Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de vrijwillige overuren (1) | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de vrijwillige overuren (1) |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
22 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 22 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
de vrijwillige overuren (tuinaanleg) (1) | de vrijwillige overuren (tuinaanleg) (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019, |
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
de vrijwillige overuren (tuinaanleg). | de vrijwillige overuren (tuinaanleg). |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 22 juni 2020. | Gegeven te Brussel, 22 juni 2020. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2019 |
Vrijwillige overuren (tuinaanleg) (Overeenkomst geregistreerd op 10 | Vrijwillige overuren (tuinaanleg) (Overeenkomst geregistreerd op 10 |
december 2019 onder het nummer 155830/CO/145) | december 2019 onder het nummer 155830/CO/145) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de arbeiders en arbeidsters, hierna werknemers genoemd, van de | de arbeiders en arbeidsters, hierna werknemers genoemd, van de |
ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het | ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
tuinbouwbedrijf en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het aanleggen | tuinbouwbedrijf en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het aanleggen |
en onderhouden van parken en tuinen. | en onderhouden van parken en tuinen. |
Art. 2.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verwijst naar het |
Art. 2.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verwijst naar het |
artikel 25bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 in toepassing | artikel 25bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 in toepassing |
waarvan er, met het akkoord van de werknemer, op een vrijwillige basis | waarvan er, met het akkoord van de werknemer, op een vrijwillige basis |
bijkomende uren kunnen worden gepresteerd. | bijkomende uren kunnen worden gepresteerd. |
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verwijst eveneens naar de | Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verwijst eveneens naar de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 129 van 23 april 2019 van de | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 129 van 23 april 2019 van de |
Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard door het | Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard door het |
koninklijk besluit van 28 april 2019, in toepassing waarvan het aantal | koninklijk besluit van 28 april 2019, in toepassing waarvan het aantal |
bijkomende uren opgetrokken wordt van maximaal 100 uren naar 120 uren | bijkomende uren opgetrokken wordt van maximaal 100 uren naar 120 uren |
per jaar en per werknemer. | per jaar en per werknemer. |
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering | Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
van het protocolakkoord dat op 4 juli 2019 gesloten is in het Paritair | van het protocolakkoord dat op 4 juli 2019 gesloten is in het Paritair |
Comité voor het tuinbouwbedrijf voor de periode 2019-2020. | Comité voor het tuinbouwbedrijf voor de periode 2019-2020. |
Art. 3.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in |
Art. 3.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in |
toepassing van het artikel 26bis, § 1bis van de arbeidswet van 16 | toepassing van het artikel 26bis, § 1bis van de arbeidswet van 16 |
maart 1971. | maart 1971. |
Rekening houdende met de noodzaak om op de werven en bij klanten een | Rekening houdende met de noodzaak om op de werven en bij klanten een |
voldoende grote marge aan mogelijke werkuren te kunnen behouden, wordt | voldoende grote marge aan mogelijke werkuren te kunnen behouden, wordt |
er afgesproken om het aantal uren van het totaal aantal gepresteerde | er afgesproken om het aantal uren van het totaal aantal gepresteerde |
bijkomende uren met een maximum van 120 uren, dat niet wordt | bijkomende uren met een maximum van 120 uren, dat niet wordt |
aangerekend op de interne meerurengrens van 143 uren, op te trekken | aangerekend op de interne meerurengrens van 143 uren, op te trekken |
van 25 uren naar 36 uren op jaarbasis. | van 25 uren naar 36 uren op jaarbasis. |
Het voorgaande lid heeft voor gevolg dat er op jaarbasis maximaal 120 | Het voorgaande lid heeft voor gevolg dat er op jaarbasis maximaal 120 |
- 36 = 84 uren worden aangerekend op de interne grens van 143 uren. | - 36 = 84 uren worden aangerekend op de interne grens van 143 uren. |
Art. 4.De ondertekenende partijen verwijzen naar het artikel 25bis |
Art. 4.De ondertekenende partijen verwijzen naar het artikel 25bis |
van de arbeidswet van 16 maart 1971 waarbij een schriftelijk akkoord | van de arbeidswet van 16 maart 1971 waarbij een schriftelijk akkoord |
van de werknemer nodig is, dat om de zes maanden moet hernieuwd | van de werknemer nodig is, dat om de zes maanden moet hernieuwd |
worden, om op een vrijwillige manier bijkomende uren te kunnen | worden, om op een vrijwillige manier bijkomende uren te kunnen |
presteren. | presteren. |
Art. 5.De ondertekenende partijen spreken af dat de ondernemingen, |
Art. 5.De ondertekenende partijen spreken af dat de ondernemingen, |
die van deze regeling gebruik willen maken, de akkoorden die tussen de | die van deze regeling gebruik willen maken, de akkoorden die tussen de |
werkgever en de werknemers in dit verband gesloten worden, dienen neer | werkgever en de werknemers in dit verband gesloten worden, dienen neer |
te leggen bij de voorzitter van het Paritair Comité voor het | te leggen bij de voorzitter van het Paritair Comité voor het |
tuinbouwbedrijf. | tuinbouwbedrijf. |
Art. 6.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten |
Art. 6.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten |
voor een bepaalde duur van twee jaar. Zij treedt in werking op 13 | voor een bepaalde duur van twee jaar. Zij treedt in werking op 13 |
november 2019 en houdt op te bestaan op 12 november 2021. Er zal een | november 2019 en houdt op te bestaan op 12 november 2021. Er zal een |
evaluatie plaatsvinden in verband met de toepassing van deze | evaluatie plaatsvinden in verband met de toepassing van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst in het Paritair Comité voor het | collectieve arbeidsovereenkomst in het Paritair Comité voor het |
tuinbouwbedrijf in het voorjaar van 2021. | tuinbouwbedrijf in het voorjaar van 2021. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni |
2020. | 2020. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |