Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 27/03/2012
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
27 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 27 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de
bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en
de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van
het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de
Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het
spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb voor te leggen Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb voor te leggen
aan Uwe Majesteit, werd in de Ministerraad overlegd. aan Uwe Majesteit, werd in de Ministerraad overlegd.
Dit ontwerp moet niet onderworpen worden aan de procedure van Dit ontwerp moet niet onderworpen worden aan de procedure van
betrokkenheid van de gewesten zoals voorzien door de bijzondere wet betrokkenheid van de gewesten zoals voorzien door de bijzondere wet
van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Artikel 6, § 4, van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Artikel 6, § 4,
3° van genoemde bijzondere wet beoogt immers het ontwerpen van de 3° van genoemde bijzondere wet beoogt immers het ontwerpen van de
regels van de algemene politie en de reglementering op het verkeer en regels van de algemene politie en de reglementering op het verkeer en
vervoer, alsook van de technische voorschriften inzake verkeers- en vervoer, alsook van de technische voorschriften inzake verkeers- en
vervoermiddelen, terwijl dit ontwerp de financiering betreft van de vervoermiddelen, terwijl dit ontwerp de financiering betreft van de
veiligheidsinstantie bedoeld in artikel 5, 12°, van de wet van 19 veiligheidsinstantie bedoeld in artikel 5, 12°, van de wet van 19
december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen. december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen.
Aangezien het dus gaat om een ontwerp van budgettaire en Aangezien het dus gaat om een ontwerp van budgettaire en
organisationele aard, kan zijn inhoud niet gelijkgesteld worden met de organisationele aard, kan zijn inhoud niet gelijkgesteld worden met de
reglementering bedoeld in artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet en reglementering bedoeld in artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet en
moet hij zodoende niet onderworpen worden aan de procedure van moet hij zodoende niet onderworpen worden aan de procedure van
betrokkenheid van de gewesten. betrokkenheid van de gewesten.
Wij hebben de eer te zijn, Wij hebben de eer te zijn,
Sire, Sire,
van Uwe majesteit, van Uwe majesteit,
de zeer eerbiedige de zeer eerbiedige
en zeer getrouwe dienaars, en zeer getrouwe dienaars,
De Minister van Binnenlandse zaken, De Minister van Binnenlandse zaken,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M. WATHELET M. WATHELET
Advies 50.877/4 van 22 februari 2012 van de afdeling Wetgeving van de Advies 50.877/4 van 22 februari 2012 van de afdeling Wetgeving van de
Raad van State Raad van State
De Raad van State, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 25 januari De Raad van State, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 25 januari
2012 door de Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, 2012 door de Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit,
toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken, verzocht hem, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken, verzocht hem,
binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een
ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk
besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de
bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en
de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van
het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de
Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het
spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving », heeft het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving », heeft het
volgende advies gegeven: volgende advies gegeven:
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State,
zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de
afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde
gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het
ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te
vervullen voorafgaande vormvereisten. vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8 1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8
augustus 1980 tot hervorming der instellingen moeten de augustus 1980 tot hervorming der instellingen moeten de
gewestregeringen betrokken worden bij het uitwerken van het gewestregeringen betrokken worden bij het uitwerken van het
voorliggende ontwerp, zoals dat het geval is geweest met het voorliggende ontwerp, zoals dat het geval is geweest met het
koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag, koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag,
verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en de verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en de
houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van
het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de
Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het
spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving, waarvan het de spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving, waarvan het de
wijziging beoogt (1). wijziging beoogt (1).
2. Bij een wet van 30 juli 2010, die op 1 oktober 2011 in werking is 2. Bij een wet van 30 juli 2010, die op 1 oktober 2011 in werking is
getreden (2), zijn in de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie getreden (2), zijn in de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie
van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling bepalingen van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling bepalingen
betreffende de duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling ingevoegd. betreffende de duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling ingevoegd.
De wetgever heeft de « effectbeoordeling » gedefinieerd als « duurzame De wetgever heeft de « effectbeoordeling » gedefinieerd als « duurzame
ontwikkelingseffectbeoordeling, zijnde de methode voor het bestuderen ontwikkelingseffectbeoordeling, zijnde de methode voor het bestuderen
van mogelijke sociale, economische en leefmilieueffecten, alsmede de van mogelijke sociale, economische en leefmilieueffecten, alsmede de
effecten op de inkomsten en de uitgaven van de Staat, van een effecten op de inkomsten en de uitgaven van de Staat, van een
voorgesteld beleid op korte, middellange en lange termijn in en buiten voorgesteld beleid op korte, middellange en lange termijn in en buiten
België vooraleer de uiteindelijke beslissing wordt genomen » (3). België vooraleer de uiteindelijke beslissing wordt genomen » (3).
In dat kader is de volgende regeling ingevoerd : In dat kader is de volgende regeling ingevoerd :
1° in principe moet elk voorontwerp van wet, elk ontwerp van 1° in principe moet elk voorontwerp van wet, elk ontwerp van
koninklijk besluit en elk voorstel van beslissing dat ter goedkeuring koninklijk besluit en elk voorstel van beslissing dat ter goedkeuring
aan de Ministerraad moet worden voorgelegd aanleiding geven tot een aan de Ministerraad moet worden voorgelegd aanleiding geven tot een
voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een
effectbeoordeling uit te voeren (4); de enige gevallen waarin zo een effectbeoordeling uit te voeren (4); de enige gevallen waarin zo een
voorafgaand onderzoek niet hoeft plaats te vinden, zijn die welke voorafgaand onderzoek niet hoeft plaats te vinden, zijn die welke
moeten worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na moeten worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na
overleg in de Ministerraad (5), welk besluit bij de huidige stand van overleg in de Ministerraad (5), welk besluit bij de huidige stand van
de teksten die in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zijn, nog niet de teksten die in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zijn, nog niet
uitgevaardigd is; uitgevaardigd is;
2° wanneer uit het voorafgaand onderzoek blijkt dat een 2° wanneer uit het voorafgaand onderzoek blijkt dat een
effectbeoordeling vereist is, dient de voormelde beoordeling te worden effectbeoordeling vereist is, dient de voormelde beoordeling te worden
uitgevoerd (6); uitgevoerd (6);
3° de naleving van de aldus voorgeschreven procedure is een 3° de naleving van de aldus voorgeschreven procedure is een
voorwaarde, naargelang het geval, voor het indienen van een voorwaarde, naargelang het geval, voor het indienen van een
wetsontwerp bij de Wetgevende Kamers, voor het uitvaardigen van een wetsontwerp bij de Wetgevende Kamers, voor het uitvaardigen van een
koninklijk besluit of voor het goedkeuren van een voorstel van koninklijk besluit of voor het goedkeuren van een voorstel van
beslissing door de Ministerraad (7). beslissing door de Ministerraad (7).
In casu kan uit geen enkel stuk dat aan de Raad van State overgezonden In casu kan uit geen enkel stuk dat aan de Raad van State overgezonden
is, opgemaakt worden of de hiervoren beschreven procedure gevolgd is, is, opgemaakt worden of de hiervoren beschreven procedure gevolgd is,
meer in het bijzonder of vooraf onderzocht is of het noodzakelijk is meer in het bijzonder of vooraf onderzocht is of het noodzakelijk is
een effectbeoordeling uit te voeren. een effectbeoordeling uit te voeren.
3. De steller van het ontwerp dient erop toe te zien dat deze beide 3. De steller van het ontwerp dient erop toe te zien dat deze beide
voorafgaande vormvereisten vervuld zijn. voorafgaande vormvereisten vervuld zijn.
4. Het ontwerp geeft geen aanleiding tot andere opmerkingen. 4. Het ontwerp geeft geen aanleiding tot andere opmerkingen.
De kamer was samengesteld uit De kamer was samengesteld uit
de Heren P. Liénardy, kamervoorzitter, de Heren P. Liénardy, kamervoorzitter,
J. Jaumotte, J. Jaumotte,
S. Bodart, staatsraden, S. Bodart, staatsraden,
Mevr. A. Weyembergh, Mevr. A. Weyembergh,
de Heer S. Van Drooghenbroeck, assessoren van de afdeling Wetgeving, de Heer S. Van Drooghenbroeck, assessoren van de afdeling Wetgeving,
Mevr. C. Gigot, griffier. Mevr. C. Gigot, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de Heer Y. Chauffoureaux, auditeur. Het verslag werd uitgebracht door de Heer Y. Chauffoureaux, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd
nagezien onder toezicht van de Heer P. Liénardy. nagezien onder toezicht van de Heer P. Liénardy.
De griffier, De griffier,
C. Gigot C. Gigot
De voorzitter, De voorzitter,
P. Liénardy P. Liénardy
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Een soortgelijke opmerking is gemaakt in advies 48.996/4, op 22 (1) Een soortgelijke opmerking is gemaakt in advies 48.996/4, op 22
december 2010 verstrekt omtrent een ontwerp dat geworden is het december 2010 verstrekt omtrent een ontwerp dat geworden is het
koninklijk besluit van 21 januari 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2011 tot wijziging van het
koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag
van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een
veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat
deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming
in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de
veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving. veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving.
(2) Volgens artikel 4 van de wet van 30 juli 2010 « treedt (deze wet) (2) Volgens artikel 4 van de wet van 30 juli 2010 « treedt (deze wet)
in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ». Doordat de wet van 30 juli bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ». Doordat de wet van 30 juli
2010 is bekendgemaakt op 14 oktober 2010, volgt daaruit dat deze wet 2010 is bekendgemaakt op 14 oktober 2010, volgt daaruit dat deze wet
in werking is getreden op 1 oktober 2011. in werking is getreden op 1 oktober 2011.
(3) Artikel 2, 9°, van de wet van 5 mei 1997. (3) Artikel 2, 9°, van de wet van 5 mei 1997.
(4) Artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997. Bij (4) Artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997. Bij
artikel 19/1, § 2, van de wet van 5 mei 1997 wordt de Koning ermee artikel 19/1, § 2, van de wet van 5 mei 1997 wordt de Koning ermee
belast dat voorafgaand onderzoek te regelen bij een besluit belast dat voorafgaand onderzoek te regelen bij een besluit
vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Tot op heden is nog geen vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Tot op heden is nog geen
besluit met een dergelijk onderwerp in het Belgisch Staatsblad besluit met een dergelijk onderwerp in het Belgisch Staatsblad
bekendgemaakt. bekendgemaakt.
(5) Artikel 19/1, § 1, tweede lid, van de wet van 5 mei 1997. (5) Artikel 19/1, § 1, tweede lid, van de wet van 5 mei 1997.
(6) Artikel 19/2 van de wet van 5 mei 1997. Bij deze bepaling wordt de (6) Artikel 19/2 van de wet van 5 mei 1997. Bij deze bepaling wordt de
Koning ermee belast de effectbeoordeling te regelen bij een besluit Koning ermee belast de effectbeoordeling te regelen bij een besluit
vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Tot op heden is geen vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Tot op heden is geen
besluit met een dergelijk onderwerp in het Belgisch Staatsblad besluit met een dergelijk onderwerp in het Belgisch Staatsblad
bekendgemaakt. bekendgemaakt.
(7) Artikel 19/3 van de wet van 5 mei 1997. (7) Artikel 19/3 van de wet van 5 mei 1997.
27 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 27 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van het bedrag van de
bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en bijdrage, verschuldigd door de houder van een veiligheidsvergunning en
de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van de houders van een veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van
het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de het Belgische spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de
Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de veiligheid van het
spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 december 2006 betreffende de Gelet op de wet van 19 december 2006 betreffende de
exploitatieveiligheid van de spoorwegen, artikel 33/1, ingevoegd bij exploitatieveiligheid van de spoorwegen, artikel 33/1, ingevoegd bij
de programmawet van 23 december 2009; de programmawet van 23 december 2009;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van
het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de houder van een
veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat veiligheidsvergunning en de houders van een veiligheidscertificaat
deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming deel B die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet, als deelneming
in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de in de kosten van de Veiligheidsinstantie voor het toezicht op de
veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving; veiligheid van het spoorvervoer en de ontwikkeling van de regelgeving;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22
december 2011; december 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 18 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 18
januari 2012; januari 2012;
Overwegende dat bij artikel 5 van de programmawet van 23 december Overwegende dat bij artikel 5 van de programmawet van 23 december
2009, in de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 2009, in de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990
tot oprichting van begrotingsfondsen, rubriek 33 - Mobiliteit en tot oprichting van begrotingsfondsen, rubriek 33 - Mobiliteit en
Vervoer werd aangevuld met : "33-9 Fonds betreffende de werking van de Vervoer werd aangevuld met : "33-9 Fonds betreffende de werking van de
Veiligheidsinstantie van de spoorwegen"; Veiligheidsinstantie van de spoorwegen";
Gelet op het advies 50.877/4 van de Raad van State, gegeven op 22 Gelet op het advies 50.877/4 van de Raad van State, gegeven op 22
februari 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van februari 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de
Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad
vergaderde Ministers, vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 2010

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 2010

tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage, verschuldigd door de
houder van een veiligheidsvergunning en de houders van een houder van een veiligheidsvergunning en de houders van een
veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van het Belgische veiligheidscertificaat deel B die gebruik maken van het Belgische
spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de Veiligheidsinstantie spoorwegnet, als deelneming in de kosten van de Veiligheidsinstantie
voor het toezicht op de veiligheid van het spoorvervoer en de voor het toezicht op de veiligheid van het spoorvervoer en de
ontwikkeling van de regelgeving, gewijzigd door het koninklijk besluit ontwikkeling van de regelgeving, gewijzigd door het koninklijk besluit
van 21 januari 2011, worden de woorden « 2.929.000 euro in 2010 en op van 21 januari 2011, worden de woorden « 2.929.000 euro in 2010 en op
4.470.000 euro in 2011 » vervangen door de woorden « 2.929.000 euro in 4.470.000 euro in 2011 » vervangen door de woorden « 2.929.000 euro in
2010, 4.470.000 euro in 2011 en op 4.900.000 euro in 2012 ». 2010, 4.470.000 euro in 2011 en op 4.900.000 euro in 2012 ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 3.De Minister bevoegd voor het Spoorvervoer is belast met de

Art. 3.De Minister bevoegd voor het Spoorvervoer is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2012. Gegeven te Brussel, 27 maart 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse zaken, De Minister van Binnenlandse zaken,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M.WATHELET M.WATHELET
^