← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming "
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming | Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
14 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8, § 1, | 14 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8, § 1, |
vierde lid van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de | vierde lid van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de |
inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming | inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen | Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen |
aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 7, § 2, tweede lid; | aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 7, § 2, tweede lid; |
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de |
inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, | inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, |
inzonderheid op artikel 8, § 1, vierde lid, vervangen bij het | inzonderheid op artikel 8, § 1, vierde lid, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 17 maart 1999; | koninklijk besluit van 17 maart 1999; |
Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, | Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, |
gegeven op 17 april 2000; | gegeven op 17 april 2000; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei |
2000; | 2000; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
25 mei 2000; | 25 mei 2000; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat overeenkomstig de huidige wettelijke en | omstandigheid dat overeenkomstig de huidige wettelijke en |
reglementaire bepalingen betreffende de inkomenvervangende | reglementaire bepalingen betreffende de inkomenvervangende |
tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, alle belastbare | tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, alle belastbare |
inkomsten van het gezin van de gehandicapte persoon in aanmerking | inkomsten van het gezin van de gehandicapte persoon in aanmerking |
moeten worden genomen om het recht op bedoelde tegemoetkoming vast te | moeten worden genomen om het recht op bedoelde tegemoetkoming vast te |
stellen; | stellen; |
Overwegende dat de verhoging van het gewaarborgd inkomen voor | Overwegende dat de verhoging van het gewaarborgd inkomen voor |
bejaarden en van de gewaarborgde minimumpensioenen op 1 juli 2000 | bejaarden en van de gewaarborgde minimumpensioenen op 1 juli 2000 |
enkel zal leiden tot een werkelijke verbetering van het welzijn van de | enkel zal leiden tot een werkelijke verbetering van het welzijn van de |
gehandicapte personen die deze uitkeringen genieten indien deze | gehandicapte personen die deze uitkeringen genieten indien deze |
verhoging wordt vrijgesteld in de berekening waarbij het recht op de | verhoging wordt vrijgesteld in de berekening waarbij het recht op de |
tegemoetkomingen wordt vastgesteld; | tegemoetkomingen wordt vastgesteld; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2000, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2000, |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en | Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en |
op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 31 mei 2000, | op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 31 mei 2000, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 8, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit van |
Artikel 1.Artikel 8, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit van |
6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de | 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de |
integratietegemoetkoming, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 | integratietegemoetkoming, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 |
maart 1999, wordt aangevuld als volgt : | maart 1999, wordt aangevuld als volgt : |
« 4° het geïndexeerd bedrag van de verhoging van het gewaarborgd | « 4° het geïndexeerd bedrag van de verhoging van het gewaarborgd |
inkomen voor bejaarden, toegekend bij koninklijk besluit van 14 mei | inkomen voor bejaarden, toegekend bij koninklijk besluit van 14 mei |
2000; | 2000; |
5° het geïndexeerd bedrag van de verhoging van het gewaarborgd | 5° het geïndexeerd bedrag van de verhoging van het gewaarborgd |
minimumbedrag van de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers, | minimumbedrag van de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers, |
toegekend bij koninklijk besluit van 14 mei 2000. » | toegekend bij koninklijk besluit van 14 mei 2000. » |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2000. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2000. |
Art. 3.Onze minister bevoegd voor de maatschappelijke integratie is |
Art. 3.Onze minister bevoegd voor de maatschappelijke integratie is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 14 juli 2000. | Gegeven te Brussel, 14 juli 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Maatschappelijke Integratie, | De Minister van Maatschappelijke Integratie, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |