Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van --
← Terug naar "Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tabaksnijverheid, groot- en kleinhandel in tabakswaren "
Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tabaksnijverheid, groot- en kleinhandel in tabakswaren Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tabaksnijverheid, groot- en kleinhandel in tabakswaren
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE
ZAKEN ZAKEN
1 MAART 2000. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de 1 MAART 2000. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de
waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tabaksnijverheid, groot- en waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tabaksnijverheid, groot- en
kleinhandel in tabakswaren kleinhandel in tabakswaren
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende
nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de
Arbeid; Arbeid;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring
der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk
Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale
Arbeidstentoonstellingen"; Arbeidstentoonstellingen";
Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Comité, gegeven op 16 Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Comité, gegeven op 16
november 1999; november 1999;
Gelet op het advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Gelet op het advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het
Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op
11 januari 2000; 11 januari 2000;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van
Werkgelegenheid en van Onze Minister van Economie, Werkgelegenheid en van Onze Minister van Economie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend

Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend

aan de hieronder vermelde personen, die geacht worden de nodige aan de hieronder vermelde personen, die geacht worden de nodige
hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het
sociaal aanzien van hun beroep of functie te verpersoonlijken : sociaal aanzien van hun beroep of functie te verpersoonlijken :
ten titel van het beheer en de algemene directie ten titel van het beheer en de algemene directie
de Magnée, Claude, Braine-le-Château. de Magnée, Claude, Braine-le-Château.
Preneel, Arnold H.A., Herent. Preneel, Arnold H.A., Herent.
ten titel van de uitvoeringsarbeid ten titel van de uitvoeringsarbeid
Hardy, Lea E.M., Kortemark. Hardy, Lea E.M., Kortemark.
Roosens, Sylvain A., Grimbergen. Roosens, Sylvain A., Grimbergen.

Art. 2.Deze opdracht wordt hen gegeven voor een termijn van vijf

Art. 2.Deze opdracht wordt hen gegeven voor een termijn van vijf

jaar. Zij kan een einde nemen vóór het verstrijken van die termijn, jaar. Zij kan een einde nemen vóór het verstrijken van die termijn,
indien de titularissen ophouden hun beroepsactiviteiten uit te indien de titularissen ophouden hun beroepsactiviteiten uit te
oefenen. oefenen.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid Werkgelegenheid behoort en

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid Werkgelegenheid behoort en

Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren zijn, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren zijn,
ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
^