← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden "
| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER |
| 17 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 17 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële | besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële |
| bevoegdheden | bevoegdheden |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van |
| bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke | bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke |
| besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 juli 2004 en 13 | besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 juli 2004 en 13 |
| februari 2005; | februari 2005; |
| Op de voordracht van Onze Eerste Minister, | Op de voordracht van Onze Eerste Minister, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 |
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 |
| tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij | tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij |
| de koninklijke besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 | de koninklijke besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 |
| juli 2004 en 13 februari 2005, worden de volgende wijzigingen | juli 2004 en 13 februari 2005, worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° in het 3° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister | 1° in het 3° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister |
| van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de | van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de |
| Minister van Mobiliteit »; | Minister van Mobiliteit »; |
| 2° in het 4° wordt het eerste streepje vervangen als volgt : | 2° in het 4° wordt het eerste streepje vervangen als volgt : |
| « - Belgacom, N.M.B.S. Holding, Infrabel, de Nationale Maatschappij | « - Belgacom, N.M.B.S. Holding, Infrabel, de Nationale Maatschappij |
| der Belgische Spoorwegen, De Post, BIAC en Sopima : de Minister van | der Belgische Spoorwegen, De Post, BIAC en Sopima : de Minister van |
| Begroting en Consumentenzaken; »; | Begroting en Consumentenzaken; »; |
| 3° in het 4°, derde, vierde en vijfde streepje, worden de woorden « de | 3° in het 4°, derde, vierde en vijfde streepje, worden de woorden « de |
| Minister van Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de | Minister van Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de |
| Minister van Begroting en Consumentenzaken »; | Minister van Begroting en Consumentenzaken »; |
| 4° in het 5° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister | 4° in het 5° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister |
| van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de | van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de |
| Minister van Werk »; | Minister van Werk »; |
| 5° in het 6° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister | 5° in het 6° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister |
| van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de | van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de |
| Minister van Mobiliteit »; | Minister van Mobiliteit »; |
| 6° in de Franse tekst van het 8° en 9° worden de woorden « la Ministre | 6° in de Franse tekst van het 8° en 9° worden de woorden « la Ministre |
| » telkens vervangen door de woorden « le Ministre »; | » telkens vervangen door de woorden « le Ministre »; |
| 7° in het 20° worden de woorden « de Minister van Economie, | 7° in het 20° worden de woorden « de Minister van Economie, |
| gezamenlijk met de Minister van Werk » vervangen door de woorden « de | gezamenlijk met de Minister van Werk » vervangen door de woorden « de |
| Minister van Economie, gezamenlijk met de Vice-Eerste Minister en | Minister van Economie, gezamenlijk met de Vice-Eerste Minister en |
| Minister van Begroting en Consumentenzaken »; | Minister van Begroting en Consumentenzaken »; |
| 8° in het 26° en 27° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en | 8° in het 26° en 27° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en |
| Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » telkens vervangen door | Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » telkens vervangen door |
| de woorden « de Minister van Begroting en Consumentenzaken »; | de woorden « de Minister van Begroting en Consumentenzaken »; |
| 9° het 29° wordt opgeheven. | 9° het 29° wordt opgeheven. |
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « de |
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « de |
| Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » | Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » |
| vervangen door de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van | vervangen door de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van |
| Begroting en Consumentenzaken ». | Begroting en Consumentenzaken ». |
Art. 3.Dit besluit treedt heden in werking. |
Art. 3.Dit besluit treedt heden in werking. |
Art. 4.Onze Eerste Minister en Onze Ministers zijn, ieder wat hem |
Art. 4.Onze Eerste Minister en Onze Ministers zijn, ieder wat hem |
| betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 17 oktober 2005. | Gegeven te Brussel, 17 oktober 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |