10 van de |
statuten van het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en | statuten van het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en |
zandgroeven in het zuiden van België", vastgesteld bij de collectieve | zandgroeven in het zuiden van België", vastgesteld bij de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 14 april 1986 en 26 januari 1988, gesloten in | arbeidsovereenkomst van 14 april 1986 en 26 januari 1988, gesloten in |
het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en | het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en |
zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies | zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, houdende coördinatie | Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, houdende coördinatie |
van de beslissingen en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende | van de beslissingen en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende |
de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds voor sociale | de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds voor sociale |
vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" | vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" |
genoemd, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 | genoemd, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 |
mei 1988, wordt vanaf het sociaal dienstjaar 2005 aan de in artikel 9, | mei 1988, wordt vanaf het sociaal dienstjaar 2005 aan de in artikel 9, |
b en c, van de statuten bedoelde werklieden een premie voor de | b en c, van de statuten bedoelde werklieden een premie voor de |
arbeidsvrede toegekend ten bedrage van 128 EUR, of 10,66 EUR per | arbeidsvrede toegekend ten bedrage van 128 EUR, of 10,66 EUR per |
volledige maand tewerkstelling. | volledige maand tewerkstelling. |
De premie wordt op 30 september van ieder jaar door het fonds aan de | De premie wordt op 30 september van ieder jaar door het fonds aan de |
rechthebbenden betaald door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor de | rechthebbenden betaald door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor de |
Werklieden van het Groefbedrijf" te Brussel. | Werklieden van het Groefbedrijf" te Brussel. |
Zij zal jaarlijks uiterlijk op 31 maart betaald worden. | Zij zal jaarlijks uiterlijk op 31 maart betaald worden. |
HOOFDSTUK X. - Tegemoetkoming van de werkgevers | HOOFDSTUK X. - Tegemoetkoming van de werkgevers |
in de vervoerskosten van de werklieden en werksters | in de vervoerskosten van de werklieden en werksters |
Art. 19.a) Onverminderd de toepassing van de collectieve |
Art. 19.a) Onverminderd de toepassing van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 19sexies, gesloten in de Nationale Arbeidsraad | arbeidsovereenkomst nr. 19sexies, gesloten in de Nationale Arbeidsraad |
op 30 maart 2001, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst | op 30 maart 2001, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst |
nr. 19ter van 5 maart 1991 tot vervanging van de collectieve | nr. 19ter van 5 maart 1991 tot vervanging van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 19 van 26 maart 1975, betreffende de | arbeidsovereenkomst nr. 19 van 26 maart 1975, betreffende de |
financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van | financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van |
de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 11 februari 1993, ontvangen de werklieden, ongeacht het | van 11 februari 1993, ontvangen de werklieden, ongeacht het |
vervoermiddel dat zij gebruiken, een bedrag gelijk aan minstens 100 | vervoermiddel dat zij gebruiken, een bedrag gelijk aan minstens 100 |
pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement | pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement |
voor de afstand afgelegd langs de weg, tussen de woonplaats en de | voor de afstand afgelegd langs de weg, tussen de woonplaats en de |
werkplaats, dit overeenkomstig de van toepassing zijnde tabellen die | werkplaats, dit overeenkomstig de van toepassing zijnde tabellen die |
gevoegd zijn bij het koninklijk besluit getroffen in uitvoering van de | gevoegd zijn bij het koninklijk besluit getroffen in uitvoering van de |
wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage en | wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage en |
het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische | het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische |
Spoorwegen, ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en | Spoorwegen, ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en |
bedienden. | bedienden. |
b) Voor wat de andere vervoermiddelen betreft : die worden tegen 100 | b) Voor wat de andere vervoermiddelen betreft : die worden tegen 100 |
pct. terugbetaald. | pct. terugbetaald. |
Art. 20.De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. |
Art. 20.De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. |
Art. 21.Deze bepalingen doen geen afbreuk aan het behoud van |
Art. 21.Deze bepalingen doen geen afbreuk aan het behoud van |
gunstiger toestanden die op het niveau van de ondernemingen bestaan. | gunstiger toestanden die op het niveau van de ondernemingen bestaan. |
HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid | HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid |
Art. 22.a) Teneinde te beantwoorden aan de noden van de sector zal |
Art. 22.a) Teneinde te beantwoorden aan de noden van de sector zal |
een collectieve arbeidsovereenkomst over flexibiliteit op jaarbasis | een collectieve arbeidsovereenkomst over flexibiliteit op jaarbasis |
worden afgesloten. | worden afgesloten. |
b) Het tewerkstellingsvolume in de sector zal voor de duur van deze | b) Het tewerkstellingsvolume in de sector zal voor de duur van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst behouden blijven. | collectieve arbeidsovereenkomst behouden blijven. |
HOOFDSTUK XII. - Carenzdag | HOOFDSTUK XII. - Carenzdag |
Art. 23.Afschaffing van 3 carenzdagen per jaar tijdens de duur van |
Art. 23.Afschaffing van 3 carenzdagen per jaar tijdens de duur van |
deze overeenkomst. | deze overeenkomst. |
HOOFDSTUK XIII. - Opzegtermijnen | HOOFDSTUK XIII. - Opzegtermijnen |
Art. 24.Een koninklijk besluit is hierover voorzien. |
Art. 24.Een koninklijk besluit is hierover voorzien. |
Voor de bruggepensioneerden zijn de wettelijke opzegtermijnen van | Voor de bruggepensioneerden zijn de wettelijke opzegtermijnen van |
toepassing. | toepassing. |
HOOFDSTUK XIV. - Opleiding | HOOFDSTUK XIV. - Opleiding |
Art. 25.Uitwerking van een opleidingssysteem. |
Art. 25.Uitwerking van een opleidingssysteem. |
HOOFDSTUK XV. - Tijdskrediet | HOOFDSTUK XV. - Tijdskrediet |
Art. 26.Het recht op tijdskrediet wordt toegekend aan de |
Art. 26.Het recht op tijdskrediet wordt toegekend aan de |
ploegenarbeiders. | ploegenarbeiders. |
HOOFDSTUK XVI. - Geldigheid | HOOFDSTUK XVI. - Geldigheid |
Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december | ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december |
2006. | 2006. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli |
2006. | 2006. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |