Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 17/01/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal akkoord 1999-2000 van 27 april 1999 "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal akkoord 1999-2000 van 27 april 1999 Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal akkoord 1999-2000 van 27 april 1999
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
17 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 17 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999,
gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal
akkoord 1999-2000 van 27 april 1999 (1) akkoord 1999-2000 van 27 april 1999 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999, gesloten
in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal eindejaarspremie, in uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal
akkoord 1999-2000 van 27 april 1999. akkoord 1999-2000 van 27 april 1999.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 januari 2002. Gegeven te Brussel, 17 januari 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het garagebedrijf Paritair Comité voor het garagebedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999 Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999
Eindejaarspremie Eindejaarspremie
In uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal akkoord 1999-2000 In uitvoering van artikel 4.6. van het nationaal akkoord 1999-2000
van 27 april 1999 van 27 april 1999
(Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999
onder het nummer 53156/CO/112) onder het nummer 53156/CO/112)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die
ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf. ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt
onder « werklieden » verstaan : de werklieden en de werksters. onder « werklieden » verstaan : de werklieden en de werksters.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 2.Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger

Art. 2.Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger

toestanden, wordt een eindejaarspremie door de werkgevers toegekend toestanden, wordt een eindejaarspremie door de werkgevers toegekend
aan de in artikel 1 bedoelde werklieden. aan de in artikel 1 bedoelde werklieden.

Art. 3.Deze eindejaarspremie, berekend op basis van het op 1 december

Art. 3.Deze eindejaarspremie, berekend op basis van het op 1 december

van het jaar van betaling van kracht zijnde uurloon, wordt berekend van het jaar van betaling van kracht zijnde uurloon, wordt berekend
volgens volgende formule : volgens volgende formule :
bovengenoemd uurloon x wekelijkse arbeidsduur op basis van het bovengenoemd uurloon x wekelijkse arbeidsduur op basis van het
betaalregime x 52 : 12. betaalregime x 52 : 12.

Art. 4.De referteperiode voor de berekening van de eindejaarspremie

Art. 4.De referteperiode voor de berekening van de eindejaarspremie

vangt aan op 1 december van het voorgaande jaar en eindigt op 30 vangt aan op 1 december van het voorgaande jaar en eindigt op 30
november van het lopende jaar. november van het lopende jaar.

Art. 5.In de volgende gevallen hebben de werklieden recht op een

Art. 5.In de volgende gevallen hebben de werklieden recht op een

gedeelte van de premie gelijk aan een twaalfde per maand gedeelte van de premie gelijk aan een twaalfde per maand
tewerkstelling in de referteperiode, waarbij elke begonnen maand wordt tewerkstelling in de referteperiode, waarbij elke begonnen maand wordt
beschouwd als een volledig gepresteerde maand : beschouwd als een volledig gepresteerde maand :
§ 1. De werklieden die sedert ten minste drie maanden in de § 1. De werklieden die sedert ten minste drie maanden in de
onderneming tewerkgesteld zijn, maar die geen jaar anciënniteit tellen onderneming tewerkgesteld zijn, maar die geen jaar anciënniteit tellen
op 30 november van het betreffende jaar. op 30 november van het betreffende jaar.
§ 2. De gepensioneerde en bruggepensioneerde werklieden en de § 2. De gepensioneerde en bruggepensioneerde werklieden en de
werklieden die ontslagen worden in de loop van het jaar, om gelijk werklieden die ontslagen worden in de loop van het jaar, om gelijk
welke andere reden dan de dringende reden, en zelfs wanneer zij welke andere reden dan de dringende reden, en zelfs wanneer zij
gedurende hun opzeg een tegenopzeg geven, genieten, op het ogenblik gedurende hun opzeg een tegenopzeg geven, genieten, op het ogenblik
dat zij de onderneming verlaten, de premie naar rato van de geleverde dat zij de onderneming verlaten, de premie naar rato van de geleverde
prestaties gedurende het betreffende jaar. prestaties gedurende het betreffende jaar.
Dezelfde regel geldt voor rechthebbenden van de in de loop van het Dezelfde regel geldt voor rechthebbenden van de in de loop van het
jaar overleden werklieden. jaar overleden werklieden.
§ 3. De werklieden die vrijwillig de onderneming verlaten terwijl zij § 3. De werklieden die vrijwillig de onderneming verlaten terwijl zij
zich in een periode van tijdelijke werkloosheid bevinden in toepassing zich in een periode van tijdelijke werkloosheid bevinden in toepassing
van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten,
genieten de premie naar rato van de geleverde prestaties in het genieten de premie naar rato van de geleverde prestaties in het
beschouwde jaar. beschouwde jaar.
§ 4. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten die zelf hun § 4. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten die zelf hun
arbeidsovereenkomst beëindigen om een job met meer uren te krijgen arbeidsovereenkomst beëindigen om een job met meer uren te krijgen
hebben recht op hun eindejaarspremie pro rata temporis. hebben recht op hun eindejaarspremie pro rata temporis.
§ 5. De werklieden waarvan het contract beëindigd wordt wegens redenen § 5. De werklieden waarvan het contract beëindigd wordt wegens redenen
van overmacht, genieten op het ogenblik dat zij de onderneming van overmacht, genieten op het ogenblik dat zij de onderneming
verlaten, de premie naar rato van de geleverde prestaties gedurende verlaten, de premie naar rato van de geleverde prestaties gedurende
het betreffende jaar. het betreffende jaar.
§ 6. De werklieden met een contract van bepaalde duur, of voor een § 6. De werklieden met een contract van bepaalde duur, of voor een
bepaald werk, of een vervangingsovereenkomst, van minstens 3 maanden bepaald werk, of een vervangingsovereenkomst, van minstens 3 maanden
hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van de geleverde hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van de geleverde
prestaties. Zij genieten deze eindejaarspremie op het ogenblik dat zij prestaties. Zij genieten deze eindejaarspremie op het ogenblik dat zij
de onderneming verlaten. Voor deze gevallen geldt de normale de onderneming verlaten. Voor deze gevallen geldt de normale
referteperiode niet. Wanneer het een contract van meer dan een jaar referteperiode niet. Wanneer het een contract van meer dan een jaar
betreft, wordt per jaar een eindejaarspremie betaald, op basis van de betreft, wordt per jaar een eindejaarspremie betaald, op basis van de
dat jaar geleverde prestaties en waarbij de laatste afrekening ten dat jaar geleverde prestaties en waarbij de laatste afrekening ten
laatste gebeurt op het ogenblik van het verlaten van de onderneming. laatste gebeurt op het ogenblik van het verlaten van de onderneming.
§ 7. Wanneer een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in onderlinge § 7. Wanneer een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in onderlinge
toestemming en het schriftelijk akkoord bevat geen clausule omtrent de toestemming en het schriftelijk akkoord bevat geen clausule omtrent de
eindejaarspremie dan is deze eindejaarspremie pro rata verschuldigd. eindejaarspremie dan is deze eindejaarspremie pro rata verschuldigd.
§ 8. In bovengenoemde gevallen wordt de premie berekend op basis van § 8. In bovengenoemde gevallen wordt de premie berekend op basis van
het uurloon dat normaal betaald wordt op het ogenblik van het vertrek. het uurloon dat normaal betaald wordt op het ogenblik van het vertrek.

Art. 6.De werklieden die vrijwillig de onderneming verlaten in de

Art. 6.De werklieden die vrijwillig de onderneming verlaten in de

loop van het jaar, verliezen het recht op de premie, met uitzondering loop van het jaar, verliezen het recht op de premie, met uitzondering
van de gevallen voorzien bij artikel 5, indien de opzegtermijn van de gevallen voorzien bij artikel 5, indien de opzegtermijn
verstrijkt vóór 30 november. verstrijkt vóór 30 november.

Art. 7.Voor de betaling van de premie worden de schorsingen van de

Art. 7.Voor de betaling van de premie worden de schorsingen van de

arbeidsovereenkomst wegens zwangerschaps- en bevallingsrust arbeidsovereenkomst wegens zwangerschaps- en bevallingsrust
gelijkgesteld met effectieve prestaties. gelijkgesteld met effectieve prestaties.

Art. 8.Voor de betaling van de premie zijn alle gevallen van

Art. 8.Voor de betaling van de premie zijn alle gevallen van

schorsing van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld, behoudens : schorsing van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld, behoudens :
§ 1. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst om reden van § 1. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst om reden van
militaire dienst, wordt de premie betaald naar rato van de effectief militaire dienst, wordt de premie betaald naar rato van de effectief
gepresteerde werktijd in de referteperiode. gepresteerde werktijd in de referteperiode.
§ 2. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens ongeval § 2. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens ongeval
of gewone ziekte, wordt de gelijkstelling begrensd tot maximum 30 of gewone ziekte, wordt de gelijkstelling begrensd tot maximum 30
kalenderdagen per refertejaar. kalenderdagen per refertejaar.
§ 3. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens § 3. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens
tijdelijke werkloosheid in toepassing van artikel 51 van de wet van 3 tijdelijke werkloosheid in toepassing van artikel 51 van de wet van 3
juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten wordt de gelijkstelling begrensd juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten wordt de gelijkstelling begrensd
tot maximum 120 dagen in het refertejaar. tot maximum 120 dagen in het refertejaar.
§ 4. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens § 4. In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens
arbeidsongeval of beroepsziekte, wordt de gelijkstelling begrensd tot arbeidsongeval of beroepsziekte, wordt de gelijkstelling begrensd tot
de eerste twaalf maanden van de ononderbroken ongeschiktheid. de eerste twaalf maanden van de ononderbroken ongeschiktheid.
Voor elke dag van schorsing van de arbeidsovereenkomst die niet is Voor elke dag van schorsing van de arbeidsovereenkomst die niet is
gelijkgesteld, wordt het bedrag van de eindejaarspremie met 1/260e gelijkgesteld, wordt het bedrag van de eindejaarspremie met 1/260e
verminderd. verminderd.

Art. 9.De eindejaarspremie wordt ten laatste op 20 december

Art. 9.De eindejaarspremie wordt ten laatste op 20 december

uitbetaald. uitbetaald.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 1 juli

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 1 juli

1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf,
geregistreerd onder het nummer 45994/CO/112 op 18 november 1997. geregistreerd onder het nummer 45994/CO/112 op 18 november 1997.
HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 1999 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. ingang van 1 januari 1999 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, met Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, met
een opzeg van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief een opzeg van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief
aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en
aan de in dat paritair comité vertegenwoordigde organisaties. aan de in dat paritair comité vertegenwoordigde organisaties.
Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2001. Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari
2002. 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^