Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
13 MAART 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 13 MAART 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, |
gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1) | betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en |
confectiebedrijf; | confectiebedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, |
gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar. | betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 13 maart 2011. | Gegeven te Brussel, 13 maart 2011. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf | Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 |
Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd | Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd |
op 4 mei 2010 onder het nummer 99179/CO/109) | op 4 mei 2010 onder het nummer 99179/CO/109) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en de arbeid(st)ers met inbegrip van de | de werkgevers en de arbeid(st)ers met inbegrip van de |
huisarbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité | huisarbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité |
voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren. | voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren. |
HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en duur | HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en duur |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de |
verderzetting van de toepassing van het stelsel van conventioneel | verderzetting van de toepassing van het stelsel van conventioneel |
brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar gedurende de periode van 1 | brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar gedurende de periode van 1 |
januari 2010 tot 31 december 2010, overeenkomstig de bepalingen van | januari 2010 tot 31 december 2010, overeenkomstig de bepalingen van |
het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het | het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het |
conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact. | conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact. |
Art. 3.In uitvoering van artikel 3, 3° van de statuten, vastgesteld |
Art. 3.In uitvoering van artikel 3, 3° van de statuten, vastgesteld |
bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in | bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in |
het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende | het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende |
coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de | coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de |
kleding- en confectienijverheid", wordt aan de arbeid(st)ers, bedoeld | kleding- en confectienijverheid", wordt aan de arbeid(st)ers, bedoeld |
in artikel 4, een aanvullende vergoeding - waarvan het bedrag en de | in artikel 4, een aanvullende vergoeding - waarvan het bedrag en de |
wijzen van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld - toegekend | wijzen van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld - toegekend |
ten laste van genoemd fonds voor de arbeid(st)ers die in het systeem | ten laste van genoemd fonds voor de arbeid(st)ers die in het systeem |
van het brugpensioen treden tijdens de periode van 1 januari 2010 tot | van het brugpensioen treden tijdens de periode van 1 januari 2010 tot |
31 december 2010. | 31 december 2010. |
HOODFSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende | HOODFSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende |
vergoeding | vergoeding |
Art. 4.De in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
Art. 4.De in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
toekennen van gelijkaardige voordelen, als voorzien bij collectieve | toekennen van gelijkaardige voordelen, als voorzien bij collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de | arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de |
Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende | Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende |
vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij |
worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
van 16 januari 1975 en laatst gewijzigd bij collectieve | van 16 januari 1975 en laatst gewijzigd bij collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006. | arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006. |
Deze aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de arbeid(st)ers die | Deze aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de arbeid(st)ers die |
ontslagen worden, met andere woorden aan arbeid(st)ers die ongewild | ontslagen worden, met andere woorden aan arbeid(st)ers die ongewild |
werkloos worden gesteld en van wie de opzeggingstermijn of de periode | werkloos worden gesteld en van wie de opzeggingstermijn of de periode |
gedekt door de opzeggingsvergoeding een einde neemt uiterlijk op 31 | gedekt door de opzeggingsvergoeding een einde neemt uiterlijk op 31 |
december 2010 en die, op het einde van de opzeggingstermijn of de | december 2010 en die, op het einde van de opzeggingstermijn of de |
periode gedekt door de opzeggingsvergoeding de leeftijd van 58 jaar of | periode gedekt door de opzeggingsvergoeding de leeftijd van 58 jaar of |
ouder bereikt hebben tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010. | ouder bereikt hebben tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010. |
Voor de toepassing van het vorige lid wordt geen rekening gehouden met | Voor de toepassing van het vorige lid wordt geen rekening gehouden met |
de verlenging van de opzeggingstermijn doorgevoerd in toepassing van | de verlenging van de opzeggingstermijn doorgevoerd in toepassing van |
de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende | de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
de arbeidsovereenkomsten. | de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 5.De arbeid(st)ers die voldoen aan de door artikel 4 vereiste |
Art. 5.De arbeid(st)ers die voldoen aan de door artikel 4 vereiste |
leeftijdsvoorwaarden komen in aanmerking voor de in hetzelfde artikel | leeftijdsvoorwaarden komen in aanmerking voor de in hetzelfde artikel |
4 vermelde aanvullende vergoeding indien zij, bovenop de in de | 4 vermelde aanvullende vergoeding indien zij, bovenop de in de |
werkloosheidsreglementering vereiste voorwaarden om te kunnen genieten | werkloosheidsreglementering vereiste voorwaarden om te kunnen genieten |
van conventioneel brugpensioen, tevens het bewijs kunnen voorleggen | van conventioneel brugpensioen, tevens het bewijs kunnen voorleggen |
van : | van : |
- hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 2 jaar | - hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 2 jaar |
onmiddellijk voor het ontslag, dat het recht op brugpensioen opent, in | onmiddellijk voor het ontslag, dat het recht op brugpensioen opent, in |
één of meerdere ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité | één of meerdere ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité |
voor het kleding- en confectiebedrijf; | voor het kleding- en confectiebedrijf; |
- hetzij een loopbaan van minstens 10 jaar tewerkstelling in | - hetzij een loopbaan van minstens 10 jaar tewerkstelling in |
ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- | ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- |
en confectiebedrijf, na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in een | en confectiebedrijf, na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in een |
onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- | onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- |
en confectiebedrijf. | en confectiebedrijf. |
Art. 6.De arbeid(st)ers, die voldoen aan de in de artikelen 4 en 5 |
Art. 6.De arbeid(st)ers, die voldoen aan de in de artikelen 4 en 5 |
bepaalde voorwaarden, hebben, voor zover zij werkloosheidsuitkeringen | bepaalde voorwaarden, hebben, voor zover zij werkloosheidsuitkeringen |
ontvangen in toepassing van de reglementering betreffende het | ontvangen in toepassing van de reglementering betreffende het |
conventioneel brugpensioen, recht op de aanvullende vergoeding tot op | conventioneel brugpensioen, recht op de aanvullende vergoeding tot op |
de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij wettelijk | de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij wettelijk |
pensioengerechtigd zijn. | pensioengerechtigd zijn. |
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het | De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het |
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling | stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling |
wensen te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke | wensen te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke |
werkloosheidsvergoeding ontvangen. | werkloosheidsvergoeding ontvangen. |
Art. 7.De regeling geldt eveneens voor de arbeid(st)ers die tijdelijk |
Art. 7.De regeling geldt eveneens voor de arbeid(st)ers die tijdelijk |
uit het stelsel zouden zijn getreden en die nadien opnieuw de regeling | uit het stelsel zouden zijn getreden en die nadien opnieuw de regeling |
wensen te genieten. | wensen te genieten. |
Tevens zijn de bepalingen van artikel 4bis en van artikel 4quater van | Tevens zijn de bepalingen van artikel 4bis en van artikel 4quater van |
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 |
in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van | in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van |
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers | aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers |
indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij | indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit van 16 januari 1975 en laatst gewijzigd bij | koninklijk besluit van 16 januari 1975 en laatst gewijzigd bij |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006 | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006 |
toepasselijk. | toepasselijk. |
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding |
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
Art. 8.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de |
helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de | helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de |
werkloosheidsuitkering. | werkloosheidsuitkering. |
Art. 9.Het netto-referteloon is gelijk aan het brutomaandloon, |
Art. 9.Het netto-referteloon is gelijk aan het brutomaandloon, |
begrensd tot 3.476,03 EUR op 1 januari 2009 en verminderd met de | begrensd tot 3.476,03 EUR op 1 januari 2009 en verminderd met de |
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. | persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. |
De grens van 3.476,03 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer der | De grens van 3.476,03 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer der |
consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 | consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 |
augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, | augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, |
lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de | lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de |
openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de | openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de |
bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening | bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening |
van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede | van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede |
de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan | de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan |
het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. | het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. |
Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in | Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk jaar herzien in |
functie van de ontwikkeling van de regelingslonen, overeenkomstig | functie van de ontwikkeling van de regelingslonen, overeenkomstig |
hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale Arbeidsraad. | hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale Arbeidsraad. |
Het nettoreferteloon wordt op de hogere euro afgerond. | Het nettoreferteloon wordt op de hogere euro afgerond. |
Art. 10.§ 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
Art. 10.§ 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die |
rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeid(st)ers verrichte | rechtstreeks gebonden zijn aan de door de arbeid(st)ers verrichte |
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en | prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en |
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het | waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het |
omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale | omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale |
zekerheid onderworpen zijn. Daarentegen worden de premies of | zekerheid onderworpen zijn. Daarentegen worden de premies of |
vergoedingen die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden verleend | vergoedingen die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden verleend |
niet in aanmerking genomen. | niet in aanmerking genomen. |
§ 2. Voor de per maand betaalde arbeid(st)er wordt als brutoloon | § 2. Voor de per maand betaalde arbeid(st)er wordt als brutoloon |
beschouwd, het loon dat hij (zij) gedurende de in navolgende § 6 | beschouwd, het loon dat hij (zij) gedurende de in navolgende § 6 |
bepaalde refertemaand heeft verdiend. | bepaalde refertemaand heeft verdiend. |
§ 3. Voor de arbeid(st)er die niet per maand wordt betaald, wordt het | § 3. Voor de arbeid(st)er die niet per maand wordt betaald, wordt het |
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale | brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale |
uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale prestaties van de | uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale prestaties van de |
refertemaand te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte | refertemaand te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte |
normale uren. | normale uren. |
Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het aantal | Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het aantal |
arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse arbeidstijdregeling van de | arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse arbeidstijdregeling van de |
arbeid(st)er. Dat product vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, | arbeid(st)er. Dat product vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, |
stemt overeen met het maandloon. | stemt overeen met het maandloon. |
§ 4. Het brutoloon van de arbeid(st)er die gedurende de ganse | § 4. Het brutoloon van de arbeid(st)er die gedurende de ganse |
refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij (zij) | refertemaand niet heeft gewerkt, wordt berekend alsof hij (zij) |
aanwezig was geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand | aanwezig was geweest op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand |
vallen. | vallen. |
Indien de arbeid(st)er, krachtens de bepalingen van zijn (haar) | Indien de arbeid(st)er, krachtens de bepalingen van zijn (haar) |
arbeidsovereenkomst slechts gedurende een gedeelte van de | arbeidsovereenkomst slechts gedurende een gedeelte van de |
referentiemaand moet werken en hij (zij) al die tijd niet heeft | referentiemaand moet werken en hij (zij) al die tijd niet heeft |
gewerkt, wordt het brutoloon berekend op grond van het aantal | gewerkt, wordt het brutoloon berekend op grond van het aantal |
arbeidsdagen dat in zijn (haar) arbeidsovereenkomst is vastgesteld. | arbeidsdagen dat in zijn (haar) arbeidsovereenkomst is vastgesteld. |
§ 5. Het door de arbeid(st)er verdiende brutoloon, ongeacht of het per | § 5. Het door de arbeid(st)er verdiende brutoloon, ongeacht of het per |
maand of op een andere wijze wordt betaald, wordt vermeerderd met één | maand of op een andere wijze wordt betaald, wordt vermeerderd met één |
twaalfde van het totaal der contractuele premies en van de | twaalfde van het totaal der contractuele premies en van de |
veranderlijke bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen | veranderlijke bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen |
maand overschrijdt en door die arbeid(st)er in de loop van de twaalf | maand overschrijdt en door die arbeid(st)er in de loop van de twaalf |
maanden die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. | maanden die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. |
§ 6. Als refertemaand wordt de kalendermaand, die de datum van het | § 6. Als refertemaand wordt de kalendermaand, die de datum van het |
ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. | ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. |
§ 7. Indien evenwel blijkt dat het tijdens deze refertemaand verdiende | § 7. Indien evenwel blijkt dat het tijdens deze refertemaand verdiende |
loon hoger ligt dan het loon van de vorige twaalf maanden ten gevolge | loon hoger ligt dan het loon van de vorige twaalf maanden ten gevolge |
van een loonsverhoging, die niet op indexiële of op collectieve | van een loonsverhoging, die niet op indexiële of op collectieve |
conventionele basis heeft plaatsgevonden, zal de aanvullende | conventionele basis heeft plaatsgevonden, zal de aanvullende |
vergoeding berekend worden op het loon van twaalf maanden vóór het | vergoeding berekend worden op het loon van twaalf maanden vóór het |
ontslag, verhoogd op indexiële en conventionele basis. | ontslag, verhoogd op indexiële en conventionele basis. |
§ 8. Indien de arbeid(st)er een variabel loon geniet, en de toepassing | § 8. Indien de arbeid(st)er een variabel loon geniet, en de toepassing |
van het loon van de laatste refertemaand zou leiden tot een lagere | van het loon van de laatste refertemaand zou leiden tot een lagere |
aanvullende vergoeding dan een aanvullende vergoeding, berekend op | aanvullende vergoeding dan een aanvullende vergoeding, berekend op |
basis van het gemiddelde loon verdiend tijdens de twaalf maanden | basis van het gemiddelde loon verdiend tijdens de twaalf maanden |
voorafgaand aan het ontslag, kan de arbeid(st)er in kwestie aanspraak | voorafgaand aan het ontslag, kan de arbeid(st)er in kwestie aanspraak |
maken op een aanvullende vergoeding die berekend wordt op basis van | maken op een aanvullende vergoeding die berekend wordt op basis van |
het gemiddeld loon verdiend tijdens deze twaalf maanden, voorafgaand | het gemiddeld loon verdiend tijdens deze twaalf maanden, voorafgaand |
aan het ontslag. | aan het ontslag. |
Art. 11.Indien het bedrag van de aanvullende vergoeding, in een |
Art. 11.Indien het bedrag van de aanvullende vergoeding, in een |
voltijdse arbeidsregeling berekend overeenkomstig hoger vermelde | voltijdse arbeidsregeling berekend overeenkomstig hoger vermelde |
artikelen 8 tot en met 10, lager ligt dan 80,00 EUR, wordt vanaf 1 | artikelen 8 tot en met 10, lager ligt dan 80,00 EUR, wordt vanaf 1 |
juli 2005 een bedrag van 80,00 EUR voorzien. | juli 2005 een bedrag van 80,00 EUR voorzien. |
HOOFDSTUK V. - Rechten deeltijdse arbeid(st)ers | HOOFDSTUK V. - Rechten deeltijdse arbeid(st)ers |
Art. 12.Arbeid(st)ers die tewerkgesteld zijn in een deeltijdse |
Art. 12.Arbeid(st)ers die tewerkgesteld zijn in een deeltijdse |
arbeidsregeling vóór het ontslag dat het recht op brugpensioen opent, | arbeidsregeling vóór het ontslag dat het recht op brugpensioen opent, |
hebben recht op de in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding voor | hebben recht op de in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding voor |
zover zij de voorwaarden vervullen bepaald bij de artikelen 4 en 5 van | zover zij de voorwaarden vervullen bepaald bij de artikelen 4 en 5 van |
deze collectieve arbeidsovereenkomst en indien zij recht hebben op | deze collectieve arbeidsovereenkomst en indien zij recht hebben op |
werkloosheidsuitkeringen. | werkloosheidsuitkeringen. |
De aanvullende vergoeding wordt berekend op basis van het loon voor de | De aanvullende vergoeding wordt berekend op basis van het loon voor de |
deeltijdse arbeidsregeling tenzij de arbeider(st)er zich kan beroepen | deeltijdse arbeidsregeling tenzij de arbeider(st)er zich kan beroepen |
op de uitzonderingen bepaald bij de hiernavolgende artikelen 13 en 14. | op de uitzonderingen bepaald bij de hiernavolgende artikelen 13 en 14. |
Art. 13.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding - die |
Art. 13.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding - die |
toegekend wordt aan de arbeid(st)ers die een deeltijdse | toegekend wordt aan de arbeid(st)ers die een deeltijdse |
arbeidsregeling hebben aanvaard om aan de werkloosheid te ontsnappen | arbeidsregeling hebben aanvaard om aan de werkloosheid te ontsnappen |
en die ingeschreven gebleven zijn als voltijds werkzoekende - zal | en die ingeschreven gebleven zijn als voltijds werkzoekende - zal |
berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse | berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse |
arbeid(st)er en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse | arbeid(st)er en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse |
tewerkstelling, voor zover de arbeid(st)er een voltijdse | tewerkstelling, voor zover de arbeid(st)er een voltijdse |
tewerkstelling van 5 jaar in de kleding- en confectienijverheid | tewerkstelling van 5 jaar in de kleding- en confectienijverheid |
bewijst tijdens een periode van 10 jaar die de brugpensioenstelling | bewijst tijdens een periode van 10 jaar die de brugpensioenstelling |
voorafgaat. | voorafgaat. |
Art. 14.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
Art. 14.De in artikel 4 bedoelde aanvullende vergoeding, die |
toegekend wordt aan de arbeid(st)ers die vrijwillig een deeltijdse | toegekend wordt aan de arbeid(st)ers die vrijwillig een deeltijdse |
betrekking in de kleding- en confectienijverheid hebben aanvaard, zal | betrekking in de kleding- en confectienijverheid hebben aanvaard, zal |
berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse | berekend worden overeenkomstig het loon verdiend door een voltijdse |
arbeid(st)er en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse | arbeid(st)er en niet overeenkomstig het loon van de deeltijdse |
tewerkstelling voor zover de arbeid(st)er in het beroepsverleden 20 | tewerkstelling voor zover de arbeid(st)er in het beroepsverleden 20 |
jaar voltijdse tewerkstelling in de kleding- en confectienijverheid | jaar voltijdse tewerkstelling in de kleding- en confectienijverheid |
kan bewijzen. | kan bewijzen. |
Voor de arbeid(st)ers die op het ogenblik van het ontslag in het kader | Voor de arbeid(st)ers die op het ogenblik van het ontslag in het kader |
van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater van de | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater van de |
Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, | Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, |
loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een | loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een |
halftijdse betrekking, een vermindering van de arbeidsprestaties tot | halftijdse betrekking, een vermindering van de arbeidsprestaties tot |
een halftijdse betrekking of een vermindering van de arbeidsprestaties | een halftijdse betrekking of een vermindering van de arbeidsprestaties |
met één vijfde genieten, wordt de in artikel 4 bedoelde aanvullende | met één vijfde genieten, wordt de in artikel 4 bedoelde aanvullende |
vergoeding berekend overeenkomstig het voltijds brutoloon dat van | vergoeding berekend overeenkomstig het voltijds brutoloon dat van |
toepassing zou zijn geweest indien de arbeid(st)er geen tijdskrediet | toepassing zou zijn geweest indien de arbeid(st)er geen tijdskrediet |
had genoten. | had genoten. |
HOOFDSTUK VI. - Aanpassing van het bedrag | HOOFDSTUK VI. - Aanpassing van het bedrag |
van de aanvullende vergoeding | van de aanvullende vergoeding |
Art. 15.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding wordt |
Art. 15.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding wordt |
gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der | gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der |
consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn | consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn |
inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van | inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van |
voormelde wet van 2 augustus 1971. | voormelde wet van 2 augustus 1971. |
Het bedrag van deze vergoeding wordt daarenboven elk jaar op 1 januari | Het bedrag van deze vergoeding wordt daarenboven elk jaar op 1 januari |
herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen | herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen |
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale | overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale |
Arbeidsraad. | Arbeidsraad. |
Voor de arbeid(st)ers die in de loop van het jaar tot de regeling | Voor de arbeid(st)ers die in de loop van het jaar tot de regeling |
toetreden wordt de aanpassing op grond van het verloop van de | toetreden wordt de aanpassing op grond van het verloop van de |
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het | regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het |
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in | jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in |
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. | aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. |
HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere | HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere |
voordelen | voordelen |
Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
Art. 16.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met |
andere, wegens ontslag verleende speciale vergoedingen of toeslagen | andere, wegens ontslag verleende speciale vergoedingen of toeslagen |
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. | die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. |
De arbeid(st)ers die onder de in artikel 4 voorziene voorwaarden | De arbeid(st)ers die onder de in artikel 4 voorziene voorwaarden |
worden ontslagen, moeten eerst de uit die bepalingen voortvloeiende | worden ontslagen, moeten eerst de uit die bepalingen voortvloeiende |
rechten uitputten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel | rechten uitputten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel |
4 voorziene aanvullende vergoeding. | 4 voorziene aanvullende vergoeding. |
Het in het voorgaande lid geformuleerde cumulatieverbod is niet van | Het in het voorgaande lid geformuleerde cumulatieverbod is niet van |
toepassing op de sluitingsvergoeding, voorzien bij de wet van 28 juni | toepassing op de sluitingsvergoeding, voorzien bij de wet van 28 juni |
1966 betreffende de schadeloosstelling van de arbeid(st)ers die | 1966 betreffende de schadeloosstelling van de arbeid(st)ers die |
ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen. | ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen. |
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure | HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure |
Art. 17.Vooraleer één of meerdere arbeid(st)ers, bedoeld bij artikel |
Art. 17.Vooraleer één of meerdere arbeid(st)ers, bedoeld bij artikel |
4, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers | 4, te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers |
van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, | van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, |
met de vakbondsafvaardiging. | met de vakbondsafvaardiging. |
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van vakbondsafvaardiging, | Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van vakbondsafvaardiging, |
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de | heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de |
representatieve arbeid(st)ersorganisaties of, bij ontstentenis, met de | representatieve arbeid(st)ersorganisaties of, bij ontstentenis, met de |
arbeid(st)ers van de onderneming. | arbeid(st)ers van de onderneming. |
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen nodigt de werkgever | Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen nodigt de werkgever |
daarenboven de betrokken arbeid(st)ers, bij aangetekend schrijven, uit | daarenboven de betrokken arbeid(st)ers, bij aangetekend schrijven, uit |
tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. | tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. |
Dit onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)ers de gelegenheid te | Dit onderhoud heeft tot doel aan de arbeid(st)ers de gelegenheid te |
geven, zijn (haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen | geven, zijn (haar) bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen |
ontslag kenbaar te maken. | ontslag kenbaar te maken. |
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1976, | Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1976, |
gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf |
betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, inzonderheid | betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, inzonderheid |
artikel 9, kan de arbeid(st)er zich bij dit onderhoud laten bijstaan | artikel 9, kan de arbeid(st)er zich bij dit onderhoud laten bijstaan |
door een vakbondsafgevaardigde. | door een vakbondsafgevaardigde. |
De opzegging kan ten vroegste geschieden, de tweede werkdag na de dag | De opzegging kan ten vroegste geschieden, de tweede werkdag na de dag |
waarop dit onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. | waarop dit onderhoud plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. |
De ontslagen arbeid(st)ers hebben de mogelijkheid de aanvullende | De ontslagen arbeid(st)ers hebben de mogelijkheid de aanvullende |
regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te | regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te |
maken van de arbeidsreserve. | maken van de arbeidsreserve. |
HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding en de | HOOFDSTUK IX. - Betaling van de aanvullende vergoeding en de |
bijzondere werkgeversbijdragen | bijzondere werkgeversbijdragen |
Art. 18.De betaling van de aanvullende vergoeding wordt maandelijks |
Art. 18.De betaling van de aanvullende vergoeding wordt maandelijks |
uitgevoerd door het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en | uitgevoerd door het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en |
confectienijverheid". | confectienijverheid". |
Het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" | Het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" |
betaalt eveneens de bijzondere werkgeversbijdragen bedoeld in artikel | betaalt eveneens de bijzondere werkgeversbijdragen bedoeld in artikel |
268 van de programmawet van 22 december 1989, in artikel 141 van de | 268 van de programmawet van 22 december 1989, in artikel 141 van de |
programmawet van 29 december 1990 en in hoofdstuk VI van titel XI van | programmawet van 29 december 1990 en in hoofdstuk VI van titel XI van |
de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I). | de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I). |
De aanvullende vergoeding wordt verder uitbetaald in geval van | De aanvullende vergoeding wordt verder uitbetaald in geval van |
werkhervatting door de betrokkene. | werkhervatting door de betrokkene. |
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen |
Art. 19.De administratieve formaliteiten, nodig voor de uitvoering |
Art. 19.De administratieve formaliteiten, nodig voor de uitvoering |
van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de raad van | van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de raad van |
beheer van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en | beheer van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en |
confectienijverheid" vastgesteld. | confectienijverheid" vastgesteld. |
De aanvraag om de aanvullende vergoeding ten laste van het "Sociaal | De aanvraag om de aanvullende vergoeding ten laste van het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" te kunnen | Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" te kunnen |
genieten gebeurt door de arbeid(st)er of door een | genieten gebeurt door de arbeid(st)er of door een |
werknemersorganisatie vertegenwoordigd in het paritair comité. | werknemersorganisatie vertegenwoordigd in het paritair comité. |
Art. 20.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve |
Art. 20.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst kunnen door de raad van beheer van het "Sociaal | arbeidsovereenkomst kunnen door de raad van beheer van het "Sociaal |
Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" worden beslecht | Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" worden beslecht |
in de geest van en refererend naar voormelde collectieve | in de geest van en refererend naar voormelde collectieve |
arbeidsovereenkomst van 19 december 1974. | arbeidsovereenkomst van 19 december 1974. |
Art. 21.Indien blijkt dat de op het afgeleverde werkloosheidsdocument |
Art. 21.Indien blijkt dat de op het afgeleverde werkloosheidsdocument |
vermelde gegevens niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van | vermelde gegevens niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van |
de werkloosheidsreglementering en/of met de in deze collectieve | de werkloosheidsreglementering en/of met de in deze collectieve |
arbeidsovereenkomst vermelde bepalingen zal de directeur van het | arbeidsovereenkomst vermelde bepalingen zal de directeur van het |
"Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" de | "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" de |
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening daarvan onverwijld in kennis | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening daarvan onverwijld in kennis |
stellen teneinde te komen tot een correcte berekening van het | stellen teneinde te komen tot een correcte berekening van het |
verschuldigde brugpensioen. | verschuldigde brugpensioen. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart |
2011. | 2011. |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |