| Koninklijk besluit tot financiering van het Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de startbaanovereenkomst | Koninklijk besluit tot financiering van het Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de startbaanovereenkomst |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot financiering van het | 21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot financiering van het |
| Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en het | Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en het |
| Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de startbaanovereenkomst | Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de startbaanovereenkomst |
| (1) | (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
| werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 43; | werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 43; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van | Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van |
| de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, | de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, |
| tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid van de wet van | tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid van de wet van |
| 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid | 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid |
| op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 | op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 |
| augustus 2000; | augustus 2000; |
| Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 30 maart 2000 tussen de Staat, | Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 30 maart 2000 tussen de Staat, |
| de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het inschakelingparcours | de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het inschakelingparcours |
| van werkzoekenden naar startbanen, inzonderheid op artikel 12; | van werkzoekenden naar startbanen, inzonderheid op artikel 12; |
| Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat | Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat |
| en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de | en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de |
| startbaanovereenkomst, inzonderheid op de artikelen 2, 3 en 4; | startbaanovereenkomst, inzonderheid op de artikelen 2, 3 en 4; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 |
| november 2000; | november 2000; |
| Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 5 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 5 |
| december 2000; | december 2000; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat |
| arbeidsovereenkomsten, uitgewerkt in het kader van het Rosettaplan, | arbeidsovereenkomsten, uitgewerkt in het kader van het Rosettaplan, |
| werden afgesloten vanaf 1 december 2000; dat de periode gedekt door de | werden afgesloten vanaf 1 december 2000; dat de periode gedekt door de |
| projecten die in samenwerking tussen de Federale Staat en het | projecten die in samenwerking tussen de Federale Staat en het |
| Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werden uitgewerkt tot 31 december | Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werden uitgewerkt tot 31 december |
| 2001 loopt; dat een bedrag van 500 miljoen BEF hiervoor in de | 2001 loopt; dat een bedrag van 500 miljoen BEF hiervoor in de |
| begroting 2000 ingeschreven werd en dat een deel van dit bedrag al aan | begroting 2000 ingeschreven werd en dat een deel van dit bedrag al aan |
| de inwerkingtreding besteed moet worden; | de inwerkingtreding besteed moet worden; |
| Gelet op het Advies van de Raad van State, gegeven op 25 april 2000 in | Gelet op het Advies van de Raad van State, gegeven op 25 april 2000 in |
| toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten | toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten |
| de Raad van State, | de Raad van State, |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies |
| van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden |
| onder : | onder : |
| 1° de wet : de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | 1° de wet : de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
| werkgelegenheid; | werkgelegenheid; |
| 2° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 maart 2000 | 2° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 maart 2000 |
| tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, | tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, |
| tweede lid, 41, 43, tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede | tweede lid, 41, 43, tweede lid en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede |
| lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
| werkgelegenheid, inzonderheid op de artikelen 4 en 5, eerste lid, | werkgelegenheid, inzonderheid op de artikelen 4 en 5, eerste lid, |
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000; | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000; |
| 3° het Samenwerkingsakkoord : Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 | 3° het Samenwerkingsakkoord : Samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 |
| tussen de Staat en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de | tussen de Staat en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de |
| startbaanovereenkomst; | startbaanovereenkomst; |
| 4° de Minister : de federale Minister van Werkgelegenheid; | 4° de Minister : de federale Minister van Werkgelegenheid; |
| 5° de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de | 5° de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van de |
| globale projecten : de Directie van de inschakeling in het | globale projecten : de Directie van de inschakeling in het |
| arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van het | arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van het |
| Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; | Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; |
| 6° de RSZ-PPO : de Rijksdienst voor sociale Zekerheid van de | 6° de RSZ-PPO : de Rijksdienst voor sociale Zekerheid van de |
| Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten; | Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten; |
| 7° de RSZ : de Rijksdienst voor sociale Zekerheid. | 7° de RSZ : de Rijksdienst voor sociale Zekerheid. |
Art. 2.Dit besluit bepaalt de nadere regels voor de aanwending en de |
Art. 2.Dit besluit bepaalt de nadere regels voor de aanwending en de |
| verdeling van de begroting voor de globale projecten van het Brusselse | verdeling van de begroting voor de globale projecten van het Brusselse |
| Hoofdstedelijke Gewest voor een onbepaalde duur. | Hoofdstedelijke Gewest voor een onbepaalde duur. |
| HOOFDSTUK II. - Aanwending en verdeling van de financiële middelen | HOOFDSTUK II. - Aanwending en verdeling van de financiële middelen |
Art. 3.§ 1. De Minister verdeelt volgens de bijzondere regels |
Art. 3.§ 1. De Minister verdeelt volgens de bijzondere regels |
| voorzien in dit hoofdstuk, per kwartaal, de bedragen van de begroting | voorzien in dit hoofdstuk, per kwartaal, de bedragen van de begroting |
| toegekend aan de globale projecten. | toegekend aan de globale projecten. |
| Dit maximum bedrag komt vanaf 1 december tot 31 december 2001 voor het | Dit maximum bedrag komt vanaf 1 december tot 31 december 2001 voor het |
| Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overeen met 73 975 815 BEF. | Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overeen met 73 975 815 BEF. |
| De uitbetaligen komen op jaarbasis overeen met de volgende bedragen : | De uitbetaligen komen op jaarbasis overeen met de volgende bedragen : |
| - 52 866 000 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoelde in artikel 2 | - 52 866 000 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoelde in artikel 2 |
| van het samenwerkingsakkoord; | van het samenwerkingsakkoord; |
| - 21 109 815 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoelde in artikel 3 | - 21 109 815 BEF voor de startbaanovereenkomsten bedoelde in artikel 3 |
| van het samenwerkingsakkoord. | van het samenwerkingsakkoord. |
| § 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt enkel toegekend voor de | § 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt enkel toegekend voor de |
| financiering van de startbaanovereenkomsten bedoeld in de artikelen 2, | financiering van de startbaanovereenkomsten bedoeld in de artikelen 2, |
| 3 en 4 van het Samenwerkingsakkoord. | 3 en 4 van het Samenwerkingsakkoord. |
| HOOFDSTUK III. - Betaling | HOOFDSTUK III. - Betaling |
| Afdeling 1. - Algemene bepalingen | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 4.De betalingen van het bedrag bedoeld in artikel 3 van dit |
Art. 4.De betalingen van het bedrag bedoeld in artikel 3 van dit |
| besluit worden toegekend wanneer de bepalingen voorzien in dit besluit | besluit worden toegekend wanneer de bepalingen voorzien in dit besluit |
| gerespecteerd worden. | gerespecteerd worden. |
| Afdeling 2.-- Trimestriële betalingen | Afdeling 2.-- Trimestriële betalingen |
Art. 5.§ 1. De betalingen gebeuren door de openbare dienst belast met |
Art. 5.§ 1. De betalingen gebeuren door de openbare dienst belast met |
| het toezicht en de opvolging van de globale projecten, op basis van | het toezicht en de opvolging van de globale projecten, op basis van |
| een driemaandelijks dossier, minstens samengesteld uit de volgende | een driemaandelijks dossier, minstens samengesteld uit de volgende |
| verantwoordingsstukken : | verantwoordingsstukken : |
| 1° de berekening van het personeelsbestand bedoeld in artikel 4 van | 1° de berekening van het personeelsbestand bedoeld in artikel 4 van |
| het koninklijk besluit en de berekening van de verplichting bedoeld in | het koninklijk besluit en de berekening van de verplichting bedoeld in |
| artikel 39 van de wet; | artikel 39 van de wet; |
| 2° de lijst van de jongeren aangeworven zoals bepaald in artikel 39, § | 2° de lijst van de jongeren aangeworven zoals bepaald in artikel 39, § |
| 1 van de wet; | 1 van de wet; |
| 3° de lijst van de jongeren aangeworven met een startbaanovereenkomst | 3° de lijst van de jongeren aangeworven met een startbaanovereenkomst |
| bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord; | bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord; |
| 4° een kopie van bevestiging van ontvangst opgestuurd door de openbare | 4° een kopie van bevestiging van ontvangst opgestuurd door de openbare |
| dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale | dienst belast met het toezicht en de opvolging van de globale |
| projecten zoals bepaald in artikel 32 van de wet; | projecten zoals bepaald in artikel 32 van de wet; |
| 5° een kopie van de loonfiche; | 5° een kopie van de loonfiche; |
| Deze verantwoordingsstukken moeten apart opgesteld worden voor elke | Deze verantwoordingsstukken moeten apart opgesteld worden voor elke |
| jongere aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst zoals | jongere aangeworven in het kader van een startbaanovereenkomst zoals |
| bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord. | bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Samenwerkingsakkoord. |
| 6° een kopie van de RSZ-aangifte of van de RSZ-aangifte. | 6° een kopie van de RSZ-aangifte of van de RSZ-aangifte. |
| § 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de | § 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de |
| laatste kalenderdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal | laatste kalenderdag van de maand volgend op het betreffende kwartaal |
| overeenkomstig de voorwaarden opgelegd door dit besluit. | overeenkomstig de voorwaarden opgelegd door dit besluit. |
| § 3. De betalingen zullen geschieden binnen de drie maanden die volgen | § 3. De betalingen zullen geschieden binnen de drie maanden die volgen |
| op de ontvangst van het dossier zoals bedoeld in § 1 en op voorwaarde | op de ontvangst van het dossier zoals bedoeld in § 1 en op voorwaarde |
| dat de verplichting bedoeld in artikel 39 van de wet gerespecteerd | dat de verplichting bedoeld in artikel 39 van de wet gerespecteerd |
| wordt. | wordt. |
| § 4. Elke overschrijding van de door dit artikel voorziene | § 4. Elke overschrijding van de door dit artikel voorziene |
| indieningtermijn geeft aanleiding tot een minstens evengrote | indieningtermijn geeft aanleiding tot een minstens evengrote |
| overschrijding van de betalingstermijn zoals bedoeld in § 3. | overschrijding van de betalingstermijn zoals bedoeld in § 3. |
Art. 6.De informatie bedoeld in artikel 5 van dit besluit wordt |
Art. 6.De informatie bedoeld in artikel 5 van dit besluit wordt |
| overgemaakt naar de modellen opgenomen in de bijlagen 1 tot 3 bij dit | overgemaakt naar de modellen opgenomen in de bijlagen 1 tot 3 bij dit |
| besluit. | besluit. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 januari 2001. |
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 januari 2001. |
Art. 8.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 8.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 21 november 2001. | Gegeven te Brussel, 21 november 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Par le Roi : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad |
| Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000, Ed. | Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000, Ed. |
| 2; | 2; |
| Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart | Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart |
| 2000; | 2000; |
| Koninklijk besluit van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 19 | Koninklijk besluit van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 19 |
| oktober 2000; | oktober 2000; |
| Samenwerkingsakkoord van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad | Samenwerkingsakkoord van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad |
| van.........; | van.........; |
| Samenwerkingsakkoord van .........., Belgisch Staatsblad van ......... | Samenwerkingsakkoord van .........., Belgisch Staatsblad van ......... |
| BIJLAGE 1 | BIJLAGE 1 |
| Globale projecten : toezicht op de naleving van de verplichting | Globale projecten : toezicht op de naleving van de verplichting |
| bedoeld in artikel 39, § 1, van de wet van 24 december 1999 | bedoeld in artikel 39, § 1, van de wet van 24 december 1999 |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot |
| vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de | vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de |
| financiering van de globale projecten. | financiering van de globale projecten. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| BIJLAGE 2 | BIJLAGE 2 |
| Globale projecten - Art. 43 van de wet van 24 december 1999 ter | Globale projecten - Art. 43 van de wet van 24 december 1999 ter |
| bevordering van de werkgelegenheid | bevordering van de werkgelegenheid |
| Samenvattende staat van de aanwervingen uitgevoerd in het kader van de | Samenvattende staat van de aanwervingen uitgevoerd in het kader van de |
| startbaanovereenkomst (buiten de globale projecten) | startbaanovereenkomst (buiten de globale projecten) |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot |
| vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de | vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de |
| financiering van de globale projecten. | financiering van de globale projecten. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| BIJLAGE 3 | BIJLAGE 3 |
| Globale projecten - Art. 43 van de wet van 24 december 1999 ter | Globale projecten - Art. 43 van de wet van 24 december 1999 ter |
| bevordering van de werkgelegenheid | bevordering van de werkgelegenheid |
| Samenvattende staat van de aanwervingen uitgevoerd in het kader van de | Samenvattende staat van de aanwervingen uitgevoerd in het kader van de |
| startbaanovereenkomst (globale projecten) | startbaanovereenkomst (globale projecten) |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 21 november 2001 tot |
| vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de | vaststelling van de bewijsstukken voorzien in het kader van de |
| financiering van de globale projecten. | financiering van de globale projecten. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |