| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het tijdskrediet | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het tijdskrediet |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 16 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 16 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, | gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, |
| betreffende het tijdskrediet (1) | betreffende het tijdskrediet (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige |
| kleinhandel; | kleinhandel; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, | gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, |
| betreffende het tijdskrediet. | betreffende het tijdskrediet. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 16 april 2018. | Gegeven te Brussel, 16 april 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel | Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 |
| Tijdskrediet | Tijdskrediet |
| (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2017 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2017 onder het nummer |
| 142086/CO/201) | 142086/CO/201) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
| op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren | op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel en voor | onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel en voor |
| zover de ondernemingen 20 of meer werknemers tewerkstellen. | zover de ondernemingen 20 of meer werknemers tewerkstellen. |
| § 2. Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers | § 2. Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers |
| tewerkstelt, moet men het gemiddelde berekenen van de tewerkstelling | tewerkstelt, moet men het gemiddelde berekenen van de tewerkstelling |
| tijdens het 4de kwartaal van het "kalenderjaar -2" en het 1ste tot en | tijdens het 4de kwartaal van het "kalenderjaar -2" en het 1ste tot en |
| met het 3de kwartaal van het "kalenderjaar -1". Het gemiddelde wordt | met het 3de kwartaal van het "kalenderjaar -1". Het gemiddelde wordt |
| verkregen door het totaal aantal werknemers in dienst op het einde van | verkregen door het totaal aantal werknemers in dienst op het einde van |
| ieder van de bedoelde kwartalen te delen door het aantal kwartalen | ieder van de bedoelde kwartalen te delen door het aantal kwartalen |
| waarvoor een aangifte werd ingediend. | waarvoor een aangifte werd ingediend. |
| Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen | Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen |
| aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het | aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het |
| eerste burgerlijk kwartaal waarvoor de betrokken onderneming een | eerste burgerlijk kwartaal waarvoor de betrokken onderneming een |
| aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend. | aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend. |
| § 3. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden | § 3. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden |
| bedoeld. | bedoeld. |
| HOOFDSTUK II. - Kader | HOOFDSTUK II. - Kader |
Art. 2.De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de |
Art. 2.De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de |
| regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering | regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering |
| van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en | van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en |
| landingsbanen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, | landingsbanen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, |
| gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 103bis van 27 | gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 103bis van 27 |
| april 2015 en nr. 103ter van 20 december 2016. | april 2015 en nr. 103ter van 20 december 2016. |
| HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden | HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden |
Art. 3.De werknemers hebben volgens de hierna bepaalde modaliteiten |
Art. 3.De werknemers hebben volgens de hierna bepaalde modaliteiten |
| recht op tijdskrediet. | recht op tijdskrediet. |
Art. 4.Het uitvoerend personeel heeft recht op de volgende vormen van |
Art. 4.Het uitvoerend personeel heeft recht op de volgende vormen van |
| tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : | tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : |
| - Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met | - Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met |
| motief gedurende maximum 36 of 51 maanden; | motief gedurende maximum 36 of 51 maanden; |
| - Halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het | - Halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het |
| stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; | stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; |
| - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van | - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van |
| landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een | landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een |
| beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. | beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. |
Art. 5.Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volgende |
Art. 5.Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volgende |
| vormen van tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst | vormen van tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst |
| nr. 103 : | nr. 103 : |
| - Voltijds tijdskrediet met motief gedurende maximum 36 of 51 maanden; | - Voltijds tijdskrediet met motief gedurende maximum 36 of 51 maanden; |
| - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van | - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van |
| landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; | landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; |
| - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van | - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van |
| landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een | landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een |
| beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. | beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen. |
Art. 6.De werknemers van 55 jaar of ouder hebben, zonder beperking in |
Art. 6.De werknemers van 55 jaar of ouder hebben, zonder beperking in |
| het percentage voorzien in artikel 16, § 1 van de collectieve | het percentage voorzien in artikel 16, § 1 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 103 (5 pct.), recht op een 1/5de | arbeidsovereenkomst nr. 103 (5 pct.), recht op een 1/5de |
| loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen | loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen |
| vanaf de leeftijd van 55 jaar zoals voorzien in artikel 8, § 1, 1° van | vanaf de leeftijd van 55 jaar zoals voorzien in artikel 8, § 1, 1° van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
| HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels | HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels |
Art. 7.Conform artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 7.Conform artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| nr. 103 worden werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5de | nr. 103 worden werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5de |
| loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd niet meegerekend | loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd niet meegerekend |
| voor de vaststelling van het percentage vermeld in artikel 16, § 1 van | voor de vaststelling van het percentage vermeld in artikel 16, § 1 van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. |
Art. 8.De perioden van schorsing of vermindering van de |
Art. 8.De perioden van schorsing of vermindering van de |
| arbeidsprestaties worden opgenomen conform de bepalingen in de | arbeidsprestaties worden opgenomen conform de bepalingen in de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Voor het tijdskrediet zonder | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Voor het tijdskrediet zonder |
| motief dient de opname telkens te gebeuren in blokken van minstens 1 | motief dient de opname telkens te gebeuren in blokken van minstens 1 |
| jaar. | jaar. |
| HOOFDSTUK V. - Premie sociaal fonds | HOOFDSTUK V. - Premie sociaal fonds |
Art. 9.§ 1. Een premie van 25 EUR per maand wordt betaald aan |
Art. 9.§ 1. Een premie van 25 EUR per maand wordt betaald aan |
| werknemers vanaf 55 jaar die hun prestaties met 1/5de verminderen. De | werknemers vanaf 55 jaar die hun prestaties met 1/5de verminderen. De |
| premie wordt betaald door het sociaal fonds opgericht door de | premie wordt betaald door het sociaal fonds opgericht door de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, afgesloten in | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, afgesloten in |
| het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot oprichting | het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot oprichting |
| van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn | van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn |
| statuten. | statuten. |
| § 2. De financiering van deze premie gebeurt ten belope van de | § 2. De financiering van deze premie gebeurt ten belope van de |
| reserves van de premies van de kinderopvang voorzien in het sociaal | reserves van de premies van de kinderopvang voorzien in het sociaal |
| fonds. | fonds. |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 |
| juli 2017. Zij houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2019. | juli 2017. Zij houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2019. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |