| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 22 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 22 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en | gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel | bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel |
| brugpensioen na ontslag (1) | brugpensioen na ontslag (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
| toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
| brugpensioen; | brugpensioen; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december |
| 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een | 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor |
| gezins- en bejaardenhulp; | gezins- en bejaardenhulp; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en | gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en |
| bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel | bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel |
| brugpensioen na ontslag. | brugpensioen na ontslag. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 22 december 1997. | Gegeven te Brussel, 22 december 1997. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp | Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 1996 |
| Toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag (Overeenkomst | Toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag (Overeenkomst |
| geregistreerd op 18 november 1996 onder het nummer 42887/CO/318) | geregistreerd op 18 november 1996 onder het nummer 42887/CO/318) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers en de werkgevers van de diensten die ressorteren onder | de werknemers en de werkgevers van de diensten die ressorteren onder |
| het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en | het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en |
| die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitse Gemeenschap | die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitse Gemeenschap |
| en door de Franse en gemeenschappelijke gemeenschapscommissies van het | en door de Franse en gemeenschappelijke gemeenschapscommissies van het |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
| Onder "werknemers" verstaat men de vrouwelijke en mannelijke | Onder "werknemers" verstaat men de vrouwelijke en mannelijke |
| bedienden. | bedienden. |
| HOOFDSTUK II. - Principe | HOOFDSTUK II. - Principe |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een |
| brugpensioenregeling met compenserende indienstneming in te voeren om | brugpensioenregeling met compenserende indienstneming in te voeren om |
| in de allereerste plaats de tewerkstelling van de jongeren en de | in de allereerste plaats de tewerkstelling van de jongeren en de |
| werklozen te bevorderen. Zij werd uitgewerkt op de volgende basis : | werklozen te bevorderen. Zij werd uitgewerkt op de volgende basis : |
| a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december 1974, | a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december 1974, |
| gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling | gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling |
| van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 Belgisch Staatsblad van 31 | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 Belgisch Staatsblad van 31 |
| januari 1975); | januari 1975); |
| b) het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | b) het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
| toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
| brugpensioen. | brugpensioen. |
Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| verbinden de werkgevers er zich toe : | verbinden de werkgevers er zich toe : |
| a) het brugpensioen toe te kennen aan de bejaarde werknemers van 58 | a) het brugpensioen toe te kennen aan de bejaarde werknemers van 58 |
| jaar en meer die te dien einde worden ontslagen; | jaar en meer die te dien einde worden ontslagen; |
| b) de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste te | b) de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste te |
| nemen; | nemen; |
| c) de bruggepensioneerde werknemer te vervangen volgens de | c) de bruggepensioneerde werknemer te vervangen volgens de |
| modaliteiten die bepaald zijn in voormeld koninklijk besluit van 7 | modaliteiten die bepaald zijn in voormeld koninklijk besluit van 7 |
| december 1992. | december 1992. |
| HOOFDSTUK III. - Geldigheid | HOOFDSTUK III. - Geldigheid |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| oktober 1996 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 1998. | oktober 1996 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 1998. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december |
| 1997. | 1997. |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
| januari 1975. | januari 1975. |
| Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 | Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 |
| december 1992. | december 1992. |