| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende de sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, met uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende de sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, met uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 22 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 22 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- |
| en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, | en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, |
| uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, | uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, |
| betreffende de sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de | betreffende de sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de |
| zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, | zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, |
| met uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de | met uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de |
| provincie Waals-Brabant (1) | provincie Waals-Brabant (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van |
| de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het | de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het |
| Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant; | Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende de | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende de |
| sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de zandsteen- en | sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, met | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, met |
| uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de | uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de |
| provincie Waals-Brabant. | provincie Waals-Brabant. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 22 januari 2010. | Gegeven te Brussel, 22 januari 2010. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009 |
| Sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de zandsteen- en | Sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, met | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, met |
| uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de | uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de |
| provincie Waals-Brabant (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 | provincie Waals-Brabant (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 |
| onder het nummer 93255/CO/102.04) | onder het nummer 93255/CO/102.04) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, met uitzondering | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, met uitzondering |
| van deze van de provincie Luik en van de kwartsietgroeven van de | van deze van de provincie Luik en van de kwartsietgroeven van de |
| provincie Waals-Brabant. | provincie Waals-Brabant. |
| Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. | Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. |
| HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie | HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werklieden worden in de volgende |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werklieden worden in de volgende |
| categorieën ingedeeld : | categorieën ingedeeld : |
| Categorie A : geschoolde werklieden | Categorie A : geschoolde werklieden |
| De schietmeesters, de herklovers, de loshouwers, de | De schietmeesters, de herklovers, de loshouwers, de |
| onderhoudswerklieden (smeden, mecaniciens, magazijniers,...), de | onderhoudswerklieden (smeden, mecaniciens, magazijniers,...), de |
| schop- en bulldozerconducteurs, de locomotiefbestuurders die door de | schop- en bulldozerconducteurs, de locomotiefbestuurders die door de |
| Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen erkend zijn. | Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen erkend zijn. |
| Categorie B : geoefende werklieden | Categorie B : geoefende werklieden |
| De boorders zonder gebruik van springstoffen, de bestuurders van | De boorders zonder gebruik van springstoffen, de bestuurders van |
| andere mechanische toestellen dan die welke onder de categorie | andere mechanische toestellen dan die welke onder de categorie |
| "geschoolde werklieden" vermeld werden, de bestuurders van | "geschoolde werklieden" vermeld werden, de bestuurders van |
| verbrijzelaars of brekers, de helpers van de onderhoudswerklieden. | verbrijzelaars of brekers, de helpers van de onderhoudswerklieden. |
| Categorie C : hulpwerklieden | Categorie C : hulpwerklieden |
| De werklieden die niet over de nodige ervaring beschikken om in een of | De werklieden die niet over de nodige ervaring beschikken om in een of |
| andere van bovenvermelde categorieën geplaatst te worden. | andere van bovenvermelde categorieën geplaatst te worden. |
| HOOFDSTUK III. - Lonen | HOOFDSTUK III. - Lonen |
Art. 3.De minimumbarema uurlonen en de werkelijk betaalde lonen |
Art. 3.De minimumbarema uurlonen en de werkelijk betaalde lonen |
| worden vanaf 1 juli 2009 met 0,06 EUR verhoogd en met 0,06 EUR op 1 | worden vanaf 1 juli 2009 met 0,06 EUR verhoogd en met 0,06 EUR op 1 |
| juli 2010. | juli 2010. |
| De bruto minimumuurlonen van de in de artikels 1 en 2 bedoelde | De bruto minimumuurlonen van de in de artikels 1 en 2 bedoelde |
| werklieden worden op 1 april 2009, op basis van het | werklieden worden op 1 april 2009, op basis van het |
| 38-urenwerkweekstelsel, als volgt vastgesteld : | 38-urenwerkweekstelsel, als volgt vastgesteld : |
| Evolutie in functie van de anciënniteit | Evolutie in functie van de anciënniteit |
| Evolution en fonction de l'ancienneté | Evolution en fonction de l'ancienneté |
| Hulpwerkman | Hulpwerkman |
| 11,7197 EUR | 11,7197 EUR |
| Manoeuvre | Manoeuvre |
| 11,7197 EUR | 11,7197 EUR |
| Na maximaal 3 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over | Na maximaal 3 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over |
| te gaan naar geoefende. | te gaan naar geoefende. |
| Geoefende | Geoefende |
| 11,8970 EUR | 11,8970 EUR |
| Spécialisé | Spécialisé |
| 11,8970 EUR | 11,8970 EUR |
| Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over | Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over |
| te gaan naar geoefende +. | te gaan naar geoefende +. |
| Geoefende + | Geoefende + |
| 12,0338 EUR | 12,0338 EUR |
| Spécialisé + | Spécialisé + |
| 12,0338 EUR | 12,0338 EUR |
| Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over | Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over |
| te gaan naar geschoolde. | te gaan naar geschoolde. |
| Geschoolde | Geschoolde |
| EUR | EUR |
| Qualifié | Qualifié |
| EUR | EUR |
| 0 jaar | 0 jaar |
| 12,3540 | 12,3540 |
| 0 an | 0 an |
| 12,3540 | 12,3540 |
| 3 jaar | 3 jaar |
| 13,4892 | 13,4892 |
| 3 ans | 3 ans |
| 13,4892 | 13,4892 |
| 5 jaar | 5 jaar |
| 13,5939 | 13,5939 |
| 5 ans | 5 ans |
| 13,5939 | 13,5939 |
| Evolutie in functie van de anciënniteit | Evolutie in functie van de anciënniteit |
| Evolution en fonction de l'ancienneté | Evolution en fonction de l'ancienneté |
| Geschoolde + | Geschoolde + |
| EUR | EUR |
| Qualifié + | Qualifié + |
| EUR | EUR |
| 0 jaar | 0 jaar |
| 13,6989 | 13,6989 |
| 0 an | 0 an |
| 13,6989 | 13,6989 |
| 3 jaar | 3 jaar |
| 14,1736 | 14,1736 |
| 3 ans | 3 ans |
| 14,1736 | 14,1736 |
| Beslissing van de werkgever. | Beslissing van de werkgever. |
| De brutominimumuurlonen van de geschoolden + 5 jaar worden | De brutominimumuurlonen van de geschoolden + 5 jaar worden |
| respectievelijk verhoogd met : | respectievelijk verhoogd met : |
| - 0,09 EUR op 1 juli 2009. | - 0,09 EUR op 1 juli 2009. |
| HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de | HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
| consumptieprijzen | consumptieprijzen |
Art. 4.De op 1 april 2009 werkelijk uitbetaalde lonen zijn stabiel |
Art. 4.De op 1 april 2009 werkelijk uitbetaalde lonen zijn stabiel |
| zolang het indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de indexcijfers | zolang het indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de indexcijfers |
| 110,52 à 112,75 ligt. | 110,52 à 112,75 ligt. |
Art. 5.De bij de artikel 9 bepaalde lonen schommelen zowel naar de |
Art. 5.De bij de artikel 9 bepaalde lonen schommelen zowel naar de |
| daling als naar de stijging met volledig verlopen schijven van 1 pct., | daling als naar de stijging met volledig verlopen schijven van 1 pct., |
| overeenkomstig de onderstaande enuntiatieve en niet-restrictieve tabel | overeenkomstig de onderstaande enuntiatieve en niet-restrictieve tabel |
| tot vaststelling van de indexcijfers die een schommeling van de lonen | tot vaststelling van de indexcijfers die een schommeling van de lonen |
| tot gevolg hebben : | tot gevolg hebben : |
| Indexcijfers die bepalend zijn voor de stijging | Indexcijfers die bepalend zijn voor de stijging |
| Indexcijfers die bepalend zijn voor de daling | Indexcijfers die bepalend zijn voor de daling |
| Indices déterminant la hausse | Indices déterminant la hausse |
| Indices déterminant la baisse | Indices déterminant la baisse |
| 111,63 | 111,63 |
| 110,52 | 110,52 |
| 111,63 | 111,63 |
| 110,52 | 110,52 |
| 112,75 | 112,75 |
| 111,63 | 111,63 |
| 112,75 | 112,75 |
| 111,63 | 111,63 |
| 113,88 | 113,88 |
| 112,75 | 112,75 |
| 113,88 | 113,88 |
| 112,75 | 112,75 |
| 115,02 | 115,02 |
| 113,88 | 113,88 |
| 115,02 | 115,02 |
| 113,88 | 113,88 |
| enz. | enz. |
| enz. | enz. |
| etc. | etc. |
| etc. | etc. |
| Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger | Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger |
| dan vijf wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere | dan vijf wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere |
| eenheid. Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen. | eenheid. Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen. |
Art. 6.De loonschommelingen worden berekend op het laatste loon dat |
Art. 6.De loonschommelingen worden berekend op het laatste loon dat |
| werd uitbetaald op het ogenblik van de bekendmaking van het | werd uitbetaald op het ogenblik van de bekendmaking van het |
| indexcijfer waardoor die schommelingen worden veroorzaakt en zijn van | indexcijfer waardoor die schommelingen worden veroorzaakt en zijn van |
| toepassing vanaf de eerste dag van de maand na die waarop dat | toepassing vanaf de eerste dag van de maand na die waarop dat |
| indexcijfer betrekking heeft. | indexcijfer betrekking heeft. |
| HOOFDSTUK V. - Ploegenpremies | HOOFDSTUK V. - Ploegenpremies |
Art. 7.De werklieden waarvan het werk geregeld is in 2 of 3 |
Art. 7.De werklieden waarvan het werk geregeld is in 2 of 3 |
| opeenvolgende ploegen ontvangen vanaf 1 januari 2001 een bijslag van : | opeenvolgende ploegen ontvangen vanaf 1 januari 2001 een bijslag van : |
| - 0,3264 EUR per uur voor de arbeidsprestaties tussen 6 en 14 uur; | - 0,3264 EUR per uur voor de arbeidsprestaties tussen 6 en 14 uur; |
| - 0,3369 EUR per uur voor de arbeidsprestaties tussen 14 en 22 uur; | - 0,3369 EUR per uur voor de arbeidsprestaties tussen 14 en 22 uur; |
| - 0,7407 EUR per uur voor de arbeidsprestaties tussen 22 en 6 uur. | - 0,7407 EUR per uur voor de arbeidsprestaties tussen 22 en 6 uur. |
| Vanaf 1 januari 2002, voor de werklieden die arbeidsprestaties tussen | Vanaf 1 januari 2002, voor de werklieden die arbeidsprestaties tussen |
| 6 en 14 uur verrichten, zal de toegekende bijslag dezelfde zijn als | 6 en 14 uur verrichten, zal de toegekende bijslag dezelfde zijn als |
| deze toegekend in artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van | deze toegekend in artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van |
| 13 maart 2001, gesloten in hetzelfde paritair subcomité, betreffende | 13 maart 2001, gesloten in hetzelfde paritair subcomité, betreffende |
| de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de provincie Luik. | de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de provincie Luik. |
| Feest van Sint-Niklaas | Feest van Sint-Niklaas |
Art. 8.Op 6 december, ter gelegenheid van het feest van Sint-Niklaas, |
Art. 8.Op 6 december, ter gelegenheid van het feest van Sint-Niklaas, |
| zal elke werknemer een "cadeau-cheque" ter waarde van 24,79 euro | zal elke werknemer een "cadeau-cheque" ter waarde van 24,79 euro |
| ontvangen. | ontvangen. |
| HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepalingen | HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepalingen |
Art. 9.Wanneer de werklieden, tariefwerkers inbegrepen, bij |
Art. 9.Wanneer de werklieden, tariefwerkers inbegrepen, bij |
| gelegenheid een werk moeten uitvoeren dat in een lagere looncategorie | gelegenheid een werk moeten uitvoeren dat in een lagere looncategorie |
| is ingedeeld, hebben zij recht op hun gewoon loon. Wanneer zij bij | is ingedeeld, hebben zij recht op hun gewoon loon. Wanneer zij bij |
| gelegenheid een werk moeten uitvoeren dat in een hogere looncategorie | gelegenheid een werk moeten uitvoeren dat in een hogere looncategorie |
| is ingedeeld, ontvangen zij het loon van deze laatste categorie. | is ingedeeld, ontvangen zij het loon van deze laatste categorie. |
| Voor de tariefwerkers wordt onder "gewoon loon" verstaan : het | Voor de tariefwerkers wordt onder "gewoon loon" verstaan : het |
| gemiddelde loon dat door de betrokken werklieden is verdiend gedurende | gemiddelde loon dat door de betrokken werklieden is verdiend gedurende |
| tweemaal veertien dagen voor de periode van veertien dagen waarin het | tweemaal veertien dagen voor de periode van veertien dagen waarin het |
| gelegenheidswerk is verricht. | gelegenheidswerk is verricht. |
| HOOFDSTUK VII. - Vergoedingen voor de dagen werkloosheid veroorzaakt | HOOFDSTUK VII. - Vergoedingen voor de dagen werkloosheid veroorzaakt |
| door vorst en/of sneeuw, gecontroleerd door de Rijksdienst voor | door vorst en/of sneeuw, gecontroleerd door de Rijksdienst voor |
| Arbeidsvoorziening | Arbeidsvoorziening |
Art. 10.Om de loonderving van de werklieden gedurende de |
Art. 10.Om de loonderving van de werklieden gedurende de |
| werkloosheidsperioden wegens vorst, regen en/of sneeuw te vergoeden, | werkloosheidsperioden wegens vorst, regen en/of sneeuw te vergoeden, |
| wordt aan de bij artikel 1 beoogde werklieden een dagelijkse | wordt aan de bij artikel 1 beoogde werklieden een dagelijkse |
| vergoeding toegekend. De werkgever bij wie de werkman was | vergoeding toegekend. De werkgever bij wie de werkman was |
| tewerkgesteld op het ogenblik dat zijn recht op vergoeding inging, | tewerkgesteld op het ogenblik dat zijn recht op vergoeding inging, |
| betaalt deze vergoeding. | betaalt deze vergoeding. |
| Benevens de werkloosheidsuitkeringen toegekend door de Rijksdienst | Benevens de werkloosheidsuitkeringen toegekend door de Rijksdienst |
| voor Arbeidsvoorziening, wordt deze vergoeding betaald op vertoon van | voor Arbeidsvoorziening, wordt deze vergoeding betaald op vertoon van |
| het formulier C3/2 dat in aanmerking is genomen voor de toekenning van | het formulier C3/2 dat in aanmerking is genomen voor de toekenning van |
| de werkloosheidsuitkeringen. | de werkloosheidsuitkeringen. |
Art. 11.De dagen werkloosheid wegens vorst en/of sneeuw waarvoor de |
Art. 11.De dagen werkloosheid wegens vorst en/of sneeuw waarvoor de |
| vergoeding wordt betaald, moeten tussen 1 oktober en 31 maart | vergoeding wordt betaald, moeten tussen 1 oktober en 31 maart |
| daaropvolgend vallen. | daaropvolgend vallen. |
Art. 12.De aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op 8,19 EUR van 1 |
Art. 12.De aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op 8,19 EUR van 1 |
| januari 2009 tot 31 maart 2009, op 8,44 EUR van1 april 2009 tot 31 | januari 2009 tot 31 maart 2009, op 8,44 EUR van1 april 2009 tot 31 |
| december 2009 en op 8,69 vanaf 1 januari 2010. Die uitkeringen zijn | december 2009 en op 8,69 vanaf 1 januari 2010. Die uitkeringen zijn |
| verschuldigd tot maximaal 45 werkdagen in het stelsel van de | verschuldigd tot maximaal 45 werkdagen in het stelsel van de |
| vijfdaagse werkweek voor het dienstjaar 2009 en van 45 werkdagen in | vijfdaagse werkweek voor het dienstjaar 2009 en van 45 werkdagen in |
| het stelsel van de vijfdaagse werkweek voor het dienstjaar 2010. | het stelsel van de vijfdaagse werkweek voor het dienstjaar 2010. |
Art. 13.Het fonds voor bestaanszekerheid zal een bedrag bestemmen om |
Art. 13.Het fonds voor bestaanszekerheid zal een bedrag bestemmen om |
| de uitkering van bestaanszekerheid bij te passen voor de ondernemingen | de uitkering van bestaanszekerheid bij te passen voor de ondernemingen |
| geconfronteerd met een grotere economische werkloosheid. De | geconfronteerd met een grotere economische werkloosheid. De |
| toepassingsmodaliteiten worden bepaald door de raad van beheer van het | toepassingsmodaliteiten worden bepaald door de raad van beheer van het |
| fonds. | fonds. |
Art. 14.De bij artikel 17 bedoelde vergoeding wordt door de werkgever |
Art. 14.De bij artikel 17 bedoelde vergoeding wordt door de werkgever |
| betaald op de dag van de uitbetaling van de lonen die volgt op de | betaald op de dag van de uitbetaling van de lonen die volgt op de |
| periode of periodes van werkloosheid. | periode of periodes van werkloosheid. |
| HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur |
Art. 15.De wekelijkse arbeidsduur blijft behouden op 38 uur. |
Art. 15.De wekelijkse arbeidsduur blijft behouden op 38 uur. |
| HOOFDSTUK IX. - Eindejaarspremie | HOOFDSTUK IX. - Eindejaarspremie |
Art. 16.Vanaf 2009 wordt een eindejaarspremie toegekend die gelijk is |
Art. 16.Vanaf 2009 wordt een eindejaarspremie toegekend die gelijk is |
| aan 6 pct. van de ontvangen brutolonen, met uitsluiting van de | aan 6 pct. van de ontvangen brutolonen, met uitsluiting van de |
| eindejaarspremie, tijdens de referteperiode van 1 november 2008 tot 31 | eindejaarspremie, tijdens de referteperiode van 1 november 2008 tot 31 |
| oktober 2009. | oktober 2009. |
| Voor 2010, wordt dit percentage gebracht op 6 pct. tijdens de | Voor 2010, wordt dit percentage gebracht op 6 pct. tijdens de |
| referteperiode van 1 november 2009 tot 31 oktober 2010. | referteperiode van 1 november 2009 tot 31 oktober 2010. |
| De arbeiders die de onderneming verlaten, ontvangen de premie pro rata | De arbeiders die de onderneming verlaten, ontvangen de premie pro rata |
| van de ontvangen brutolonen tijdens de referteperiode. | van de ontvangen brutolonen tijdens de referteperiode. |
Art. 17.De eindejaarspremie wordt uiterlijk op 25 december van het |
Art. 17.De eindejaarspremie wordt uiterlijk op 25 december van het |
| lopende jaar uitbetaald. | lopende jaar uitbetaald. |
Art. 18.In geval van betwisting betreffende de betaling van de |
Art. 18.In geval van betwisting betreffende de betaling van de |
| eindejaarspremie zal er voor elk geval afzonderlijk een beroep worden | eindejaarspremie zal er voor elk geval afzonderlijk een beroep worden |
| gedaan op de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf | gedaan op de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf |
| van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van | van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van |
| het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie | het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie |
| Waals-Brabant, die zal optreden als bemiddelaar. | Waals-Brabant, die zal optreden als bemiddelaar. |
| HOOFDSTUK X. - Verstrekken van veiligheidsschoeisel | HOOFDSTUK X. - Verstrekken van veiligheidsschoeisel |
Art. 19.De werkgevers stellen de werklieden veiligheidsschoeisel ter |
Art. 19.De werkgevers stellen de werklieden veiligheidsschoeisel ter |
| beschikking, bestaande uit bottines of laarzen met versterkte neuzen, | beschikking, bestaande uit bottines of laarzen met versterkte neuzen, |
| zoals voorzien in artikel 158ter van het Algemeen Reglement op de | zoals voorzien in artikel 158ter van het Algemeen Reglement op de |
| Arbeidsbescherming. | Arbeidsbescherming. |
| HOOFDSTUK XI. - Vergoeding van de reiskosten | HOOFDSTUK XI. - Vergoeding van de reiskosten |
Art. 20.De werkgevers komen tegemoet in de door de werkman gedragen |
Art. 20.De werkgevers komen tegemoet in de door de werkman gedragen |
| vervoerskosten om zich van zijn woonplaats naar zijn arbeidsplaats te | vervoerskosten om zich van zijn woonplaats naar zijn arbeidsplaats te |
| begeven, wat ook het gebruikte vervoermiddel weze. | begeven, wat ook het gebruikte vervoermiddel weze. |
Art. 21.Onverminderd de toepassing van de collectieve |
Art. 21.Onverminderd de toepassing van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de |
| Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve | Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de | arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de |
| Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve | Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de | arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de |
| werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen | werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen |
| verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen |
| de werklieden, ongeacht het vervoermiddel dat zij gebruiken, een | de werklieden, ongeacht het vervoermiddel dat zij gebruiken, een |
| bedrag gelijk aan 75 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als | bedrag gelijk aan 75 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als |
| sociaal abonnement voor de afstand afgelegd langs de weg, tussen de | sociaal abonnement voor de afstand afgelegd langs de weg, tussen de |
| woonplaats en de werkplaats, overeenkomstig de van toepassing zijnde | woonplaats en de werkplaats, overeenkomstig de van toepassing zijnde |
| tabellen die gevoegd zijn bij het koninklijk besluit van 28 juli 1962 | tabellen die gevoegd zijn bij het koninklijk besluit van 28 juli 1962 |
| tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de | tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de |
| werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale | werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale |
| Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van | Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van |
| abonnementen voor werklieden en bedienden. | abonnementen voor werklieden en bedienden. |
| De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. | De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. |
| HOOFDSTUK XII. - Vakbondspremie | HOOFDSTUK XII. - Vakbondspremie |
Art. 22.Vanaf 2009, verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk |
Art. 22.Vanaf 2009, verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk |
| op 31 januari van het volgende jaar aan de VZW "Sociaal Fonds voor de | op 31 januari van het volgende jaar aan de VZW "Sociaal Fonds voor de |
| werklieden van het groefbedrijf", waarvan de maatschappelijke zetel | werklieden van het groefbedrijf", waarvan de maatschappelijke zetel |
| gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van | gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van |
| 135 EUR per jaar per effectieve werkman die op 31 december van het | 135 EUR per jaar per effectieve werkman die op 31 december van het |
| vorige jaar is ingeschreven in het personeelsregister, alsmede voor de | vorige jaar is ingeschreven in het personeelsregister, alsmede voor de |
| bruggepensioneerde werklieden. | bruggepensioneerde werklieden. |
| Indien de werknemer die op 31 december van het jaar is ingeschreven | Indien de werknemer die op 31 december van het jaar is ingeschreven |
| geen volledig jaar heeft gewerkt, wordt er prorata temporis een premie | geen volledig jaar heeft gewerkt, wordt er prorata temporis een premie |
| betaald, met een minimum van 6 maanden. | betaald, met een minimum van 6 maanden. |
| Indien de werknemer niet meer is ingeschreven op 31 december van het | Indien de werknemer niet meer is ingeschreven op 31 december van het |
| jaar, maar in de onderneming heeft gewerkt, zal de premie pro rata | jaar, maar in de onderneming heeft gewerkt, zal de premie pro rata |
| temporis worden betaald. | temporis worden betaald. |
| Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand. | Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand. |
| Voor iedere werknemer die tijdens het refertejaar meer dan één jaar | Voor iedere werknemer die tijdens het refertejaar meer dan één jaar |
| afwezig is, stort de onderneming niet meer aan het voornoemde fonds. | afwezig is, stort de onderneming niet meer aan het voornoemde fonds. |
| Met dit bovenvermelde bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers | Met dit bovenvermelde bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers |
| een premie van 135 EUR toekennen. | een premie van 135 EUR toekennen. |
Art. 23.De storting die per werkgever en onderneming geschiedt, is |
Art. 23.De storting die per werkgever en onderneming geschiedt, is |
| afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de | afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de |
| verzoenings- en opzeggingsprocedure in geval van stopzetting van de | verzoenings- en opzeggingsprocedure in geval van stopzetting van de |
| arbeid en zij wordt verricht wanneer noch collectief, noch individueel | arbeid en zij wordt verricht wanneer noch collectief, noch individueel |
| het werk in de onderneming wordt belemmerd. | het werk in de onderneming wordt belemmerd. |
Art. 24.Elke actie die tot gevolg heeft dat artikel 23 niet in acht |
Art. 24.Elke actie die tot gevolg heeft dat artikel 23 niet in acht |
| wordt genomen, kan een vermindering met een vierde van de storting | wordt genomen, kan een vermindering met een vierde van de storting |
| meebrengen; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat | meebrengen; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat |
| er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties | er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties |
| een onderzoek is verricht. | een onderzoek is verricht. |
Art. 25.De premie wordt door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor |
Art. 25.De premie wordt door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor |
| de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28, te Brussel, aan | de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28, te Brussel, aan |
| de rechthebbenden betaald en door dit fonds pro rata temporis verdeeld | de rechthebbenden betaald en door dit fonds pro rata temporis verdeeld |
| onder de georganiseerde werknemers die lid zijn van een van de | onder de georganiseerde werknemers die lid zijn van een van de |
| vakorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend. | vakorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend. |
Art. 26.De rekeningen van de VZW "Sociaal Fonds van de werklieden der |
Art. 26.De rekeningen van de VZW "Sociaal Fonds van de werklieden der |
| groefbedrijf" worden één maal per jaar aan de vertegenwoordiger van de | groefbedrijf" worden één maal per jaar aan de vertegenwoordiger van de |
| werkgevers voorgelegd terwijl dat de inspectie van de sociale wetten | werkgevers voorgelegd terwijl dat de inspectie van de sociale wetten |
| eventueel de aangiftes en de bijdragen van de werkgevers controleert. | eventueel de aangiftes en de bijdragen van de werkgevers controleert. |
| HOOFDSTUK XIII. - Terugbetaling van de kosten voor opleiding | HOOFDSTUK XIII. - Terugbetaling van de kosten voor opleiding |
Art. 27.Er zal 24,79 EUR per jaar opleiding worden toegekend, en dit |
Art. 27.Er zal 24,79 EUR per jaar opleiding worden toegekend, en dit |
| uitsluitend aan de rechthebbenden op de vakbondspremie. | uitsluitend aan de rechthebbenden op de vakbondspremie. |
| HOOFDSTUK XIV. - Beëindiging van de loopbaan | HOOFDSTUK XIV. - Beëindiging van de loopbaan |
Art. 28.Voor de werknemers die 55 jaar en ouder zijn en die een |
Art. 28.Voor de werknemers die 55 jaar en ouder zijn en die een |
| medisch of ander probleem hebben, waardoor zij hun beroepsarbeid niet | medisch of ander probleem hebben, waardoor zij hun beroepsarbeid niet |
| meer kunnen voortzetten en die ten gevolge hiervan door hun werkgever | meer kunnen voortzetten en die ten gevolge hiervan door hun werkgever |
| worden ontslagen, zal er, voor zover zij 20 jaar dienst hebben in de | worden ontslagen, zal er, voor zover zij 20 jaar dienst hebben in de |
| sector, door het fonds voor bestaanszekerheid en op beslissing van de | sector, door het fonds voor bestaanszekerheid en op beslissing van de |
| raad van bestuur, een maandelijkse aanvullende uitkering worden | raad van bestuur, een maandelijkse aanvullende uitkering worden |
| toegekend die gelijk is aan 1/2 van het verschil tussen het | toegekend die gelijk is aan 1/2 van het verschil tussen het |
| maandelijkse nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering bij het | maandelijkse nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering bij het |
| ontslag. Deze uitkering wordt tot maximaal 65 jaar toegekend en wordt | ontslag. Deze uitkering wordt tot maximaal 65 jaar toegekend en wordt |
| gebonden aan het ontvangen van de werkloosheidsuitkering. | gebonden aan het ontvangen van de werkloosheidsuitkering. |
| Indien nodig kan er tussen de werkgever en de representatieve | Indien nodig kan er tussen de werkgever en de representatieve |
| werknemersorganisaties overleg plaatshebben. | werknemersorganisaties overleg plaatshebben. |
| In het geval van een geschil zal een beroep worden gedaan op de | In het geval van een geschil zal een beroep worden gedaan op de |
| voorzitter van het paritair subcomité, die zal optreden als | voorzitter van het paritair subcomité, die zal optreden als |
| bemiddelaar. | bemiddelaar. |
| HOOFDSTUK XV. - Uitzendarbeid | HOOFDSTUK XV. - Uitzendarbeid |
Art. 29.De ondernemingen verbinden er zich toe alleen een beroep te |
Art. 29.De ondernemingen verbinden er zich toe alleen een beroep te |
| doen op uitzendarbeid op basis van de wetgeving terzake. | doen op uitzendarbeid op basis van de wetgeving terzake. |
| Indien, na de periode van vijftien dagen indienstneming, de werkgever | Indien, na de periode van vijftien dagen indienstneming, de werkgever |
| de uitzendkracht wenst te behouden, moet hij de goedkeuring verkrijgen | de uitzendkracht wenst te behouden, moet hij de goedkeuring verkrijgen |
| van de in het huidige paritair subcomité vertegenwoordigde | van de in het huidige paritair subcomité vertegenwoordigde |
| vakorganisaties. | vakorganisaties. |
| HOOFDSTUK XVI. - Afschaffing van de carenzdag | HOOFDSTUK XVI. - Afschaffing van de carenzdag |
Art. 30.Vanaf het jaar 1997 wordt per semester, de eerste dag van de |
Art. 30.Vanaf het jaar 1997 wordt per semester, de eerste dag van de |
| eerste periode van ziekte in de loop van het jaar afgeschaft. | eerste periode van ziekte in de loop van het jaar afgeschaft. |
| HOOFDSTUK XVII. - Langdurige ziekte | HOOFDSTUK XVII. - Langdurige ziekte |
Art. 31.De arbeider die minstens 2 jaar anciënniteit heeft, geniet in |
Art. 31.De arbeider die minstens 2 jaar anciënniteit heeft, geniet in |
| geval van ziekte van minstens 30 opeenvolgende kalenderdagen, een | geval van ziekte van minstens 30 opeenvolgende kalenderdagen, een |
| bijkomende uitkering van 74,37 EUR. | bijkomende uitkering van 74,37 EUR. |
| HOOFDSTUK XVIII. - Vorming en vorming van de jongeren | HOOFDSTUK XVIII. - Vorming en vorming van de jongeren |
Art. 32.Het alternerend leren en werken zal worden bevorderd door : |
Art. 32.Het alternerend leren en werken zal worden bevorderd door : |
| - de invoering van de industriële leerovereenkomst; | - de invoering van de industriële leerovereenkomst; |
| - de invoering van werk-opleiding-overeenkomsten. | - de invoering van werk-opleiding-overeenkomsten. |
| Er zal worden onderhandeld over kaderovereenkomsten, ondertekend door | Er zal worden onderhandeld over kaderovereenkomsten, ondertekend door |
| de gewestelijke secretarissen van de op het niveau van het paritair | de gewestelijke secretarissen van de op het niveau van het paritair |
| subcomité vertegenwoordigde interprofessionele organisaties en | subcomité vertegenwoordigde interprofessionele organisaties en |
| goedgekeurd/bekrachtigd door het paritair subcomité. | goedgekeurd/bekrachtigd door het paritair subcomité. |
Art. 33.In toepassing van het voor de jaren 2009-2010 afgesloten |
Art. 33.In toepassing van het voor de jaren 2009-2010 afgesloten |
| interprofessioneel akkoord komen de sociale partners overeen de | interprofessioneel akkoord komen de sociale partners overeen de |
| bijdrage aan de opleidingen met 5 pct. te vermeerderen. | bijdrage aan de opleidingen met 5 pct. te vermeerderen. |
| Deze doelstelling kan bereikt worden door een beroep te doen op OIP | Deze doelstelling kan bereikt worden door een beroep te doen op OIP |
| (Opleidings- en Inschakelingsplannen), werk-opleidingssystemen, | (Opleidings- en Inschakelingsplannen), werk-opleidingssystemen, |
| voortgezette opleiding van het personeel binnen het bedrijf, betaald | voortgezette opleiding van het personeel binnen het bedrijf, betaald |
| educatief verlof, stages in samenwerking met het VDAB en | educatief verlof, stages in samenwerking met het VDAB en |
| onderwijsinstellingen. | onderwijsinstellingen. |
| In dat verband worden prioriteiten vastgelegd in het kader van de | In dat verband worden prioriteiten vastgelegd in het kader van de |
| kaderovereenkomst van het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap inzake | kaderovereenkomst van het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap inzake |
| opleiding en beroepsinschakeling (zie bijgevoegde tekst). | opleiding en beroepsinschakeling (zie bijgevoegde tekst). |
| Het opleidingsfonds wordt belast met het toezicht op de geleverde | Het opleidingsfonds wordt belast met het toezicht op de geleverde |
| inspanningen en de verslaggeving aan het Paritair Subcomité. De | inspanningen en de verslaggeving aan het Paritair Subcomité. De |
| werkwijze voor het toezicht worden door de bestuurraad van het | werkwijze voor het toezicht worden door de bestuurraad van het |
| opleidingsfonds vastgelegd. | opleidingsfonds vastgelegd. |
| HOOFDSTUK XIX. - Tewerkstellingsbevorderende maatregelen | HOOFDSTUK XIX. - Tewerkstellingsbevorderende maatregelen |
Art. 34.Overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 2005 |
Art. 34.Overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 2005 |
| houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, verbindt | houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, verbindt |
| deze sector zich tot : | deze sector zich tot : |
| - de invoering van een recht op halftijds brugpensioen op 55 jaar; | - de invoering van een recht op halftijds brugpensioen op 55 jaar; |
| - de invoering van flexibele uurroosters en beperking van de overuren; | - de invoering van flexibele uurroosters en beperking van de overuren; |
| - de invoering van een recht op brugpensioen op 56 jaar; | - de invoering van een recht op brugpensioen op 56 jaar; |
| - de invoering van een recht op brugpensioen 56 jaar en 40 jaar | - de invoering van een recht op brugpensioen 56 jaar en 40 jaar |
| beroepsverleden en gewerkt hebben tenminste een trimester voor de | beroepsverleden en gewerkt hebben tenminste een trimester voor de |
| leeftijd van 17 jaar (overeenkomst nr. 92 van de Nationale | leeftijd van 17 jaar (overeenkomst nr. 92 van de Nationale |
| Arbeidsraad). | Arbeidsraad). |
| Voor deze vier maatregelen zullen kaderovereenkomsten worden | Voor deze vier maatregelen zullen kaderovereenkomsten worden |
| opgesteld, ondertekend door de gewestelijke secretarissen van de op in | opgesteld, ondertekend door de gewestelijke secretarissen van de op in |
| het paritair subcomité vertegenwoordigde interprofessionele | het paritair subcomité vertegenwoordigde interprofessionele |
| organisaties en goedgekeurd door dat paritair subcomité. | organisaties en goedgekeurd door dat paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK XX. - Waarborg van het globale tewerkstellingsvolume | HOOFDSTUK XX. - Waarborg van het globale tewerkstellingsvolume |
Art. 35.a) De werkgevers verbinden er zich toe tijdens de duur van |
Art. 35.a) De werkgevers verbinden er zich toe tijdens de duur van |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst het globale tewerkstellingsvolume | deze collectieve arbeidsovereenkomst het globale tewerkstellingsvolume |
| te handhaven, op basis van de personeelssterkte op 31 december 2008. | te handhaven, op basis van de personeelssterkte op 31 december 2008. |
| Het werken met arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd zal worden | Het werken met arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd zal worden |
| aangemoedigd. | aangemoedigd. |
| In geval van problemen, zal overlegd worden met de | In geval van problemen, zal overlegd worden met de |
| vakbondsvrijgestelden. | vakbondsvrijgestelden. |
| De werkgevers verbinden zich ertoe om geen ontslagen door te voeren om | De werkgevers verbinden zich ertoe om geen ontslagen door te voeren om |
| economische redenen zonder voorafgaand overleg met de vakorganisaties. | economische redenen zonder voorafgaand overleg met de vakorganisaties. |
| b) De werkgevers verbinden zich tot overleg met de vakorganisaties ter | b) De werkgevers verbinden zich tot overleg met de vakorganisaties ter |
| evaluatie van de arbeidsvoorwaarden teneinde te waken over de | evaluatie van de arbeidsvoorwaarden teneinde te waken over de |
| veiligheid op de arbeidsplaatsen en de toepassing van de regels inzake | veiligheid op de arbeidsplaatsen en de toepassing van de regels inzake |
| hygiëne voor de werknemers. Deze maatregel dringt zich op naar | hygiëne voor de werknemers. Deze maatregel dringt zich op naar |
| aanleiding van het vertrek van de arbeidersafgevaardigden. | aanleiding van het vertrek van de arbeidersafgevaardigden. |
| Een jaarlijks raamactieplan inzake veiligheid en gezondheid moet ten | Een jaarlijks raamactieplan inzake veiligheid en gezondheid moet ten |
| laatste tegen 31 december 2010 op sectorvlak opgesteld worden. | laatste tegen 31 december 2010 op sectorvlak opgesteld worden. |
| CHAPITRE XXI. - Vernieuwing en onderzoek in ontwikkeling | CHAPITRE XXI. - Vernieuwing en onderzoek in ontwikkeling |
Art. 36.Overeenkomstig het voor de jaren 2009-2010 afgesloten |
Art. 36.Overeenkomstig het voor de jaren 2009-2010 afgesloten |
| interprofessioneel akkoord komen de partijen overeen dat, teneinde bij | interprofessioneel akkoord komen de partijen overeen dat, teneinde bij |
| te dragen aan de ontwikkeling van een cultuur van vernieuwing in de | te dragen aan de ontwikkeling van een cultuur van vernieuwing in de |
| bedrijven en er zoveel mogelijk werknemers bij te betrekken, op basis | bedrijven en er zoveel mogelijk werknemers bij te betrekken, op basis |
| van hun bezorgdheden en hun ervaring, zal het onderwerp van de | van hun bezorgdheden en hun ervaring, zal het onderwerp van de |
| vernieuwing jaarlijks op de agenda van het paritair subcomité komen | vernieuwing jaarlijks op de agenda van het paritair subcomité komen |
| met het oog op een dialoog, zonder dat daardoor een onredelijke | met het oog op een dialoog, zonder dat daardoor een onredelijke |
| vermeerdering van administratief werk ontstaat en op voorwaarde dat de | vermeerdering van administratief werk ontstaat en op voorwaarde dat de |
| vertrouwelijke aard van de tijdens die dialoog meegedeelde | vertrouwelijke aard van de tijdens die dialoog meegedeelde |
| inlichtingen gerespecteerd wordt. | inlichtingen gerespecteerd wordt. |
| HOOFDSTUK XXII. - Indienstneming, integratie of aan het werk houden | HOOFDSTUK XXII. - Indienstneming, integratie of aan het werk houden |
| van personen met beperkte mentale of fysieke capaciteiten al dan niet | van personen met beperkte mentale of fysieke capaciteiten al dan niet |
| veroorzaakt door een (arbeids-) ongeval of een beroepsziekte | veroorzaakt door een (arbeids-) ongeval of een beroepsziekte |
Art. 37.Op de uitdrukkelijke voorwaarde van een anciënniteit van tien |
Art. 37.Op de uitdrukkelijke voorwaarde van een anciënniteit van tien |
| jaar in de sector zal tussen de partijen met het oog op reclassering | jaar in de sector zal tussen de partijen met het oog op reclassering |
| overleg worden geplaagd. | overleg worden geplaagd. |
| HOOFDSTUK XXIII. - Hospitalisatieverzekering | HOOFDSTUK XXIII. - Hospitalisatieverzekering |
Art. 38.De partijen zullen de situatie in de sector onderzoeken via |
Art. 38.De partijen zullen de situatie in de sector onderzoeken via |
| het fonds voor bestaanszekerheid. | het fonds voor bestaanszekerheid. |
| HOOFDSTUK XXIV. - Tijdskrediet | HOOFDSTUK XXIV. - Tijdskrediet |
Art. 39.De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale |
Art. 39.De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale |
| Arbeidsraad zal van toepassing zijn. | Arbeidsraad zal van toepassing zijn. |
| HOOFDSTUK XXV. - Duur van de overeenkomst | HOOFDSTUK XXV. - Duur van de overeenkomst |
Art. 40.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 40.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december | ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december |
| 2010. | 2010. |
| Zij zal stilzwijgend worden verlengd voor een duur van een jaar. | Zij zal stilzwijgend worden verlengd voor een duur van een jaar. |
| De vroegere akkoorden die niet worden gewijzigd bij deze collectieve | De vroegere akkoorden die niet worden gewijzigd bij deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. | arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari |
| 2010. | 2010. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009 | Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009 |
| betreffende de sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de | betreffende de sociale programmatie 2009-2010 voor het bedrijf van de |
| zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk | zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk |
| met uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de | met uitzondering van de provincie Luik en de kwartsietgroeven van de |
| provincie Waals-Brabant. | provincie Waals-Brabant. |
| Samenwerkingsovereenkomst inzake opleiding, beroepsinschakeling en | Samenwerkingsovereenkomst inzake opleiding, beroepsinschakeling en |
| onderwijs in de sector van de hardsteengroeven (P.S.C. 102.02 en | onderwijs in de sector van de hardsteengroeven (P.S.C. 102.02 en |
| 102.04) bij toepassing van de kaderovereenkomst. | 102.04) bij toepassing van de kaderovereenkomst. |
| Deze overeenkomst wordt opgesplitst in specifieke overeenkomsten : | Deze overeenkomst wordt opgesplitst in specifieke overeenkomsten : |
| - een overeenkomst Waals Gewest - Opleidingsfonds P.S.C. 102.02 102.04 | - een overeenkomst Waals Gewest - Opleidingsfonds P.S.C. 102.02 102.04 |
| - Forem | - Forem |
| - een overeenkomst Waals Gewest - Opleidingsfonds P.S.C. 102.02 102.04 | - een overeenkomst Waals Gewest - Opleidingsfonds P.S.C. 102.02 102.04 |
| - Secundair onderwijs | - Secundair onderwijs |
| - een overeenkomst Waals Gewest - Opleidingsfonds P.S.C. 102.01 102.04 | - een overeenkomst Waals Gewest - Opleidingsfonds P.S.C. 102.01 102.04 |
| - Onderwijs voor Sociale Promotie | - Onderwijs voor Sociale Promotie |
| Elke specifieke overeenkomst omvat de hoofddoelstellingen van de | Elke specifieke overeenkomst omvat de hoofddoelstellingen van de |
| kaderovereenkomst. | kaderovereenkomst. |
| Elke overeenkomst spitst zich toe op de 11 in de kaderovereenkomst | Elke overeenkomst spitst zich toe op de 11 in de kaderovereenkomst |
| vastgelegde krachtlijnen maar nog meer in het bijzonder op de volgende | vastgelegde krachtlijnen maar nog meer in het bijzonder op de volgende |
| krachtlijnen : | krachtlijnen : |
| 1. De bevordering en de opwaardering van de beroepen van de sector in | 1. De bevordering en de opwaardering van de beroepen van de sector in |
| samenwerking met de FOREm en het onderwijs waarbij ondersteuning wordt | samenwerking met de FOREm en het onderwijs waarbij ondersteuning wordt |
| verstrekt door de VZW Le Maillet d'or via onder meer Tecnipierre en la | verstrekt door de VZW Le Maillet d'or via onder meer Tecnipierre en la |
| Fête de la Pierre. | Fête de la Pierre. |
| 2. De vastlegging van opleidingsprogramma's in functie van de | 2. De vastlegging van opleidingsprogramma's in functie van de |
| verschillende beroepen teneinde de CCPQ te stijven. | verschillende beroepen teneinde de CCPQ te stijven. |
| 3. Bevorderen van bedrijfsstages in samenwerking met de FOREm voor de | 3. Bevorderen van bedrijfsstages in samenwerking met de FOREm voor de |
| stagiaires in opleiding en het PFI; in samenwerking met het voltijds | stagiaires in opleiding en het PFI; in samenwerking met het voltijds |
| onderwijs voor technische en beroepsbekwaamheid en het alternerend | onderwijs voor technische en beroepsbekwaamheid en het alternerend |
| leren. | leren. |
| 4. De uitbouw van taalopleidingen in samenwerking met het Maison des | 4. De uitbouw van taalopleidingen in samenwerking met het Maison des |
| langues van de provincie Luik. | langues van de provincie Luik. |
| 5. Doorvoeren op het niveau van het Opleidingsfonds van een geregelde | 5. Doorvoeren op het niveau van het Opleidingsfonds van een geregelde |
| analyse van de arbeidsmarkt, de behoeften aan arbeidskrachten voor de | analyse van de arbeidsmarkt, de behoeften aan arbeidskrachten voor de |
| verschillende beroepen en minstens een halfjaarlijkse bijsturing van | verschillende beroepen en minstens een halfjaarlijkse bijsturing van |
| de acties van het opleidingsfonds in overleg met de partners. | de acties van het opleidingsfonds in overleg met de partners. |
| 6. Communicatie over de werkaanbiedingen van de bedrijven in de sector | 6. Communicatie over de werkaanbiedingen van de bedrijven in de sector |
| met de FOREm versterken op basis van de analyse van het | met de FOREm versterken op basis van de analyse van het |
| Opleidingsfonds. | Opleidingsfonds. |
| 7. Opdrijven van de opleidingen voor werkzoekenden met het oog op | 7. Opdrijven van de opleidingen voor werkzoekenden met het oog op |
| gelijke kansen wat betreft de toegang tot opleiding en werk voor alle | gelijke kansen wat betreft de toegang tot opleiding en werk voor alle |
| doelgroepen. Er worden samenwerkingsverbanden opgezet tussen het | doelgroepen. Er worden samenwerkingsverbanden opgezet tussen het |
| Opleidingsfonds en Mire om de doelgroepen OCMW en AWIPH te bereiken. | Opleidingsfonds en Mire om de doelgroepen OCMW en AWIPH te bereiken. |
| 8. Het Opleidingsfonds gaat, in samenwerking met de FOREm, de | 8. Het Opleidingsfonds gaat, in samenwerking met de FOREm, de |
| voortgezette opleiding intensiveren van de werknemers van de sector op | voortgezette opleiding intensiveren van de werknemers van de sector op |
| technisch gebied om aansluiting te vinden bij de evolutie van zowel de | technisch gebied om aansluiting te vinden bij de evolutie van zowel de |
| technologie als de talenkennis zulks om de aanwezigheid van de sector | technologie als de talenkennis zulks om de aanwezigheid van de sector |
| op gebied van export te versterken. Bijzondere aandacht zal hierbij | op gebied van export te versterken. Bijzondere aandacht zal hierbij |
| uitgaan naar de oudere en ervaren werknemers om hun inzetbaarheid te | uitgaan naar de oudere en ervaren werknemers om hun inzetbaarheid te |
| vrijwaren met het oog op een betere overdracht van hun knowhow aan de | vrijwaren met het oog op een betere overdracht van hun knowhow aan de |
| stagiairs en de nieuwe werknemers. | stagiairs en de nieuwe werknemers. |
| 9. Het Opleidingsfonds zal de vereiste contacten leggen met de | 9. Het Opleidingsfonds zal de vereiste contacten leggen met de |
| competentiecentra en de hightechcentra om de mogelijkheden te | competentiecentra en de hightechcentra om de mogelijkheden te |
| overlopen om een beroep te doen op deze centra voor bepaalde functies | overlopen om een beroep te doen op deze centra voor bepaalde functies |
| en de te onderzoeken of het mogelijk is of er kan worden bijgedragen | en de te onderzoeken of het mogelijk is of er kan worden bijgedragen |
| tot de uitbouw en de opwaardering ervan. | tot de uitbouw en de opwaardering ervan. |
| 10. Het Opleidingsfonds zal overleggen met de commissie voor de | 10. Het Opleidingsfonds zal overleggen met de commissie voor de |
| erkenning van de competenties om na te gaan welke criteria kunnen | erkenning van de competenties om na te gaan welke criteria kunnen |
| worden ingevoerd om de werknemers zonder diploma maar wier | worden ingevoerd om de werknemers zonder diploma maar wier |
| competenties op beroepsvlak zijn erkend om hun kwalificaties te laten | competenties op beroepsvlak zijn erkend om hun kwalificaties te laten |
| erkennen via de validatie van hun competenties. | erkennen via de validatie van hun competenties. |
| 11. Zoals bepaald in punt 7 zal het Opleidingsfonds samenwerken met | 11. Zoals bepaald in punt 7 zal het Opleidingsfonds samenwerken met |
| Mire om de beroepsinschakeling te ondersteunen. | Mire om de beroepsinschakeling te ondersteunen. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari |
| 2010. | 2010. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |