| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
| kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief | kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief |
| arrondissement Doornik, betreffende het halftijds conventioneel | arrondissement Doornik, betreffende het halftijds conventioneel |
| brugpensioen op 58 jaar (1) | brugpensioen op 58 jaar (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
| toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel |
| brugpensioen; | brugpensioen; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der |
| kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief | kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief |
| arrondissement Doornik; | arrondissement Doornik; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, | in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, |
| cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement | cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement |
| Doornik, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 58 | Doornik, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 58 |
| jaar. | jaar. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 20 december 2012. | Gegeven te Brussel, 20 december 2012. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 | Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 |
| december 1992. | december 1992. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, | Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, |
| cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement | cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement |
| Doornik | Doornik |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011 |
| Halftijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar (Overeenkomst | Halftijds conventioneel brugpensioen op 58 jaar (Overeenkomst |
| geregistreerd op 26 augustus 2011 onder het nummer 105378/CO/102.07) | geregistreerd op 26 augustus 2011 onder het nummer 105378/CO/102.07) |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het | werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het |
| Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, | Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, |
| cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement | cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement |
| Doornik ressorteren. | Doornik ressorteren. |
| Onder "werknemers" verstaat men : de werklieden en werksters. | Onder "werknemers" verstaat men : de werklieden en werksters. |
Art. 4.De bij artikel 1 bedoelde werknemers die voldoen aan de bij |
Art. 4.De bij artikel 1 bedoelde werknemers die voldoen aan de bij |
| artikel 3 bepaalde voorwaarden, kunnen tot het halftijds brugpensioen | artikel 3 bepaalde voorwaarden, kunnen tot het halftijds brugpensioen |
| toetreden volgens de bij dit hoofdstuk bepaalde modaliteiten. | toetreden volgens de bij dit hoofdstuk bepaalde modaliteiten. |
| Afdeling 1. - Toetredingsvoorwaarden | Afdeling 1. - Toetredingsvoorwaarden |
Art. 5.Het recht op halftijds brugpensioen wordt toegekend aan de |
Art. 5.Het recht op halftijds brugpensioen wordt toegekend aan de |
| werknemers die voltijds tewerkgesteld zijn in de bij artikel 1 | werknemers die voltijds tewerkgesteld zijn in de bij artikel 1 |
| bedoelde ondernemingen en die op het ogenblik waarop de halvering van | bedoelde ondernemingen en die op het ogenblik waarop de halvering van |
| hun arbeidsprestaties ingaat, aan alle volgende voorwaarden voldoen : | hun arbeidsprestaties ingaat, aan alle volgende voorwaarden voldoen : |
| - 58 jaar oud zijn; | - 58 jaar oud zijn; |
| - minstens 25 jaar loopbaan als loontrekkende hebben; | - minstens 25 jaar loopbaan als loontrekkende hebben; |
| - met de werkgever de modaliteiten van de vermindering van de | - met de werkgever de modaliteiten van de vermindering van de |
| arbeidsprestaties hebben overeengekomen overeenkomstig de bepalingen | arbeidsprestaties hebben overeengekomen overeenkomstig de bepalingen |
| van de artikelen 4 en 5. | van de artikelen 4 en 5. |
Art. 6.De tussen de werkgever en de werknemer gesloten overeenkomst |
Art. 6.De tussen de werkgever en de werknemer gesloten overeenkomst |
| tot halvering van de arbeidsprestaties wordt ten laatste op het | tot halvering van de arbeidsprestaties wordt ten laatste op het |
| tijdstip waarop de vermindering van de arbeidsprestaties aanvangt, | tijdstip waarop de vermindering van de arbeidsprestaties aanvangt, |
| schriftelijk vastgesteld. | schriftelijk vastgesteld. |
| De bij lid 1 bedoelde overeenkomst bevat met name de aanduiding van de | De bij lid 1 bedoelde overeenkomst bevat met name de aanduiding van de |
| deeltijdse arbeidsregeling, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 | deeltijdse arbeidsregeling, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 |
| vastgestelde arbeidscyclus en het uurrooster. | vastgestelde arbeidscyclus en het uurrooster. |
| Afdeling 2. - Toepassingsmodaliteiten | Afdeling 2. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 7.De wekelijkse arbeidsduur van de werknemer die betreedt tot |
Art. 7.De wekelijkse arbeidsduur van de werknemer die betreedt tot |
| het halftijds brugpensioen is gemiddeld gelijk aan de helft van het | het halftijds brugpensioen is gemiddeld gelijk aan de helft van het |
| aantal arbeidsuren in de normale voltijdse wekelijkse arbeidsregeling | aantal arbeidsuren in de normale voltijdse wekelijkse arbeidsregeling |
| die geldt in de onderneming. | die geldt in de onderneming. |
| Wanneer de arbeidsdagen worden gespreid over een langere cyclus dan | Wanneer de arbeidsdagen worden gespreid over een langere cyclus dan |
| een week, wordt de arbeidsduur bedoeld in lid 1 berekend op basis van | een week, wordt de arbeidsduur bedoeld in lid 1 berekend op basis van |
| deze cyclus. De arbeidscyclus mag niet meer bedragen dan een periode | deze cyclus. De arbeidscyclus mag niet meer bedragen dan een periode |
| van 4 weken. | van 4 weken. |
Art. 8.Voor zijn halftijds brugpensioen ontvangt de werknemer bovenop |
Art. 8.Voor zijn halftijds brugpensioen ontvangt de werknemer bovenop |
| de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding die berekend | de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding die berekend |
| wordt overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van de collectieve | wordt overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling van een | arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling van een |
| regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, | regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, |
| ingeval van halvering van de arbeidsprestaties, gewijzigd door de | ingeval van halvering van de arbeidsprestaties, gewijzigd door de |
| collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 55bis van 7 februari 1995 en nr. | collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 55bis van 7 februari 1995 en nr. |
| 55ter van 10 maart 1998. | 55ter van 10 maart 1998. |
Art. 9.De werkgeversbijdrage zal niet verminderen als de |
Art. 9.De werkgeversbijdrage zal niet verminderen als de |
| werkloosheidsuitkeringen buiten de index verhoogd worden. | werkloosheidsuitkeringen buiten de index verhoogd worden. |
Art. 10.Een persoon tegen wie door de « FOREm » een maatregel werd |
Art. 10.Een persoon tegen wie door de « FOREm » een maatregel werd |
| getroffen zal in geen geval van zijn vroegere werkgever enigerlei | getroffen zal in geen geval van zijn vroegere werkgever enigerlei |
| compensatie kunnen eisen die hoger dan de aanvullende vergoeding | compensatie kunnen eisen die hoger dan de aanvullende vergoeding |
| waarop het recht had vóór de maatregel werd getroffen. | waarop het recht had vóór de maatregel werd getroffen. |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012. | januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december |
| 2012. | 2012. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |