← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten | Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten |
---|---|
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN |
13 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële | 13 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële |
Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot | Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot |
uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot | uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot |
organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op | organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie | twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie |
bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en | bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en |
agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten | agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen | Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen |
voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, | voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, |
en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990; | en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990; |
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk | Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk |
besluit van 23 december 1998 tot uitvoering van artikel 125 van de wet | besluit van 23 december 1998 tot uitvoering van artikel 125 van de wet |
van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde | van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde |
politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, op de leden van het | politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, op de leden van het |
operationeel kader, en de categorie bijzonder politiepersoneel van de | operationeel kader, en de categorie bijzonder politiepersoneel van de |
rijkswacht alsmede de officieren en agenten van de gerechtelijke | rijkswacht alsmede de officieren en agenten van de gerechtelijke |
politie bij de parketten, opgemaakt door de Centrale dienst voor | politie bij de parketten, opgemaakt door de Centrale dienst voor |
Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in | Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in |
Malmedy; | Malmedy; |
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse |
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse |
vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot | vertaling van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot |
uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot | uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot |
organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op | organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie | twee niveaus, op de leden van het operationeel kader, en de categorie |
bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en | bijzonder politiepersoneel van de rijkswacht alsmede de officieren en |
agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten. | agenten van de gerechtelijke politie bij de parketten. |
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 13 maart 2000. | Gegeven te Brussel, 13 maart 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
A. DUQUESNE | A. DUQUESNE |
Bijlage - Annexe | Bijlage - Annexe |
MINISTERIUM DES INNERN | MINISTERIUM DES INNERN |
23. DEZEMBER 1998 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 125 | 23. DEZEMBER 1998 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 125 |
des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei | des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei |
Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes für die Mitglieder | Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes für die Mitglieder |
des operativen Korps und der Kategorie besonderes Polizeipersonal der | des operativen Korps und der Kategorie besonderes Polizeipersonal der |
Gendarmerie und die Gerichtspolizeioffiziere und -bediensteten bei der | Gendarmerie und die Gerichtspolizeioffiziere und -bediensteten bei der |
Staatsanwaltschaft | Staatsanwaltschaft |
ALBERT II., König der Belgier, | ALBERT II., König der Belgier, |
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! | Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! |
Aufgrund des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf | Aufgrund des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf |
zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, insbesondere | zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, insbesondere |
der Artikel 125 und 260; | der Artikel 125 und 260; |
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 25. April 1979 über die Ämter | Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 25. April 1979 über die Ämter |
und Amtsenthebungen beim Personal des operativen Korps der | und Amtsenthebungen beim Personal des operativen Korps der |
Gendarmerie, insbesondere der Artikel 54 und 55, abgeändert durch die | Gendarmerie, insbesondere der Artikel 54 und 55, abgeändert durch die |
Königlichen Erlasse vom 20. Dezember 1995 und 8. Oktober 1998; | Königlichen Erlasse vom 20. Dezember 1995 und 8. Oktober 1998; |
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 23. Dezember 1998 zur Ausführung | Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 23. Dezember 1998 zur Ausführung |
von Artikel 126 des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation | von Artikel 126 des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation |
eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, | eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, |
insbesondere des Artikels 4; | insbesondere des Artikels 4; |
Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 20. November 1998; | Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 20. November 1998; |
Aufgrund des Protokolls Nr. 104/1bis des gemeinsamen Ausschusses für | Aufgrund des Protokolls Nr. 104/1bis des gemeinsamen Ausschusses für |
alle öffentlichen Dienste vom 8. Dezember 1998; | alle öffentlichen Dienste vom 8. Dezember 1998; |
Aufgrund des Protokolls Nr. N-058441 des Verhandlungsausschusses des | Aufgrund des Protokolls Nr. N-058441 des Verhandlungsausschusses des |
Militärpersonals der Streitkräfte vom 11. Dezember 1998; | Militärpersonals der Streitkräfte vom 11. Dezember 1998; |
Aufgrund des Protokolls Nr. 63 des Verhandlungsausschusses des | Aufgrund des Protokolls Nr. 63 des Verhandlungsausschusses des |
Gendarmeriepersonals vom 11. Dezember 1998; | Gendarmeriepersonals vom 11. Dezember 1998; |
Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch den Umstand, dass die | Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch den Umstand, dass die |
Einrichtung der integrierten Polizei noch viele verordnungsrechtliche | Einrichtung der integrierten Polizei noch viele verordnungsrechtliche |
Ausführungsmassnahmen erfordert und dass das Gesetz zur Organisation | Ausführungsmassnahmen erfordert und dass das Gesetz zur Organisation |
eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes | eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes |
demnach so schnell wie möglich im Belgischen Staatsblatt | demnach so schnell wie möglich im Belgischen Staatsblatt |
veröffentlicht werden muss. Dass insbesondere Artikel 125 dieses | veröffentlicht werden muss. Dass insbesondere Artikel 125 dieses |
Gesetzes in bezug auf die unrechtmässige Abwesenheit von mehr als zehn | Gesetzes in bezug auf die unrechtmässige Abwesenheit von mehr als zehn |
Tagen am Tag der vorerwähnten Veröffentlichung in Kraft tritt und | Tagen am Tag der vorerwähnten Veröffentlichung in Kraft tritt und |
Anwendung auf die Personalmitglieder der verschiedenen Polizeidienste | Anwendung auf die Personalmitglieder der verschiedenen Polizeidienste |
finden wird, die zur Zeit bestehen. Dass dies jedoch voraussetzt, dass | finden wird, die zur Zeit bestehen. Dass dies jedoch voraussetzt, dass |
die diesbezüglichen Modalitäten im voraus vorbereitet werden, damit | die diesbezüglichen Modalitäten im voraus vorbereitet werden, damit |
die Verfügbarkeit der Polizeidienste nicht belastet wird; | die Verfügbarkeit der Polizeidienste nicht belastet wird; |
Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates, abgegeben in Anwendung von | Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates, abgegeben in Anwendung von |
Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze | Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze |
über den Staatsrat; | über den Staatsrat; |
Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern und Unseres Ministers der | Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern und Unseres Ministers der |
Justiz | Justiz |
Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: | Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: |
Artikel 1 - In vorliegendem Erlass versteht man unter: | Artikel 1 - In vorliegendem Erlass versteht man unter: |
1. "das Gesetz": das Gesetz vom 7. Dezember 1998 zur Organisation | 1. "das Gesetz": das Gesetz vom 7. Dezember 1998 zur Organisation |
eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, | eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, |
2. "der Polizeibeamte": das Mitglied des operativen Korps und der | 2. "der Polizeibeamte": das Mitglied des operativen Korps und der |
Kategorie besonderes Polizeipersonal der Gendarmerie sowie den | Kategorie besonderes Polizeipersonal der Gendarmerie sowie den |
Gerichtspolizeioffizier oder -bediensteten bei der Staatsanwaltschaft, | Gerichtspolizeioffizier oder -bediensteten bei der Staatsanwaltschaft, |
3. "der Korpschef": den Kommandanten der Gendarmerie für die | 3. "der Korpschef": den Kommandanten der Gendarmerie für die |
Mitglieder der Gendarmerie und den Generalkommissar der | Mitglieder der Gendarmerie und den Generalkommissar der |
Gerichtspolizei für die Mitglieder der Gerichtspolizei, | Gerichtspolizei für die Mitglieder der Gerichtspolizei, |
4. "der Minister": den Minister des Innern für die Mitglieder der | 4. "der Minister": den Minister des Innern für die Mitglieder der |
Gendarmerie und den Minister der Justiz für die Mitglieder der | Gendarmerie und den Minister der Justiz für die Mitglieder der |
Gerichtspolizei, | Gerichtspolizei, |
5. "die zuständige Behörde": die Behörde, die den Polizeibeamten in | 5. "die zuständige Behörde": die Behörde, die den Polizeibeamten in |
seinen letzten Dienstgrad ernannt hat. | seinen letzten Dienstgrad ernannt hat. |
Art. 2 - Bei unrechtmässiger Abwesenheit eines Polizeibeamten | Art. 2 - Bei unrechtmässiger Abwesenheit eines Polizeibeamten |
informiert sein Korpschef oder der von ihm beauftragte Offizier den | informiert sein Korpschef oder der von ihm beauftragte Offizier den |
Betreffenden per Einschreiben über den Inhalt von Artikel 125 des | Betreffenden per Einschreiben über den Inhalt von Artikel 125 des |
Gesetzes, die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses und das Datum, ab | Gesetzes, die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses und das Datum, ab |
dem die in Artikel 125 des Gesetzes erwähnte Frist von zehn Tagen | dem die in Artikel 125 des Gesetzes erwähnte Frist von zehn Tagen |
berechnet wird. | berechnet wird. |
Art. 3 - Nach Ablauf der Frist von zehn Tagen benachrichtigt der | Art. 3 - Nach Ablauf der Frist von zehn Tagen benachrichtigt der |
Korpschef unverzüglich den Minister von der Unrechtmässigkeit der | Korpschef unverzüglich den Minister von der Unrechtmässigkeit der |
Abwesenheit. | Abwesenheit. |
Der Betreffende wird ebenfalls per Einschreiben über diese | Der Betreffende wird ebenfalls per Einschreiben über diese |
Benachrichtigung informiert. Mit dieser Information wird der | Benachrichtigung informiert. Mit dieser Information wird der |
Betreffende ebenfalls gebeten, den Korpschef so schnell wie möglich | Betreffende ebenfalls gebeten, den Korpschef so schnell wie möglich |
und spätestens innerhalb zehn Tagen nach Notifizierung der Information | und spätestens innerhalb zehn Tagen nach Notifizierung der Information |
seine Argumente oder alle weiteren Elemente mitzuteilen, anhand deren | seine Argumente oder alle weiteren Elemente mitzuteilen, anhand deren |
darüber befunden werden kann, ob die Abwesenheit unrechtmässig ist | darüber befunden werden kann, ob die Abwesenheit unrechtmässig ist |
oder nicht. | oder nicht. |
Der Korpschef gibt eine mit Gründen versehene Stellungnahme zu der | Der Korpschef gibt eine mit Gründen versehene Stellungnahme zu der |
Unrechtmässigkeit oder der Rechtmässigkeit der Abwesenheit ab und | Unrechtmässigkeit oder der Rechtmässigkeit der Abwesenheit ab und |
übermittelt sie unverzüglich zusammen mit den gegebenenfalls vom | übermittelt sie unverzüglich zusammen mit den gegebenenfalls vom |
Betreffenden vorgebrachten Argumenten oder Elementen der zuständigen | Betreffenden vorgebrachten Argumenten oder Elementen der zuständigen |
Behörde. | Behörde. |
Art. 4 - Wenn die zuständige Behörde nach Kenntnisnahme der Argumente | Art. 4 - Wenn die zuständige Behörde nach Kenntnisnahme der Argumente |
des Betreffenden und der Stellungnahme des Korpschefs der Meinung ist, | des Betreffenden und der Stellungnahme des Korpschefs der Meinung ist, |
dass die Abwesenheit tatsächlich unrechtmässig ist, entlässt sie den | dass die Abwesenheit tatsächlich unrechtmässig ist, entlässt sie den |
Betreffenden von Amts wegen aus seinem Amt. | Betreffenden von Amts wegen aus seinem Amt. |
Art. 5 - Die Artikel 54 und 55 des Königlichen Erlasses vom 25. April | Art. 5 - Die Artikel 54 und 55 des Königlichen Erlasses vom 25. April |
1979 über die Ämter und Amtsenthebungen beim Personal des operativen | 1979 über die Ämter und Amtsenthebungen beim Personal des operativen |
Korps der Gendarmerie, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom | Korps der Gendarmerie, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom |
20. Dezember 1995 und 8. Oktober 1998, werden aufgehoben. | 20. Dezember 1995 und 8. Oktober 1998, werden aufgehoben. |
Art. 6 - Artikel 260 des Gesetzes wird in Kraft gesetzt. | Art. 6 - Artikel 260 des Gesetzes wird in Kraft gesetzt. |
Art. 7 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im | Art. 7 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im |
Belgischen Staatsblatt in Kraft. | Belgischen Staatsblatt in Kraft. |
Art. 8 - Unser Minister des Innern und Unser Minister der Justiz sind, | Art. 8 - Unser Minister des Innern und Unser Minister der Justiz sind, |
jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses | jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses |
beauftragt. | beauftragt. |
Gegeben zu Brüssel, den 23. Dezember 1998 | Gegeben zu Brüssel, den 23. Dezember 1998 |
ALBERT | ALBERT |
Von Königs wegen: | Von Königs wegen: |
Der Minister des Innern | Der Minister des Innern |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
Der Minister der Justiz | Der Minister der Justiz |
T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 maart 2000. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 maart 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
A. DUQUESNE | A. DUQUESNE |