| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en | gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en |
| -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 | -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 |
| september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de | september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de |
| werknemer kan afzien van de inhaalrust (1) | werknemer kan afzien van de inhaalrust (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel | Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel |
| 26bis, § 2bis, gewijzigd bij de wet van 3 juli 2005; | 26bis, § 2bis, gewijzigd bij de wet van 3 juli 2005; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 2005 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 2005 tot vaststelling |
| van de onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren | van de onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren |
| waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van | waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van |
| artikel 26bis, § 2bis, van de arbeidswet van 16 maart 1971; | artikel 26bis, § 2bis, van de arbeidswet van 16 maart 1971; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
| petroleumnijverheid en -handel; | petroleumnijverheid en -handel; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2005, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en | gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en |
| -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 | -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 |
| september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de | september 2005, tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de |
| werknemer kan afzien van de inhaalrust. | werknemer kan afzien van de inhaalrust. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 15 juni 2006. | Gegeven te Brussel, 15 juni 2006. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. | Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. |
| Koninklijk besluit van 19 september 2005, Belgisch Staatsblad van 23 | Koninklijk besluit van 19 september 2005, Belgisch Staatsblad van 23 |
| september 2005. | september 2005. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel | Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 1995 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 1995 |
| Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005 | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2005 |
| tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien | tot verhoging van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien |
| van de inhaalrust (Overeenkomst geregistreerd op 24 januari 2006 onder | van de inhaalrust (Overeenkomst geregistreerd op 24 januari 2006 onder |
| de nummer 78209/CO/117) | de nummer 78209/CO/117) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen die | de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen die |
| ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de | ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de |
| petroleumnijverheid en -handel. | petroleumnijverheid en -handel. |
| Onder "werknemers" worden verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" worden verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werkliedenpersoneel. | werkliedenpersoneel. |
| HOOFDSTUK II. - Wijziging | HOOFDSTUK II. - Wijziging |
| Partijen komen overeen om voormelde collectieve arbeidsovereenkomst | Partijen komen overeen om voormelde collectieve arbeidsovereenkomst |
| van 28 september 2005 te wijzigen als volgt : | van 28 september 2005 te wijzigen als volgt : |
Art. 2.In toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van |
Art. 2.In toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van |
| 16 maart 1971 en overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk | 16 maart 1971 en overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk |
| besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de | besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de |
| onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren | onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren |
| waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van | waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van |
| artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de | artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de |
| grens van 65 uren boven de gemiddelde arbeidsduur toegestaan gedurende | grens van 65 uren boven de gemiddelde arbeidsduur toegestaan gedurende |
| de toepasselijke referteperiode gebracht op 130 uren. Het betreft hier | de toepasselijke referteperiode gebracht op 130 uren. Het betreft hier |
| enkel de overuren gebaseerd op de artikelen 25 en 26, § 1, 3 van | enkel de overuren gebaseerd op de artikelen 25 en 26, § 1, 3 van |
| dezelfde wet. | dezelfde wet. |
Art. 3.In toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van |
Art. 3.In toepassing van artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van |
| 16 maart 1971 en overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk | 16 maart 1971 en overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk |
| besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de | besluit van 19 september 2005 tot vaststelling van de |
| onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren | onderhandelingsprocedure tot verhoging van het quotum overuren |
| waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van | waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van |
| artikel 26 bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt, | artikel 26 bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt, |
| voor de werknemers bedoeld in artikel 1, het aantal overuren waarvoor | voor de werknemers bedoeld in artikel 1, het aantal overuren waarvoor |
| kan worden afgezien van inhaalrust verhoogd tot 66 uren. Het betreft | kan worden afgezien van inhaalrust verhoogd tot 66 uren. Het betreft |
| hier enkel de overuren gebaseerd op de artikelen 25 en 26, § 1, 3 van | hier enkel de overuren gebaseerd op de artikelen 25 en 26, § 1, 3 van |
| dezelfde wet. | dezelfde wet. |
Art. 4.In toepassing van artikel 26bis, § 1 van de arbeidswet van 16 |
Art. 4.In toepassing van artikel 26bis, § 1 van de arbeidswet van 16 |
| maart 1971, wordt de referteperiode verlengd tot 12 maanden. | maart 1971, wordt de referteperiode verlengd tot 12 maanden. |
Art. 5.Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de bestaande afspraken |
Art. 5.Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de bestaande afspraken |
| op ondernemingsniveau. Zo blijven de afspraken voor wat betreft de | op ondernemingsniveau. Zo blijven de afspraken voor wat betreft de |
| recuperatie van de toeslag boven de 66 uren tot 130 uren gelden. | recuperatie van de toeslag boven de 66 uren tot 130 uren gelden. |
| Partijen bevelen wel aan de ondernemingsafspraken in lijn te brengen | Partijen bevelen wel aan de ondernemingsafspraken in lijn te brengen |
| met de bepalingen van dit akkoord. | met de bepalingen van dit akkoord. |
| HOOFDSTUK III. | HOOFDSTUK III. |
| Geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst | Geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| oktober 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur. | oktober 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur. |
| Zij kan door elk der partijen opgezegd worden met een | Zij kan door elk der partijen opgezegd worden met een |
| opzeggingstermijn van 6 maanden en mits een aangetekend schrijven aan | opzeggingstermijn van 6 maanden en mits een aangetekend schrijven aan |
| de post aan de voorzitter van het paritair comité en naar elk der | de post aan de voorzitter van het paritair comité en naar elk der |
| ondertekende partijen. | ondertekende partijen. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni |
| 2006. | 2006. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |