← Terug naar "Koninklijk besluit dat de minister van Financiën machtigt tot voortzetting, in 2020, van de uitgifte van de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes" "
| Koninklijk besluit dat de minister van Financiën machtigt tot voortzetting, in 2020, van de uitgifte van de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes" | Koninklijk besluit dat de minister van Financiën machtigt tot voortzetting, in 2020, van de uitgifte van de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes" |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
| 20 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit dat de minister van Financiën | 20 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit dat de minister van Financiën |
| machtigt tot voortzetting, in 2020, van de uitgifte van de leningen | machtigt tot voortzetting, in 2020, van de uitgifte van de leningen |
| genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd "Staatsbons", | genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd "Staatsbons", |
| alsook van "Euro Medium Term Notes" | alsook van "Euro Medium Term Notes" |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de financiewet van 20 december 2019 voor het begrotingsjaar | Gelet op de financiewet van 20 december 2019 voor het begrotingsjaar |
| 2020, artikel 5, § 1, eerste lid, 1° ; | 2020, artikel 5, § 1, eerste lid, 1° ; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de |
| lineaire obligaties, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 | lineaire obligaties, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 |
| december 1998, 6 december 2000, 19 maart 2002, 26 maart 2004, 18 juli | december 1998, 6 december 2000, 19 maart 2002, 26 maart 2004, 18 juli |
| 2008, 31 oktober 2008, 21 juni 2011 en 25 december 2016; | 2008, 31 oktober 2008, 21 juni 2011 en 25 december 2016; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de |
| uitgifte van Staatsbons, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 | uitgifte van Staatsbons, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 |
| mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei | mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei |
| 2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013, 28 april 2015 | 2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013, 28 april 2015 |
| en 7 april 2017; | en 7 april 2017; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de |
| uitgifte van de euro medium term notes van de Belgische Staat, | uitgifte van de euro medium term notes van de Belgische Staat, |
| gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 18 december 2012 en 25 | gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 18 december 2012 en 25 |
| december 2016; | december 2016; |
| Op de voordracht van de minister van Financiën, | Op de voordracht van de minister van Financiën, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De minister van Financiën wordt gemachtigd om in 2020 over |
Artikel 1.De minister van Financiën wordt gemachtigd om in 2020 over |
| te gaan tot uitgifte van: | te gaan tot uitgifte van: |
| 1° lineaire obligaties waarvan het algemeen uitgiftekader bepaald | 1° lineaire obligaties waarvan het algemeen uitgiftekader bepaald |
| wordt bij het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de | wordt bij het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de |
| lineaire obligaties; | lineaire obligaties; |
| 2° Staatsbons waarvan het algemeen uitgiftekader bepaald wordt bij het | 2° Staatsbons waarvan het algemeen uitgiftekader bepaald wordt bij het |
| koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de uitgifte van | koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de uitgifte van |
| staatsbons; | staatsbons; |
| 3° euro medium term notes waarvan het algemeen uitgiftekader bepaald | 3° euro medium term notes waarvan het algemeen uitgiftekader bepaald |
| wordt bij het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de | wordt bij het koninklijk besluit van 12 juni 2008 betreffende de |
| uitgifte van de Euro Medium Term Notes van de Belgische Staat. | uitgifte van de Euro Medium Term Notes van de Belgische Staat. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020. |
Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de |
Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 20 december 2019. | Gegeven te Brussel, 20 december 2019. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
| A. DE CROO | A. DE CROO |