Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 22/04/2016
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
22 APRIL 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 22 APRIL 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015,
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid,
betreffende de permanente vorming (1) betreffende de permanente vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de
voedingsnijverheid; voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015,
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid,
betreffende de permanente vorming. betreffende de permanente vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 april 2016. Gegeven te Brussel, 22 april 2016.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Paritair Comité voor de voedingsnijverheid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015 Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2015
Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 21 oktober 2015 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 21 oktober 2015
onder het nummer 129864/CO/118) onder het nummer 129864/CO/118)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met
uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die
"verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer
beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij.
§ 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders
bedoeld. bedoeld.
HOOFDSTUK II. - Permanente vorming HOOFDSTUK II. - Permanente vorming

Art. 2.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele

Art. 2.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele

vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis
met 1,30 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd met 1,30 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd
van alle arbeiders van de onderneming. van alle arbeiders van de onderneming.
§ 2. Bij toepassing van artikel 30, § 7 van de wet van 23 december § 2. Bij toepassing van artikel 30, § 7 van de wet van 23 december
2005 betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 2005 betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30
december 2005) en het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot december 2005) en het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot
uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende
het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 5 december 2007), komen de het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 5 december 2007), komen de
partijen overeen om de vormingsinspanningen in 2015 en 2016 te partijen overeen om de vormingsinspanningen in 2015 en 2016 te
behouden op dit niveau. behouden op dit niveau.

Art. 3.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een

Art. 3.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een

opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te
bereiken. bereiken.
§ 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een § 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een
beroep doen op de ondersteuning van het IPV. beroep doen op de ondersteuning van het IPV.
§ 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij § 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij
ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever
dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te
organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst
nummer 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het nummer 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het
voorschrijven. voorschrijven.
§ 4. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de § 4. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de
risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen. risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen.
§ 5. Om aanspraak te kunnen maken op de finan-ciële tussenkomst van § 5. Om aanspraak te kunnen maken op de finan-ciële tussenkomst van
IPV zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een IPV zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een
opleidingsplan moeten beschikken opgesteld conform de collectieve opleidingsplan moeten beschikken opgesteld conform de collectieve
arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 inzake het sectoraal model arbeidsovereenkomst van 18 december 2013 inzake het sectoraal model
van opleidingsplan (algemeen verbindend verklaard door het koninklijk van opleidingsplan (algemeen verbindend verklaard door het koninklijk
besluit van 13 juli 2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015). besluit van 13 juli 2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015).
Paritair commentaar : Paritair commentaar :
De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat
hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,30 hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,30
pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle arbeiders pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle arbeiders
samen. samen.
De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten
overeenstemmen met deze van de sociale balans. overeenstemmen met deze van de sociale balans.
Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde
uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal
opleidingsuren staat onder de rubrieken 5802/5812, 5822/5832 en opleidingsuren staat onder de rubrieken 5802/5812, 5822/5832 en
5842/5852. 5842/5852.
Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie
in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de
opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze
opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en
informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële
beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever.
De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden
als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de werkgever als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de werkgever
staat. staat.
§ 6. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud § 6. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud
te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden. te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden.
Tijdens dit onderhoud zal het opleidingsaanbod van IPV bekendgemaakt Tijdens dit onderhoud zal het opleidingsaanbod van IPV bekendgemaakt
worden. worden.
§ 7. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie § 7. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie
zullen het opleidingsaanbod van het IPV ontvangen en dit binnen de zullen het opleidingsaanbod van het IPV ontvangen en dit binnen de
onderneming kunnen bekendmaken. onderneming kunnen bekendmaken.
§ 8. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate § 8. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate
van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale
arbeidstijd van de werknemers. arbeidstijd van de werknemers.
HOOFDSTUK III. - Onthaal van werknemers HOOFDSTUK III. - Onthaal van werknemers

Art. 4.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

Art. 4.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers
met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering
van hun werk (Belgisch Staatsblad van 10 mei 2007). van hun werk (Belgisch Staatsblad van 10 mei 2007).
§ 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis, de § 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis, de
vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing
van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de
faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden
aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal
een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te
leiden voor deze taak. leiden voor deze taak.
HOOFDSTUK IV. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen HOOFDSTUK IV. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen

Art. 5.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten enerzijds in toepassing

Art. 5.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten enerzijds in toepassing

van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december
2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28
december 2006) en anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari december 2006) en anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari
2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst
gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch
Staatsblad van 6 mei 2014). Staatsblad van 6 mei 2014).
§ 2. Gedurende de jaren 2015-2016 zal de sector 0,15 pct. van de § 2. Gedurende de jaren 2015-2016 zal de sector 0,15 pct. van de
brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit
de risicogroepen. de risicogroepen.

Art. 6.Worden als risicogroepen beschouwd :

Art. 6.Worden als risicogroepen beschouwd :

- De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het - De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het
bijzonder; bijzonder;
- De laaggeschoolde werknemers; - De laaggeschoolde werknemers;
- De werknemers ouder dan 50 jaar; - De werknemers ouder dan 50 jaar;
- De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief - De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief
ontslag of een sluiting van onderneming; ontslag of een sluiting van onderneming;
- De ontslagen werknemers; - De ontslagen werknemers;
- De gehandicapten; - De gehandicapten;
- De allochtonen; - De allochtonen;
- De industriële leerlingen; - De industriële leerlingen;
- De werknemers vermeld in artikel 7, voor zover niet gevat door de - De werknemers vermeld in artikel 7, voor zover niet gevat door de
voorgaande punten. voorgaande punten.

Art. 7.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren

Art. 7.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren

2015-2016 : 2015-2016 :
§ 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal § 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal
minstens 200 bedragen. minstens 200 bedragen.
§ 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat § 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat
een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen. een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen.
§ 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig § 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig
georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector
reëel zijn. reëel zijn.
§ 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15 § 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15
pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in volgende pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in volgende
doelgroepen : doelgroepen :
l° de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; l° de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;
2° de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en 2° de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en
bedreigd zijn met ontslag : bedreigd zijn met ontslag :
a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de a) hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de
opzeggingstermijn loopt; opzeggingstermijn loopt;
b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend
is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering;
c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een
collectief ontslag werd aangekondigd; collectief ontslag werd aangekondigd;
3° de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar 3° de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar
werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding.
Onder "niet-werkenden" wordt verstaan : Onder "niet-werkenden" wordt verstaan :
a) de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit van een a) de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit van een
werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19
december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig
werkzoekenden; werkzoekenden;
b) de uitkeringsgerechtigde werklozen; b) de uitkeringsgerechtigde werklozen;
c) de werkzoekenden die laaggeschoold of erglaaggeschoold zijn in de c) de werkzoekenden die laaggeschoold of erglaaggeschoold zijn in de
zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van
de tewerkstelling; de tewerkstelling;
d) de herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking d) de herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking
van minstens één jaar terug op de arbeidsmarkt begeven; van minstens één jaar terug op de arbeidsmarkt begeven;
e) de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in e) de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in
toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op
maatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op
maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli
1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
f) de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart f) de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart
herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart
2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen; 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen;
g) de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de g) de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de
Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze
nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie
minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of
niet bezaten bij overlijden; niet bezaten bij overlijden;
h) de werkzoekenden die nog geen 26 jaar oud zijn; h) de werkzoekenden die nog geen 26 jaar oud zijn;
4° de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk : 4° de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk :
a) de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te a) de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te
worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap; worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap;
b) de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens b) de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens
33 pct.; 33 pct.;
c) de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te c) de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te
hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming
ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan
personen met een handicap; personen met een handicap;
d) de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren d) de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren
bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het
Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen; Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen;
e) de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op e) de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op
basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens
66 pct.; 66 pct.;
f) de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de f) de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de
Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale
Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en
fiscale voordelen; fiscale voordelen;
g) de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor g) de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor
arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot
werkhervatting; werkhervatting;
5° de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, 5° de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden,
hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van
een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in
artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991
houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij een voltijdse houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij een voltijdse
onderwijsopleiding, met uitzondering van opleidingen die leiden tot de onderwijsopleiding, met uitzondering van opleidingen die leiden tot de
graad van bachelor of master, hetzij in het kader van een instapstage, graad van bachelor of master, hetzij in het kader van een instapstage,
bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25
november 1991. november 1991.
Voor de toepassing van het vorig lid wordt verstaan onder "sector" : Voor de toepassing van het vorig lid wordt verstaan onder "sector" :
het geheel van werkgevers die onder eenzelfde paritair comité of het geheel van werkgevers die onder eenzelfde paritair comité of
autonoom paritair subcomité ressorteren. autonoom paritair subcomité ressorteren.
§ 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 § 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19
februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van
27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het
koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct. koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct.
van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen
die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren.
§ 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het § 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het
sluiten van één of meerdere partnerschapsovereenkomsten tussen het IPV sluiten van één of meerdere partnerschapsovereenkomsten tussen het IPV
en de ondernemingen, de onderwijs- of vormingsinstellingen of de en de ondernemingen, de onderwijs- of vormingsinstellingen of de
gewestelijke arbeidsbemiddelings- of opleidingsdiensten. gewestelijke arbeidsbemiddelings- of opleidingsdiensten.
§ 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door : § 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door :
- ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk - ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk
besluit van 26 november 2013; besluit van 26 november 2013;
- het stageaanbod in de onderneming; - het stageaanbod in de onderneming;
- de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde - de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde
of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld
in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten; arbeidsovereenkomsten;
- het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; - het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen;
- de vorming van opleiders; - de vorming van opleiders;
- de investering in het technologisch materiaal; - de investering in het technologisch materiaal;
- het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal; - het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal;
- de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die - de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die
gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een
budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De
modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van
IPV. IPV.
HOOFDSTUK V. - Berekening van de theoretische verplichting tot het HOOFDSTUK V. - Berekening van de theoretische verplichting tot het
aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de sector aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de sector

Art. 8.Volgens de recentste statistische gegevens van de Centrale

Art. 8.Volgens de recentste statistische gegevens van de Centrale

Raad voor het Bedrijfsleven stelden de ondernemingen van de sector met Raad voor het Bedrijfsleven stelden de ondernemingen van de sector met
50 of meer werknemers, op 30 juni 2012 58 308 werknemers tewerk. 50 of meer werknemers, op 30 juni 2012 58 308 werknemers tewerk.
Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 749 Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 749
personen een startbaanovereenkomst te sluiten. personen een startbaanovereenkomst te sluiten.
HOOFDSTUK VI. - Financiering IPV HOOFDSTUK VI. - Financiering IPV

Art. 9.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op

Art. 9.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op

0,30 pct. van de lonen. 0,30 pct. van de lonen.

Art. 10.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 9 aanwenden voor de

Art. 10.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 9 aanwenden voor de

vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen.
HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 11.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking

Art. 11.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking

op 1 januari 2015 en geldt voor onbepaalde tijd. op 1 januari 2015 en geldt voor onbepaalde tijd.
§ 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015 § 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015
betreffende de permanente vorming, afgesloten in de schoot van het betreffende de permanente vorming, afgesloten in de schoot van het
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, geregistreerd onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, geregistreerd onder het
nr. 128229/CO/118. nr. 128229/CO/118.
§ 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één § 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één
der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter
post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair
Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde
organisaties. organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april
2016. 2016.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^