← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten "
| Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten | Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het | 18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het |
| aantal leden van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten (1) | aantal leden van het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 41; | 41; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 2000 tot oprichting en | Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 2000 tot oprichting en |
| tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair | tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair |
| Subcomité voor de sleepdiensten; | Subcomité voor de sleepdiensten; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten bestaat uit |
Artikel 1.Het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten bestaat uit |
| zes gewone en zes plaatsvervangende leden. | zes gewone en zes plaatsvervangende leden. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 september 2001. | Gegeven te Brussel, 18 september 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 6 december 2000, Belgisch Staatsblad van 19 | Koninklijk besluit van 6 december 2000, Belgisch Staatsblad van 19 |
| december 2000. | december 2000. |