Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 31/05/2001
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende het brugpensioen "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende het brugpensioen Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende het brugpensioen
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de
vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder,
betreffende het brugpensioen (1) betreffende het brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de
toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel
brugpensioen, inzonderheid op artikel 2; brugpensioen, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december
1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde
werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij,
de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder; de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de
vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder,
betreffende het brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen die betreffende het brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen die
in strijd zijn met artikel 4, tweede lid van de collectieve in strijd zijn met artikel 4, tweede lid van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de
Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende
vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij
worden ontslagen. worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Ponza, 31 mei 2001. Gegeven te Ponza, 31 mei 2001.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11
december 1992. december 1992.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31
januari 1975. januari 1975.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen
en industriële artikelen in leder en industriële artikelen in leder
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998 Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998
Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998
onder het nummer 48993/CO/128.05) onder het nummer 48993/CO/128.05)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna genoemd de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna genoemd
"werklieden", van de ondernemingen welke ressorteren onder het "werklieden", van de ondernemingen welke ressorteren onder het
Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen
en industriële artikelen in leder. en industriële artikelen in leder.
A. Rechthebbenden. A. Rechthebbenden.

Art. 2.Hebben recht op een aanvullende vergoeding bij brugpensioen

Art. 2.Hebben recht op een aanvullende vergoeding bij brugpensioen

ten laste van hun werkgever, de werklieden die : ten laste van hun werkgever, de werklieden die :
1. tenminste de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt tijdens de 1. tenminste de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt tijdens de
duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst; duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
2. voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het 2. voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het
koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van
werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen
(Belgisch Staatsblad van 11 december 1992); (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992);
3. ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in 3. ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 3.§ 1. Vooraleer over te gaan tot het ontslag voorzien in

Art. 3.§ 1. Vooraleer over te gaan tot het ontslag voorzien in

artikel 2, pleegt de werkgever overleg met de betrokken werklieden en artikel 2, pleegt de werkgever overleg met de betrokken werklieden en
wint hij het advies in van de syndicale afvaardiging of bij wint hij het advies in van de syndicale afvaardiging of bij
ontstentenis daarvan van de vertegenwoordigers van de representatieve ontstentenis daarvan van de vertegenwoordigers van de representatieve
werknemersorganisaties. werknemersorganisaties.
§ 2. De betekening van de opzegging geschiedt binnen de zeven § 2. De betekening van de opzegging geschiedt binnen de zeven
kalenderdagen volgend op het tijdens voormeld overleg getroffen kalenderdagen volgend op het tijdens voormeld overleg getroffen
gemeenschappelijk besluit. gemeenschappelijk besluit.
§ 3. De werkgevers verbinden zich ertoe geen systematische oppositie § 3. De werkgevers verbinden zich ertoe geen systematische oppositie
te voeren tegen de vraag voor het toepassen van het brugpensioen. te voeren tegen de vraag voor het toepassen van het brugpensioen.
Indien zich dergelijke gevallen voordoen worden deze op vraag van de Indien zich dergelijke gevallen voordoen worden deze op vraag van de
meest gerede partij onderworpen aan het oordeel van het meest gerede partij onderworpen aan het oordeel van het
verzoeningsbureau van het paritair subcomité. verzoeningsbureau van het paritair subcomité.

Art. 4.Het brugpensioen gaat in op het einde van de opzeggingstermijn

Art. 4.Het brugpensioen gaat in op het einde van de opzeggingstermijn

voorzien door de wet van 3 juli 1978 betreffende de voorzien door de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde arbeidsovereenkomsten tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde
arbeider de leeftijd heeft bereikt waarop zijn rustpensioen ingaat. arbeider de leeftijd heeft bereikt waarop zijn rustpensioen ingaat.
Het brugpensioen neemt eveneens een einde op het moment van het Het brugpensioen neemt eveneens een einde op het moment van het
overlijden van de rechthebbende. overlijden van de rechthebbende.
B. Bedrag en uitkering. B. Bedrag en uitkering.

Art. 5.§ 1. De aanvullende vergoeding bij brugpensioen is gelijk aan

Art. 5.§ 1. De aanvullende vergoeding bij brugpensioen is gelijk aan

de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.
§ 2. Het netto referteloon is gelijk aan het bruto maandloon zoals § 2. Het netto referteloon is gelijk aan het bruto maandloon zoals
bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19
december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, verminderd met de december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, verminderd met de
persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen en de fiscale inhouding. persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen en de fiscale inhouding.
§ 3. Het brutoloon wordt als volgt bepaald : § 3. Het brutoloon wordt als volgt bepaald :
1. Het omvat de contractuele premies welke rechtstreeks zijn gebonden 1. Het omvat de contractuele premies welke rechtstreeks zijn gebonden
aan de door de werklieden verrichte prestaties waarop inhoudingen voor aan de door de werklieden verrichte prestaties waarop inhoudingen voor
sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van
betaling geen maand overschrijdt. betaling geen maand overschrijdt.
Het omvat ook de voordelen in natura welke aan inhoudingen voor Het omvat ook de voordelen in natura welke aan inhoudingen voor
sociale zekerheid zijn onderworpen. Daarentegen worden de premies of sociale zekerheid zijn onderworpen. Daarentegen worden de premies of
vergoedingen welke als tegenwaarde van werkelijke kosten worden vergoedingen welke als tegenwaarde van werkelijke kosten worden
verleend, niet in aanmerking genomen. verleend, niet in aanmerking genomen.
2. Voor de per maand betaalde werklieden wordt het loon verdiend in de 2. Voor de per maand betaalde werklieden wordt het loon verdiend in de
refertemaand, bepaald in punt 6 van deze paragraaf, als brutoloon refertemaand, bepaald in punt 6 van deze paragraaf, als brutoloon
beschouwd. beschouwd.
3. Voor de werklieden die niet per maand worden betaald, wordt het 3. Voor de werklieden die niet per maand worden betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale
uurloon wordt bekomen door het loon van de normale arbeidsprestaties uurloon wordt bekomen door het loon van de normale arbeidsprestaties
van de in punt 6 van deze paragraaf bepaalde refertemaand te delen van de in punt 6 van deze paragraaf bepaalde refertemaand te delen
door het aantal normale arbeidsuren welke tijdens deze periode werden door het aantal normale arbeidsuren welke tijdens deze periode werden
verricht. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het verricht. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het
aantal arbeidsuren dat is bepaald bij de wekelijkse arbeidsregeling aantal arbeidsuren dat is bepaald bij de wekelijkse arbeidsregeling
van de werklieden; dit produkt vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door van de werklieden; dit produkt vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door
12, stemt overeen met het maandloon. 12, stemt overeen met het maandloon.
4. Het brutoloon van de werklieden die gedurende de ganse refertemaand 4. Het brutoloon van de werklieden die gedurende de ganse refertemaand
niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig waren geweest niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig waren geweest
op alle arbeidsdagen welke in de beschouwde maand vallen. Indien op alle arbeidsdagen welke in de beschouwde maand vallen. Indien
werklieden, krachtens de bepalingen van hun arbeidsovereenkomst, werklieden, krachtens de bepalingen van hun arbeidsovereenkomst,
slechts gedurende een gedeelte van de refertemaand moeten werken en slechts gedurende een gedeelte van de refertemaand moeten werken en
zij al die tijd niet hebben gewerkt, wordt hun brutoloon berekend op zij al die tijd niet hebben gewerkt, wordt hun brutoloon berekend op
grond van het aantal arbeidsdagen, dat in hun arbeidsovereenkomst is grond van het aantal arbeidsdagen, dat in hun arbeidsovereenkomst is
vastgesteld. vastgesteld.
5. Het door de werklieden verdiende brutoloon, ongeacht of zij per 5. Het door de werklieden verdiende brutoloon, ongeacht of zij per
maand of op een andere wijze worden betaald, wordt vermeerderd met een maand of op een andere wijze worden betaald, wordt vermeerderd met een
twaalfde van het totaal van de contractuele premies met uitzondering twaalfde van het totaal van de contractuele premies met uitzondering
van de eindejaarspremie, en van de veranderlijke bezoldigingen waarvan van de eindejaarspremie, en van de veranderlijke bezoldigingen waarvan
de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door hun in de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door hun in
de loop van de twaalf maanden welke aan het ontslag voorafgaan de loop van de twaalf maanden welke aan het ontslag voorafgaan
afzonderlijk werden ontvangen. afzonderlijk werden ontvangen.
6. Tijdens het in artikel 3 bedoeld overleg wordt tevens in het 6. Tijdens het in artikel 3 bedoeld overleg wordt tevens in het
gemeenschappelijk besluit bepaald met welke refertemaand rekening moet gemeenschappelijk besluit bepaald met welke refertemaand rekening moet
worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de
kalendermaand, welke de datum van het ontslag voorafgaat, in kalendermaand, welke de datum van het ontslag voorafgaat, in
aanmerking genomen. aanmerking genomen.
7. Het netto referteloon wordt tot het hogere honderdtal afgerond. 7. Het netto referteloon wordt tot het hogere honderdtal afgerond.
§ 4. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding bij § 4. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding bij
brugpensioen voorzien in § 1 van artikel 5 wordt gebonden aan de brugpensioen voorzien in § 1 van artikel 5 wordt gebonden aan de
schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de
modaliteiten welke van toepassing zijn in de sector van het huiden- en modaliteiten welke van toepassing zijn in de sector van het huiden- en
lederbedrijf en de vervangingsprodukten, zoals vastgesteld bij de lederbedrijf en de vervangingsprodukten, zoals vastgesteld bij de
collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1969, gesloten in het collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1969, gesloten in het
Nationaal Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf, Nationaal Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf,
betreffende de koppeling van de lonen en uitkeringen aan het betreffende de koppeling van de lonen en uitkeringen aan het
indexcijfer van de consumptieprijzen in de ondernemingen welke indexcijfer van de consumptieprijzen in de ondernemingen welke
ressorteren onder dit paritair comité, gewijzigd bij de collectieve ressorteren onder dit paritair comité, gewijzigd bij de collectieve
arbeidsovereenkomst van 27 juni 1969, respectievelijk algemeen arbeidsovereenkomst van 27 juni 1969, respectievelijk algemeen
verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 27 mei 1969 en verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 27 mei 1969 en
22 oktober 1969. 22 oktober 1969.
§ 5. Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 § 5. Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1
januari door de Nationale Arbeidsraad herzien, in functie van de januari door de Nationale Arbeidsraad herzien, in functie van de
ontwikkeling van de regelingslonen. ontwikkeling van de regelingslonen.
§ 6. Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling § 6. Voor de werklieden die in de loop van het jaar tot de regeling
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing.

Art. 6.De aanvullende vergoeding bij brugpensioen wordt uitgekeerd

Art. 6.De aanvullende vergoeding bij brugpensioen wordt uitgekeerd

aan de rechthebbende op het tijdstip van de normale loonuitbetaling in aan de rechthebbende op het tijdstip van de normale loonuitbetaling in
de loop van de maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de de loop van de maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.
De uitkering van de aanvullende vergoeding bij brugpensioen kan De uitkering van de aanvullende vergoeding bij brugpensioen kan
afhankelijk gesteld worden van de voorlegging van een bewijskrachtig afhankelijk gesteld worden van de voorlegging van een bewijskrachtig
document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheidsuitkering heeft document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheidsuitkering heeft
ontvangen. ontvangen.
C. Geldigheid. C. Geldigheid.

Art. 7.De bepalingen inzake brugpensioen treden in werking op 1 april

Art. 7.De bepalingen inzake brugpensioen treden in werking op 1 april

1998 en houden op van kracht te zijn op 30 maart 2001. 1998 en houden op van kracht te zijn op 30 maart 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei
2001. 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^