| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen aan 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen aan 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- |
| en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, | en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, |
| uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, | uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, |
| betreffende het conventioneel brugpensioen aan 56 jaar met 40 jaar | betreffende het conventioneel brugpensioen aan 56 jaar met 40 jaar |
| beroepsverleden (1) | beroepsverleden (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van |
| de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het | de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het |
| Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant; | Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende het | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, betreffende het |
| conventioneel brugpensioen aan 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden. De | conventioneel brugpensioen aan 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden. De |
| minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit | minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 20 december 2012. | Gegeven te Brussel, 20 december 2012. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2011 |
| Brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden | Brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden |
| (Overeenkomst geregistreerd op 26 augustus 2011 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 26 augustus 2011 onder het nummer |
| 105347/CO/102.04) | 105347/CO/102.04) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van |
| de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari | de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari |
| 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van | 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van |
| het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis | het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis |
| van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel | van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel |
| akkoord (Belgisch Staatsblad van 28 april 2011). | akkoord (Belgisch Staatsblad van 28 april 2011). |
| Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor | Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor |
| sommige oudere werknemers in te stellen. | sommige oudere werknemers in te stellen. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werknemers die zijn tewerkgesteld op grond van een arbeidsovereenkomst | werknemers die zijn tewerkgesteld op grond van een arbeidsovereenkomst |
| alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen, en ressorterend onder | alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen, en ressorterend onder |
| het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en | het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant. | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant. |
Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
| van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende | van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende |
| vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij |
| worden ontslagen, zijn van toepassing. | worden ontslagen, zijn van toepassing. |
Art. 4.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van |
Art. 4.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, |
| wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de | wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de |
| werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve | werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, | arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, |
| wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een | wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een |
| andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort | andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen |
| ontslagen heeft. | ontslagen heeft. |
| Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die | Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die |
| ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst | ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van | wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van |
| uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat |
| deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever | deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever |
| die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort | die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen |
| ontslagen heeft. | ontslagen heeft. |
| De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de | De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de |
| aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun | aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun |
| tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of van de | tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of van de |
| uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit |
| geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van | geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van |
| dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. | dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. |
| In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee | In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee |
| of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de | of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de |
| omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te | omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te |
| genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd | genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd |
| door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste | door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste |
| paragraaf van dit artikel). | paragraaf van dit artikel). |
| De persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het | De persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het |
| bruto referentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de | bruto referentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de |
| aanvullende brugpensioenvergoeding worden in plaats van op 108 pct. op | aanvullende brugpensioenvergoeding worden in plaats van op 108 pct. op |
| basis van 100 pct. van het loon berekend. | basis van 100 pct. van het loon berekend. |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012. | januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december |
| 2012. | 2012. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |