Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, houdende sectorale maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, houdende sectorale maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
25 MEI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 25 MEI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020, |
gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, houdende | gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, houdende |
sectorale maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis (1) | sectorale maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
textielnijverheid; | textielnijverheid; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020, gesloten |
in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, houdende sectorale | in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, houdende sectorale |
maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis. | maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 25 mei 2021. | Gegeven te Brussel, 25 mei 2021. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de textielnijverheid | Paritair Comité voor de textielnijverheid |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 2020 |
Sectorale maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis | Sectorale maatregelen in het kader van de coronaviruscrisis |
(Overeenkomst geregistreerd op 25 mei 2020 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 25 mei 2020 onder het nummer |
158546/CO/120) | 158546/CO/120) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
alle textielondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders die | alle textielondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders die |
onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de | onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de |
textielnijverheid (PC 120), met uitzondering van de Celanese | textielnijverheid (PC 120), met uitzondering van de Celanese |
Production Belgium B.V.B.A. en Celanese B.V.B.A. en met uitzondering | Production Belgium B.V.B.A. en Celanese B.V.B.A. en met uitzondering |
van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de | van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de |
bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel Verviers | bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel Verviers |
(PSC 120.01) en voor de jute (PSC 120.03). | (PSC 120.01) en voor de jute (PSC 120.03). |
Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders | Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders |
bedoeld. | bedoeld. |
HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke verklaring | HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke verklaring |
Art. 2.De sociale partners van de textielsector engageren zich ten |
Art. 2.De sociale partners van de textielsector engageren zich ten |
volle om zowel tegenover de werkgevers als de werknemers het belang te | volle om zowel tegenover de werkgevers als de werknemers het belang te |
benadrukken van het in acht nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen | benadrukken van het in acht nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen |
en social distancing. Tevens bevestigen zij het belang om aan het werk | en social distancing. Tevens bevestigen zij het belang om aan het werk |
te blijven of terug aan het werk te gaan, daar waar mogelijk en de | te blijven of terug aan het werk te gaan, daar waar mogelijk en de |
nodige veiligheidsmaatregelen en social distancing kunnen worden | nodige veiligheidsmaatregelen en social distancing kunnen worden |
toegepast en dit ongeacht of het essentiële of niet-essentiële | toegepast en dit ongeacht of het essentiële of niet-essentiële |
activiteiten betreft. | activiteiten betreft. |
De sociale partners van de textielsector onderschrijven dan ook ten | De sociale partners van de textielsector onderschrijven dan ook ten |
volle de gemeenschappelijke verklaring en oproep van de | volle de gemeenschappelijke verklaring en oproep van de |
interprofessionele werkgevers- en werknemersorganisaties, | interprofessionele werkgevers- en werknemersorganisaties, |
vertegenwoordigd in de Groep van 10, van 27 maart 2020. | vertegenwoordigd in de Groep van 10, van 27 maart 2020. |
HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht | HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht |
Art. 3.Voor elke dag die zich situeert in de periode van 13 maart |
Art. 3.Voor elke dag die zich situeert in de periode van 13 maart |
2020 tot en met 14 mei 2020 en waarop de arbeider niet heeft gewerkt | 2020 tot en met 14 mei 2020 en waarop de arbeider niet heeft gewerkt |
wegens tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in het kader van de | wegens tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in het kader van de |
coronaviruscrisis, is de werkgever een supplement verschuldigd van | coronaviruscrisis, is de werkgever een supplement verschuldigd van |
2,60 EUR (regime vijfdagenweek; 2,17 EUR uitgedrukt in regime | 2,60 EUR (regime vijfdagenweek; 2,17 EUR uitgedrukt in regime |
zesdagenweek) bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van | zesdagenweek) bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van |
de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst omwille overmacht. | de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst omwille overmacht. |
Voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in de maanden maart | Voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in de maanden maart |
en april 2020 wordt dit supplement betaald bij de loonafrekening voor | en april 2020 wordt dit supplement betaald bij de loonafrekening voor |
de maand april 2020; voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht | de maand april 2020; voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht |
in de maand mei 2020 met de loonafrekening van de maand mei 2020. | in de maand mei 2020 met de loonafrekening van de maand mei 2020. |
Art. 4.Voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) |
Art. 4.Voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) |
overbruggingsploegen wordt het bedrag van 2,60 EUR per dag in de | overbruggingsploegen wordt het bedrag van 2,60 EUR per dag in de |
vijfdagenweek omgezet naar 5,78 EUR per dag in de | vijfdagenweek omgezet naar 5,78 EUR per dag in de |
overbruggingsploegen. | overbruggingsploegen. |
Art. 5.Voor de deeltijds tewerkgestelde arbeiders wordt dit |
Art. 5.Voor de deeltijds tewerkgestelde arbeiders wordt dit |
supplement pro rata toegekend op basis van de tewerkstellingsbreuk van | supplement pro rata toegekend op basis van de tewerkstellingsbreuk van |
toepassing op de desbetreffende dag tijdelijke werkloosheid. | toepassing op de desbetreffende dag tijdelijke werkloosheid. |
Art. 6.Dit supplement wordt betaald door de werkgever, maar ten laste |
Art. 6.Dit supplement wordt betaald door de werkgever, maar ten laste |
genomen door het waarborg- en sociaal fonds (hierna het fonds | genomen door het waarborg- en sociaal fonds (hierna het fonds |
genoemd). De werkgever kan dit supplement terugvorderen bij het fonds. | genoemd). De werkgever kan dit supplement terugvorderen bij het fonds. |
De raad van beheer van het fonds zal daartoe de toepasselijke | De raad van beheer van het fonds zal daartoe de toepasselijke |
modaliteiten vastleggen. | modaliteiten vastleggen. |
Art. 7.De ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen eind april |
Art. 7.De ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen eind april |
2020, respectievelijk eind mei 2020, van het fonds een voorschot te | 2020, respectievelijk eind mei 2020, van het fonds een voorschot te |
bekomen met het oog op de betaling van dit supplement. De raad van | bekomen met het oog op de betaling van dit supplement. De raad van |
beheer van het fonds zal daartoe de toepasselijke modaliteiten | beheer van het fonds zal daartoe de toepasselijke modaliteiten |
vastleggen. | vastleggen. |
Art. 8.De ondernemingen die reeds een minstens gelijkwaardige |
Art. 8.De ondernemingen die reeds een minstens gelijkwaardige |
regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen dit sectorale | regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen dit sectorale |
supplement daar op aanrekenen en eveneens terugvorderen bij het fonds. | supplement daar op aanrekenen en eveneens terugvorderen bij het fonds. |
HOOFDSTUK IV. - Verhoging van het patronaal aandeel in de | HOOFDSTUK IV. - Verhoging van het patronaal aandeel in de |
maaltijdcheques | maaltijdcheques |
Art. 9.Tijdens de periode van 13 maart 2020 tot en met 14 mei 2020 |
Art. 9.Tijdens de periode van 13 maart 2020 tot en met 14 mei 2020 |
wordt het patronaal aandeel in de maaltijdcheque verhoogd met 2 EUR. | wordt het patronaal aandeel in de maaltijdcheque verhoogd met 2 EUR. |
Art. 10.§ 1. In afwijking op artikel 9 wordt voor de arbeiders, |
Art. 10.§ 1. In afwijking op artikel 9 wordt voor de arbeiders, |
tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, het patronaal | tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, het patronaal |
aandeel van de maaltijdcheque verhoogd met 2,51 EUR indien aan de | aandeel van de maaltijdcheque verhoogd met 2,51 EUR indien aan de |
voltijds tewerkgestelde arbeiders in de klassieke ploegen één | voltijds tewerkgestelde arbeiders in de klassieke ploegen één |
maaltijdcheque per gepresteerde dag wordt toegekend. | maaltijdcheque per gepresteerde dag wordt toegekend. |
§ 2. Indien de onderneming de alternatieve telling voor de voltijds | § 2. Indien de onderneming de alternatieve telling voor de voltijds |
tewerkgestelde arbeiders toepast, wordt in afwijking op § 1 hiervoor, | tewerkgestelde arbeiders toepast, wordt in afwijking op § 1 hiervoor, |
voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, | voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, |
het patronaal aandeel van de maaltijdcheque verhoogd met 2,65 EUR. | het patronaal aandeel van de maaltijdcheque verhoogd met 2,65 EUR. |
Art. 11.Deze tijdelijke verhoging van het patronaal aandeel in de |
Art. 11.Deze tijdelijke verhoging van het patronaal aandeel in de |
maaltijdcheque heeft geen invloed op de berekeningswijze van het | maaltijdcheque heeft geen invloed op de berekeningswijze van het |
aantal verschuldigde maaltijdcheques zoals die vandaag in de | aantal verschuldigde maaltijdcheques zoals die vandaag in de |
onderneming wordt toegepast. | onderneming wordt toegepast. |
Art. 12.De verhoging van het patronaal aandeel in de maaltijdcheque |
Art. 12.De verhoging van het patronaal aandeel in de maaltijdcheque |
zoals voorzien in de artikelen 9 en 10 hiervoor wordt betaald door de | zoals voorzien in de artikelen 9 en 10 hiervoor wordt betaald door de |
werkgever, maar ten laste genomen door het fonds. De ondernemingen | werkgever, maar ten laste genomen door het fonds. De ondernemingen |
kunnen deze verhoging terugvorderen bij het fonds. De raad van beheer | kunnen deze verhoging terugvorderen bij het fonds. De raad van beheer |
van het fonds zal daartoe de toepasselijke modaliteiten vastleggen. | van het fonds zal daartoe de toepasselijke modaliteiten vastleggen. |
Art. 13.Voor ondernemingen die reeds maaltijdcheques toekennen met |
Art. 13.Voor ondernemingen die reeds maaltijdcheques toekennen met |
een nominale waarde van 8 EUR, wordt op sectoraal niveau een | een nominale waarde van 8 EUR, wordt op sectoraal niveau een |
alternatieve regeling uitgewerkt : als equivalent van de verhoging van | alternatieve regeling uitgewerkt : als equivalent van de verhoging van |
het patronaal aandeel van de maaltijdcheque zoals bedoeld in artikel 9 | het patronaal aandeel van de maaltijdcheque zoals bedoeld in artikel 9 |
hiervoor, wordt per toegekende maaltijdcheque in de periode van 13 | hiervoor, wordt per toegekende maaltijdcheque in de periode van 13 |
maart 2020 tot en met 14 mei 2020, een brutopremie van 2 EUR | maart 2020 tot en met 14 mei 2020, een brutopremie van 2 EUR |
toegekend. | toegekend. |
Art. 14.De ondernemingen die onvoldoende ruimte hebben binnen de |
Art. 14.De ondernemingen die onvoldoende ruimte hebben binnen de |
maaltijdcheque (maximum 8 EUR) om het patronaal aandeel te verhogen | maaltijdcheque (maximum 8 EUR) om het patronaal aandeel te verhogen |
zoals bedoeld in de artikelen 9 en 10 hiervoor, dienen prioritair de | zoals bedoeld in de artikelen 9 en 10 hiervoor, dienen prioritair de |
nog beschikbare ruimte binnen de maaltijdcheque te benutten. Voor het | nog beschikbare ruimte binnen de maaltijdcheque te benutten. Voor het |
saldo passen zij verhoudingsgewijs de alternatieve regeling toe | saldo passen zij verhoudingsgewijs de alternatieve regeling toe |
bedoeld in artikel 13 hiervoor. | bedoeld in artikel 13 hiervoor. |
Art. 15.§ 1. In afwijking op artikel 13 wordt voor de arbeiders, |
Art. 15.§ 1. In afwijking op artikel 13 wordt voor de arbeiders, |
tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, de brutopremie | tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, de brutopremie |
vastgesteld op 2,51 EUR. De brutopremie van 2,51 EUR wordt evenveel | vastgesteld op 2,51 EUR. De brutopremie van 2,51 EUR wordt evenveel |
keer toegekend als er maaltijdcheques toegekend worden voor dezelfde | keer toegekend als er maaltijdcheques toegekend worden voor dezelfde |
periode zoals berekend volgens de alternatieve telling. | periode zoals berekend volgens de alternatieve telling. |
§ 2. Indien de onderneming voor de maaltijdcheques de alternatieve | § 2. Indien de onderneming voor de maaltijdcheques de alternatieve |
telling voor de voltijds tewerkgestelde arbeiders toepast, wordt in | telling voor de voltijds tewerkgestelde arbeiders toepast, wordt in |
afwijking op § 1 hiervoor, voor de arbeiders, tewerkgesteld in de | afwijking op § 1 hiervoor, voor de arbeiders, tewerkgesteld in de |
(halve) overbruggingsploegen, de brutopremie vastgesteld op 2,65 EUR. | (halve) overbruggingsploegen, de brutopremie vastgesteld op 2,65 EUR. |
De brutopremie van 2,65 EUR wordt evenveel keer toegekend als er | De brutopremie van 2,65 EUR wordt evenveel keer toegekend als er |
maaltijdcheques toegekend worden voor dezelfde periode zoals berekend | maaltijdcheques toegekend worden voor dezelfde periode zoals berekend |
volgens de alternatieve telling. | volgens de alternatieve telling. |
Art. 16.De brutopremie bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15 hiervoor, |
Art. 16.De brutopremie bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15 hiervoor, |
zal voor de maanden maart en april 2020 door de werkgever betaald | zal voor de maanden maart en april 2020 door de werkgever betaald |
worden met de loonafrekening van de maand april 2020; voor de maand | worden met de loonafrekening van de maand april 2020; voor de maand |
mei 2020 zal dit gebeuren met de loonafrekening van de maand mei 2020. | mei 2020 zal dit gebeuren met de loonafrekening van de maand mei 2020. |
Art. 17.De brutopremie bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15 hiervoor |
Art. 17.De brutopremie bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15 hiervoor |
wordt betaald door de werkgever, maar ten laste genomen door het | wordt betaald door de werkgever, maar ten laste genomen door het |
fonds. De ondernemingen kunnen deze brutopremie, verhoogd met 50 pct. | fonds. De ondernemingen kunnen deze brutopremie, verhoogd met 50 pct. |
patronale lasten, berekend op de brutopremie aan 108 pct., | patronale lasten, berekend op de brutopremie aan 108 pct., |
terugvorderen bij het fonds. De raad van beheer van het fonds zal | terugvorderen bij het fonds. De raad van beheer van het fonds zal |
daartoe de toepasselijke modaliteiten vastleggen. | daartoe de toepasselijke modaliteiten vastleggen. |
Art. 18.De ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen eind april |
Art. 18.De ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen eind april |
2020 respectievelijk eind mei 2020 van het fonds een voorschot te | 2020 respectievelijk eind mei 2020 van het fonds een voorschot te |
bekomen met het oog op de betaling van hetzij de verhoging van het | bekomen met het oog op de betaling van hetzij de verhoging van het |
patronaal aandeel van de maaltijdcheque hetzij van de brutopremie of | patronaal aandeel van de maaltijdcheque hetzij van de brutopremie of |
hetzij een combinatie van beide. De raad van beheer van het fonds zal | hetzij een combinatie van beide. De raad van beheer van het fonds zal |
daartoe de toepasselijke modaliteiten vastleggen. | daartoe de toepasselijke modaliteiten vastleggen. |
Art. 19.De ondernemingen die reeds een minstens gelijkwaardige |
Art. 19.De ondernemingen die reeds een minstens gelijkwaardige |
regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen de sectorale | regeling op ondernemingsvlak voorzien hebben, kunnen de sectorale |
regeling op deze ondernemingsregeling aanrekenen en eveneens | regeling op deze ondernemingsregeling aanrekenen en eveneens |
terugvorderen bij het fonds. | terugvorderen bij het fonds. |
HOOFDSTUK V. - Spreiding van de betaling van de patronale bijdragen | HOOFDSTUK V. - Spreiding van de betaling van de patronale bijdragen |
Art. 20.Aan de textielondernemingen bedoeld in artikel 1 wordt de |
Art. 20.Aan de textielondernemingen bedoeld in artikel 1 wordt de |
mogelijkheid geboden tot spreiding van de betaling in 12-maandelijkse | mogelijkheid geboden tot spreiding van de betaling in 12-maandelijkse |
gelijke schijven voor de patronale bijdragen aan de fondsen, zonder | gelijke schijven voor de patronale bijdragen aan de fondsen, zonder |
bijdrageverhoging en nalatigheidsintresten. | bijdrageverhoging en nalatigheidsintresten. |
Art. 21.De spreiding van de betaling van de patronale bijdragen, |
Art. 21.De spreiding van de betaling van de patronale bijdragen, |
geïnd door het fonds zowel voor eigen rekening als voor rekening van | geïnd door het fonds zowel voor eigen rekening als voor rekening van |
derden, geldt voor de patronale bijdragen die verschuldigd zijn op de | derden, geldt voor de patronale bijdragen die verschuldigd zijn op de |
lonen betaald in het 3de en 4de kwartaal 2019 en het 1ste kwartaal | lonen betaald in het 3de en 4de kwartaal 2019 en het 1ste kwartaal |
2020. | 2020. |
Op de normale vervaldata van de voormelde refertekwartalen, namelijk | Op de normale vervaldata van de voormelde refertekwartalen, namelijk |
15 mei, 15 augustus en 15 november van dit jaar (2020) is de eerste | 15 mei, 15 augustus en 15 november van dit jaar (2020) is de eerste |
van de twaalf maandelijkse schijven verschuldigd. De daaropvolgende | van de twaalf maandelijkse schijven verschuldigd. De daaropvolgende |
schijven dienen telkens tegen de 15de van elke volgende maand betaald | schijven dienen telkens tegen de 15de van elke volgende maand betaald |
te worden. | te worden. |
De raad van beheer van het fonds zal daartoe de toepasselijke | De raad van beheer van het fonds zal daartoe de toepasselijke |
modaliteiten vastleggen. | modaliteiten vastleggen. |
HOOFDSTUK VI. - Waarborg- en sociaal fonds | HOOFDSTUK VI. - Waarborg- en sociaal fonds |
Art. 22.De statuten van het fonds worden aangepast met hetgeen in de |
Art. 22.De statuten van het fonds worden aangepast met hetgeen in de |
artikelen 3 tot en met 21 hiervoor overeengekomen werd. | artikelen 3 tot en met 21 hiervoor overeengekomen werd. |
HOOFDSTUK VII. - Duur van de overeenkomst | HOOFDSTUK VII. - Duur van de overeenkomst |
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf |
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf |
13 maart 2020 tot en met 30 juni 2020, met uitzondering van de | 13 maart 2020 tot en met 30 juni 2020, met uitzondering van de |
artikelen 1, 20 en 21 die gelden voor de specifieke duur van de | artikelen 1, 20 en 21 die gelden voor de specifieke duur van de |
voorziene regeling. | voorziene regeling. |
HOOFDSTUK VIII. - Algemeen verbindend verklaring | HOOFDSTUK VIII. - Algemeen verbindend verklaring |
Art. 24.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
Art. 24.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve |
arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per | arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per |
koninklijk besluit. | koninklijk besluit. |
HOOFDSTUK IX. - Ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst | HOOFDSTUK IX. - Ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 25.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
Art. 25.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de |
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde |
notulen van de vergadering. | notulen van de vergadering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei |
2021. | 2021. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |