| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar (1) | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar (1) |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
| het brugpensioen vanaf 56 jaar (40 jaar loopbaan) (1) | het brugpensioen vanaf 56 jaar (40 jaar loopbaan) (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
| het brugpensioen vanaf 56 jaar (40 jaar loopbaan), met uitzondering | het brugpensioen vanaf 56 jaar (40 jaar loopbaan), met uitzondering |
| van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 1 van de collectieve | van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 1 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een |
| regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
| werknemers indien zij worden ontslagen. | werknemers indien zij worden ontslagen. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 mei 2008. | Gegeven te Brussel, 18 mei 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2007 |
| Brugpensioen vanaf 56 jaar (40 jaar loopbaan) | Brugpensioen vanaf 56 jaar (40 jaar loopbaan) |
| (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer |
| 85614/CO/145) | 85614/CO/145) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers, tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het | de werknemers, tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het |
| Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren en op hun | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren en op hun |
| werkgevers, met uitzondering van de ondernemingen die zich bezighouden | werkgevers, met uitzondering van de ondernemingen die zich bezighouden |
| met het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen. | met het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen. |
Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad "tot | nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad "tot |
| invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van | invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van |
| sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen", wordt de | sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen", wordt de |
| leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 56 jaar binnen de voorwaarden van | leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 56 jaar binnen de voorwaarden van |
| het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het | het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het |
| conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact en het | conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact en het |
| interprofessioneel akkoord 2007-2008. | interprofessioneel akkoord 2007-2008. |
| De arbeiders moeten ook : | De arbeiders moeten ook : |
| - ontslagen worden om een andere reden dan een dringende reden; | - ontslagen worden om een andere reden dan een dringende reden; |
| - zich kunnen beroepen op een beroepsloopbaan van 40 jaar als | - zich kunnen beroepen op een beroepsloopbaan van 40 jaar als |
| loontrekkende en voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke | loontrekkende en voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke |
| verplichtingen opgelegd door de werkloosheidsreglementering voor | verplichtingen opgelegd door de werkloosheidsreglementering voor |
| bruggepensioneerden. | bruggepensioneerden. |
| § 2. De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar bepaald in artikel 3 moet | § 2. De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar bepaald in artikel 3 moet |
| vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2008 en 31 december 2009 | vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2008 en 31 december 2009 |
| en bovendien op het ogenblik van de beëindiging van de | en bovendien op het ogenblik van de beëindiging van de |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 3.De werknemers bedoeld in artikel 2 hebben na ontslag recht op |
Art. 3.De werknemers bedoeld in artikel 2 hebben na ontslag recht op |
| een aanvullende vergoeding ten laste van het "Waarborg- en Sociaal | een aanvullende vergoeding ten laste van het "Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor het tuinbouwbedrijf", opgericht bij collectieve | Fonds voor het tuinbouwbedrijf", opgericht bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, tot oprichting van een fonds voor | arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, tot oprichting van een fonds voor |
| bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen | bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen |
| verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991. Die | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991. Die |
| aanvullende vergoeding wordt toegekend vanaf het einde van de | aanvullende vergoeding wordt toegekend vanaf het einde van de |
| wettelijke opzeggingstermijn tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. | wettelijke opzeggingstermijn tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. |
Art. 4.De aanvullende vergoeding is gelijk aan 75 procent van het |
Art. 4.De aanvullende vergoeding is gelijk aan 75 procent van het |
| verschil tussen het netto refertemaandloon en de | verschil tussen het netto refertemaandloon en de |
| werkloosheidsuitkering en wordt berekend en aangepast overeenkomstig | werkloosheidsuitkering en wordt berekend en aangepast overeenkomstig |
| de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de | de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de |
| Nationale Arbeidsraad. | Nationale Arbeidsraad. |
Art. 5.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" |
Art. 5.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" |
| neemt de administratie op zich en betaalt de in artikel 3 bedoelde | neemt de administratie op zich en betaalt de in artikel 3 bedoelde |
| aanvullende vergoeding, met inbegrip van de bijzondere maandelijkse | aanvullende vergoeding, met inbegrip van de bijzondere maandelijkse |
| werkgeversbijdragen. | werkgeversbijdragen. |
Art. 6.De artikels 3 tot en met 5 van deze collectieve |
Art. 6.De artikels 3 tot en met 5 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst zijn slechts van toepassing voor de werknemers die | arbeidsovereenkomst zijn slechts van toepassing voor de werknemers die |
| gedurende de twee jaren voorafgaand aan hun brugpensioen onafgebroken | gedurende de twee jaren voorafgaand aan hun brugpensioen onafgebroken |
| door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn geweest met een werkgever | door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn geweest met een werkgever |
| die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteert. | die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteert. |
Art. 7.Onverminderd artikel 4 van deze collectieve |
Art. 7.Onverminderd artikel 4 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, wordt de aanvullende vergoeding door het | arbeidsovereenkomst, wordt de aanvullende vergoeding door het |
| "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" berekend op | "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" berekend op |
| basis van het gemiddelde van de lonen die de werknemer heeft ontvangen | basis van het gemiddelde van de lonen die de werknemer heeft ontvangen |
| gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan zijn brugpensioen en niet | gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan zijn brugpensioen en niet |
| op basis van het loon van de refertemaand. | op basis van het loon van de refertemaand. |
Art. 8.De raad van beheer van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor |
Art. 8.De raad van beheer van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor |
| het tuinbouwbedrijf" stelt de praktische modaliteiten vast met | het tuinbouwbedrijf" stelt de praktische modaliteiten vast met |
| betrekking tot de uitvoering deze overeenkomst. | betrekking tot de uitvoering deze overeenkomst. |
Art. 9.Voor de arbeiders die een vermindering van de |
Art. 9.Voor de arbeiders die een vermindering van de |
| arbeidsprestaties genieten tot een halftijdse betrekking of tot een | arbeidsprestaties genieten tot een halftijdse betrekking of tot een |
| vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van | vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van |
| brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van | brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van |
| het bruto maandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn | het bruto maandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn |
| arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de | arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de |
| werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in | werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in |
| voege voor de aanvang van het tijdskrediet. | voege voor de aanvang van het tijdskrediet. |
Art. 10.De bruggepensioneerden dienen vervangen te worden |
Art. 10.De bruggepensioneerden dienen vervangen te worden |
| overeenkomstig artikel 4 van koninklijk besluit van 7 december 1992. | overeenkomstig artikel 4 van koninklijk besluit van 7 december 1992. |
| De sancties die voortvloeien uit het niet-eerbiedigen door de | De sancties die voortvloeien uit het niet-eerbiedigen door de |
| werkgevers van de wettelijke verplichtingen inzake brugpensioen, | werkgevers van de wettelijke verplichtingen inzake brugpensioen, |
| vallen geheel ten laste van de individuele werkgevers. | vallen geheel ten laste van de individuele werkgevers. |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2008. Zij houdt op van kracht te zijn op 31 december 2009. | januari 2008. Zij houdt op van kracht te zijn op 31 december 2009. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei |
| 2008. | 2008. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |