Koninklijk besluit tot vaststelling voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst | Koninklijk besluit tot vaststelling voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor sommige | 31 AUGUSTUS 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor sommige |
ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid | ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek | en het breiwerk ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek |
aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de | aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1) | arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wetten van 26 juni | inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wetten van 26 juni |
1992 en 26 maart 1999 en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 | 1992 en 26 maart 1999 en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 |
december 1983, en § 3, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en | december 1983, en § 3, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en |
26 juni 1992; | 26 juni 1992; |
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de textielnijverheid | Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk; | en het breiwerk; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de huidige economische situatie het spoedig verlengen | Overwegende dat de huidige economische situatie het spoedig verlengen |
van een bijzonder stelsel van schorsing van de uitvoering van de | van een bijzonder stelsel van schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor sommige | arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor sommige |
ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid | ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk ressorteren; | en het breiwerk ressorteren; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de |
werklieden van de veredelingsbedrijven die voor rekening van derden | werklieden van de veredelingsbedrijven die voor rekening van derden |
werken en van de bedrijven die uitsluitend voor rekening van derden | werken en van de bedrijven die uitsluitend voor rekening van derden |
"piqureren" en die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid | "piqureren" en die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid |
en het breiwerk ressorteren. | en het breiwerk ressorteren. |
Art. 2.§ 1. Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens |
Art. 2.§ 1. Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens |
economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor | economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor |
werklieden worden geschorst, of mag een regeling van gedeeltelijke | werklieden worden geschorst, of mag een regeling van gedeeltelijke |
arbeid worden ingevoerd, vanaf de eerste werkdag die op deze van de | arbeid worden ingevoerd, vanaf de eerste werkdag die op deze van de |
kennisgeving volgt. | kennisgeving volgt. |
§ 2. Deze kennisgeving vindt plaats uiterlijk bij de aanvang van de | § 2. Deze kennisgeving vindt plaats uiterlijk bij de aanvang van de |
laatste werkdag die de schorsing voorafgaat. Zij gebeurt ofwel door | laatste werkdag die de schorsing voorafgaat. Zij gebeurt ofwel door |
aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen | aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen |
van de onderneming, ofwel door overhandiging aan de werkman of | van de onderneming, ofwel door overhandiging aan de werkman of |
werkster van een geschrift, wanneer de schorsing geen collectief | werkster van een geschrift, wanneer de schorsing geen collectief |
karakter heeft. Bij afwezigheid van de werkman of werkster wordt de | karakter heeft. Bij afwezigheid van de werkman of werkster wordt de |
kennisgeving steeds onder een bij de post aangetekende omslag | kennisgeving steeds onder een bij de post aangetekende omslag |
verzonden. | verzonden. |
§ 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt als werkdag beschouwd | § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt als werkdag beschouwd |
iedere kalenderdag tijdens dewelke, krachtens het in de onderneming | iedere kalenderdag tijdens dewelke, krachtens het in de onderneming |
toegepast werkrooster, arbeid wordt verricht. | toegepast werkrooster, arbeid wordt verricht. |
Art. 3.De duur van de gehele schorsing van de uitvoering van de |
Art. 3.De duur van de gehele schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst mag vier weken niet overschrijden. | arbeidsovereenkomst mag vier weken niet overschrijden. |
Hij mag echter éénmaal per kalenderjaar op acht weken worden gebracht. | Hij mag echter éénmaal per kalenderjaar op acht weken worden gebracht. |
Art. 4.De regeling van gedeeltelijke arbeid kan voor een duur van ten |
Art. 4.De regeling van gedeeltelijke arbeid kan voor een duur van ten |
hoogste zes maanden worden ingevoerd indien zij minder dan drie | hoogste zes maanden worden ingevoerd indien zij minder dan drie |
arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken | arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken |
omvat. | omvat. |
Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid de maximumduur van zes | Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid de maximumduur van zes |
maanden heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige | maanden heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige |
arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren alvorens | arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren alvorens |
een volledige schorsing of een nieuwe regeling van gedeeltelijke | een volledige schorsing of een nieuwe regeling van gedeeltelijke |
arbeid kan ingaan. | arbeid kan ingaan. |
Art. 5.Het maximum aantal werkloosheidsdagen wordt als volgt |
Art. 5.Het maximum aantal werkloosheidsdagen wordt als volgt |
vastgesteld : | vastgesteld : |
- indien het een wekelijkse regeling betreft : vier; | - indien het een wekelijkse regeling betreft : vier; |
- indien het een tweewekelijkse regeling betreft : acht. | - indien het een tweewekelijkse regeling betreft : acht. |
Art. 6.Een afschrift van de bij artikel 2, § 2, bedoelde kennisgeving |
Art. 6.Een afschrift van de bij artikel 2, § 2, bedoelde kennisgeving |
wordt de dag zelf van de aanplakking, overhandiging of verzending, | wordt de dag zelf van de aanplakking, overhandiging of verzending, |
hetzij bij ter post aangetekende omslag aan het werkloosheidsbureau | hetzij bij ter post aangetekende omslag aan het werkloosheidsbureau |
van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betekend, hetzij bij dit | van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betekend, hetzij bij dit |
bureau afgegeven. | bureau afgegeven. |
Art. 7.De bij artikel 6 bedoelde mededeling en de bij artikel 2, § 2, |
Art. 7.De bij artikel 6 bedoelde mededeling en de bij artikel 2, § 2, |
bedoelde kennisgeving moeten de datum vermelden waarop de volledige | bedoelde kennisgeving moeten de datum vermelden waarop de volledige |
schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of de invoering van | schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of de invoering van |
een regeling van gedeeltelijke arbeid zal ingaan en de datum waarop | een regeling van gedeeltelijke arbeid zal ingaan en de datum waarop |
deze schorsing of deze regeling een einde zal nemen, alsook de data | deze schorsing of deze regeling een einde zal nemen, alsook de data |
waarop de werklieden werkloos zullen zijn. | waarop de werklieden werkloos zullen zijn. |
De bij artikel 6 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven : | De bij artikel 6 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven : |
- de economische redenen die de volledige schorsing van de uitvoering | - de economische redenen die de volledige schorsing van de uitvoering |
van de overeenkomst of de invoering van een regeling van gedeeltelijke | van de overeenkomst of de invoering van een regeling van gedeeltelijke |
arbeid rechtvaardigen; | arbeid rechtvaardigen; |
- hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde | - hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde |
werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid | werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid |
wordt geschorst. | wordt geschorst. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999 en treedt |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999 en treedt |
buiten werking op 1 oktober 2000. | buiten werking op 1 oktober 2000. |
Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999. | Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; |
Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991; | Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991; |
Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992; | Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992; |
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999; | Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999; |
Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad | Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad |
van 21 januari 1984. | van 21 januari 1984. |