← Terug naar "Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma 19-40-3 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 en bestemd tot dekking van de uitgaven verbonden aan de toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten "
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma 19-40-3 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 en bestemd tot dekking van de uitgaven verbonden aan de toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten | Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma 19-40-3 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 en bestemd tot dekking van de uitgaven verbonden aan de toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten |
---|---|
MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN |
20 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke | 20 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke |
verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma | verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma |
19-40-3 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 | 19-40-3 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 |
en bestemd tot dekking van de uitgaven verbonden aan de toekenning van | en bestemd tot dekking van de uitgaven verbonden aan de toekenning van |
een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van | een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van |
projecten in sommige overheidsdiensten | projecten in sommige overheidsdiensten |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene | Gelet op de wet van 24 december 1999 houdende de Algemene |
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000, inzonderheid op | uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000, inzonderheid op |
artikel 2.19.7; | artikel 2.19.7; |
Gelet op de wet van 10 juli 2000 houdende eerste aanpassing van de | Gelet op de wet van 10 juli 2000 houdende eerste aanpassing van de |
Algemene Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2000; | Algemene Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2000; |
Gelet op het koninklijk besluit van 19 oktober 1999 tot toekenning van | Gelet op het koninklijk besluit van 19 oktober 1999 tot toekenning van |
een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van | een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van |
projecten in sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij koninklijk | projecten in sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij koninklijk |
besluit van 12 augustus 2000; | besluit van 12 augustus 2000; |
Overwegende dat op het programma 19-40-3 van de Algemene | Overwegende dat op het programma 19-40-3 van de Algemene |
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 een niet-gesplitst | uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 een niet-gesplitst |
provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 31,5 miljoen | provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 31,5 miljoen |
frank, bestemd tot het dekking van de uitgaven verbonden aan de | frank, bestemd tot het dekking van de uitgaven verbonden aan de |
toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het | toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het |
ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten; | ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten; |
Overwegende dat dit krediet wordt teruggebracht tot 20.663.090 frank, | Overwegende dat dit krediet wordt teruggebracht tot 20.663.090 frank, |
rekening houdend met de voorafneming van een bedrag van 10.836.910 | rekening houdend met de voorafneming van een bedrag van 10.836.910 |
frank; | frank; |
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister | Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister |
van Ambtenarenzaken en van Onze Minister van Financiën, | van Ambtenarenzaken en van Onze Minister van Financiën, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Een niet-gesplitst krediet ten belope van 2.533.165 frank |
Artikel 1.Een niet-gesplitst krediet ten belope van 2.533.165 frank |
wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het | wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het |
programma 19-40-3 (basisallocatie 31.01.01) van de Algemene | programma 19-40-3 (basisallocatie 31.01.01) van de Algemene |
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 en wordt verdeeld | uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 en wordt verdeeld |
overeenkomstig de bijgevoegde tabel. | overeenkomstig de bijgevoegde tabel. |
De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke | De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke |
onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken | onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken |
voor het begrotingsjaar 2000. | voor het begrotingsjaar 2000. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 3.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Ambtenarenzaken |
Art. 3.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Ambtenarenzaken |
en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met | en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met |
de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 20 december 2000. | Gegeven te Brussel, 20 december 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Ambtenarenzaken | De Minister van Ambtenarenzaken |
en Modernisering van de openbare besturen, | en Modernisering van de openbare besturen, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |
Bijlage - Annexe | Bijlage - Annexe |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 december 2000. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 december 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Ambtenarenzaken | De Minister van Ambtenarenzaken |
en Modernisering van de openbare besturen, | en Modernisering van de openbare besturen, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |