Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 15/07/2018
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
15 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 15 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende
de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (1) de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende
de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid. de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juli 2018. Gegeven te Brussel, 15 juli 2018.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de edele metalen Paritair Subcomité voor de edele metalen
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017 Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017
Statuten van het fonds voor bestaanszekerheid Statuten van het fonds voor bestaanszekerheid
(Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2017 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2017 onder het nummer
142124/CO/149.03) 142124/CO/149.03)
In uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 30 In uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 30
mei 2017. mei 2017.

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die
ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen. ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt
onder "arbeiders" verstaan : de mannelijk en vrouwelijke werklieden. onder "arbeiders" verstaan : de mannelijk en vrouwelijke werklieden.

Art. 2.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid - Edele

Art. 2.De statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid - Edele

metalen" zijn bijgevoegd in bijlage. metalen" zijn bijgevoegd in bijlage.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

juli 2017 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. juli 2017 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging
van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht
aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen. aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve

arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2015 betreffende de statuten van arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2015 betreffende de statuten van
het "Fonds voor bestaanszekerheid - Edele metalen", geregistreerd op 1 het "Fonds voor bestaanszekerheid - Edele metalen", geregistreerd op 1
februari 2016 onder het nummer 131205/149.03 en gewijzigd door de februari 2016 onder het nummer 131205/149.03 en gewijzigd door de
collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2017, geregistreerd op 16 collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2017, geregistreerd op 16
mei 2017 onder het nummer 139304/CO/149.03. mei 2017 onder het nummer 139304/CO/149.03.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli
2018. 2018.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende
de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid
STATUTEN VAN HET FONDS STATUTEN VAN HET FONDS
HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur
1. Benaming 1. Benaming

Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij

Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij

collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 1970, algemeen verbindend collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 1970, algemeen verbindend
verklaard bij koninklijk besluit van 21 augustus 1970 (Belgisch verklaard bij koninklijk besluit van 21 augustus 1970 (Belgisch
Staatsblad van 20 november 1970), genaamd "Fonds voor bestaansekerheid Staatsblad van 20 november 1970), genaamd "Fonds voor bestaansekerheid
- Edele metalen". - Edele metalen".
Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Fonds voor Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Fonds voor
bestaanszekerheid - Edele metalen" bedoeld. bestaanszekerheid - Edele metalen" bedoeld.
2. Zetel 2. Zetel

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140

Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het
Paritair Subcomité voor de edele metalen, naar elke andere plaats in Paritair Subcomité voor de edele metalen, naar elke andere plaats in
België worden overgebracht. België worden overgebracht.
3. Opdrachten 3. Opdrachten

Art. 3.Het fonds heeft als opdracht :

Art. 3.Het fonds heeft als opdracht :

3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in 3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in
artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;
3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te 3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te
regelen en te verzekeren; regelen en te verzekeren;
3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen; 3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen;
3.4. de aanwerving en opleiding van de risicogroepen te bevorderen; 3.4. de aanwerving en opleiding van de risicogroepen te bevorderen;
3.5. ten laste nemen van bijzondere bijdragen; 3.5. ten laste nemen van bijzondere bijdragen;
3.6. in functie van de ontwikkeling van een sectoraal 3.6. in functie van de ontwikkeling van een sectoraal
opleidingsbeleid, de opleidingsinitiatieven te financieren volgens de opleidingsbeleid, de opleidingsinitiatieven te financieren volgens de
door de raad van bestuur vastgelegde regels; door de raad van bestuur vastgelegde regels;
3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en 3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en
inrichting van een sectoraal pensioenstelsel. inrichting van een sectoraal pensioenstelsel.
4. Duur 4. Duur

Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de

arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder
het Paritair Subcomité voor de edele metalen. het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Onder "arbeiders" wordt verstaan : mannelijke en vrouwelijke Onder "arbeiders" wordt verstaan : mannelijke en vrouwelijke
werklieden. werklieden.
HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds
1. Inning en invordering van de bijdragen 1. Inning en invordering van de bijdragen

Art. 6.Het fonds is gelast de inning en de invordering van de

Art. 6.Het fonds is gelast de inning en de invordering van de

bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen
en te verzekeren. en te verzekeren.
2. Toekenning en uitkering van aanvullende vergoedingen 2. Toekenning en uitkering van aanvullende vergoedingen
Vanaf 1 juli 2017 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op Vanaf 1 juli 2017 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op
basis van de reële loonindexeringen op 1 februari 2016 (0,27 pct.) en basis van de reële loonindexeringen op 1 februari 2016 (0,27 pct.) en
op 1 februari 2017 (1,38 pct.). op 1 februari 2017 (1,38 pct.).
Door deze berekening worden de aanvullende vergoedingen geïndexeerd Door deze berekening worden de aanvullende vergoedingen geïndexeerd
met 1,65 pct. met 1,65 pct.
2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid 2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid

Art. 7.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben, ten laste van

Art. 7.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben, ten laste van

het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve
werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening en voorzien in artikel 51 van de wet van 3 juli Arbeidsvoorziening en voorzien in artikel 51 van de wet van 3 juli
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (tijdelijke werkloosheid 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (tijdelijke werkloosheid
omwille van economische redenen) en in geval van overmacht recht op de omwille van economische redenen) en in geval van overmacht recht op de
vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover
zij volgende voorwaarden vervullen : zij volgende voorwaarden vervullen :
- Werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de - Werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de
reglementering op de werkloosheidsverzekering; reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- Op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn. - Op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.
§ 2. Vanaf 1 juli 2017 worden de aanvullende vergoedingen bij § 2. Vanaf 1 juli 2017 worden de aanvullende vergoedingen bij
tijdelijke werkloosheid geïndexeerd met 1,65 pct. en tegelijkertijd tijdelijke werkloosheid geïndexeerd met 1,65 pct. en tegelijkertijd
verhoogd. verhoogd.
Hierdoor bedraagt deze aanvullende vergoeding vanaf 1 juli 2017 : Hierdoor bedraagt deze aanvullende vergoeding vanaf 1 juli 2017 :
- 8,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de - 8,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de
reglementering op de werkloosheidsverzekering; reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- 4,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van - 4,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van
de reglementering op de werkloosheidsverzekering. de reglementering op de werkloosheidsverzekering.
2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid 2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid

Art. 8.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben, ten laste van

Art. 8.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben, ten laste van

het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 8, het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 8,
§ 2 voorziene vergoeding, met een maximum van respectievelijk 200 § 2 voorziene vergoeding, met een maximum van respectievelijk 200
dagen en 300 dagen per geval al naargelang zij op de eerste dagen en 300 dagen per geval al naargelang zij op de eerste
werkloosheidsdag minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn werkloosheidsdag minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn
en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :
- Werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op - Werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op
de werkloosheidsverzekering; de werkloosheidsverzekering;
- Door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn, - Door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn,
zonder op brugpensioen te zijn gesteld; zonder op brugpensioen te zijn gesteld;
- Op het ogenblik van het ontslag ten minste vijf jaar tewerkgesteld - Op het ogenblik van het ontslag ten minste vijf jaar tewerkgesteld
zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende
paritaire comités ressorteren : paritaire comités ressorteren :
- voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104); - voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104);
- voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105); - voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105);
- voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111); - voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111);
- voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische - voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische
bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04); bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04);
- voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112); - voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112);
- voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01); - voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01);
- voor de wapensmederij met de hand (Paritair Co mité 147). - voor de wapensmederij met de hand (Paritair Co mité 147).
§ 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding bedraagt § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding bedraagt
vanaf 1 juli 2017 : vanaf 1 juli 2017 :
- 5,78 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing - 5,78 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing
van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;
- 2,90 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van - 2,90 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van
de reglementering op de werkloosheidsverzekering. de reglementering op de werkloosheidsverzekering.
§ 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van § 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van
volledige werkloosheid aan arbeiders zoals beschreven in dit artikel, volledige werkloosheid aan arbeiders zoals beschreven in dit artikel,
na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de
arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet
worden. worden.
Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van
volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen :
- Wanneer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is - Wanneer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is
van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de
werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract bepaalde duur of duidelijk werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract bepaalde duur of duidelijk
omschreven werk, ingeval van medische overmacht,...); omschreven werk, ingeval van medische overmacht,...);
- Arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige - Arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige
werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen
uitputten. uitputten.

Art. 9.§ 1. Indien arbeiders op het ogenblik van ontslag de leeftijd

Art. 9.§ 1. Indien arbeiders op het ogenblik van ontslag de leeftijd

van 50 jaar bereikt hebben, ontvangen zij vanaf 1 juli 2017 een van 50 jaar bereikt hebben, ontvangen zij vanaf 1 juli 2017 een
maandelijkse vergoeding van 88,86 EUR vanaf de leeftijd van 57 jaar, maandelijkse vergoeding van 88,86 EUR vanaf de leeftijd van 57 jaar,
na uitputting van de aanvullende vergoeding bij volledige na uitputting van de aanvullende vergoeding bij volledige
werkloosheid. werkloosheid.
§ 2. Indien arbeiders op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van § 2. Indien arbeiders op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van
52 jaar bereikt hebben, en een sectoranciënniteit van 38 jaar of meer 52 jaar bereikt hebben, en een sectoranciënniteit van 38 jaar of meer
kunnen voorleggen, ontvangen zij vanwege het fonds de aanvullende kunnen voorleggen, ontvangen zij vanwege het fonds de aanvullende
vergoeding volledige werkloosheid, zoals bepaald in artikel 8, § 2 van vergoeding volledige werkloosheid, zoals bepaald in artikel 8, § 2 van
onderhavige overeenkomst en dit tot de leeftijd van 57 jaar. onderhavige overeenkomst en dit tot de leeftijd van 57 jaar.
Van zodra zij de leeftijd van 57 jaar bereiken, vallen zij terug op de Van zodra zij de leeftijd van 57 jaar bereiken, vallen zij terug op de
bepalingen van § 1 van onderhavig artikel omtrent de aanvullende bepalingen van § 1 van onderhavig artikel omtrent de aanvullende
vergoeding voor oudere werklozen. vergoeding voor oudere werklozen.
De eventuele periodes gedekt door verbrekingsvergoedingen wegens De eventuele periodes gedekt door verbrekingsvergoedingen wegens
faling van een werkgever van de sector of sluiting van de onderneming faling van een werkgever van de sector of sluiting van de onderneming
behorende tot de sector, moeten worden meegeteld voor de berekening behorende tot de sector, moeten worden meegeteld voor de berekening
van de sectoranciënniteit. van de sectoranciënniteit.
§ 3. Arbeiders die zijn ontslagen en een aanvullende vergoeding § 3. Arbeiders die zijn ontslagen en een aanvullende vergoeding
ontvangen conform de bepalingen van artikel 9, § 1 en § 2, behouden ontvangen conform de bepalingen van artikel 9, § 1 en § 2, behouden
het recht op deze aanvullende vergoeding : het recht op deze aanvullende vergoeding :
- wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere
werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen; ontslagen;
- ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt
uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend
voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor
rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische
bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 4. Elke betaling van de aanvullende vergoeding bij volledige § 4. Elke betaling van de aanvullende vergoeding bij volledige
werkloosheid aan arbeiders zoals beschreven in dit artikel, na en werkloosheid aan arbeiders zoals beschreven in dit artikel, na en
omwille van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door omwille van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door
de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet worden. de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet worden.
Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van
volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen :
- Wanneer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is - Wanneer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is
van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de
werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract bepaalde duur of duidelijk werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract bepaalde duur of duidelijk
omschreven werk, ingeval van medische overmacht,...); omschreven werk, ingeval van medische overmacht,...);
- Arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige - Arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige
werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen
uitputten. uitputten.
2.3. Aanvullende ziektevergoeding 2.3. Aanvullende ziektevergoeding

Art. 10.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben na tenminste

Art. 10.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben na tenminste

zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van
ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten
gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht, ten laste van het gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht, ten laste van het
fonds, op een vergoeding die de uitkeringen van de ziekte- en fonds, op een vergoeding die de uitkeringen van de ziekte- en
invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover de arbeiders volgende invaliditeitsverzekering aanvult, voor zover de arbeiders volgende
voorwaarden vervullen : voorwaarden vervullen :
- Uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij - Uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bij
toepassing van de wetgeving ter zake genieten; toepassing van de wetgeving ter zake genieten;
- Op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt, in dienst van een - Op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt, in dienst van een
in artikel 5 bedoelde werkgever zijn. in artikel 5 bedoelde werkgever zijn.
§ 2. Vanaf 1 juli 2017 wordt het forfaitair bedrag van de bij artikel § 2. Vanaf 1 juli 2017 wordt het forfaitair bedrag van de bij artikel
10, § 1 bedoelde vergoeding als volgt vastgesteld : 10, § 1 bedoelde vergoeding als volgt vastgesteld :
- 85,98 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 85,98 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 85,98 EUR na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 85,98 EUR na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 111,95 EUR na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
- 111,95 EUR na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid. - 111,95 EUR na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid.
§ 3. De arbeider die minstens 58 jaar oud is op het ogenblik waarop de § 3. De arbeider die minstens 58 jaar oud is op het ogenblik waarop de
ongeschiktheid aanvangt, heeft, na uitputting van de voordelen vervat ongeschiktheid aanvangt, heeft, na uitputting van de voordelen vervat
in artikel 10, § 2 en voor zover de ongeschiktheid voortduurt, recht in artikel 10, § 2 en voor zover de ongeschiktheid voortduurt, recht
op een driemaandelijkse uitkering van 111,95 EUR en dit tot op het op een driemaandelijkse uitkering van 111,95 EUR en dit tot op het
ogenblik dat hij of zij het wettelijk pensioen geniet. De laatste ogenblik dat hij of zij het wettelijk pensioen geniet. De laatste
driemaandelijkse uitkering zal, zelfs als het een onvolledige periode driemaandelijkse uitkering zal, zelfs als het een onvolledige periode
van drie maand betreft, volledig uitgekeerd worden. van drie maand betreft, volledig uitgekeerd worden.
§ 4. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts § 4. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts
aanleiding geven tot de toekenning van één enkele reeks vergoedingen; aanleiding geven tot de toekenning van één enkele reeks vergoedingen;
het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel
uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet
binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode
van arbeidsongeschiktheid. van arbeidsongeschiktheid.
2.4. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met 2.4. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag bedrijfstoeslag

Art. 11.§ 1. In toepassing van en overeenkomstig :

Art. 11.§ 1. In toepassing van en overeenkomstig :

- de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december
1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers
indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31
januari 1975); januari 1975);
- de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake - de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake
brugpensioen/stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag gesloten in brugpensioen/stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag gesloten in
het Paritair Subcomité voor de edele metalen, verzekert het fonds de het Paritair Subcomité voor de edele metalen, verzekert het fonds de
integrale betaling van de aanvullende vergoeding, met een minimum van integrale betaling van de aanvullende vergoeding, met een minimum van
5,78 EUR per dag. 5,78 EUR per dag.
§ 2. Voor de arbeiders die minder dan 57 jaar oud zijn en die § 2. Voor de arbeiders die minder dan 57 jaar oud zijn en die
ingevolge een ondernemingsakkoord genieten van een uitbreiding van de ingevolge een ondernemingsakkoord genieten van een uitbreiding van de
voordelen vermeld in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voordelen vermeld in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17
van 19 december 1974, neemt het fonds onder dezelfde voorwaarden als van 19 december 1974, neemt het fonds onder dezelfde voorwaarden als
bepaald in artikel 11, § 1 en voor zover de werkgever de bijdrage bepaald in artikel 11, § 1 en voor zover de werkgever de bijdrage
betaalt zoals bepaald in artikel 27, § 1, de toepassing van voormelde betaalt zoals bepaald in artikel 27, § 1, de toepassing van voormelde
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 op zich en dit vanaf de eerste collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 op zich en dit vanaf de eerste
dag van de maand volgend op die waarin de arbeiders 57 jaar worden. dag van de maand volgend op die waarin de arbeiders 57 jaar worden.
§ 3. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing in geval van § 3. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing in geval van
sluiting van ondernemingen, noch in geval van overgang van sluiting van ondernemingen, noch in geval van overgang van
ondernemingen in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32 ondernemingen in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32
van 28 februari 1978, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, van 28 februari 1978, gesloten in de Nationale Arbeidsraad,
betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging
van werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens van werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens
overeenkomst, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van overeenkomst, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van
19 april 1978. 19 april 1978.
In de gevallen voorzien bij het vorige lid kan het fonds voorschotten In de gevallen voorzien bij het vorige lid kan het fonds voorschotten
betalen aan de bruggepensioneerden die hun aanvraag tot brugpensioen betalen aan de bruggepensioneerden die hun aanvraag tot brugpensioen
indienen bij het Fonds voor vergoeding van de in geval van sluiting indienen bij het Fonds voor vergoeding van de in geval van sluiting
van ondernemingen ontslagen werknemers bij toepassing van artikel 4 van ondernemingen ontslagen werknemers bij toepassing van artikel 4
van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het
Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen
ontslagen werknemers. Deze voorschotten zijn toegekend vooraleer het ontslagen werknemers. Deze voorschotten zijn toegekend vooraleer het
Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen
ontslagen werknemers zijn verplichtingen werkelijk uitvoert. ontslagen werknemers zijn verplichtingen werkelijk uitvoert.
§ 4. De vergoedingen voorzien in § 1 zijn niet cumuleerbaar met de § 4. De vergoedingen voorzien in § 1 zijn niet cumuleerbaar met de
vergoedingen voorzien in artikelen 8 en 9. vergoedingen voorzien in artikelen 8 en 9.
§ 5. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve § 5. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten
behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op het stelsel behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op het stelsel
van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van deze collectieve van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van deze collectieve
arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau
gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake stelsel van gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag het recht op de aanvullende werkloosheid met bedrijfstoeslag het recht op de aanvullende
vergoeding : vergoeding :
- wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere
werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft
ontslagen; ontslagen;
- ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt
uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend uitgeoefend, op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend
voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor
rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische
bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 6. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid § 6. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid
met bedrijfstoeslag zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor met bedrijfstoeslag zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de
aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt. aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt.
2.5. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties 2.5. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties
tot een halftijdse betrekking tot een halftijdse betrekking

Art. 12.In toepassing en overeenkomstig :

Art. 12.In toepassing en overeenkomstig :

- de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 - de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55
van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen
bindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, tot bindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, tot
instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige
oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties,
gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 55bis van 7 gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 55bis van 7
februari 1995 en nr. 55ter van 10 maart 1998, verzekert het fonds de februari 1995 en nr. 55ter van 10 maart 1998, verzekert het fonds de
integrale betaling van de aanvullende vergoeding, met een minimum van integrale betaling van de aanvullende vergoeding, met een minimum van
5,69 EUR per dag. 5,69 EUR per dag.
2.6. Syndicale premie 2.6. Syndicale premie

Art. 13.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders, die sedert ten

Art. 13.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders, die sedert ten

minste één jaar lid zijn van één van de representatieve minste één jaar lid zijn van één van de representatieve
interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau
verbonden zijn, hebben recht op een syndicale premie, voor zover zij verbonden zijn, hebben recht op een syndicale premie, voor zover zij
op 1 oktober van het lopende jaar ingeschreven zijn in het op 1 oktober van het lopende jaar ingeschreven zijn in het
personeelsregister van de bij hetzelfde artikel 5 bedoelde personeelsregister van de bij hetzelfde artikel 5 bedoelde
ondernemingen. ondernemingen.
§ 2. Het bedrag van de bij artikel 13, § 1 bedoelde syndicale premie § 2. Het bedrag van de bij artikel 13, § 1 bedoelde syndicale premie
wordt vastgelegd in een algemeen verbindend verklaarde collectieve wordt vastgelegd in een algemeen verbindend verklaarde collectieve
arbeidsovereenkomst. arbeidsovereenkomst.
2.7. Betalingsmodaliteiten van de bovengenoemde aanvullende 2.7. Betalingsmodaliteiten van de bovengenoemde aanvullende
vergoedingen vergoedingen

Art. 14.§ 1. De in artikelen 7 (aanvullende werkloosheidsvergoeding

Art. 14.§ 1. De in artikelen 7 (aanvullende werkloosheidsvergoeding

bij tijdelijke werkloosheid), 8 en 9 (aanvullende bij tijdelijke werkloosheid), 8 en 9 (aanvullende
werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid), 10 (aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid), 10 (aanvullende
ziektevergoeding), 11 (aanvullende vergoeding bij stelsel van ziektevergoeding), 11 (aanvullende vergoeding bij stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag) en 12 (aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag) en 12 (aanvullende vergoeding bij
vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking)
bedoelde vergoedingen worden rechtstreeks door het fonds aan de bedoelde vergoedingen worden rechtstreeks door het fonds aan de
betrokken arbeiders uitbetaald, voor zover zij het bewijs leveren dat betrokken arbeiders uitbetaald, voor zover zij het bewijs leveren dat
zij recht hebben op de vergoedingen voorzien in voormelde artikelen. zij recht hebben op de vergoedingen voorzien in voormelde artikelen.
§ 2. De in artikel 13 (syndicale premie) bedoelde vergoeding wordt § 2. De in artikel 13 (syndicale premie) bedoelde vergoeding wordt
uitbetaald door de representatieve professionele uitbetaald door de representatieve professionele
werknemersorganisaties die nationaal georganiseerd zijn. werknemersorganisaties die nationaal georganiseerd zijn.

Art. 15.De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van

Art. 15.De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van

de betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen; in geen de betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen; in geen
geval mag de betaling van de vergoeding afhankelijk zijn van de geval mag de betaling van de vergoeding afhankelijk zijn van de
storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen
werkgevers verschuldigd zijn. werkgevers verschuldigd zijn.
3. Bevorderen van de vakbondsvorming 3. Bevorderen van de vakbondsvorming

Art. 16.Op verzoek van de werkgevers die het voorschot hebben

Art. 16.Op verzoek van de werkgevers die het voorschot hebben

uitbetaald, betaalt het fonds de uitbetaalde lonen terug (vermeerderd uitbetaald, betaalt het fonds de uitbetaalde lonen terug (vermeerderd
met de patronale bijdragen) van de werklieden die afwezig waren in met de patronale bijdragen) van de werklieden die afwezig waren in
toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september
1972, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sectoren welke 1972, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de sectoren welke
aan de metaal-, machine en elektrische bouw verwant zijn, betreffende aan de metaal-, machine en elektrische bouw verwant zijn, betreffende
de syndicale vorming van de werklieden en werksters tewerkgesteld in de syndicale vorming van de werklieden en werksters tewerkgesteld in
de ondernemingen van uurwerkmakerij, bijouterie, edelsmeed- en de ondernemingen van uurwerkmakerij, bijouterie, edelsmeed- en
juwelierskunst, alsook de groot- en kleinhandel in de uurwerkmakerij, juwelierskunst, alsook de groot- en kleinhandel in de uurwerkmakerij,
bijouterie, edelsmeed- en juwelierskunst, algemeen verbindend bijouterie, edelsmeed- en juwelierskunst, algemeen verbindend
verklaard bij koninklijk besluit van 7 maart 1973 (Belgisch Staatsblad verklaard bij koninklijk besluit van 7 maart 1973 (Belgisch Staatsblad
van 27 april 1973). van 27 april 1973).

Art. 17.Het bedrag dat bestemd is voor de organisatie van deze

Art. 17.Het bedrag dat bestemd is voor de organisatie van deze

vakbondsvorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur vakbondsvorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur
van het fonds. van het fonds.
4. Financiering van opleidingsinitiatieven 4. Financiering van opleidingsinitiatieven

Art. 18.Het fonds financiert de opleidingsinitiatieven volgens de

Art. 18.Het fonds financiert de opleidingsinitiatieven volgens de

door de raad van bestuur vastgelegde regels. door de raad van bestuur vastgelegde regels.
5. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen 5. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen

Art. 19.De bijzondere werkgeversbijdragen op het conventioneel

Art. 19.De bijzondere werkgeversbijdragen op het conventioneel

stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, ingevoerd door het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, ingevoerd door het
koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van het hoofdstuk koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van het hoofdstuk
6 van titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse 6 van titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse
bepalingen betreffende de sociale zekerheidsbijdragen en inhoudingen bepalingen betreffende de sociale zekerheidsbijdragen en inhoudingen
verschuldigd op brugpensioenen/stelsel van werkloosheid met verschuldigd op brugpensioenen/stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag, op aanvullende vergoedingen bij sommige sociale bedrijfstoeslag, op aanvullende vergoedingen bij sommige sociale
zekerheidsuitkeringen en op invaliditeitsuitkeringen (Belgisch zekerheidsuitkeringen en op invaliditeitsuitkeringen (Belgisch
Staatsblad van 31 maart 2010), worden door het fonds ten laste Staatsblad van 31 maart 2010), worden door het fonds ten laste
genomen. genomen.
De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder de voorwaarden De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder de voorwaarden
zoals opgenomen in bovenvermeld koninklijk besluit en worden ten laste zoals opgenomen in bovenvermeld koninklijk besluit en worden ten laste
genomen tot de oppensioenstelling van de arbeiders. genomen tot de oppensioenstelling van de arbeiders.

Art. 20.De raad van bestuur van het fonds bepaalt de

Art. 20.De raad van bestuur van het fonds bepaalt de

uitvoeringsmodaliteiten van artikel 19. uitvoeringsmodaliteiten van artikel 19.
6. Algemene bepaling 6. Algemene bepaling

Art. 21.De voorwaarden van toekenning van de vergoedingen welke door

Art. 21.De voorwaarden van toekenning van de vergoedingen welke door

het fonds worden verleend, evenals het bedrag, kunnen gewijzigd worden het fonds worden verleend, evenals het bedrag, kunnen gewijzigd worden
op voorstel van de raad van bestuur bij collectieve op voorstel van de raad van bestuur bij collectieve
arbeidsovereenkomst van het Paritair Subcomité voor de edele metalen, arbeidsovereenkomst van het Paritair Subcomité voor de edele metalen,
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
HOOFDSTUK IV. - Beheer van het fonds HOOFDSTUK IV. - Beheer van het fonds

Art. 22.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair

Art. 22.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair

samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers-
en werknemersorganisaties. en werknemersorganisaties.
De raad van bestuur bestaat uit twaalf leden, hetzij zes De raad van bestuur bestaat uit twaalf leden, hetzij zes
vertegenwoordigers van de werkgevers en zes vertegenwoordigers van de vertegenwoordigers van de werkgevers en zes vertegenwoordigers van de
werknemers. werknemers.
De leden van de raad van bestuur worden door het Paritair Subcomité De leden van de raad van bestuur worden door het Paritair Subcomité
voor de edele metalen benoemd. voor de edele metalen benoemd.

Art. 23.Elk jaar duidt de raad van bestuur onder zijn leden één

Art. 23.Elk jaar duidt de raad van bestuur onder zijn leden één

voorzitter en drie ondervoorzitters aan. voorzitter en drie ondervoorzitters aan.
Het voorzitterschap en het eerste ondervoorzitterschap wordt Het voorzitterschap en het eerste ondervoorzitterschap wordt
beurtelings door de werkgevers- en de werknemersafgevaardigden beurtelings door de werkgevers- en de werknemersafgevaardigden
waargenomen. waargenomen.
De tweede ondervoorzitter behoort tot de werknemersgroep en de derde De tweede ondervoorzitter behoort tot de werknemersgroep en de derde
tot de werkgeversgroep. tot de werkgeversgroep.

Art. 24.De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter

Art. 24.De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter

bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad tenminste
éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer tenminste éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer tenminste
twee leden van de raad erom verzoeken. De uitnodiging vermeldt de twee leden van de raad erom verzoeken. De uitnodiging vermeldt de
agenda. agenda.
De notulen worden door de door de raad van bestuur aangeduide De notulen worden door de door de raad van bestuur aangeduide
secretaris opgesteld en door de voorzitter van de vergadering secretaris opgesteld en door de voorzitter van de vergadering
ondertekend. ondertekend.
De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee
bestuurders ondertekend. bestuurders ondertekend.
Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk
aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is
het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de
jongste leden). jongste leden).
De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda gestelde De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda gestelde
kwesties in aanwezigheid van tenminste de helft van de leden die tot kwesties in aanwezigheid van tenminste de helft van de leden die tot
de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de leden die tot de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de leden die tot
de werkgeversafvaardiging behoren. de werkgeversafvaardiging behoren.
De beslissingen worden met een meerderheid van twee derden van de De beslissingen worden met een meerderheid van twee derden van de
stemgerechtigden genomen. stemgerechtigden genomen.

Art. 25.De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren en

Art. 25.De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren en

alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn vereist. alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn vereist.
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer
en de leiding van het fonds. en de leiding van het fonds.
De raad van bestuur treedt in rechte op in naam van het fonds, op De raad van bestuur treedt in rechte op in naam van het fonds, op
vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel
afgevaardigde bestuurder. afgevaardigde bestuurder.
De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of
meer van zijn leden of zelfs aan derden. meer van zijn leden of zelfs aan derden.
Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad speciale Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad speciale
volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van
vier bestuurders (twee van werknemerszijde en twee van vier bestuurders (twee van werknemerszijde en twee van
werkgeverszijde). werkgeverszijde).
De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de
uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke
verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de
verplichtingen van het fonds. verplichtingen van het fonds.
HOOFDSTUK V. - Financiering van het fonds HOOFDSTUK V. - Financiering van het fonds

Art. 26.Om de financiering van de in artikel 7 tot artikel 20

Art. 26.Om de financiering van de in artikel 7 tot artikel 20

bedoelde vergoedingen en financiële tussenkomsten te verzekeren, bedoelde vergoedingen en financiële tussenkomsten te verzekeren,
beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5 beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5
bedoelde werkgevers verschuldigd zijn. bedoelde werkgevers verschuldigd zijn.

Art. 27.§ 1. De bijdrage gebaseerd op de laatste brutobezoldiging

Art. 27.§ 1. De bijdrage gebaseerd op de laatste brutobezoldiging

berekend aan 108 pct. verdiend door de arbeiders bedoeld bij artikel berekend aan 108 pct. verdiend door de arbeiders bedoeld bij artikel
11, § 2 wordt door de werkgever rechtstreeks aan het fonds betaald 11, § 2 wordt door de werkgever rechtstreeks aan het fonds betaald
vóór de aanvangsdatum van het stelsel van werkloosheid met vóór de aanvangsdatum van het stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag van de arbeiders. Zij wordt berekend vanaf de aanvang bedrijfstoeslag van de arbeiders. Zij wordt berekend vanaf de aanvang
van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de onderneming van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de onderneming
tot de leeftijd van 57 jaar en betaald volgens de modaliteiten bepaald tot de leeftijd van 57 jaar en betaald volgens de modaliteiten bepaald
door de raad van bestuur. door de raad van bestuur.
§ 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever § 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever
vóór de datum van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van vóór de datum van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag van
de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de
modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het fonds. modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het fonds.
§ 3. Sinds 1 januari 2016 wordt de bijdrage van de werkgevers bepaald § 3. Sinds 1 januari 2016 wordt de bijdrage van de werkgevers bepaald
op 2,80 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 0,80 pct. is op 2,80 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 0,80 pct. is
voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal
pensioenstelsel. pensioenstelsel.
Vanaf 1 januari 2018 wordt de bijdrage van de werkgevers bepaald op Vanaf 1 januari 2018 wordt de bijdrage van de werkgevers bepaald op
2,55 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,05 pct. is 2,55 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,05 pct. is
voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal
pensioenstelsel. pensioenstelsel.
§ 4. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gebruik gemaakt van de § 4. Vanaf 1 januari 2016 wordt er gebruik gemaakt van de
gedifferentieerde RSZ inningstechniek waardoor de pensioenbijdrage gedifferentieerde RSZ inningstechniek waardoor de pensioenbijdrage
voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt
afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor afgescheiden van de basisbijdrage bestemd voor het fonds voor
bestaanszekerheid : bestaanszekerheid :
- De basisbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke - De basisbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke
collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard
worden door een koninklijk besluit; worden door een koninklijk besluit;
- De pensioenbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke - De pensioenbijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke
collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard collectieve arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend zal verklaard
worden door een koninklijk besluit. worden door een koninklijk besluit.
§ 5. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het § 5. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het
fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en fonds worden bepaald met bepaling van de innings- en
verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp
uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst
bekrachtigd bij koninklijk besluit. bekrachtigd bij koninklijk besluit.

Art. 28.§ 1. De inning en invordering van de bijdragen worden door de

Art. 28.§ 1. De inning en invordering van de bijdragen worden door de

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van
artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor
bestaanszekerheid. bestaanszekerheid.
§ 2. Van de aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het § 2. Van de aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het
fonds gestorte som worden vooraf de door de raad van bestuur fonds gestorte som worden vooraf de door de raad van bestuur
vastgestelde kosten afgetrokken. vastgestelde kosten afgetrokken.
§ 3. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de verdeling van de § 3. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de verdeling van de
bijdragen voorzien in de artikelen 8 tot en met 19. bijdragen voorzien in de artikelen 8 tot en met 19.
HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen van het fonds HOOFDSTUK VI. - Begroting en rekeningen van het fonds

Art. 29.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31

Art. 29.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31

december. december.

Art. 30.Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december, wordt een

Art. 30.Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december, wordt een

begroting voor het volgende jaar aan het Paritair Subcomité voor de begroting voor het volgende jaar aan het Paritair Subcomité voor de
edele metalen ter goedkeuring voorgelegd. edele metalen ter goedkeuring voorgelegd.

Art. 31.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december

Art. 31.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december

afgesloten. afgesloten.
De raad van bestuur, evenals de door het Paritair Subcomité voor de De raad van bestuur, evenals de door het Paritair Subcomité voor de
edele metalen aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk edele metalen aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk
een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht
gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven
bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de
maand juni aan het Paritair Subcomité voor de edele metalen ter maand juni aan het Paritair Subcomité voor de edele metalen ter
goedkeuring worden voorgelegd. goedkeuring worden voorgelegd.
HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening van het fonds HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening van het fonds

Art. 32.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het

Art. 32.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het

Paritair Subcomité voor de edele metalen worden ontbonden. Dit laatste Paritair Subcomité voor de edele metalen worden ontbonden. Dit laatste
dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en
hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de netto-activa hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de netto-activa
van het fonds te bepalen. van het fonds te bepalen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli
2018. 2018.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^