| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende het conventioneel brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende het conventioneel brugpensioen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| hardsteengroeven, betreffende het conventioneel brugpensioen (1) | hardsteengroeven, betreffende het conventioneel brugpensioen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
| toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
| brugpensioen; | brugpensioen; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 |
| december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een | december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| hardsteengroeven; | hardsteengroeven; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, | in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, |
| betreffende het conventioneel brugpensioen. | betreffende het conventioneel brugpensioen. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000. | Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
| januari 1975. | januari 1975. |
| Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 | Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 |
| december 1992. | december 1992. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven | Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999 |
| Conventioneel brugpensioen | Conventioneel brugpensioen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 | (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 |
| onder het nummer 52824/CO/203) | onder het nummer 52824/CO/203) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
| werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren | werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven. | onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven. |
| Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden | Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden |
| verstaan. | verstaan. |
| HOOFDSTUK II. - Bepalingen | HOOFDSTUK II. - Bepalingen |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten bij |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten bij |
| toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 | toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 |
| december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van | december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van |
| een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige bejaarde | een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige bejaarde |
| werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en van het koninklijk | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en van het koninklijk |
| besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van | besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van |
| werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. | werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. |
Art. 3.De bedienden die 58 jaar en ouder zijn, kunnen aanspraak maken |
Art. 3.De bedienden die 58 jaar en ouder zijn, kunnen aanspraak maken |
| op de regeling die is ingevoerd door de voormelde collectieve | op de regeling die is ingevoerd door de voormelde collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 19 december 1974. | arbeidsovereenkomst van 19 december 1974. |
Art. 4.Overeenkomstig § 6 van artikel 2 van het koninklijk besluit |
Art. 4.Overeenkomstig § 6 van artikel 2 van het koninklijk besluit |
| van 7 december 1992 betreffende het recht van ontslagen werknemers van | van 7 december 1992 betreffende het recht van ontslagen werknemers van |
| 58 jaar en ouder op werkloosheidsuitkeringen, mag de opzeggingstermijn | 58 jaar en ouder op werkloosheidsuitkeringen, mag de opzeggingstermijn |
| of de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen | of de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen |
| bedienden een einde nemen buiten de geldigheidsduur van deze | bedienden een einde nemen buiten de geldigheidsduur van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover de ontslagen bedienden de | collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover de ontslagen bedienden de |
| leeftijd voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst bereikt | leeftijd voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst bereikt |
| hebben tijdens haar geldigheidsduur. | hebben tijdens haar geldigheidsduur. |
Art. 5.Voor de uitvoering van artikel 4 moet de volgende procedure |
Art. 5.Voor de uitvoering van artikel 4 moet de volgende procedure |
| worden gevolgd : | worden gevolgd : |
| a) de werkgever betekent het ontslag aan de bediende binnen de | a) de werkgever betekent het ontslag aan de bediende binnen de |
| termijn, die is vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel | termijn, die is vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel |
| 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; | 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; |
| b) de uitvoering van punt a) moet geschieden in het kader van de | b) de uitvoering van punt a) moet geschieden in het kader van de |
| procedure van overleg die is bepaald in artikel 10, eerste en tweede | procedure van overleg die is bepaald in artikel 10, eerste en tweede |
| lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974 | lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974 |
| (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17); | (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17); |
| c) de berekening gebeurt op basis van het werkelijke begrensde loon | c) de berekening gebeurt op basis van het werkelijke begrensde loon |
| aan 105 000 BEF. | aan 105 000 BEF. |
| HOOFDSTUK III. - Geldigheid | HOOFDSTUK III. - Geldigheid |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. | januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober |
| 2000. | 2000. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |