Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 26/04/2019
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
26 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 26 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een
uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van
de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002 en 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002 en
bij de wet van 29 maart 2012; bij de wet van 29 maart 2012;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling
van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten
voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten; voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering
voor zelfstandigen, gegeven op 26 oktober 2018; voor zelfstandigen, gegeven op 26 oktober 2018;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 en Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 en
12 november 2018; 12 november 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, d.d. 23 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, d.d. 23
november 2018; november 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 6 december 2018 bij Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 6 december 2018 bij
de Raad van State is ingediend, in toepassing van artikel 84, § 1, de Raad van State is ingediend, in toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973; 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van
Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 20 juli

Artikel 1.In artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 20 juli

1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een
moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de
meewerkende echtgenoten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk meewerkende echtgenoten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 22 december 2016, wordt de bepaling onder a) aangevuld als besluit van 22 december 2016, wordt de bepaling onder a) aangevuld als
volgt: volgt:
", tenzij het bedrag van de sociale bijdragen betaald door de ", tenzij het bedrag van de sociale bijdragen betaald door de
onderworpenen bedoeld in artikel 13, § 1, tweede lid, van bedoeld onderworpenen bedoeld in artikel 13, § 1, tweede lid, van bedoeld
koninklijk besluit is gebaseerd op een inkomen dat minstens het koninklijk besluit is gebaseerd op een inkomen dat minstens het
minimumbedrag bereikt bedoeld in, al naargelang het geval, artikel 12, minimumbedrag bereikt bedoeld in, al naargelang het geval, artikel 12,
§ 1, tweede lid, of artikel 12, § 1ter, eerste lid, van bedoeld § 1, tweede lid, of artikel 12, § 1ter, eerste lid, van bedoeld
koninklijk besluit". koninklijk besluit".

Art. 2.In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het

Art. 2.In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het

koninklijk besluit van 30 januari 1997, worden de volgende wijzigingen koninklijk besluit van 30 januari 1997, worden de volgende wijzigingen
aangebracht: aangebracht:
1° in het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de 1° in het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de
woorden "de artikelen 3, § 1, en 16" vervangen door de woorden woorden "de artikelen 3, § 1, en 16" vervangen door de woorden
"artikel 3, § 1, § 1bis en § 1ter,"; "artikel 3, § 1, § 1bis en § 1ter,";
2° het wordt aangevuld met een lid, luidende: 2° het wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het vorige lid worden de uitkeringen niet meer aan "In afwijking van het vorige lid worden de uitkeringen niet meer aan
de gerechtigde betaald vanaf de eerste dag van de zevende maand van de gerechtigde betaald vanaf de eerste dag van de zevende maand van
primaire ongeschiktheid als die zich bevindt na de laatste dag van de primaire ongeschiktheid als die zich bevindt na de laatste dag van de
maand waarin hij de in het vorige lid bedoelde leeftijd heeft bereikt, maand waarin hij de in het vorige lid bedoelde leeftijd heeft bereikt,
wanneer het gaat om een gerechtigde onderworpen aan het sociaal wanneer het gaat om een gerechtigde onderworpen aan het sociaal
statuut der zelfstandigen overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 38 statuut der zelfstandigen overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 38
van 27 juli 1967 na de maand waarin hij de in het vorige lid bedoelde van 27 juli 1967 na de maand waarin hij de in het vorige lid bedoelde
leeftijd heeft bereikt en voor zover hij in welke hoedanigheid dan ook leeftijd heeft bereikt en voor zover hij in welke hoedanigheid dan ook
geen ouderdoms-, geen rust-, geen anciënniteitspensioen of eender welk geen ouderdoms-, geen rust-, geen anciënniteitspensioen of eender welk
als dergelijk pensioen geldend voordeel geniet, dat is toegekend, als dergelijk pensioen geldend voordeel geniet, dat is toegekend,
hetzij door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale hetzij door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale
zekerheid, hetzij door een openbaar bestuur, een openbare instelling zekerheid, hetzij door een openbaar bestuur, een openbare instelling
of een instelling van openbaar nut.". of een instelling van openbaar nut.".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand

volgend op de maand van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad volgend op de maand van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad
en is van toepassing op de arbeidsongeschiktheden die vanaf deze datum en is van toepassing op de arbeidsongeschiktheden die vanaf deze datum
aanvatten. aanvatten.

Art. 4.De minister bevoegd voor sociale zaken en de minister bevoegd

Art. 4.De minister bevoegd voor sociale zaken en de minister bevoegd

voor zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de voor zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de
uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2019. Gegeven te Brussel, 26 april 2019.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
M. DE BLOCK M. DE BLOCK
De Minister van Zelfstandigen, De Minister van Zelfstandigen,
D. DUCARME D. DUCARME
^