Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 30/05/2024
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn
30 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 30 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende
vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden
ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn (1) arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid; textielnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende textielnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende
vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden die worden
ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn. arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 mei 2024. Gegeven te Brussel, 30 mei 2024.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023 Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
oudere bedienden die worden ontslagen en die op het ogenblik van de oudere bedienden die worden ontslagen en die op het ogenblik van de
beëindiging van de arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn beëindiging van de arbeidsovereenkomst 62 jaar of ouder zijn
(Overeenkomst geregistreerd op 20 november 2023 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 20 november 2023 onder het nummer
183923/CO/214) 183923/CO/214)
I. Toepassingsgebied van de overeenkomst I. Toepassingsgebied van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair
Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en op de bedienden Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en op de bedienden
die zij tewerkstellen. die zij tewerkstellen.
Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld.
II. Rechthebbenden II. Rechthebbenden

Art. 2.§ 1. De tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve

Art. 2.§ 1. De tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve

arbeidsovereenkomst ontslagen bedienden, behalve om dringende reden, arbeidsovereenkomst ontslagen bedienden, behalve om dringende reden,
die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en
tijdens de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 62 jaar tijdens de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 62 jaar
of ouder zijn en die op het ogenblik van de beëindiging van de of ouder zijn en die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 40 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen arbeidsovereenkomst 40 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen
rechtvaardigen en die gedurende deze periode recht verkrijgen op rechtvaardigen en die gedurende deze periode recht verkrijgen op
wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende
vergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, ten laste van de werkgever. vergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, ten laste van de werkgever.
§ 2. Onder het "ogenblik van de beëindiging van de § 2. Onder het "ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst" wordt verstaan : het ogenblik dat de bediende uit arbeidsovereenkomst" wordt verstaan : het ogenblik dat de bediende uit
dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer dienst treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer
er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende er geen opzegging werd betekend of wanneer aan de betekende
opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat opzeggingstermijn voortijdig een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat
de bediende de onderneming verlaat. de bediende de onderneming verlaat.

Art. 3.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende dienen de

Art. 3.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende dienen de

bedienden, om te kunnen genieten van het stelsel van werkloosheid met bedienden, om te kunnen genieten van het stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag, bovendien te voldoen aan één van de volgende bedrijfstoeslag, bovendien te voldoen aan één van de volgende
sectorale anciënniteitsvoorwaarden : sectorale anciënniteitsvoorwaarden :
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of jute; confectie, vlasbereiding en/of jute;
- ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren
waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren.
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de
gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende. gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende.

Art. 4.In afwijking van artikel 2, § 1 en artikel 3 ontvangen de

Art. 4.In afwijking van artikel 2, § 1 en artikel 3 ontvangen de

bedienden die tijdens de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni bedienden die tijdens de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni
2025 voldoen aan de genoemde leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden, 2025 voldoen aan de genoemde leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden,
maar pas ontslagen worden buiten de geldigheidsperiode van deze maar pas ontslagen worden buiten de geldigheidsperiode van deze
collectieve arbeidsovereenkomst, een aanvullende vergoeding ten laste collectieve arbeidsovereenkomst, een aanvullende vergoeding ten laste
van de werkgever in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. van de werkgever in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr.
107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van 107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van
de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van
werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze regeling geldt niet voor de werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze regeling geldt niet voor de
bedienden die niet het attest hebben bezorgd dat de werkgever voor het bedienden die niet het attest hebben bezorgd dat de werkgever voor het
ontslag heeft gevraagd, overeenkomstig artikel 4 van de collectieve ontslag heeft gevraagd, overeenkomstig artikel 4 van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 107. arbeidsovereenkomst nr. 107.
III. Betaling van de aanvullende vergoeding III. Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 5.De in artikel 2, § 1 bedoelde aanvullende vergoeding behelst

Art. 5.De in artikel 2, § 1 bedoelde aanvullende vergoeding behelst

het toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de het toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale
Arbeidsraad op 19 december 1974. Arbeidsraad op 19 december 1974.

Art. 6.Aan de bedienden die tot onderhavig stelsel van werkloosheid

Art. 6.Aan de bedienden die tot onderhavig stelsel van werkloosheid

met bedrijfstoeslag toetreden, wordt de aanvullende vergoeding met bedrijfstoeslag toetreden, wordt de aanvullende vergoeding
maandelijks betaald door de werkgever, die het bedrag van de maandelijks betaald door de werkgever, die het bedrag van de
aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag berekend overeenkomstig aanvullende vergoeding, beperkt tot het bedrag berekend overeenkomstig
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale
Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling
bedoeld in artikel 11, driemaandelijks bij het "Fonds voor bedoeld in artikel 11, driemaandelijks bij het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" (hierna bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" (hierna
het fonds genoemd) kan terugvorderen. het fonds genoemd) kan terugvorderen.
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de
wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten eveneens door de wettelijke bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten eveneens door de
werkgever betaald. Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, werkgever betaald. Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen,
verschuldigd op het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend verschuldigd op het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend
overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de
Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de
garantieregeling bedoeld in artikel 11, kan eveneens door de werkgever garantieregeling bedoeld in artikel 11, kan eveneens door de werkgever
driemaandelijks bij het fonds worden teruggevorderd. driemaandelijks bij het fonds worden teruggevorderd.
Genoemde modaliteiten van betaling en terugvordering zijn eveneens van Genoemde modaliteiten van betaling en terugvordering zijn eveneens van
toepassing in geval van toepassing van de collectieve toepassing in geval van toepassing van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het
kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader
van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag. van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Art. 7.De in de artikelen 2 en 3 bedoelde bedienden hebben, voor

Art. 7.De in de artikelen 2 en 3 bedoelde bedienden hebben, voor

zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht op zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht op
de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken
waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de voorwaarden waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de voorwaarden
zoals door de pensioenreglementering vastgesteld. zoals door de pensioenreglementering vastgesteld.
De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling
wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke
werkloosheidsvergoeding ontvangen. werkloosheidsvergoeding ontvangen.

Art. 8.In afwijking van artikel 7 hebben de in de artikelen 2 en 3

Art. 8.In afwijking van artikel 7 hebben de in de artikelen 2 en 3

bedoelde bedienden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een land van bedoelde bedienden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een land van
de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende
vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in
het kader van de regelgeving inzake het stelsel werkloosheid met het kader van de regelgeving inzake het stelsel werkloosheid met
bedrijfstoeslag, alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet bedrijfstoeslag, alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet
meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en
voor zover zij werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de voor zover zij werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de
wetgeving van hun woonland. wetgeving van hun woonland.
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving.

Art. 9.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 7 en

Art. 9.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 7 en

artikel 8 behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van artikel 8 behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van
deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding
ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft
ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid
als de werkgever die hen heeft ontslagen. als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 7 en artikel 8 § 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 7 en artikel 8
behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van deze behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van deze
collectieve overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding collectieve overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding
ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige
activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die
activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die
hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot
dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen. ontslagen.
§ 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen § 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen
bedienden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de bedienden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden
hervat. hervat.
§ 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de § 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de
aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve
arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de
bedienden die recht hebben op de aanvullende uitkering geen bedienden die recht hebben op de aanvullende uitkering geen
werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze
meer genieten. meer genieten.
De in § 1 en § 2 bedoelde bedienden leveren aan hun laatste werkgever De in § 1 en § 2 bedoelde bedienden leveren aan hun laatste werkgever
het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep uitoefenen. hoofdberoep uitoefenen.
IV. Bedrag van de aanvullende vergoeding IV. Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 10.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

Art. 10.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.

Art. 11.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is

Art. 11.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is

dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het stelsel van dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag voor arbeiders, wordt verhoogd tot werkloosheid met bedrijfstoeslag voor arbeiders, wordt verhoogd tot
99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de 99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de
aanvullende vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het aanvullende vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het
totaal brutomaandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de totaal brutomaandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de
werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel die werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel die
voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor voor de werknemer zonder gezinslast in aanmerking wordt genomen voor
de berekening van de werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden op de berekening van de werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden op
het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding.

Art. 12.Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon

Art. 12.Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon

begrensd tot 2 610,69 EUR en verminderd met de persoonlijke begrensd tot 2 610,69 EUR en verminderd met de persoonlijke
socialezekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. socialezekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding.
De grens van 2 610,69 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 103,14 De grens van 2 610,69 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 103,14
(1996 = 100) en bedraagt 4 851,02 EUR sinds 1 juli 2023; zij is (1996 = 100) en bedraagt 4 851,02 EUR sinds 1 juli 2023; zij is
gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der
consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2
augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan
het indexcijfer der consumptieprijzen. het indexcijfer der consumptieprijzen.
Deze grens wordt op 1 januari van elk jaar door de Nationale Deze grens wordt op 1 januari van elk jaar door de Nationale
Arbeidsraad herzien rekening houdend met de ontwikkeling van de Arbeidsraad herzien rekening houdend met de ontwikkeling van de
regelingslonen. regelingslonen.
Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro. Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro.

Art. 13.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

Art. 13.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bediende verrichte rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bediende verrichte
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het
omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale
zekerheid onderworpen zijn. zekerheid onderworpen zijn.
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen.
2. Voor de per maand betaalde bediende wordt als brutoloon beschouwd 2. Voor de per maand betaalde bediende wordt als brutoloon beschouwd
het loon dat hij gedurende de in navolgende punt 6 bepaalde het loon dat hij gedurende de in navolgende punt 6 bepaalde
refertemaand heeft verdiend. refertemaand heeft verdiend.
3. Voor de bedienden die niet per maand wordt betaald, wordt het 3. Voor de bedienden die niet per maand wordt betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. brutoloon berekend op grond van het normale uurloon.
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse
arbeidstijdregeling van de bediende; dat product, vermenigvuldigd met arbeidstijdregeling van de bediende; dat product, vermenigvuldigd met
52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon.
4. Het brutoloon van een bediende die gedurende de ganse refertemaand 4. Het brutoloon van een bediende die gedurende de ganse refertemaand
niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was geweest op niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij aanwezig was geweest op
alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen.
Indien een bediende, krachtens de bepalingen van zijn Indien een bediende, krachtens de bepalingen van zijn
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de
refertemaand moet werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt refertemaand moet werken en hij al die tijd niet heeft gewerkt, wordt
zijn brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in zijn brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in
de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. de arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
5. Het door de bediende verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand 5. Het door de bediende verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand
of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van het of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van het
totaal der contractuele premies en van de veranderlijke bezoldiging totaal der contractuele premies en van de veranderlijke bezoldiging
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door
die bediende in de loop van de twaalf maanden die aan het ontslag die bediende in de loop van de twaalf maanden die aan het ontslag
voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen.
6. Naar aanleiding van het bij artikel 17 voorziene overleg, zal in 6. Naar aanleiding van het bij artikel 17 voorziene overleg, zal in
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet
worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de worden gehouden. Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de
kalendermaand, die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking kalendermaand, die de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking
genomen. genomen.
7. Voor de bedienden die het voltijds stelsel van werkloosheid met 7. Voor de bedienden die het voltijds stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag opnemen, aansluitend op een 1/5de loopbaanvermindering bedrijfstoeslag opnemen, aansluitend op een 1/5de loopbaanvermindering
of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de
Nationale Arbeidsraad, zoals gewijzigd door de collectieve Nationale Arbeidsraad, zoals gewijzigd door de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 103ter, of die van het halftijds stelsel van arbeidsovereenkomst nr. 103ter, of die van het halftijds stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag naar voltijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag naar voltijds stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag overgaan, wordt de aanvullende werkloosheid met bedrijfstoeslag overgaan, wordt de aanvullende
vergoeding berekend op het brutoloon voor voltijdse arbeidsprestaties. vergoeding berekend op het brutoloon voor voltijdse arbeidsprestaties.
V. Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding V. Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 14.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

Art. 14.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen,
volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
2 augustus 1971. 2 augustus 1971.
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1
januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale
Arbeidsraad. Arbeidsraad.
Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing.
VI. Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding VI. Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de

Art. 15.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de

kalendermaand gebeuren. kalendermaand gebeuren.
VII. Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen VII. Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere voordelen

Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen,
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen.
De bediende, bedoeld in de artikelen 2 en 3 en artikel 9, zal dus De bediende, bedoeld in de artikelen 2 en 3 en artikel 9, zal dus
eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten,
alvorens aanspraak te kunnen maken op de in hoofdstuk III voorziene alvorens aanspraak te kunnen maken op de in hoofdstuk III voorziene
aanvullende vergoeding. aanvullende vergoeding.
VIII. Overlegprocedure VIII. Overlegprocedure

Art. 17.Vooraleer één of meerdere bedienden, bedoeld in de artikelen

Art. 17.Vooraleer één of meerdere bedienden, bedoeld in de artikelen

2 tot en met 4, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de 2 tot en met 4, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart
1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel
in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming
van kracht zijnde afdankingscriteria, bedienden die aan de in artikel van kracht zijnde afdankingscriteria, bedienden die aan de in artikel
2, § 1 bepaalde leeftijdsvoorwaarde voldoen, bij voorrang kunnen 2, § 1 bepaalde leeftijdsvoorwaarde voldoen, bij voorrang kunnen
worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling
kunnen genieten. kunnen genieten.
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging,
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
bedienden van de onderneming. bedienden van de onderneming.
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever
daarenboven de betrokken bediende bij aangetekende brief uit tot een daarenboven de betrokken bediende bij aangetekende brief uit tot een
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit
onderhoud heeft tot doel aan de bediende de gelegenheid te geven zijn onderhoud heeft tot doel aan de bediende de gelegenheid te geven zijn
bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te
maken. maken.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972,
inzonderheid artikel 7, kan de bediende zich bij dit onderhoud laten inzonderheid artikel 7, kan de bediende zich bij dit onderhoud laten
bijstaan door zijn syndicaal afgevaardigde. De opzegging kan ten bijstaan door zijn syndicaal afgevaardigde. De opzegging kan ten
vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud
plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was.
De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling
te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de
arbeidsreserve. arbeidsreserve.
IX. Eindbepalingen IX. Eindbepalingen

Art. 18.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van

Art. 18.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van

onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds onderhavige overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds
vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van
het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden. het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden.

Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van onderhavige

Art. 19.De algemene interpretatiemoeilijkheden van onderhavige

collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het
fonds beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve fonds beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad. arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per
koninklijk besluit. koninklijk besluit.

Art. 21.§ 1. Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf 1

Art. 21.§ 1. Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf 1

januari 2024 tot en met 30 juni 2025. januari 2024 tot en met 30 juni 2025.
§ 2. In afwijking hiervan treden de artikelen 1, 4 en 6, 3de alinea in § 2. In afwijking hiervan treden de artikelen 1, 4 en 6, 3de alinea in
werking vanaf 1 januari 2024 en zijn van toepassing voor onbepaalde werking vanaf 1 januari 2024 en zijn van toepassing voor onbepaalde
duur. De bepalingen welke voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd duur. De bepalingen welke voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd
worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van
een opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan een opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan
de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende
partijen. partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei
2024. 2024.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
^