← Terug naar "Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 21 februari 2014 tot bepaling van de activiteiten vermeld in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c). 2. Vanaf nu gaat het om artikel 46, § 1, 1°, 2° en 3° van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitvoering van de gezondheidszorgberoepen van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen kan stellen die verband houden met zijn functie, gericht aan de beheersorganen van de ziekenhuizen, de ambulancediensten, de hulpverlener-ambulanciers, de verpleegkundigen en de artsen "
Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 21 februari 2014 tot bepaling van de activiteiten vermeld in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c). 2. Vanaf nu gaat het om artikel 46, § 1, 1°, 2° en 3° van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitvoering van de gezondheidszorgberoepen van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen kan stellen die verband houden met zijn functie, gericht aan de beheersorganen van de ziekenhuizen, de ambulancediensten, de hulpverlener-ambulanciers, de verpleegkundigen en de artsen | Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 21 februari 2014 tot bepaling van de activiteiten vermeld in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c). 2. Vanaf nu gaat het om artikel 46, § 1, 1°, 2° en 3° van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitvoering van de gezondheidszorgberoepen van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen kan stellen die verband houden met zijn functie, gericht aan de beheersorganen van de ziekenhuizen, de ambulancediensten, de hulpverlener-ambulanciers, de verpleegkundigen en de artsen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
15 OKTOBER 2015. - Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk | 15 OKTOBER 2015. - Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk |
besluit van 21 februari 2014 tot bepaling van de activiteiten vermeld | besluit van 21 februari 2014 tot bepaling van de activiteiten vermeld |
in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c). 2. Vanaf nu gaat het om | in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c). 2. Vanaf nu gaat het om |
artikel 46, § 1, 1°, 2° en 3° van de gecoördineerde wet van 10 mei | artikel 46, § 1, 1°, 2° en 3° van de gecoördineerde wet van 10 mei |
2015 betreffende de uitvoering van de gezondheidszorgberoepen van het | 2015 betreffende de uitvoering van de gezondheidszorgberoepen van het |
koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de | koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de |
uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de | uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de |
hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de | hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de |
nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen | nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen |
kan stellen die verband houden met zijn functie, gericht aan de | kan stellen die verband houden met zijn functie, gericht aan de |
beheersorganen van de ziekenhuizen, de ambulancediensten, de | beheersorganen van de ziekenhuizen, de ambulancediensten, de |
hulpverlener-ambulanciers, de verpleegkundigen en de artsen | hulpverlener-ambulanciers, de verpleegkundigen en de artsen |
Inleiding | Inleiding |
De lijst van activiteiten die een hulpverlener ambulancier mag | De lijst van activiteiten die een hulpverlener ambulancier mag |
uitvoeren en de voorwaarden voor uitvoering van deze activiteiten werd | uitvoeren en de voorwaarden voor uitvoering van deze activiteiten werd |
vastgelegd in het koninklijk besluit van 21 februari 2014 tot bepaling | vastgelegd in het koninklijk besluit van 21 februari 2014 tot bepaling |
van de activiteiten vermeld in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c), | van de activiteiten vermeld in artikel 21quinquies, § 1, a), b) en c), |
van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de | van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de |
uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de | uitoefening van de gezondheidszorgberoepen die de |
hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de | hulpverlener-ambulancier kan uitvoeren, en tot vaststelling van de |
nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen | nadere regels waaronder de hulpverlener-ambulancier deze handelingen |
kan stellen die verband houden met zijn functie (hierna "K.B. van 21 | kan stellen die verband houden met zijn functie (hierna "K.B. van 21 |
februari 2014"). | februari 2014"). |
Na de publicatie van het K.B. van 21 februari 2014 werd vastgesteld | Na de publicatie van het K.B. van 21 februari 2014 werd vastgesteld |
dat het werkveld nood heeft aan een bijkomende toelichting over de | dat het werkveld nood heeft aan een bijkomende toelichting over de |
interpretatie van dit besluit. | interpretatie van dit besluit. |
Deze omzendbrief biedt dus een verduidelijking bij het K.B. van 21 | Deze omzendbrief biedt dus een verduidelijking bij het K.B. van 21 |
februari 2014 en is gebaseerd op advies 2014/02 van de Technische | februari 2014 en is gebaseerd op advies 2014/02 van de Technische |
Commissie voor Verpleegkunde. | Commissie voor Verpleegkunde. |
1. Toepassingsgebied | 1. Toepassingsgebied |
1.1. De Dringende Geneeskundige Hulpverlening | 1.1. De Dringende Geneeskundige Hulpverlening |
Hoofdstuk 6 van de wet betreffende de uitoefening van de | Hoofdstuk 6 van de wet betreffende de uitoefening van de |
gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 (hierna | gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 (hierna |
"gecoördineerde wet"), en het K.B. van 21 februari 2014 zijn van | "gecoördineerde wet"), en het K.B. van 21 februari 2014 zijn van |
toepassing op de hulpverleners-ambulanciers die optreden in het kader | toepassing op de hulpverleners-ambulanciers die optreden in het kader |
van de wet op de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH), dus na | van de wet op de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH), dus na |
opvordering door het Hulpcentrum 112. | opvordering door het Hulpcentrum 112. |
De handelingen in het K.B. van 21 februari 2014 mogen uitgevoerd | De handelingen in het K.B. van 21 februari 2014 mogen uitgevoerd |
worden door de hulpverleners-ambulanciers die rijden in opdracht van | worden door de hulpverleners-ambulanciers die rijden in opdracht van |
het Hulpcentrum 112. Dit geldt voor de normale interventies van de | het Hulpcentrum 112. Dit geldt voor de normale interventies van de |
ambulancediensten `112', tijdens de oproepen voor bijstand voor het | ambulancediensten `112', tijdens de oproepen voor bijstand voor het |
Medisch Interventieplan (MIP) en tijdens de inzet van geaccrediteerde | Medisch Interventieplan (MIP) en tijdens de inzet van geaccrediteerde |
ambulances bij massamanifestaties na goedkeuring door de provinciale | ambulances bij massamanifestaties na goedkeuring door de provinciale |
commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening. | commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening. |
Hulpverleners-ambulanciers die buiten het kader van de DGH werken, | Hulpverleners-ambulanciers die buiten het kader van de DGH werken, |
mogen deze handelingen niet uitvoeren. | mogen deze handelingen niet uitvoeren. |
Het is dus niet voldoende de badge DGH te hebben, de | Het is dus niet voldoende de badge DGH te hebben, de |
hulpverlener-ambulancier moet ook optreden in het kader van een | hulpverlener-ambulancier moet ook optreden in het kader van een |
112-opdracht. | 112-opdracht. |
Ambulanciers die rijden bij ambulancediensten buiten het 112-net zijn | Ambulanciers die rijden bij ambulancediensten buiten het 112-net zijn |
niet erkend door deze wetgeving. Het `Patiëntenvervoer' is erkend als | niet erkend door deze wetgeving. Het `Patiëntenvervoer' is erkend als |
paramedisch beroep in het kader van de gecoördineerde wet. De | paramedisch beroep in het kader van de gecoördineerde wet. De |
bevoegdheid van ambulanciers buiten de diensten 112 wordt daar | bevoegdheid van ambulanciers buiten de diensten 112 wordt daar |
geregeld. Tot nu toe is er echter geen uitvoering van dit deel van de | geregeld. Tot nu toe is er echter geen uitvoering van dit deel van de |
gecoördineerde wet zodat er geen handelingen of opleiding zijn | gecoördineerde wet zodat er geen handelingen of opleiding zijn |
vastgesteld. | vastgesteld. |
1.2. Verpleegkunde en eerste hulp | 1.2. Verpleegkunde en eerste hulp |
De hulpverlener-ambulancier werkt onder toezicht van een | De hulpverlener-ambulancier werkt onder toezicht van een |
verpleegkundige en/of een arts. | verpleegkundige en/of een arts. |
De handelingen die de hulpverlener-ambulancier mag uitvoeren, staan | De handelingen die de hulpverlener-ambulancier mag uitvoeren, staan |
ook op de lijst van de verpleegkundige handelingen. | ook op de lijst van de verpleegkundige handelingen. |
Handelingen die niet op de lijst van een erkend gezondheidszorgberoep | Handelingen die niet op de lijst van een erkend gezondheidszorgberoep |
staan, mogen door iedereen uitgevoerd worden. Reanimatie (hartmassage | staan, mogen door iedereen uitgevoerd worden. Reanimatie (hartmassage |
en mond-op-mond, basic life support) staat bijvoorbeeld niet op de | en mond-op-mond, basic life support) staat bijvoorbeeld niet op de |
lijst van hulpverleners-ambulanciers of verpleegkundigen omdat | lijst van hulpverleners-ambulanciers of verpleegkundigen omdat |
iedereen dit moet kunnen uitvoeren. Uiteraard wordt dit ook van | iedereen dit moet kunnen uitvoeren. Uiteraard wordt dit ook van |
professionals verwacht. Andersom, een handeling op een lijst mag enkel | professionals verwacht. Andersom, een handeling op een lijst mag enkel |
door de bevoegde beroepsbeoefenaars uitgevoerd worden. | door de bevoegde beroepsbeoefenaars uitgevoerd worden. |
Een aantal basistechnieken in de Eerste Hulp (EHBO) mag en moet ook | Een aantal basistechnieken in de Eerste Hulp (EHBO) mag en moet ook |
door andere hulpverleners kunnen uitgevoerd worden. Het is niet | door andere hulpverleners kunnen uitgevoerd worden. Het is niet |
efficiënt of wenselijk dat enkel verpleegkundigen een `dagdagelijks' | efficiënt of wenselijk dat enkel verpleegkundigen een `dagdagelijks' |
wondje mogen verzorgen. Bepaalde personen hebben hiervoor een | wondje mogen verzorgen. Bepaalde personen hebben hiervoor een |
opleiding, bijv. vrijwilligers bij het Rode Kruis, | opleiding, bijv. vrijwilligers bij het Rode Kruis, |
bedrijfshulpverleners, leiders bij de jeugdbeweging... | bedrijfshulpverleners, leiders bij de jeugdbeweging... |
Stelpen van bloedingen en leggen van een drukverband op bloedingen, | Stelpen van bloedingen en leggen van een drukverband op bloedingen, |
spoelen en afdekken van wonden, ontsmetting ter plaatse, | spoelen en afdekken van wonden, ontsmetting ter plaatse, |
spoelen/koelen van brandwonden, spoelen van een oog met fysiologische | spoelen/koelen van brandwonden, spoelen van een oog met fysiologische |
zoutoplossing voor verwijderen van een eenvoudig vuiltje behoren tot | zoutoplossing voor verwijderen van een eenvoudig vuiltje behoren tot |
de algemene eerste hulp en mogen door iedereen uitgevoerd worden. | de algemene eerste hulp en mogen door iedereen uitgevoerd worden. |
Hetzelfde geldt voor immobilisatie: het spalken van (eventuele) | Hetzelfde geldt voor immobilisatie: het spalken van (eventuele) |
fracturen en gebruik van essentiële hulpmiddelen als halskraag, | fracturen en gebruik van essentiële hulpmiddelen als halskraag, |
schepbrancard, vacuümmatras of wervelplank behoren tot de eerste hulp | schepbrancard, vacuümmatras of wervelplank behoren tot de eerste hulp |
en zijn geen voorbehouden medische handelingen. | en zijn geen voorbehouden medische handelingen. |
Uiteraard wordt verwacht dat personen die deze handelingen stellen, | Uiteraard wordt verwacht dat personen die deze handelingen stellen, |
daarvoor voldoende opleiding en ervaring hebben. Zo niet, kunnen ze | daarvoor voldoende opleiding en ervaring hebben. Zo niet, kunnen ze |
aansprakelijk gesteld worden als het slachtoffer schade zou | aansprakelijk gesteld worden als het slachtoffer schade zou |
ondervinden. | ondervinden. |
1.3. Preventieve hulpdiensten | 1.3. Preventieve hulpdiensten |
Een aantal verenigingen en organisaties verzorgt preventieve bijstand | Een aantal verenigingen en organisaties verzorgt preventieve bijstand |
voor Eerste Hulp bij uiteenlopende manifestaties. Deze preventieve | voor Eerste Hulp bij uiteenlopende manifestaties. Deze preventieve |
diensten vallen niet onder de wetgeving voor DGH. | diensten vallen niet onder de wetgeving voor DGH. |
De hulpverleners mogen Eerste Hulp verlenen zoals hierboven vermeld, | De hulpverleners mogen Eerste Hulp verlenen zoals hierboven vermeld, |
maar geen handelingen van hulpverleners-ambulanciers of | maar geen handelingen van hulpverleners-ambulanciers of |
verpleegkundigen uitvoeren (tenzij ze arts of verpleegkundige zijn). | verpleegkundigen uitvoeren (tenzij ze arts of verpleegkundige zijn). |
Hulpverleners-ambulanciers die bij deze hulpdiensten aanwezig zijn, | Hulpverleners-ambulanciers die bij deze hulpdiensten aanwezig zijn, |
mogen de handelingen van het K.B. van 21 februari 2014 niet toepassen | mogen de handelingen van het K.B. van 21 februari 2014 niet toepassen |
omdat ze op dat ogenblik niet in dienst zijn voor het hulpnet 112. | omdat ze op dat ogenblik niet in dienst zijn voor het hulpnet 112. |
Wanneer beroep gedaan wordt op het Hulpcentrum 112 voor hulpverlening | Wanneer beroep gedaan wordt op het Hulpcentrum 112 voor hulpverlening |
of afvoer van een slachtoffer, geldt het K.B. van 21 februari 2014 van | of afvoer van een slachtoffer, geldt het K.B. van 21 februari 2014 van |
bij de aankomst van de ambulance 112. | bij de aankomst van de ambulance 112. |
Bij grote evenementen worden soms ambulance(s) of Mobiele Urgentie | Bij grote evenementen worden soms ambulance(s) of Mobiele Urgentie |
Groep(en) (MUG) vooraf erkend door de provinciale commissie dringende | Groep(en) (MUG) vooraf erkend door de provinciale commissie dringende |
geneeskundige hulpverlening en/of de federale Gezondheidsinspectie en | geneeskundige hulpverlening en/of de federale Gezondheidsinspectie en |
geaccrediteerd door het Hulpcentrum 112. Zij zijn dan in opdracht van | geaccrediteerd door het Hulpcentrum 112. Zij zijn dan in opdracht van |
het Hulpcentrum 112 en vallen wel onder de wet DGH. | het Hulpcentrum 112 en vallen wel onder de wet DGH. |
1.4. Verzorgingsinstellingen | 1.4. Verzorgingsinstellingen |
De regelgeving voor hulpverleners-ambulanciers geldt volgens de | De regelgeving voor hulpverleners-ambulanciers geldt volgens de |
gecoördineerde wet voor opdrachten in de DGH. Ze is niet van | gecoördineerde wet voor opdrachten in de DGH. Ze is niet van |
toepassing voor hulpverleners-ambulanciers die tewerkgesteld zijn in | toepassing voor hulpverleners-ambulanciers die tewerkgesteld zijn in |
ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, instellingen voor personen met een | ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, instellingen voor personen met een |
handicap e.d. Die zijn op dat ogenblik niet in dienst voor het systeem | handicap e.d. Die zijn op dat ogenblik niet in dienst voor het systeem |
112 en mogen de handelingen dus wettelijk niet uitvoeren. | 112 en mogen de handelingen dus wettelijk niet uitvoeren. |
2. De handelingen van de hulpverlener-ambulancier | 2. De handelingen van de hulpverlener-ambulancier |
Het K.B. van 21 februari 2014 geeft de lijst van handelingen weer | Het K.B. van 21 februari 2014 geeft de lijst van handelingen weer |
waarvoor de hulpverlener-ambulancier bevoegd is bij de 112 opdrachten. | waarvoor de hulpverlener-ambulancier bevoegd is bij de 112 opdrachten. |
Deze lijst wordt hierna weergegeven en waar nodig verduidelijkt. De | Deze lijst wordt hierna weergegeven en waar nodig verduidelijkt. De |
verduidelijkingen worden telkens cursief weergegeven. | verduidelijkingen worden telkens cursief weergegeven. |
2.1. Behandelingen | 2.1. Behandelingen |
a) Ademhalingsstelsel: | a) Ademhalingsstelsel: |
- aspiratie van de bovenste luchtwegen; | - aspiratie van de bovenste luchtwegen; |
- aspiratie van de luchtwegen bij patiënten met een kunstmatige | - aspiratie van de luchtwegen bij patiënten met een kunstmatige |
luchtweg in aanwezigheid van een arts of verpleegkundige; | luchtweg in aanwezigheid van een arts of verpleegkundige; |
Als kunstmatige luchtweg wordt beschouwd: een larynxmasker, een | Als kunstmatige luchtweg wordt beschouwd: een larynxmasker, een |
endotracheale tube of een tracheotomiecanule. Aspiratie gebeurt hier | endotracheale tube of een tracheotomiecanule. Aspiratie gebeurt hier |
voorbij de larynx dus moet volledig steriel gebeuren. | voorbij de larynx dus moet volledig steriel gebeuren. |
- toezicht op patiënten met een kunstmatige luchtweg; | - toezicht op patiënten met een kunstmatige luchtweg; |
- toezicht op de patiënt met een geassisteerde of gecontroleerde | - toezicht op de patiënt met een geassisteerde of gecontroleerde |
beademing, in aanwezigheid van een arts of verpleegkundige; | beademing, in aanwezigheid van een arts of verpleegkundige; |
De hulpverlener-ambulancier vervoert een patiënt met beademingstoestel | De hulpverlener-ambulancier vervoert een patiënt met beademingstoestel |
niet zelfstandig, maar kan wel tijdelijk een beademde patiënt | niet zelfstandig, maar kan wel tijdelijk een beademde patiënt |
observeren terwijl de arts of de verpleegkundige met andere patiënten | observeren terwijl de arts of de verpleegkundige met andere patiënten |
of zorgen bezig zijn, in afwachting van het vervoer. | of zorgen bezig zijn, in afwachting van het vervoer. |
- cardiopulmonaire resuscitatie (CRP) met niet-invasieve middelen; | - cardiopulmonaire resuscitatie (CRP) met niet-invasieve middelen; |
Dit omvat: gebruik van een zakmasker, gebruik van een mayo- of | Dit omvat: gebruik van een zakmasker, gebruik van een mayo- of |
geudelcanule, gebruik van een beademingsballon. | geudelcanule, gebruik van een beademingsballon. |
- zuurstoftoediening; | - zuurstoftoediening; |
De hoeveelheid zuurstof die toegediend wordt bij welke patiënt, en met | De hoeveelheid zuurstof die toegediend wordt bij welke patiënt, en met |
welk middel, moet vooraf beschreven zijn in het staand order. Hierbij | welk middel, moet vooraf beschreven zijn in het staand order. Hierbij |
wordt in eerste instantie uitgegaan van de gemeten zuurstofsaturatie. | wordt in eerste instantie uitgegaan van de gemeten zuurstofsaturatie. |
- hulp bij de cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen. | - hulp bij de cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen. |
Binnen deze lijst van handelingen betekent "hulp" dat de | Binnen deze lijst van handelingen betekent "hulp" dat de |
hulpverlener-ambulancier de arts en/of verpleegkundige helpt bij het | hulpverlener-ambulancier de arts en/of verpleegkundige helpt bij het |
uitvoeren van de handeling, waarbij er direct verbaal en visueel | uitvoeren van de handeling, waarbij er direct verbaal en visueel |
contact tussen hen bestaat. De hulpverlener-ambulancier voert de | contact tussen hen bestaat. De hulpverlener-ambulancier voert de |
techniek niet zelf uit, dit blijft de bevoegdheid van de arts of | techniek niet zelf uit, dit blijft de bevoegdheid van de arts of |
verpleegkundige. Dit betekent bijv. dat de hulpverlener-ambulancier | verpleegkundige. Dit betekent bijv. dat de hulpverlener-ambulancier |
het nodige materiaal klaarneemt, voorbereidt en aangeeft, de patiënt | het nodige materiaal klaarneemt, voorbereidt en aangeeft, de patiënt |
zo nodig in een goede houding houdt, waar nodig de richtlijnen van het | zo nodig in een goede houding houdt, waar nodig de richtlijnen van het |
MUG-team uitvoert, ingebrachte materialen fixeert of helpt fixeren, | MUG-team uitvoert, ingebrachte materialen fixeert of helpt fixeren, |
afval verwijdert, het materiaal opbergt en dergelijke. | afval verwijdert, het materiaal opbergt en dergelijke. |
Bij de cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen helpt de | Bij de cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen helpt de |
hulpverlener-ambulancier de arts/verpleegkundige bij het uitvoeren van | hulpverlener-ambulancier de arts/verpleegkundige bij het uitvoeren van |
o.a. volgende technieken: plaatsen van een endotracheale tube, | o.a. volgende technieken: plaatsen van een endotracheale tube, |
plaatsen van een larynxmasker, gebruik van een manuele defibrillator, | plaatsen van een larynxmasker, gebruik van een manuele defibrillator, |
toepassing van niet-invasieve mechanische beademingstechieken (bijv. | toepassing van niet-invasieve mechanische beademingstechieken (bijv. |
CPAP, BiPAP, Boussignac) en pleurale punctie bij | CPAP, BiPAP, Boussignac) en pleurale punctie bij |
spanningspneumothorax. | spanningspneumothorax. |
Het gebruik van de Automatische Externe Defibrillator (AED) is geen | Het gebruik van de Automatische Externe Defibrillator (AED) is geen |
medische/verpleegkundige handeling maar is vrij toepasbaar voor elke | medische/verpleegkundige handeling maar is vrij toepasbaar voor elke |
helper, vrijwillig of beroeps. Iedereen mag de AED gebruiken. | helper, vrijwillig of beroeps. Iedereen mag de AED gebruiken. |
b) Bloedsomloopstelsel: | b) Bloedsomloopstelsel: |
- hulp bij het plaatsen van intraveneuze katheters in een perifere | - hulp bij het plaatsen van intraveneuze katheters in een perifere |
vene, een subcutaan poortsysteem of een intra-osseuse katheter, en | vene, een subcutaan poortsysteem of een intra-osseuse katheter, en |
bloedafneming; | bloedafneming; |
- hulp bij een perifeer infuus: voorbereiding van een infuus zonder | - hulp bij een perifeer infuus: voorbereiding van een infuus zonder |
toegevoegde medicatie; | toegevoegde medicatie; |
Voorbereiding van een infuus houdt in het klaarnemen en aangeven van | Voorbereiding van een infuus houdt in het klaarnemen en aangeven van |
het materiaal, steriel aankoppelen, purgeren en aangeven van de | het materiaal, steriel aankoppelen, purgeren en aangeven van de |
trousse en (hulp bij) het vastkleven van het infuus. | trousse en (hulp bij) het vastkleven van het infuus. |
- toezicht op de patiënt met perifere intraveneuze perfusies, voor | - toezicht op de patiënt met perifere intraveneuze perfusies, voor |
zover het gaat om perfusies zonder toegevoegde medicatie, dat de | zover het gaat om perfusies zonder toegevoegde medicatie, dat de |
perfusie gebeurt zonder bijkomende technische middelen en tijdens het | perfusie gebeurt zonder bijkomende technische middelen en tijdens het |
vervoer van de patiënt. | vervoer van de patiënt. |
Onder technische hulpmiddelen worden spuitpompen, infuuspompen, | Onder technische hulpmiddelen worden spuitpompen, infuuspompen, |
apparaten voor elektronisch toezicht of regeling verstaan. | apparaten voor elektronisch toezicht of regeling verstaan. |
c) Medicamenteuze toedieningen: | c) Medicamenteuze toedieningen: |
- voorbereiding van enkelvoudige inspuitbare geneesmiddelen, niet | - voorbereiding van enkelvoudige inspuitbare geneesmiddelen, niet |
behorend tot de verdovende middelen, zonder verdunning en met het | behorend tot de verdovende middelen, zonder verdunning en met het |
volledig volume, voor toediening door de arts of de verpleegkundige; | volledig volume, voor toediening door de arts of de verpleegkundige; |
- toediening van geneesmiddelen langs orale weg of door inhalatie, in | - toediening van geneesmiddelen langs orale weg of door inhalatie, in |
aanwezigheid van een arts of een verpleegkundige houder van de | aanwezigheid van een arts of een verpleegkundige houder van de |
bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de | bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de |
intensieve zorg en spoedgevallenzorg, of een verpleegkundige houder | intensieve zorg en spoedgevallenzorg, of een verpleegkundige houder |
van een geldig brevet van hulpverlener-ambulancier; | van een geldig brevet van hulpverlener-ambulancier; |
- toediening van geneesmiddelen langs orale weg of inhalatie, op | - toediening van geneesmiddelen langs orale weg of inhalatie, op |
mondeling voorschrift van de arts van de MUG die door het eenvormig | mondeling voorschrift van de arts van de MUG die door het eenvormig |
oproepstelsel is uitgezonden om de patiënt te behandelen. | oproepstelsel is uitgezonden om de patiënt te behandelen. |
Het K.B. van 18 juni 1990 met de lijst van verpleegkundige handelingen | Het K.B. van 18 juni 1990 met de lijst van verpleegkundige handelingen |
definieert een mondeling medisch voorschrift als "eventueel | definieert een mondeling medisch voorschrift als "eventueel |
telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld", wat voldoende is | telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld", wat voldoende is |
voor toepassing in de DGH. In aanwezigheid van de arts herhaalt de | voor toepassing in de DGH. In aanwezigheid van de arts herhaalt de |
uitvoerder het mondeling voorschrift en verwittigt hij wanneer hij het | uitvoerder het mondeling voorschrift en verwittigt hij wanneer hij het |
uitvoert. | uitvoert. |
De arts houdt uiteraard de volledige verantwoordelijkheid voor de | De arts houdt uiteraard de volledige verantwoordelijkheid voor de |
keuze van de medicatie en de opdracht voor de toediening. Gezien de | keuze van de medicatie en de opdracht voor de toediening. Gezien de |
hulpverlener-ambulancier geen opleiding krijgt in geneesmiddelenleer | hulpverlener-ambulancier geen opleiding krijgt in geneesmiddelenleer |
(incl. contra-indicaties, nevenwerkingen en interacties van | (incl. contra-indicaties, nevenwerkingen en interacties van |
geneesmiddelen) is hierbij grote voorzichtigheid aangewezen. | geneesmiddelen) is hierbij grote voorzichtigheid aangewezen. |
2.2. Bijzondere technieken | 2.2. Bijzondere technieken |
a) Mobiliteit en vervoer: | a) Mobiliteit en vervoer: |
- de patiënt in een functionele houding brengen met technische | - de patiënt in een functionele houding brengen met technische |
hulpmiddelen en het toezicht hierop; | hulpmiddelen en het toezicht hierop; |
- het vervoer van de patiënten bedoeld in de wet van 8 juli 1964 op de | - het vervoer van de patiënten bedoeld in de wet van 8 juli 1964 op de |
dringende geneeskundige hulpverlening. | dringende geneeskundige hulpverlening. |
"Vervoer van patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben" blijft | "Vervoer van patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben" blijft |
volgens het K.B. van 18 juni 1990 de bevoegdheid van de | volgens het K.B. van 18 juni 1990 de bevoegdheid van de |
verpleegkundige en mag niet uitgevoerd worden door de | verpleegkundige en mag niet uitgevoerd worden door de |
hulpverlener-ambulancier. Dit is het vervoer van patiënten met | hulpverlener-ambulancier. Dit is het vervoer van patiënten met |
monitoring, beademing, patiënten met kans op acute ernstige | monitoring, beademing, patiënten met kans op acute ernstige |
verwikkelingen (bijv. bij vervoer naar een cath-lab), patiënten die | verwikkelingen (bijv. bij vervoer naar een cath-lab), patiënten die |
omwille van hun pathologie nauw toezicht nodig hebben enzovoort. | omwille van hun pathologie nauw toezicht nodig hebben enzovoort. |
Belangrijk is hier dat de persoon die toezicht uitoefent ook moet | Belangrijk is hier dat de persoon die toezicht uitoefent ook moet |
kunnen optreden wanneer zich acute problemen of complicaties voordoen. | kunnen optreden wanneer zich acute problemen of complicaties voordoen. |
Op dit ogenblik hebben de verpleegkundigen hiervoor de nodige | Op dit ogenblik hebben de verpleegkundigen hiervoor de nodige |
opleiding en training. | opleiding en training. |
b) Fysische beveiliging: | b) Fysische beveiliging: |
- maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: | - maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: |
fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht; | fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht; |
Het vervoer van psychiatrische patiënten, al dan niet voor gedwongen | Het vervoer van psychiatrische patiënten, al dan niet voor gedwongen |
opname, valt onder gebruik van "fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging | opname, valt onder gebruik van "fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging |
en toezicht". | en toezicht". |
- maatregelen ter preventie van infecties. | - maatregelen ter preventie van infecties. |
c) Activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose en | c) Activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose en |
de behandeling: | de behandeling: |
- niet-invasieve meting en gestructureerd doorzenden van de parameters | - niet-invasieve meting en gestructureerd doorzenden van de parameters |
behorende tot de verschillende biologische functiestelsels; | behorende tot de verschillende biologische functiestelsels; |
Dit betreft niet-invasieve metingen, met inbegrip van het gebruik van | Dit betreft niet-invasieve metingen, met inbegrip van het gebruik van |
(elektronische) bloeddrukmeter en de pulse-oxymeter. | (elektronische) bloeddrukmeter en de pulse-oxymeter. |
- hulp bij het gebruik van apparaten voor observatie van de | - hulp bij het gebruik van apparaten voor observatie van de |
verschillende functiestelsels; | verschillende functiestelsels; |
Gebruik van overige apparaten in de DGH zoals multi-parameter | Gebruik van overige apparaten in de DGH zoals multi-parameter |
monitoring en het nemen van ECG valt onder "gebruik van apparaten voor | monitoring en het nemen van ECG valt onder "gebruik van apparaten voor |
observatie en behandeling" en is een verpleegkundige handeling. De | observatie en behandeling" en is een verpleegkundige handeling. De |
ambulancier kan de arts of verpleegkundige helpen bij de voorbereiding | ambulancier kan de arts of verpleegkundige helpen bij de voorbereiding |
en uitvoering. | en uitvoering. |
- Meting van de glycemie door capillaire bloedname. | - Meting van de glycemie door capillaire bloedname. |
2.3. Zwangerschap, de bevalling en het postpartum | 2.3. Zwangerschap, de bevalling en het postpartum |
Het uitvoeren van alle hoger beschreven handelingen tijdens de | Het uitvoeren van alle hoger beschreven handelingen tijdens de |
zwangerschap, de bevalling en het postpartum, in het kader van de wet | zwangerschap, de bevalling en het postpartum, in het kader van de wet |
van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. | van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. |
De zorgen bij zwangerschap, bevalling en de periode erna zijn | De zorgen bij zwangerschap, bevalling en de periode erna zijn |
wettelijk voorbehouden aan artsen en vroedvrouwen. Door deze | wettelijk voorbehouden aan artsen en vroedvrouwen. Door deze |
juridische bepaling zijn de hulpverleners-ambulanciers bevoegd bij | juridische bepaling zijn de hulpverleners-ambulanciers bevoegd bij |
zwangere vrouwen en kraamvrouwen de zorgen uit te voeren die hun | zwangere vrouwen en kraamvrouwen de zorgen uit te voeren die hun |
functie vereist. | functie vereist. |
3. De voorwaarden voor uitvoering | 3. De voorwaarden voor uitvoering |
3.1. Onder toezicht | 3.1. Onder toezicht |
De hulpverlener-ambulancier staat de arts of verpleegkundige bij of | De hulpverlener-ambulancier staat de arts of verpleegkundige bij of |
staat onder hun toezicht in voor het vervoer van de personen bedoeld | staat onder hun toezicht in voor het vervoer van de personen bedoeld |
in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige | in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige |
hulpverlening (gecoördineerde wet, art. 66). | hulpverlening (gecoördineerde wet, art. 66). |
Ook wanneer hij daarvoor wettelijk bevoegd is, mag de | Ook wanneer hij daarvoor wettelijk bevoegd is, mag de |
hulpverlener-ambulancier de handelingen slechts uitvoeren indien hij | hulpverlener-ambulancier de handelingen slechts uitvoeren indien hij |
de vereiste opleiding, bekwaamheid en ervaring heeft om ze correct en | de vereiste opleiding, bekwaamheid en ervaring heeft om ze correct en |
veilig uit te voeren bij de patiënt. | veilig uit te voeren bij de patiënt. |
3.2. Staand order | 3.2. Staand order |
De hulpverlener-ambulancier voert zijn handelingen uit op basis van | De hulpverlener-ambulancier voert zijn handelingen uit op basis van |
een staand order; dit wordt opgesteld door een verpleegkundige houder | een staand order; dit wordt opgesteld door een verpleegkundige houder |
van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in | van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in |
de intensieve zorg en spoedgevallenzorg, vast verbonden aan de | de intensieve zorg en spoedgevallenzorg, vast verbonden aan de |
ambulancedienst, onder supervisie en in samenwerking met de | ambulancedienst, onder supervisie en in samenwerking met de |
geneesheer-diensthoofd van een gespecialiseerde functie | geneesheer-diensthoofd van een gespecialiseerde functie |
spoedgevallenzorg, gelegen in de normale werkzone van de | spoedgevallenzorg, gelegen in de normale werkzone van de |
ambulancedienst. | ambulancedienst. |
Een staand order is een door de arts vooraf vastgesteld schriftelijk | Een staand order is een door de arts vooraf vastgesteld schriftelijk |
behandelingsschema, waarin desgevallend verwezen wordt naar | behandelingsschema, waarin desgevallend verwezen wordt naar |
procedures. De arts vermeldt in het staand order de voorwaarden waarin | procedures. De arts vermeldt in het staand order de voorwaarden waarin |
de hulpverlener-ambulancier deze handelingen kan toepassen. De | de hulpverlener-ambulancier deze handelingen kan toepassen. De |
hulpverlener-ambulancier beoordeelt of deze voorwaarden vervuld zijn | hulpverlener-ambulancier beoordeelt of deze voorwaarden vervuld zijn |
en enkel in dat geval voert hij de voorgeschreven handelingen uit. | en enkel in dat geval voert hij de voorgeschreven handelingen uit. |
De hulpverlener-ambulancier is doorgaans sneller bij de patiënt dan de | De hulpverlener-ambulancier is doorgaans sneller bij de patiënt dan de |
arts. In de DGH kan de arts de patiënt niet vooraf bij naam aanduiden; | arts. In de DGH kan de arts de patiënt niet vooraf bij naam aanduiden; |
bovendien gaat het hier per definitie om dringende omstandigheden die | bovendien gaat het hier per definitie om dringende omstandigheden die |
verantwoorden dat het staand order uitgevoerd wordt zonder | verantwoorden dat het staand order uitgevoerd wordt zonder |
voorafgaande individualisering. | voorafgaande individualisering. |
Een "verpleegkundige, vast verbonden aan de ambulancedienst" betekent | Een "verpleegkundige, vast verbonden aan de ambulancedienst" betekent |
niet dat de verpleegkundige fulltime werkt op de dienst, wel dat elke | niet dat de verpleegkundige fulltime werkt op de dienst, wel dat elke |
dienst over een verpleegkundige beschikt die de staande orders en de | dienst over een verpleegkundige beschikt die de staande orders en de |
opleiding van de hulpverlener-ambulanciers met een zekere stabiliteit | opleiding van de hulpverlener-ambulanciers met een zekere stabiliteit |
opvolgt en die zowel voor de hulpverlener-ambulanciers als voor | opvolgt en die zowel voor de hulpverlener-ambulanciers als voor |
beheerstaken aanspreekbaar is. | beheerstaken aanspreekbaar is. |
De geneesheer-diensthoofd van een erkende spoedgevallendienst vangt | De geneesheer-diensthoofd van een erkende spoedgevallendienst vangt |
met zijn medisch en verpleegkundig team de patiënten op die vervoerd | met zijn medisch en verpleegkundig team de patiënten op die vervoerd |
worden door de hulpverlener-ambulanciers. Zij hebben daarom een | worden door de hulpverlener-ambulanciers. Zij hebben daarom een |
overzicht van de uitvoering van de staande orders en de resultaten. | overzicht van de uitvoering van de staande orders en de resultaten. |
Zij kunnen bijsturing voorstellen aan staande orders of aan de | Zij kunnen bijsturing voorstellen aan staande orders of aan de |
opleiding van de hulpverlener-ambulanciers via de vast aan de | opleiding van de hulpverlener-ambulanciers via de vast aan de |
ambulancedienst verbonden verpleegkundige. | ambulancedienst verbonden verpleegkundige. |
3.3. Procedure | 3.3. Procedure |
De handelingen die de hulpverlener-ambulancier stelt, worden | De handelingen die de hulpverlener-ambulancier stelt, worden |
uitgevoerd aan de hand van procedures. Een procedure beschrijft de | uitgevoerd aan de hand van procedures. Een procedure beschrijft de |
uitvoering van een techniek door de hulpverlener-ambulanciers van een | uitvoering van een techniek door de hulpverlener-ambulanciers van een |
bepaalde dienst. | bepaalde dienst. |
De procedures moeten opgesteld worden in samenwerking met of met | De procedures moeten opgesteld worden in samenwerking met of met |
goedkeuring van de verpleegkundige en de geneesheer-diensthoofd die | goedkeuring van de verpleegkundige en de geneesheer-diensthoofd die |
bevoegd zijn voor de staande orders en moeten opgesteld zijn binnen de | bevoegd zijn voor de staande orders en moeten opgesteld zijn binnen de |
2 jaar na de inwerkintreding van deze regelgeving, dus tegen uiterlijk | 2 jaar na de inwerkintreding van deze regelgeving, dus tegen uiterlijk |
18 april 2016. | 18 april 2016. |
Een procedure is de beschrijving van de wijze waarop een handeling | Een procedure is de beschrijving van de wijze waarop een handeling |
correct en veilig wordt uitgevoerd door alle | correct en veilig wordt uitgevoerd door alle |
hulpverleners-ambulanciers van een bepaalde dienst. | hulpverleners-ambulanciers van een bepaalde dienst. |
Een procedure moet bevatten: de naam van de procedure, omschrijving | Een procedure moet bevatten: de naam van de procedure, omschrijving |
van de handeling, waar geldig, indicaties, contra-indicaties, | van de handeling, waar geldig, indicaties, contra-indicaties, |
benodigdheden, werkwijze, aandachtspunten, observatie en frequentie. | benodigdheden, werkwijze, aandachtspunten, observatie en frequentie. |
Voor gebruik van apparaten worden bovendien de installatie, | Voor gebruik van apparaten worden bovendien de installatie, |
werking/gebruik, reiniging en onderhoud, storingen (probleem, oorzaak, | werking/gebruik, reiniging en onderhoud, storingen (probleem, oorzaak, |
oplossing) en technische gegevens toegevoegd. | oplossing) en technische gegevens toegevoegd. |
Het staand order geeft dus aan wat de hulpverlener-ambulancier mag | Het staand order geeft dus aan wat de hulpverlener-ambulancier mag |
doen, de procedure hoe hij dit moet doen. | doen, de procedure hoe hij dit moet doen. |
3.4. Uitwerking en uniformiteit | 3.4. Uitwerking en uniformiteit |
Op vraag van de FOD Volksgezondheid zal de Nationale Raad voor de | Op vraag van de FOD Volksgezondheid zal de Nationale Raad voor de |
Dringende Geneeskundige Hulpverlening, waarin alle sectoren en actoren | Dringende Geneeskundige Hulpverlening, waarin alle sectoren en actoren |
vertegenwoordigd zijn, een nationaal stramien voor staande orders | vertegenwoordigd zijn, een nationaal stramien voor staande orders |
opstellen, en voorbeelden van procedures uitwerken en aanbieden. | opstellen, en voorbeelden van procedures uitwerken en aanbieden. |
Het is dus niet nodig dat alle diensten nu zelf beginnen met het | Het is dus niet nodig dat alle diensten nu zelf beginnen met het |
ontwikkelen van deze teksten. | ontwikkelen van deze teksten. |
Het wordt aanbevolen dat de ambulancediensten, verpleegkundigen en | Het wordt aanbevolen dat de ambulancediensten, verpleegkundigen en |
artsen wachten op het nationaal ontwerp van staande orders om deze | artsen wachten op het nationaal ontwerp van staande orders om deze |
indien nodig eventueel aan te passen aan hun lokale situatie. | indien nodig eventueel aan te passen aan hun lokale situatie. |
De ontwerpprocedures zullen ontwikkeld worden in samenwerking met de | De ontwerpprocedures zullen ontwikkeld worden in samenwerking met de |
provinciale opleidingscentra voor ambulanciers. Het is vanzelfsprekend | provinciale opleidingscentra voor ambulanciers. Het is vanzelfsprekend |
dat dit de manier is waarop de hulpverlener-ambulanciers in de | dat dit de manier is waarop de hulpverlener-ambulanciers in de |
toekomst hun taken en technieken zullen aanleren en uitvoeren. | toekomst hun taken en technieken zullen aanleren en uitvoeren. |
4. Tot slot | 4. Tot slot |
Deze wetgeving is een belangrijke stap in de erkenning van het beroep | Deze wetgeving is een belangrijke stap in de erkenning van het beroep |
van de hulpverlener-ambulancier. | van de hulpverlener-ambulancier. |
Uiteraard is dit geen eindpunt maar kan en moet het beroep zich verder | Uiteraard is dit geen eindpunt maar kan en moet het beroep zich verder |
ontwikkelen en verdiepen. | ontwikkelen en verdiepen. |
Met vragen en opmerking kan u terecht bij de FOD Volksgezondheid die | Met vragen en opmerking kan u terecht bij de FOD Volksgezondheid die |
ze zal doorgeven aan de betrokken commissies en administraties | ze zal doorgeven aan de betrokken commissies en administraties |
(www.health.belgium.be). | (www.health.belgium.be). |
Brussel, 15 oktober 2015. | Brussel, 15 oktober 2015. |
De Minister van Volksgezondheid, | De Minister van Volksgezondheid, |
Mevr. M. DE BLOCK | Mevr. M. DE BLOCK |